VOORSCHRIFTEN
DEEL UITMAKENDE
VAN
HET BESTEMMINGSPLAN
SCHILDERSBUURT
2001
PLANKAART
RO-12-21-02
TER VISIE GELEGD DOOR BURGEMEESTER
EN WETHOUDERS
d.d.
VASTGESTELD DOOR DE RAAD
d.d.
GOEDGEKEURD DOOR G.S.
d.d.
ONHERROEPELIJK
d.d.
10 april 2001 gemeente Delft
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen blz.
3
Artikel 2 Wijze van meten 5
Artikel 3 Woondoeleinden 6
Artikel 4 Bedrijfsdoeleinden 7
Artikel 5 Tuin 8
Artikel 6 Voortuin 9
Artikel 7 Garage/berging 10
Artikel 8 Openbaar groen 11
Artikel 9 Verkeersdoeleinden I 12
Artikel 10 Verkeersdoeleinden II 13
Artikel 11 Nutsvoorzieningen 14
Artikel 12 Water 15
Artikel 13 Waterkering 16
Artikel 14 Kabel- en leidingentracé 17
HOOFDSTUK III OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 15 Algemene vrijstellingsbevoegdheid 18
Artikel 16 Gebruiksbepalingen 19
Artikel 18 Overgangsbepalingen 20
Artikel 19 Strafbepaling 21
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
1. Plan:
Het bestemmingsplan Schildersbuurt van de
gemeente Delft.
2.
Plankaart:
De kaart met bijbehorende
verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn
aangewezen.
3. Bebouwingsgrenzen:
De op de kaart blijkens een daarop voorkomende verklaring als
zodanig aangegeven lijnen, die niet mogen worden overschreden door bebouwing.
4.
Bestemmingsvlak:
Alle aaneengesloten terreinen met
een zelfde bestemming.
5.
Peil:
a. Voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang
onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de
hoofdtoegang;
b. In andere gevallen de gemiddelde hoogte van
het aansluitende afgewerkte maaiveld.
6.
Bebouwingsvlak of - strook:
Een door bebouwingsgrenzen op de
kaart aangegeven strook grond, waarbinnen ingevolge het in deze voorschriften
bepaalde, gebouwen mogen worden gebouwd.
5.
Bouwen:
Het plaatsen, het geheel of
gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of veranderen en het vergroten van een
bouwwerk.
6.
Bouwwerk:
Elke constructie van enige
omvang van hout, steen, metaal of een ander materiaal, die hetzij direct of
indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of
op de grond.
7.
Detailhandel:
Het bedrijfsmatig te koop
aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of
leveren van goederen aan diegenen die de goederen kopen voor
gebruik, verbruik of aanwending
anders dan in de uitoefening voor een beroeps- of
bedrijfsactiviteit.
8.
Gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen
toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte
vormt.
9.
Hoogtescheidingslijn:
De op de kaart, blijkens een daarop
voorkomende verklaring als zodanig aangegeven lijn die gedeelten van een
bestemmingsvlak of bebouwingsvlak scheidt, waarbinnen tot verschillende
maximale hoogten gebouwd mag worden.
10.
Praktijk-/kantoorruimte:
Een (gedeelte van een)
gebouw, dat dient voor het uitoefenen van een doorgaans aan een woning
verbonden beroep.
11.
Kap:
Een gesloten en
voornamelijk hellende bovenbeëindiging (dakvlak) van een bouwwerk, bestaande
uit tenminste twee niet-horizontale vlakken met een helling tussen de 30° en
60°.
12.
Dakopbouw:
Een geheel of gedeeltelijk
toegevoegd woonlaag op een gebouw door optrekking van de achtergevel, waarbij
de hoogte van de opbouw onder de (aangegeven) noklijn van de kap is gelegen,
dan wel een bouwdeel dat binnen dit profiel past.
13.
Terreineenheid:
Een aaneengesloten stuk grond, dat
wordt gebruikt ten behoeve van en/of behoort bij een bedrijf, instelling of
wooneenheid.
14.
Vloeroppervlakte:
De totale begaanbare oppervlakte van
alle ruimten binnen een gebouw, met inbegrip van de door binnenwanden ingenomen
oppervlakte en met uitzondering van oppervlakten waarboven niet een vrije
hoogte van tenminste 1,50 m aanwezig is; dit alles gemeten tussen de
binnenwerkse gevelvlakken.
15.
Bedrijf:
Een onderneming
dat gericht is op het vervaardigen van producten zoals genoemd in de Lijst van
bedrijfstypen, niet zijnde detailhandel, dienstverlening en horeca.
16.
Detailhandel:
Het
bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop,
het verkopen en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor
gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps-
of bedrijfsactiviteit.
17.
Seksinrichtingen
De voor publiek toegankelijke,
besloten ruimten waarin bedrijfsmatig seksuele handelingen worden verricht of
vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Sekswinkels waar
alleen goederen van erotisch-pornografische aard worden verkocht en
escortbedrijven vallen niet onder dit begrip.
18.
Balkon:
Een open uitbouw met
balustrade aan verdieping van een wooneenheid.
19.
Lijst van Bedrijfstypen:
De Lijst van Bedrijfstypen die
onderdeel uitmaakt van deze voorschriften
Artikel 2 Wijze van meten.
1. Bouwhoogte:
a. De afstand van peil tot de snijlijn
van gevelvlak en dakvlak.
b. Kapvormige bouwdelen of dakopbouwen,
hoger dan in sub a toegelaten bouwhoogte maar vallend binnen het profiel van
een denkbeeldige kap van 5 meter hoog en dakhellingen van 60º worden niet
meegerekend tenzij het bouwvlak is gemarkeerd met een *.
2. Grensbouwhoogte:
De afstand van peil tot de snijlijn van gevelvlak en
dakvlak, waarboven vanaf de snijlijn één dakvlak met een helling van 17º is
toegestaan.
3.
Grondoppervlakte:
De
oppervlakte van de grond die in beslag wordt genomen door de verticale
projectie van een bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of
hartlijnen van de scheidsmuur/-muren.
HOOFDSTUK II BESTEMMINGSBEPALINGEN
1. Doeleindenomschrijving:
a. Gronden op de kaart aangeduid als
WOONDOELEINDEN zijn bestemd voor woningen en de daarbij behorende nevenruimten
zoals bergingen en garages.
b. Per woning met deze bestemming zijn
toegelaten ruimten voor ambachtelijk bedrijf behorend tot categorie 1 van de
Lijst van Bedrijfstypen, detailhandel, kantoor, praktijkuitoefening en
sociaal-culturele doeleinden, mits de woonfunctie per wooneenheid en per woongebied
in overwegende mate gehandhaafd blijft.
c. Gronden die op de kaart met de
letters GD zijn aangeduid mogen tevens op de begane grond gebruikt worden voor
de onder b. genoemde functies met een maximum van 200 m² vloeroppervlak per
aanduiding.
2. Bebouwingsvoorschriften:
a. De bouwhoogte mag niet meer bedragen
dan ter plaatse op de kaart staat aangegeven.
b. In de dakvlakken van een wooneenheid
mag per dakvlak één dakkapel worden geplaatst.
c. Het plaatsen van een hekwerk ten
behoeve van een dakterras is toegestaan, mits vallend binnen het denkbeeldig
dakprofiel;
d. Het bebouwingspercentage bedraagt
100%.
3. Vrijstelling:
Burgemeester en wethouders zijn
bevoegd vrijstelling te verlenen van:
a. het bepaalde in lid 1 sub b voor de
uitoefening van een bedrijf vallend binnen categorie 2 van de lijst van
Bedrijfstypen mits dit bedrijf in bedrijfsuitoefening niet meer overlast
bezorgt voor de omgeving dan een bedrijf genoemd in categorie 1 van de lijst
van Bedrijfstypen;
b. het bepaalde in lid 1 sub b teneinde bedrijven
toe te laten die niet genoemd worden in de Lijst van Bedrijfstypen, indien en
voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op
specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te
behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfstypen;
en vrijstelling te verlenen van:
c. het bepaalde in lid 2 sub a voor plaatsing van
een dakopbouw in het dakvlak aan de achterzijde van de woning tot een maximum
nokhoogte van 9 m;
indien voldaan wordt aan de volgende
voorwaarden:
d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende en
nabijgelegen gronden en bouwwerken en de woonkwaliteit in de directe omgeving
mag niet onevenredig worden verminderd. De beoordeling van
gebruiksmogelijkheden en woonkwaliteit vindt plaats op grond van de volgende
criteria: licht- en luchttoetreding, privacy/inkijk en geluidsoverlast
Artikel 4 Bedrijfsdoeleinden
1. Doeleindenomschrijving:
a. Gronden op de kaart aangeduid als
BEDRIJFSDOELEINDEN zijn bestemd voor ambacht, nijverheid en groothandel en de
bij deze bestemming behorende
voorzieningen:
open terreinen, laad- en losgelegenheden, wegen, parkeerplaatsen en
groenvoorzieningen.
b. Uitsluitend bedrijven zijn
toegestaan die zijn opgenomen onder categorie 1 en 2 van de Lijst van
Bedrijfstypen.
c. Geen detailhandelsbedrijven zijn
toegestaan, behoudens detailhandel in volumineuze goederen of in goederen die
ter plaatse worden vervaardigd, bewerkt of hersteld, mits de vloeroppervlakte
van de verkoopruimte niet meer bedraagt dan 80 m².
d. Het is verboden gronden en
bouwwerken met deze bestemming te gebruiken voor uitoefening van een
seksinrichting.
2.
Bebouwingsvoorschriften:
a. De bouwhoogte mag niet meer bedragen
dan ter plaatse op de kaart staat aangegeven.
b. Het bebouwingspercentage bedraagt
100%.
Artikel 5 Tuin
1. Doeleindenomschrijving:
a. Gronden op de kaart aangeduid als TUIN zijn
bestemd voor open ruimte en erf en de bij deze bestemming en de bestemming woondoeleinden behorende
bouwwerken en voorzieningen.
b. Gronden
die op de kaart met de letters PG zijn aangeduid, mogen tevens gebruikt worden
voor een verdiepte parkeergarage.
2. Bebouwingsvoorschriften:
a. De bouwhoogte bedraagt 2,50 m voor
los van het hoofdgebouw staande bouwwerken; voor uitbouwen van het hoofdgebouw
geldt een maximum hoogte die gelijk is aan de hoogte van de begane grond van
het hoofdgebouw; voor de verdiepte parkeergarage geldt een maximum bouwhoogte
van 2 m.
b. Per terreineenheid mag maximaal een
derde deel van de totale grondoppervlakte worden bebouwd met dien verstande dat
tenminste 15 m² mag worden bebouwd maar nooit meer dan 60 m².
c. Uitbouwen van het aangrenzende
hoofdgebouw mogen een diepte hebben van 2 m. Indien het oorspronkelijk ontwerp
van het hoofdgebouw reeds een uitbouw kent van meer dan 2 m diepte is een uitbouw
toegestaan die gelijk is aan de reeds bestaande uitbouw.
d. Boven de gronden is de bouw van
erkers en balkons behorende bij het hoofdgebouw toegestaan tot een maximum van
2 m diepte. De bouwhoogte van deze bouwwerken mag niet hoger zijn dan de
bouwhoogte van de aangrenzende bouwlaag met de bestemming “Woondoeleinden”.
Artikel 6 Voortuin
1. Doeleindenomschrijving:
Gronden
op de kaart aangeduid als VOORTUIN zijn bestemd voor open ruimte en erf en bij
deze bestemming behorende voorzieningen en bouwwerken.
2. Dubbelbestemming:
a. Voor zover deze gronden op de kaart
mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 13 van
toepassing.
b. Ingeval van strijdigheid heeft de
sub a genoemde bestemming voorrang boven hetgeen bepaald is met betrekking tot
de bestemming “Voortuin”.
3.
Bebouwingsvoorschriften:
a. Voor entrees direct grenzend aan het
hoofdgebouw geldt een maximum bouwhoogte gelijk aan de hoogte van de begane
grond van het hoofdgebouw; de diepte mag niet meer bedragen dan 2 m; de
oppervlakte mag niet meer bedragen dan 5 m².
b. Voor erkers direct grenzend aan het
hoofdgebouw geldt een maximum diepte van 0,75 m en een maximum bouwhoogte
gelijk aan de de hoogte van de aangrenzende bestemming “Woondoeleinden”.
Artikel 7 Garage/Berging
1. Doeleindenomschrijving:
Gronden
op de kaart aangeduid als GARAGE/BERGING zijn bestemd voor het stallen
van voertuigen en voor bergruimte
bij woningen.
2.
Bebouwingsvoorschriften:
a. De bouwhoogte mag niet meer bedragen
dan 3 m.
b. Het bebouwingspercentage binnen het
bebouwingsvlak bedraagt 100%.
1. Doeleindenomschrijving:
Gronden op de kaart aangeduid als
OPENBAAR GROEN zijn bestemd voor groenvoorzieningen, recreatieve voorzieningen,
kunstwerken, langzaam verkeersroutes en water.
2. Dubbelbestemming:
a. Voor zover deze gronden op de kaart
mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 13 van
toepassing.
b. Ingeval van strijdigheid heeft de
sub a genoemde bestemming voorrang boven hetgeen bepaald is met betrekking tot
de bestemming “Openbaar groen”.
3.
Bebouwingsvoorschriften:
a. De bouwhoogte van gebouwen mag
maximaal 3 m bedragen.
b. De maximum bouwhoogte van
kunstwerken bedraagt 4,5 m.
c. Het maximaal te bebouwen oppervlak
bedraagt per bouwwerk 12 m².
1. Doeleindenomschrijving:
b. Gronden op de kaart aangegeven met de
aanduiding voor een overbouwing mogen tevens overbouwd worden ten behoeve van
de bestemming “Woondoeleinden”.
c. De bouw van een verkooppunt alsmede
de opslag en/of verkoop van motorbrandstoffen is niet toegestaan.
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover deze gronden op de kaart
mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 13 van
toepassing.
b. Ingeval van strijdigheid heeft de
sub a genoemde bestemming voorrang boven hetgeen bepaald is met betrekking tot
de bestemming “Verkeersdoeleinden I”.
3.
Bebouwingsvoorschriften
Op deze gronden mogen uitsluitend
worden opgericht gebouwen, bouwwerken en voorzieningen die uit de aard van de
bestemming kunnen volgen en voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. De bouwhoogte bedraagt maximaal 5 m;
b. Het bebouwingsoppervlak per bouwwerk
bedraagt maximaal 10 m²;
c. Waar de overbouwing is toegestaan is
een minimum hoogte van 4,20 m vereist als sprake is van een doorgang voor
autoverkeer en 2,50 m in alle overige gevallen.
1. Doeleindenomschrijving:
b. De bouw van een verkooppunt alsmede de opslag
en/of verkoop van motorbrandstoffen daaronder tevens LPG is niet toegestaan.
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover deze gronden op de kaart
mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 13 van
toepassing.
b. Voor zover deze gronden op de kaart
mede zijn bestemd voor KABEL- EN LEIDINGENTRACÉ is het bepaalde in artikel 14
van toepassing.
c. Ingeval van
strijdigheid hebben de sub a en sub b genoemde bestemmingen voorrang
boven hetgeen bepaald is met betrekking tot
de bestemming “Verkeersdoeleinden II”.
3. Bebouwingsvoorschriften:
Op deze gronden mogen uitsluitend
worden opgericht gebouwen en bouwwerken en voorzieningen die uit de aard van de
bestemming kunnen volgen zoals kunstwerken, parkeervoorzieningen, wegmeubilair
en voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 m;
b. het bebouwingsoppervlak per bouwwerk
bedraagt maximaal 12 m².
1. Doeleindenomschrijving:
Gronden
op de kaart aangeduid als NUTSVOORZIENINGEN zijn bestemd voor
bebouwing
ten behoeve van de telecommunicatie, de energievoorziening en de
waterhuishouding.
2. Bebouwingsvoorschriften:
a. De bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m.
b. Het bebouwingspercentage bedraagt 100%.
Artikel 12 Water
1. Doeleindenomschrijving:
a. Gronden op de kaart aangeduid als WATER zijn
bestemd voor verkeer en vervoer te water en voor de waterhuishouding.
b. Het is verboden de als WATER bestemde gronden
te gebruiken als ligplaats voor woonboten.
2. Bebouwingsvoorschriften:
Op deze gronden mogen uitsluitend
worden opgericht gebouwen, bouwwerken en voorzieningen die uit de aard van de
bestemming kunnen volgen zoals kunstwerken,
beschoeiingen, kades, steigers, meerpalen.
1. Doeleindenomschrijving:
Gronden op de kaart aangeduid als
WATERKERING zijn primair bestemd voor dijk en waterkering.
2. Dubbelbestemming
a. Voor zover
deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor KABEL- EN LEIDINGENTRACÉ is het bepaalde in artikel 14 overeenkomstig
van toepassing.
b.
In geval van strijdigheid heeft de bestemming Waterkering voorrang.
3. Bebouwingsvoorschrift:
Op deze gronden mogen ten behoeve
van de in lid 1 bedoelde bestemming uitsluitend worden gebouwd gebouwen,
bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van het beheer en onderhoud, waarbij
geldt dat de gronden eerst dan worden bebouwd en ingericht indien en voor zover
één en ander verenigbaar is met de primaire bestemming en nadat burgemeester en
wethouders de beheerder van de waterkering schriftelijk advies gevraagd hebben.
Artikel 14 Kabel- en
leidingentracé
1. Doeleindenomschrijving:
Gronden op de kaart aangeduid als KABEL
-EN LEIDINGENTRACÉ zijn primair bestemd voor kabels en leidingen ten behoeve
van gas-, water-, electriciteitsvoor-zieningen en/of
telecommunicatievoorzieningen.
2.
Dubbelbestemming:
Daar waar op de kaart de bestemming
WATERKERING staat aangegeven, geldt, in afwijking van het bepaalde onder 1 de
bestemming WATERKERING primair en zijn de bepalingen van artikel 13
overeenkomstig van toepassing.
3. Bebouwingsvoorschrift:
Op de gronden mogen, ten behoeve van
de in lid 1 bedoelde bestemming, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten
behoeve van het beheer en onderhoud waarbij geldt dat de gronden eerst dan
worden bebouwd en ingericht nadat burgemeester en wethouders de
eigenaar/beheerder van de kabels en/of leidingen schriftelijk advies hebben
gevraagd.
HOOFDSTUK III OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 15 Algemene
vrijstellingsbevoegdheid
1. Burgemeester en wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van de voorschriften van dit plan voor het bouwen van
kleine niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut, tot een maximum
van 60 m³, als schakelhuisjes, wachthuisjes van het openbaar vervoer, ruimten
ten behoeve van onderhoudsdiensten, telefooncellen, straatmeubilair en
dergelijke, met een maximum bouwhoogte van 3,2 m.
2. Burgemeester en wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van de in dit plan gestelde maximum bouwhoogten voor
zover deze niet de bouwhoogte in de erfscheiding of perceelsgrens betreffen,
tot ten hoogste 15%, met een maximum van 1 m, hogere bouwhoogte, indien blijkt
dat de bouwhoogtebepaling een onredelijke beperking inhoudt voor het
verwezenlijken van een in (stede)bouwkundig opzicht gunstiger bebouwing.
3. Burgemeester en wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van de bepalingen omtrent bouwhoogten ten behoeve van
masten, torens, vlaggenmasten en andere bouwwerken, die hun functie uitsluitend
kunnen vervullen wanneer zij hoger zijn dan de gestelde maximum bouwhoogten.
1. Het is verboden, de in het plan
begrepen gronden, open erven of terreinen en de daarop overeenkomstig de uit
het plan voortvloeiende bestemming(en) gebouwde opstallen te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken
op een wijze, of tot een doel strijdig met de bestemming(en)
2. Het op het moment van kracht worden
van dit bestemmingsplan bestaande strijdige
gebruik mag worden voortgezet en mag
worden gewijzigd in een minder strijdig gebruik.
3. Onder een in het eerste lid bedoeld
strijdig gebruik van onbebouwde gronden wordt in ieder geval verstaan:
a. het storten van puin en afvalstoffen;
b. opslag van gerede of ongerede
goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines en
onderdelen hiervan;
c. opslag van onklare, dan wel aan hun
normale bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan.
4. Het in lid 3 onder a t/m c bepaalde
is niet van toepassing op opslag van goederen ten behoeve van de krachtens het
plan toegestane bedrijfsvoering, op het tijdelijk opslaan van materialen en
werktuigen, die nodig zijn voor de realisering of de handhaving van de in dit
plan aangegeven bestemmingen, en op het opslaan of storten van puin, afval- en
meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen en
open erven.
5. Burgemeester en wethouders verlenen
vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien strikte toepassing
leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik van de grond en de
bebouwing, die niet om dringende reden gerechtvaardigd is.
Artikel 17 Overgangsbepalingen
1. Bouwwerken die op het tijdstip van
de ter visie legging van het ontwerp van dit plan reeds bestaan, in uitvoering
zijn of gebouwd kunnen worden krachtens een bouwvergunning en die, hetzij door
hun aard, hetzij door hun afmetingen, in strijd zijn met het plan, mogen
behoudens de bevoegdheid tot onteigening overeenkomstig de wet:
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of
gedeeltelijk worden veranderd, mits de bestaande afwijkingen van het plan
daarbij naar aard en afmetingen niet zullen worden vergroot en geen nieuwe
afwijkingen ten opzichte van het plan zullen ontstaan;
b. geheel worden vernieuwd, zonodig met
overschrijding van de bebouwings- en bestemmingsgrenzen, ingeval zij zijn
verwoest ten gevolge van een calamiteit, mits de bestaande afwijkingen niet
zullen worden vergroot en een aanvraag om bouwvergunning voor de herbouw wordt
ingediend binnen 2 jaar nadat de calamiteit heeft plaatsgevonden.
2. Burgemeester en wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het geheel vernieuwen
anders dan na een calamiteit, alsmede voor het in geringe mate vergroten van de
in het eerste lid bedoelde bouwwerken, mits de vergroting ten opzichte van de
bestaande afmetingen niet meer dan 10% zal bedragen en mits de bestaande
afwijkingen van het plan daarbij naar aard niet zullen worden vergroot.
Artikel 18 Strafbepaling
Overtreding
van het bepaalde in artikel 4 lid 1 sub c, artikel 12 lid 1 sub b en artikel 16
lid 1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening.