Nota

 

Datum

23-01-2001

Ons Kenmerk

01/002556

Opsteller

D.H. ten Grotenhuis

Bijlagen

1 rapport

Onderwerp

Polderwegen Midden Delfland

 

 


Geacht College,

 

Onlangs heeft het adviesbureau AGV het implementatie-onderzoek afgerond voor het beperken van het sluipverkeer over de polderwegen van Midden Delfland, dat het in opdracht van de gemeenten Schiedam, Vlaardingen, Maasland, Schipluiden, Delft en de deelgemeente Rotterdam Overschie heeft uitgevoerd (exemplaar bijgevoegd).

 

Na de behandeling van het standpunt van uw college met voorkeur voor een doseersysteem (vanwege de relatief snelle toepasbaarheid) in de Cie Duurzaamheid van 27 juni 2000 is een traject van start gegaan waarbij de bewoners van het gebied op een aantal meedenk-avonden in de gelegenheid is gesteld kennis te nemen van de stand van zaken en hun mening te geven over de problemen en de mogelijke oplossingen.

Daarbij bleek dat de problematiek in algemene zin wel werd onderschreven doch dat men met name bang was zelf door maatregelen te worden gehinderd. De verslagen van deze meedenk-avonden zijn bij het rapport gevoegd.

 

De conclusie dat voor de korte termijn een doseersysteem het enige wettelijk toepasbaar instrument is om iets aan de problemen te doen, bleef van kracht. Vervolgens is onder de bewoners nog een enquete gehouden om na te gaan in hoeverre deze door doseermaatregelen zouden worden gehinderd. In principe zal de dosering voor de spitsperioden gelden en wel in de richting van het spitsverkeer (06-09: zuid-noord, 16-18: noord-zuid). Gebleken is dat voor de bewoners doseerpunten aan de zuidzijde van het gebied daarbij de minste overlast zullen geven. In het rapport wordt tevens aangegeven waarom andere oplossingen dan het doseersysteem (o.a. selectieve ontheffingen) niet op korte termijn dan wel nu niet wettelijk toepasbaar zijn.

 

Dit heeft mede ertoe geleid dat thans doseerpunten worden voorgesteld op de volgende punten:

·     op de route Schieweg - Kerkweg nabij de Kandelaarbrug (Overschie)

·     op de route Abtswoude - Harreweg op de Harreweg nabij Kethel (Schiedam)

·     op de route Zouteveenseweg - Breeweg - Holyweg op de Holyweg (Vlaardingen)

·     voor de route Schipluiden - Oostgaag - Maasland ligt de voorkeur voor een doseerpunt op de grens van Maasland en Schipluiden; dit vraagt echter nog nader overleg met de wegbeheerder, de provincie Zuid-Holland. De status van de Westgaag is die van gebiedsontsluitingsweg met erftoegangsfuncties, wat zich moeilijk zou verdragen met een doseerpunt. Alternatief zijn twee doseerpunten, één op de Molenweg in Maasland en één op de Westgaag. Qua effect zijn deze vergelijkbaar, maar qua ligging zijn deze minder gunstig dan een punt op de Oostgaag.

·     voor de situatie Zweth (route Rotterdamseweg - Delftweg) wordt voorgesteld met een verkeerslichteninstallatie (zonder dosering) afwisselend eenrichtingverkeer door de bebouwing van de buurtschap in te stellen in verband met de zeer geringe wegbreedte op dit deel van de route.

 

De kosten voor het totaal van maatregelen worden geraamd rond de f 5 miljoen, via een sleutel te verdelen over de betrokken partners. Delft zou hierin voor bijv. f 1,3 mio participeren (kosten gedeeld van de voorzieningen op de routes waar Delft bij betrokken is + aandeel in algemene kosten). Het stadsgewest Haaglanden heeft toegezegd dat deze kunnen worden gebracht ten laste van de BOR-gelden, die op termijn van het rijk zullen worden ontvangen. Dit vanwege de relatie van de maatregelen op de polderwegen met de op de A13 in te richten spitsheffingspunten. Hetzelfde geldt voor de Stadsregio Rotterdam. Omdat deze gelden echter pas beschikbaar komen als naar gewenst de voorzieningen op de polderwegen al gerealiseerd zijn, dient voor voorfinanciering zorg te worden gedragen. Ik zal u hierover nader berichten.

 

Thans is aan de orde dat uw college in principe instemt met de uitwerking van het doseersysteem etc. op genoemde wegen en, nadat het overleg met G.S. heeft plaatsgevonden over de situatie bij Maasland, de plannen formeel voor inspraak ter inzage legt gedurende tenminste vier weken. In deze periode zal door AGV een inspraakavond worden geregeld. De Cie Duurzaamheid kan het principe-besluit met het rapport vooreerst ter kennis worden toegezonden. Met de ontvangen reacties kan dan een formeel voorstel worden voorbereid dat na behandeling in Cie Duurzaamheid aan de raad kan worden voorgelegd.

 


Hoogachtend,

 

 

 

 

D.H. ten Grotenhuis

Adviseur