Oplegnotitie voor bij het vaststellen van het bestemmingsplan Zuidpoort  ten aanzien van het deelgebied veld10

 

Inleiding

Veld 10 ligt aan de oostkant van de voet van de Sebastiaansbrug en is onderdeel van het Zuidpoortgebied. Het Zuidpoortgebied wordt ontwikkeld als een deel van de binnenstad met een eigen karakter, waarbij een aantal historische en meer recente elementen als uitgangspunt wordt genomen.

Het terrein van veld 10 wordt begrensd door de Ezelsveldlaan, het terrein van het Techniek Museum, de Nieuwelaan en de Michiel de Ruyterweg / St. Sebastiaansbrug. Het gehele terrein met opstallen is eigendom van de gemeente.

Voor het Zuidpoortgebied wordt het bestemmingsplan Zuidpoort eind mei in de gemeenteraad vastgesteld. Hierin zijn voorwaarden opgenomen waaraan een bouwplan op veld 10 moet voldoen. Omdat voor veld 10 niet zoals voor veld 9 een apart traject gevolgd is voor het bespreken van ontwikkelingsvoorwaarden worden in deze notitie de voorwaarden die opgenomen zijn in het bestemmingsplan Zuidpoort nader toegelicht. Daarnaast worden aanvullende voorwaarden die nodig zijn voor een goede invulling van veld 10 geformuleerd. Deze aanvullende voorwaarden zullen in de grondovereenkomst worden opgenomen.

 

            Beschrijving van veld 10

Voor de aanleg van de St. Sebastiaansbrug over het Rijn-Schiekanaal zijn in het begin van de jaren 60 woningen gesloopt aan de Nieuwelaan en de Ezeldsveldlaan.  De St. Sebastiaansbrug was bedoeld als onderdeel van een noord-zuid verkeersroute die in noordelijke richting de binnenstad zou doorsnijden.

Omdat deze verkeersroute aan moest sluiten op de westkant van de Beestenmarkt is de brug niet haaks over het Rijn-Schiekanaal gemaakt. De schuine richting van de brug is ontstaan naar aanleiding van een vloeiend verkeersverloop en niet omdat het een richting is die aansluit bij de structuur van de binnenstad. De noord-zuid verkeersroute zou in het Zuidpoortgebied de oost-west verkeersroute kruisen. Aan het eind van de jaren 60 is deze visie verlaten en zijn de noord-zuid en oost-west verkeersrouten aan elkaar geknoopt, waardoor de verkeersrouten geen vervolg meer hebben in noordelijke en oostelijke richting.

De “professorenwoningen” aan de Nieuwelaan en de woningen aan de Ezelsveldlaan zijn de restanten van de woningen die gelegen waren aan de Nieuwelaan en Ezelsveldlaan.

Langs de brug ontbreekt een duidelijke gevelwand, omdat het beeld bepaald wordt door de zijkanten van de overgebleven woningen met het daartussen gelegen binnengebied.  De professorenwoningen hebben een bouwhoogte van ca. 11 meter. De woningen aan de Ezelsveldlaan hebben naast de brug een goothoogte van ca. 3 meter. De rest van de woningen hebben een hoogte van ca. 6 meter. Samen met de dienstwoningen van het Techniek Museum vormen ze de bestaande bebouwing van veld 10.

De dienstwoningen zijn één geheel met het ensemble waartoe ook de gebouwen van het Techniek Museum, de schoorsteen en het Museumhof aan de Ezelsveldlaan behoren. Dit ensemble is opgenomen in het MIP (Monumenten Inventarisatie Plan) en is geselecteerd om op de lijst van rijksmonumenten geplaatst te worden.  De bouwhoogte varieert van ca. 6 meter met een kap voor de dienstwoningen, via een goothoogte van ca. 10 meter met een hoge kap voor het Techniek Museum, naar een bouwhoogte van 18 meter tot 22 meter voor het Museumhof. De schoorsteen heeft een hoogte van ca. 32 meter en is hiermee een duidelijk herkenningspunt in dit deel van het Zuidpoortgebied.

 

Op het terrein bij de schoorsteen staat is een es.  Deze boom is opgenomen in de lijst van monumentale bomen. Dit houdt in dat deze boom gehandhaafd blijft, waarbij bebouwing binnen een straal van 8 meter vanaf het hart van de stam niet is toegestaan.

 

Aan de noordzijde van de Ezelsveldlaan tegenover veld 10 ligt veld 7 waarvoor plannen ontwikkeld worden. Deze plannen gaan uit van een massieve tweelaagse bebouwing met een winkelfunctie, waarboven woningen gegroepeerd worden in bouwvolumes die bereikbaar zijn via een zogenoemd verhoogd maaiveld. De maximale bouwhoogte varieert van 19 tot 22 meter. De verhoogde maaivelden, die ook een zichtbaar zijn vanaf het maaiveld, liggen op een bouwhoogte van ca. 8,5 meter.

 

            Beschrijving stedebouwkundig plan

Op veld 10 kan een nieuw stedebouwkundig bouwblok worden gerealiseerd met, in aansluiting op het stedelijk weefsel van de binnenstad, wonen op de verdiepingen en dienstverlenende bedrijfjes (plintfunctie) op de begane grond. Om te voldoen aan de parkeerbehoefte kan onder het bouwblok een parkeervoorziening gerealiseerd worden.

 

hoogte

De westelijke gevelwand van veld 10 vormt samen met de zuidelijke gevelwand van de velden 5 en 7 de ruimtelijke begrenzing van de Zuidwal. Deze wanden begeleiden als het ware de verkeersstromen die vanaf de St. Sebasiaansbrug de Zuidwal opdraaien en andersom.

Het is daarom belangrijk dat er aan de westkant van veld 10 een gevelwand gemaakt wordt met een bouwhoogte die niet met meer dan één bouwlaag verschilt dan de bouwhoogten van de velden 5 en 7.

De maximale bouwhoogte op veld 10 is aan de zijde van de St. Sebastiaansbrug daarom gesteld op 18 meter. Aan de zuidzijde is de maximale bouwhoogte 14 meter om aan te sluiten op de woonbebouwing aan de overzijde van de Nieuwelaan.

De maximaal toegestane bouwhoogte aan de Ezelsveldlaan is 18 meter in aansluiting op de hoogte van het tegenovergelegen veld 7. Aan deze zijde moet wel rekening gehouden worden met de schaal en maat van de te verplaatsen dienstwoningen.

 

rooilijnen

In verband met de bereikbaarheid van het zuidelijk deel van de binnenstad via de Kruisstraat voor gemotoriseerd verkeer is een maat van 16 meter noodzakelijk tussen de bebouwing van de velden 7 en 10.  Hierdoor wordt de situering van de noordelijke rooilijn bepaald.

 

Aan de westkant wordt de rooilijn van de nieuwbouw niet in dezelfde schuine richting van de St. Sebastiaansbrug gelegd, maar in aansluiting op de richting van de verbindende straten en stegen van het zuidelijk deel van de binnenstad in dezelfde noord-zuid richting.

De richting van deze straten en stegen met de richting van de grachten die er haaks opstaan, zijn tevens de richtingen van de rooilijnen van de stedebouwkundige bouwblokken van de binnenstad. Deze stedebouwkundige bouwblokken vormen hiermee de ruimten van de straten en grachten en overige openbare ruimten, die op hun beurt op basis van hun functionele invulling een inrichting krijgen. Veld 10 is onderdeel van het Zuidpoortgebied waarvoor besloten is dat het ontwikkeld wordt als een deel van de binnenstad. Kenmerkend aan de ruimtelijke structuur van de binnenstad is de orthogonale structuur. Dit kenmerk is van groter belang dan de visie uit het begin van de 60-er jaren ten aanzien van de verkeersontsluitingen van de stad Delft, een visie waarvan aan het eind van die jaren besloten is om die niet verder uit te voeren. De richting van de St. Sebastiaansbrug heeft hierdoor geen relatie met de ruimtelijke structuur van de binnenstad en uiteindelijk ook niet met de richting van het verkeer die komende vanuit het TU-gebied aan de zuidzijde van het kanaal linksaf moet slaan in plaats van rechtsaf gezien de richting van de brug.

De westelijke rooilijn komt daarom haaks op de rooilijn van de velden 5 en 7 te liggen. Hiermee wordt de St. Sebastiaansbrug een zelfstandig element in de openbare ruimte.  Wel moet een goede ruimtelijke oplossing gevonden worden waarbij de “goot” die ontstaat tussen de brug en de nieuwbouw vermeden wordt.

Aan de Nieuwelaan komt de rooilijn van de nieuwbouw in het verlengde van de rooilijn van het Museumhof aan de voorzijde van de voortuintjes van de “professorenwoningen”  te liggen.

 

bestaande bebouwing

Omdat de dienstwoningen gehandhaafd moeten blijven zijn twee mogelijkheden onderzocht: het verplaatsen van de rooilijn van veld 7 in noordelijke richting en het afschuinen van de zuid-oosthoek van veld 7. Beide mogelijkheden betekenen een te grote aantasting van de ruimtelijke uitgangspunten die ten grondslag liggen voor de ruimtelijk ontwikkeling van de Zuidpoort.  Om de dienstwoningen en de ruimtelijke uitgangspunten te handhaven is inmiddels besloten de dienstwoningen te verplaatsen. Het handhaven van het cultuurhistorische karakter van het ensemble, maar ook het behoud van de woonfunctie van minimaal een van de panden zijn hierbij harde randvoorwaarden.

Plannen die uitgaan van het handhaven van de woningen aan de Nieuwelaan zijn binnen de randvoorwaarden zoals opgenomen in het bestemmingsplan Zuidpoort  mogelijk. Hierbij moet er rekening mee gehouden worden dat aan de westkant een gevelfront wordt gemaakt die de ruimtelijke beëindiging van de ruimte van de Zuidwal vormt.

 

verkeer en parkeren

In 2000 is het fietsactieplan door het college van B&W vastgesteld. De fietsroute die vanaf het Gashouderpad via de Torenstraat in noordelijke richting de binnenstad in gaat, komt te vervallen in verband met de ontwikkeling van het kerngebied van de Zuidpoort. Deze fietsroute is onderdeel van de wijkfietsroute. Het is daarom noodzakelijk om een alternatieve fietsroute te maken. Voor de bereikbaarheid van het westelijk deel van de binnenstad vanaf de Hambrug kan de bestaande route via het tunneltje gebruikt worden. Voor de bereikbaarheid van de oostelijke binnenstad wordt een nieuwe route gemaakt die via het Gashouderpad, onder de St. Sebastiaansbrug door een vervolg krijgt over veld 10. De fietsroute wordt over veld 10 tussen de schoorsteen en de dienstwoningen gesitueerd, waardoor het mogelijk is om een verkeersveilige aansluiting te maken op de Kruisstraat. 

De mogelijkheid om de fietsroute tussen de brug en veld 10 te maken is onderzocht. De ruimte tussen de brug en veld 10 is onaantrekkelijk. Door het hoogteverschil tussen het maaiveld van de brug en het maaiveld van de Nieuwelaan (ca. 2,5 meter) ontstaat een “goot” met aan de westzijde de dichte wand van de brug en aan de oostzijde de nieuwbouw met op de begane grond plintfuncties. Voorwaarden om hier een prettige fietsroute te maken, met name in de avonduren, zijn niet aanwezig. Ruimtelijk gezien moet deze “goot” vermeden worden en een oplossing worden bedacht waarbij het maaiveld van de brug op een logische wijze aansluit op de bebouwing van veld 10. Hierdoor verdwijnt de mogelijkheid om een fietsroute aan deze kant te maken, omdat er een hoogteverschil van ca. 2,5 meter overbrugt moet worden.

In de uitwerking van de bebouwing van veld 10 zal gebruik gemaakt moeten worden van de mogelijkheden die aanwezig zijn om de route prettig en sociaal veilig te maken.

Het aantal parkeerplaatsen dat nodig is voor de nieuwbouw zal worden bepaald door de parkeernormen van de gemeente Delft, die gebaseerd zijn op de CROW.

Deze parkeerplaatsen moeten binnen de plangrens van veld 10  ondergronds, gedeeltelijk ondergronds of bovengronds worden gerealiseerd.  Echter in geval het geval van gedeeltelijk ondergronds en bovengronds mag de parkeergarage onder geen voorwaarde aan de openbare ruimte grenzen. De ontsluiting van de parkeervoorziening is aan de Nieuwelaan. Eventuele hellingbanen e.d. moeten binnen het plangebied worden gerealiseerd en zoveel mogelijk binnen de bebouwing gemaakt worden.

 

beeldkwaliteit

Zonder historiserend te zijn wordt verwezen naar het materiaal- en kleurgebruik van de binnenstad. Gekozen wordt voor duurzame maar hedendaagse materialen. Voor de volledigheid wordt verwezen naar het Schetsplan 1997 en de studie Kleur- en materiaalgebruik in de Delftse Binnenstad 1993. 

 

civieltechnisch

Voor het kabels & leidingentracé met riolering moet over het terrein in noord-zuidrichting een ondergronds tracé met een breedte van 5,5, meter  worden gemaakt. Dit tracé moet gesitueerd zijn in de openbare ruimte.

Er moet rekening gehouden worden met de schoorsteen van het Techniek Museum en de eventueel te handhaven professorenwoningen aan de Nieuwelaan. Daarnaast moet de boom gehandhaafd blijven. Dit betekent dat binnen een straal van 8 meter uit het hart van de stam niet gebouwd mag worden. Ten behoeve van een kabel en leidingenpakket is het mogelijk, indien het niet anders kan, om deze in de buitenste twee meter van het wortelpakket te leggen. Dus minimaal zes meter uit het hart van de stam moet onaangetast blijven.

Een opdeling in twee tracés over het terrein, één voor de kabels en leidingen en één voor het riool is noodzakelijk. Dit gebeurt in overleg met het Ingenieursbureau van de gemeente Delft.

Zoals aangegeven in de modellen is het waarschijnlijk dat het tracé voor het riool onder de bebouwing komt te liggen. Er moet dan rekening gehouden worden met de bereikbaarheid van dat tracé i.v.m. onderhoud. Een vrije hoogte van minimale 4 meter boven het tracé is dan noodzakelijk. 

 

milieutechnische aspecten

Aan de westzijde van veld 10 veroorzaakt het verkeer over de St. Sebastiaansbrug en Zuidwal verkeerslawaai, waardoor er een verzoek voor hogere grenswaarden i.v.m. een hogere geluidbelasting aangevraagd moet worden.

In verband hiermee moet bij elke woning de buitenruimte (balkon o.i.d.) en de meest geluidsgevoelige vertrekken (woon –en hoofd slaapkamer) aan de geluidluwe zijde van de woning worden gesitueerd. (BP)

In verband met de matige luchtkwaliteit vanwege het verkeer op de Zuidwal en Michiel de Ruyterweg is het wenselijk dat de aanzuiging van de ventilatielucht van de woningen plaatsvindt vanaf de geluidluwe zijde.

In de gemeente Delft is de “Verordening Duurzaam Bouwen” opgesteld. Voor de realisering van bebouwing op veld 10 is het verplicht om minstens het minimumniveau met betrekking tot materiaaltoepassing toe te passen.

 

Samenvatting

De voorwaarden waarachter (BP) staat zijn opgenomen in het bestemmingsplan.

 

functioneel

-      Veld 10  krijgt overwegend een woonfunctie. (BP)

-      Op de begane grond wordt gestreefd naar een menging van verschillende functies als bedrijfjes, kantoortjes, praktijkruimten, ateliers, woon-werkwoningen e.d. (BP)

-      Van de te verplaatsen dienstwoningen zal minimaal één pand de woonfunctie behouden. (BP)

 

ruimtelijk

-      Het terrein wordt ingevuld met een stedebouwkundig bouwblok, die de stedebouwkundige ruimte van de Zuidwal begrensd en beëindigd.

-      Het stedebouwkundige bouwblok sluit in massa en verschijningsvorm aan bij het Kernplan Zuidpoort (velden 5 en 7)

-      Aan de Michiel de Ruyterweg en Ezelsveldlaan is de maximale bouwhoogte 18 meter ten opzichte van het nieuwe maaiveld van de Kruisstraat. (BP)

-      Deze hoogte van 18 meter wordt tenminste op de hoek Ezelsveldlaan – Michiel de Ruyterweg gemaakt en over ongeveer minimaal 45 tot 55 % van het volledige gevelfront aan de Michiel de Ruyterweg.

-      Aan de Nieuwelaan is de maximale bouwhoogte 14 meter. (BP)

-      Op de hoek Michiel de Ruyterweg – Nieuwelaan is de bouwhoogte minimaal 14 meter.

-      De noordelijk rooilijn ligt 16 meter ten zuiden van de rooilijn van veld 7. (BP)

-      De brug heeft in de richting een onafhankelijke positie van veld 10.

-      De westelijke rooilijn van veld 10 staat haaks op de rooilijn van veld 5 en 7.

-      De dienstwoningen worden naar het zuiden verplaatst, waarbij de cultuurhistorische waarde van het ensemble waarvan ze onderdeel uit maken,  behouden blijft. (BP)

-      Deze ontwikkelingsvoorwaarden laten de mogelijkheid open om een deel van de professoren woningen aan de Nieuwelaan te behouden. Hierbij is randvoorwaarde, dat aan de zijde van de St. Sebastiaansbrug het gevelfront één geheel wordt.

-      Het bouwblok omsluit een openbaar binnengebied van ca. 15 x 15 meter dat aansluit op de langzaamverkeersroute.   

-      De es bij de schoorsteen is opgenomen in de lijst van monumentale bomen en moet daarom gehandhaafd blijven. Bebouwing binnen een straal van 8 meter vanaf de kern van de stam is niet toegestaan. (BP)

 

Beeldkwaliteit

-      Materiaalgebruik en kleurgebruik dienen te worden afgestemd op de binnenstad.

 

Verkeer en Parkeren

-      Over het terrein moet een route voor langzaamverkeer in noord-zuidrichting (tussen Ezelsveldlaan en Nieuwelaan) gemaakt worden die aansluit op de Kruisstraat. Deze route heeft een breedte van 3,5 meter. (BP)

-      Het aantal parkeerplaatsen moet binnen de plangrens van veld  10 worden gerealiseerd. (BP)

-      De parkeernorm moet voldoen aan de normen van de gemeente Delft, die gebaseerd zijn op de CROW.

-      Voor de parkeervoorziening zijn de opties van ondergronds, gedeeltelijk ondergronds en bovengronds. Echter in het geval van gedeeltelijk ondergronds en bovengronds mag de parkeergarage onder geen voorwaarde aan de openbare ruimten grenzen. 

-      De ontsluiting van de parkeervoorziening is aan de Nieuwelaan.

-      Eventuele hellingbanen e.d. voor de parkeervoorziening moeten binnen het plangebied worden gesitueerd en zoveel mogelijk binnen de bebouwing gemaakt te worden.

 

Civieltechnische aspecten

-      Voor het kabels & leidingentracé en riolering moet over het terrein in noord-zuidrichting een ondergronds tracé met een breedte van 5,5 meter  worden gemaakt. Dit tracé moet gesitueerd zijn in de openbare ruimte. 

 

Milieutechnische aspecten

-      Bij elke woning moet de buitenruimte (balkon o.i.d.) en de meest geluidsgevoelige vertrekken (woon –en hoofd slaapkamer) aan de geluidluwe zijde van de woning worden gesitueerd. (BP)

-      Het is gewenst dat de aanzuiging van de ventilatielucht van de woningen plaatsvindt vanaf de geluidluwe zijde.

-      Toepassen van Duurzaam Bouwen maatregelen uit de Delftse duurzaam bouwenlijst en het hanteren van de “Verordening Duurzaam Bouwen” (verplicht minimumniveau m.b.t. materiaaltoepassing).

 

 

080501

Vakteam Ruimtelijke Ordening

Sacha Koenes