VOORSCHRIFTEN DEEL UITMAKENDE

VAN HET BESTEMMINGSPLAN

 

SCHILDERSBUURT
2001

                

 

PLANKAART RO-12-21-02

 

 

TER VISIE GELEGD DOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

d.d.

 

VASTGESTELD DOOR DE RAAD

d.d.

 

GOEDGEKEURD DOOR G.S.

d.d.

 

ONHERROEPELIJK

d.d.

 

10 april 2001 gemeente Delft


INHOUD

 

HOOFDSTUK I  ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1            Begripsbepalingen                                                                                blz.       3

Artikel 2            Wijze van meten                                                                                              5

 

HOOFDSTUK II BESTEMMINGSBEPALINGEN

Artikel 3            Woondoeleinden                                                                                              6

Artikel 4            Bedrijfsdoeleinden                                                                                           7

Artikel 5            Tuin                                                                                                                8

Artikel 6            Voortuin                                                                                                          9

Artikel 7            Garage/berging                                                                                                10

Artikel 8            Openbaar groen                                                                                               11

Artikel 9            Verkeersdoeleinden I                                                                                       12

Artikel 10          Verkeersdoeleinden II                                                                                       13

Artikel 11          Nutsvoorzieningen                                                                                           14

Artikel 12          Water                                                                                                             15

Artikel 13          Waterkering                                                                                                    16

Artikel 14          Kabel- en leidingentracé                                                                                   17

 

HOOFDSTUK III            OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 15          Algemene vrijstellingsbevoegdheid                                                                     18

Artikel 16          Gebruiksbepalingen                                                                                         19

Artikel 18          Overgangsbepalingen                                                                                       20

Artikel 19          Strafbepaling                                                                                                   21


HOOFDSTUK I  ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1           Begripsbepalingen

 

1.    Plan:

       Het bestemmingsplan Schildersbuurt van de gemeente Delft.

 

2.         Plankaart:

De kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.

 

3.    Bebouwingsgrenzen:

       De op de kaart blijkens een daarop voorkomende verklaring als zodanig aangegeven lijnen, die niet mogen worden overschreden door bebouwing.

 

4.         Bestemmingsvlak:

Alle aaneengesloten terreinen met een zelfde bestemming.

 

5.         Peil:

a.  Voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;

b.  In andere gevallen de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

 

6.         Bebouwingsvlak of - strook:          

Een door bebouwingsgrenzen op de kaart aangegeven strook grond, waarbinnen ingevolge het in deze voorschriften bepaalde, gebouwen mogen worden gebouwd.

 

5.         Bouwen:

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

 

6.         Bouwwerk:

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of een ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

 

7.         Detailhandel:

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die de goederen kopen voor

gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening voor een beroeps- of

bedrijfsactiviteit.

 

8.         Gebouw:

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

9.         Hoogtescheidingslijn:

De op de kaart, blijkens een daarop voorkomende verklaring als zodanig aangegeven lijn die gedeelten van een bestemmingsvlak of bebouwingsvlak scheidt, waarbinnen tot verschillende maximale hoogten gebouwd mag worden.

 

10.     Praktijk-/kantoorruimte:

Een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor het uitoefenen van een doorgaans aan een woning verbonden beroep.

 

11.     Kap:

Een gesloten en voornamelijk hellende bovenbeëindiging (dakvlak) van een bouwwerk, bestaande uit tenminste twee niet-horizontale vlakken met een helling tussen de 30° en 60°.

 

12.     Dakopbouw:

Een geheel of gedeeltelijk toegevoegd woonlaag op een gebouw door optrekking van de achtergevel, waarbij de hoogte van de opbouw onder de (aangegeven) noklijn van de kap is gelegen, dan wel een bouwdeel dat binnen dit profiel past.

 

13.     Terreineenheid:

Een aaneengesloten stuk grond, dat wordt gebruikt ten behoeve van en/of behoort bij een bedrijf, instelling of wooneenheid.

 

14.     Vloeroppervlakte:

De totale begaanbare oppervlakte van alle ruimten binnen een gebouw, met inbegrip van de door binnenwanden ingenomen oppervlakte en met uitzondering van oppervlakten waarboven niet een vrije hoogte van tenminste 1,50 m aanwezig is; dit alles gemeten tussen de binnenwerkse gevelvlakken.

 

15.     Bedrijf:

Een onderneming dat gericht is op het vervaardigen van producten zoals genoemd in de Lijst van bedrijfstypen, niet zijnde detailhandel, dienstverlening en horeca.

 

16.     Detailhandel:

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

 

17.     Seksinrichtingen

De voor publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Sekswinkels waar alleen goederen van erotisch-pornografische aard worden verkocht en escortbedrijven vallen niet onder dit begrip.

 

18.     Balkon:

Een open uitbouw met balustrade aan verdieping van een wooneenheid.

 

19.     Lijst van Bedrijfstypen:

De Lijst van Bedrijfstypen die onderdeel uitmaakt van deze voorschriften


Artikel 2           Wijze van meten.

 

1.      Bouwhoogte:

a.   De afstand van peil tot de snijlijn van gevelvlak en dakvlak.

b.   Kapvormige bouwdelen of dakopbouwen, hoger dan in sub a toegelaten bouwhoogte maar vallend binnen het profiel van een denkbeeldige kap van 5 meter hoog en dakhellingen van 60º worden niet meegerekend tenzij het bouwvlak is gemarkeerd met een *.

 

2.    Grensbouwhoogte:

De afstand van peil tot de snijlijn van gevelvlak en dakvlak, waarboven vanaf de snijlijn één dakvlak met een helling van 17º is toegestaan.

 

3.         Grondoppervlakte:

De oppervlakte van de grond die in beslag wordt genomen door de verticale projectie van een bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hartlijnen van de scheidsmuur/-muren.


HOOFDSTUK II BESTEMMINGSBEPALINGEN

 

Artikel 3           Woondoeleinden

 

1.      Doeleindenomschrijving:

a.  Gronden op de kaart aangeduid als WOONDOELEINDEN zijn bestemd voor woningen en de daarbij behorende nevenruimten zoals bergingen en garages.

b.  Per woning met deze bestemming zijn toegelaten ruimten voor ambachtelijk bedrijf behorend tot categorie 1 van de Lijst van Bedrijfstypen, detailhandel, kantoor, praktijkuitoefening en sociaal-culturele doeleinden, mits de woonfunctie per wooneenheid en per woongebied in overwegende mate gehandhaafd blijft.

c.  Gronden die op de kaart met de letters GD zijn aangeduid mogen tevens op de begane grond gebruikt worden voor de onder b. genoemde functies met een maximum van 200 m² vloeroppervlak per aanduiding.

 

2.    Bebouwingsvoorschriften:

a.  De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse op de kaart staat aangegeven.

b.  In de dakvlakken van een wooneenheid mag per dakvlak één dakkapel worden geplaatst.

c.  Het plaatsen van een hekwerk ten behoeve van een dakterras is toegestaan, mits vallend binnen het denkbeeldig dakprofiel;

d.  Het bebouwingspercentage bedraagt 100%.

 

3.    Vrijstelling:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van:

a.  het bepaalde in lid 1 sub b voor de uitoefening van een bedrijf vallend binnen categorie 2 van de lijst van Bedrijfstypen mits dit bedrijf in bedrijfsuitoefening niet meer overlast bezorgt voor de omgeving dan een bedrijf genoemd in categorie 1 van de lijst van Bedrijfstypen;

b.  het bepaalde in lid 1 sub b teneinde bedrijven toe te laten die niet genoemd worden in de Lijst van Bedrijfstypen, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfstypen;

 

en vrijstelling te verlenen van:

c.  het bepaalde in lid 2 sub a voor plaatsing van een dakopbouw in het dakvlak aan de achterzijde van de woning tot een maximum nokhoogte van 9 m;

 

indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

d.  de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende en nabijgelegen gronden en bouwwerken en de woonkwaliteit in de directe omgeving mag niet onevenredig worden verminderd. De beoordeling van gebruiksmogelijkheden en woonkwaliteit vindt plaats op grond van de volgende criteria: licht- en luchttoetreding, privacy/inkijk en geluidsoverlast


Artikel 4           Bedrijfsdoeleinden

 

1.      Doeleindenomschrijving:

a.  Gronden op de kaart aangeduid als BEDRIJFSDOELEINDEN zijn bestemd voor ambacht, nijverheid en groothandel en de bij deze bestemming behorende

            voorzieningen: open terreinen, laad- en losgelegenheden, wegen, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen.

b.  Uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die zijn opgenomen onder categorie 1 en 2 van de Lijst van Bedrijfstypen.

c.  Geen detailhandelsbedrijven zijn toegestaan, behoudens detailhandel in volumineuze goederen of in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, bewerkt of hersteld, mits de vloeroppervlakte van de verkoopruimte niet meer bedraagt dan 80 m².

d.  Het is verboden gronden en bouwwerken met deze bestemming te gebruiken voor uitoefening van een seksinrichting.

 

2.         Bebouwingsvoorschriften:

a.  De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse op de kaart staat aangegeven.

b.  Het bebouwingspercentage bedraagt 100%.


Artikel 5           Tuin

 

1.      Doeleindenomschrijving:

a. Gronden op de kaart aangeduid als TUIN zijn bestemd voor open ruimte en erf en de bij deze bestemming  en de bestemming woondoeleinden behorende bouwwerken en voorzieningen.

b.  Gronden die op de kaart met de letters PG zijn aangeduid, mogen tevens gebruikt worden voor een verdiepte parkeergarage.

 

2.      Bebouwingsvoorschriften:

a.  De bouwhoogte bedraagt 2,50 m voor los van het hoofdgebouw staande bouwwerken; voor uitbouwen van het hoofdgebouw geldt een maximum hoogte die gelijk is aan de hoogte van de begane grond van het hoofdgebouw; voor de verdiepte parkeergarage geldt een maximum bouwhoogte van 2 m.

b.  Per terreineenheid mag maximaal een derde deel van de totale grondoppervlakte worden bebouwd met dien verstande dat tenminste 15 m² mag worden bebouwd maar nooit meer dan 60 m².

c.  Uitbouwen van het aangrenzende hoofdgebouw mogen een diepte hebben van 2 m. Indien het oorspronkelijk ontwerp van het hoofdgebouw reeds een uitbouw kent van meer dan 2 m diepte is een uitbouw toegestaan die gelijk is aan de reeds bestaande uitbouw.

d.  Boven de gronden is de bouw van erkers en balkons behorende bij het hoofdgebouw toegestaan tot een maximum van 2 m diepte. De bouwhoogte van deze bouwwerken mag niet hoger zijn dan de bouwhoogte van de aangrenzende bouwlaag met de bestemming “Woondoeleinden”.


Artikel 6           Voortuin

 

1.    Doeleindenomschrijving:

       Gronden op de kaart aangeduid als VOORTUIN zijn bestemd voor open ruimte en erf en bij deze bestemming behorende voorzieningen en bouwwerken.

 

2.      Dubbelbestemming:

a.  Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 13 van toepassing.

b.  Ingeval van strijdigheid heeft de sub a genoemde bestemming voorrang boven hetgeen bepaald is met betrekking tot de bestemming “Voortuin”.

 

3.       Bebouwingsvoorschriften:

a.  Voor entrees direct grenzend aan het hoofdgebouw geldt een maximum bouwhoogte gelijk aan de hoogte van de begane grond van het hoofdgebouw; de diepte mag niet meer bedragen dan 2 m; de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 5 m².

b.  Voor erkers direct grenzend aan het hoofdgebouw geldt een maximum diepte van 0,75 m en een maximum bouwhoogte gelijk aan de de hoogte van de aangrenzende bestemming “Woondoeleinden”.


Artikel 7           Garage/Berging

 

1.    Doeleindenomschrijving:

       Gronden op de kaart aangeduid als GARAGE/BERGING zijn bestemd voor het stallen

       van voertuigen en voor bergruimte bij  woningen.

 

2.         Bebouwingsvoorschriften:

a.   De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

b.   Het bebouwingspercentage binnen het bebouwingsvlak bedraagt 100%.


Artikel 8           Openbaar groen

 

1.      Doeleindenomschrijving:

       Gronden op de kaart aangeduid als OPENBAAR GROEN zijn bestemd voor groenvoorzieningen, recreatieve voorzieningen, kunstwerken, langzaam verkeersroutes en water.

 

2.      Dubbelbestemming:

a.  Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 13 van toepassing.

b.  Ingeval van strijdigheid heeft de sub a genoemde bestemming voorrang boven hetgeen bepaald is met betrekking tot de bestemming “Openbaar groen”.

 

3.         Bebouwingsvoorschriften:

a.  De bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 3 m bedragen.

b.  De maximum bouwhoogte van kunstwerken bedraagt  4,5 m.

c.  Het maximaal te bebouwen oppervlak bedraagt per bouwwerk 12 m².


Artikel 9           Verkeersdoeleinden I

 

1.      Doeleindenomschrijving:

a. Gronden op de kaart aangeduid als VERKEERSDOELEINDEN I zijn bestemd voor     verblijfs- en verkeersruimte, waarbij geldt dat het voor rijdend verkeer ingerichte deel van deze gronden maximaal 6 m breed is met uitzondering van uitwijkplaatsen, parkeerplaatsen en dergelijke.

b.  Gronden op de kaart aangegeven met de aanduiding voor een overbouwing mogen tevens overbouwd worden ten behoeve van de bestemming “Woondoeleinden”.

c.  De bouw van een verkooppunt alsmede de opslag en/of verkoop van motorbrandstoffen is niet toegestaan.

 

2.      Dubbelbestemming:

a.  Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 13 van toepassing.

b.  Ingeval van strijdigheid heeft de sub a genoemde bestemming voorrang boven hetgeen bepaald is met betrekking tot de bestemming “Verkeersdoeleinden I”.

 

3.       Bebouwingsvoorschriften

Op deze gronden mogen uitsluitend worden opgericht gebouwen, bouwwerken en voorzieningen die uit de aard van de bestemming kunnen volgen en voldoen aan de volgende voorwaarden:

a.   De bouwhoogte bedraagt maximaal 5 m;

b.   Het bebouwingsoppervlak per bouwwerk bedraagt maximaal 10 m²;

c.   Waar de overbouwing is toegestaan is een minimum hoogte van 4,20 m vereist als sprake is van een doorgang voor autoverkeer en 2,50 m in alle overige gevallen.

 


Artikel 10         Verkeersdoeleinden II

 

1.      Doeleindenomschrijving:

a.  Gronden op de kaart aangeduid als VERKEERSDOELEINDEN II zijn bestemd voor verblijfs- en verkeersruimte, waarbij geldt dat het voor rijdend verkeer ingerichte deel van deze gronden maximaal 7,5 m breed is met uitzondering van uitwijkplaatsen, parkeerplaatsen, fietssuggestiestroken en dergelijke.

b.  De bouw van een verkooppunt alsmede de opslag en/of verkoop van motorbrandstoffen daaronder tevens LPG is niet toegestaan.

 

2.      Dubbelbestemming:

a.  Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 13 van toepassing.

b.  Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor KABEL- EN LEIDINGENTRACÉ is het bepaalde in artikel 14 van toepassing.

c. Ingeval van strijdigheid hebben de sub a en sub b genoemde bestemmingen voorrang

     boven hetgeen bepaald is met betrekking tot de bestemming “Verkeersdoeleinden II”.

 

3.       Bebouwingsvoorschriften:

Op deze gronden mogen uitsluitend worden opgericht gebouwen en bouwwerken en voorzieningen die uit de aard van de bestemming kunnen volgen zoals kunstwerken, parkeervoorzieningen, wegmeubilair en voldoen aan de volgende voorwaarden:

a.   de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 m;

b.   het bebouwingsoppervlak per bouwwerk bedraagt maximaal 12 m².


Artikel 11         Nutsvoorzieningen

 

1.      Doeleindenomschrijving:

       Gronden op de kaart aangeduid als NUTSVOORZIENINGEN zijn bestemd voor  

       bebouwing ten behoeve van de telecommunicatie, de energievoorziening en de 

       waterhuishouding.

 

2.      Bebouwingsvoorschriften:

a.  De bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m.

b.  Het bebouwingspercentage bedraagt 100%.


Artikel 12     Water

 

1.      Doeleindenomschrijving:

a.  Gronden op de kaart aangeduid als WATER zijn bestemd voor verkeer en vervoer te water en voor de waterhuishouding.

b.  Het is verboden de als WATER bestemde gronden te gebruiken als ligplaats voor woonboten.

 

2.      Bebouwingsvoorschriften:

Op deze gronden mogen uitsluitend worden opgericht gebouwen, bouwwerken en voorzieningen die uit de aard van de bestemming kunnen volgen zoals kunstwerken,  beschoeiingen, kades, steigers, meerpalen.


Artikel 13         Waterkering

 

1.      Doeleindenomschrijving:

Gronden op de kaart aangeduid als WATERKERING zijn primair bestemd voor dijk en waterkering.

 

2.      Dubbelbestemming

a. Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor KABEL- EN LEIDINGENTRACÉ  is het bepaalde in artikel 14 overeenkomstig van toepassing.

       b.  In geval van strijdigheid heeft de bestemming Waterkering voorrang.

 

3.      Bebouwingsvoorschrift:

Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 1 bedoelde bestemming uitsluitend worden gebouwd gebouwen, bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van het beheer en onderhoud, waarbij geldt dat de gronden eerst dan worden bebouwd en ingericht indien en voor zover één en ander verenigbaar is met de primaire bestemming en nadat burgemeester en wethouders de beheerder van de waterkering schriftelijk advies gevraagd hebben.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Artikel 14         Kabel- en leidingentracé

 

1.      Doeleindenomschrijving:

       Gronden op de kaart aangeduid als KABEL -EN LEIDINGENTRACÉ zijn primair bestemd voor kabels en leidingen ten behoeve van gas-, water-, electriciteitsvoor-zieningen en/of telecommunicatievoorzieningen.

 

2.      Dubbelbestemming:

Daar waar op de kaart de bestemming WATERKERING staat aangegeven, geldt, in afwijking van het bepaalde onder 1 de bestemming WATERKERING primair en zijn de bepalingen van artikel 13 overeenkomstig van toepassing.

 

3.      Bebouwingsvoorschrift:

Op de gronden mogen, ten behoeve van de in lid 1 bedoelde bestemming, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten behoeve van het beheer en onderhoud waarbij geldt dat de gronden eerst dan worden bebouwd en ingericht nadat burgemeester en wethouders de eigenaar/beheerder van de kabels en/of leidingen schriftelijk advies hebben gevraagd.

 


HOOFDSTUK III            OVERIGE BEPALINGEN

 

Artikel 15         Algemene vrijstellingsbevoegdheid

 

1.      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de voorschriften van dit plan voor het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut, tot een maximum van 60 m³, als schakelhuisjes, wachthuisjes van het openbaar vervoer, ruimten ten behoeve van onderhoudsdiensten, telefooncellen, straatmeubilair en dergelijke, met een maximum bouwhoogte van 3,2 m.

 

2.      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de in dit plan gestelde maximum bouwhoogten voor zover deze niet de bouwhoogte in de erfscheiding of perceelsgrens betreffen, tot ten hoogste 15%, met een maximum van 1 m, hogere bouwhoogte, indien blijkt dat de bouwhoogtebepaling een onredelijke beperking inhoudt voor het verwezenlijken van een in (stede)bouwkundig opzicht gunstiger bebouwing.

 

3.      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen omtrent bouwhoogten ten behoeve van masten, torens, vlaggenmasten en andere bouwwerken, die hun functie uitsluitend kunnen vervullen wanneer zij hoger zijn dan de gestelde maximum bouwhoogten.

 


Artikel 16         Gebruiksbepalingen

 

1.      Het is verboden, de in het plan begrepen gronden, open erven of terreinen en de daarop overeenkomstig de uit het plan voortvloeiende bestemming(en) gebouwde  opstallen te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel strijdig met de bestemming(en)

 

2.      Het op het moment van kracht worden van dit bestemmingsplan bestaande strijdige

       gebruik mag worden voortgezet en mag worden gewijzigd in een minder strijdig gebruik.

 

3.      Onder een in het eerste lid bedoeld strijdig gebruik van onbebouwde gronden wordt in ieder geval verstaan:

a.  het storten van puin en afvalstoffen;

b.  opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan;

c.  opslag van onklare, dan wel aan hun normale bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan.

 

4.      Het in lid 3 onder a t/m c bepaalde is niet van toepassing op opslag van goederen ten behoeve van de krachtens het plan toegestane bedrijfsvoering, op het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, die nodig zijn voor de realisering of de handhaving van de in dit plan aangegeven bestemmingen, en op het opslaan of storten van puin, afval- en meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen en open erven.

 

5.      Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik van de grond en de bebouwing, die niet om dringende reden gerechtvaardigd is.

 


Artikel 17         Overgangsbepalingen

 

1.      Bouwwerken die op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerp van dit plan reeds bestaan, in uitvoering zijn of gebouwd kunnen worden krachtens een bouwvergunning en die, hetzij door hun aard, hetzij door hun afmetingen, in strijd zijn met het plan, mogen behoudens de bevoegdheid tot onteigening overeenkomstig de wet:

a.  gedeeltelijk worden vernieuwd of gedeeltelijk worden veranderd, mits de bestaande afwijkingen van het plan daarbij naar aard en afmetingen niet zullen worden vergroot en geen nieuwe afwijkingen ten opzichte van het plan zullen ontstaan;

b.  geheel worden vernieuwd, zonodig met overschrijding van de bebouwings- en bestemmingsgrenzen, ingeval zij zijn verwoest ten gevolge van een calamiteit, mits de bestaande afwijkingen niet zullen worden vergroot en een aanvraag om bouwvergunning voor de herbouw wordt ingediend binnen 2 jaar nadat de calamiteit heeft plaatsgevonden. 

 

2.    Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het geheel vernieuwen anders dan na een calamiteit, alsmede voor het in geringe mate vergroten van de in het eerste lid bedoelde bouwwerken, mits de vergroting ten opzichte van de bestaande afmetingen niet meer dan 10% zal bedragen en mits de bestaande afwijkingen van het plan daarbij naar aard niet zullen worden vergroot.


Artikel 18         Strafbepaling

 

Overtreding van het bepaalde in artikel 4 lid 1 sub c, artikel 12 lid 1 sub b en artikel 16 lid 1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.