Op verzoek van het college is gekeken naar
mogelijkheden van een andere / beperkte uitvoering van de “tijdelijke regeling” omdat het college twijfels heeft over de
effectiviteit van de maatregel en daarmee ook de maatschappelijke kosten te
hoog vindt. Het college heeft ons verzocht contact op te nemen met andere gemeenten
en de GGD-Delfland.
Ook is het college van mening dat er sprake is van
prijsopdrijving omdat het Rijk alle eigenaren van een collectieve
leidingwaterinstallatie in Nederland verplicht binnen één jaar een
risicoanalyse uitgevoerd te hebben. De veronderstelde normbedragen van het Rijk
vallen daardoor in de praktijk hoger uit, terwijl het Rijk niet voornemens is
een financiële vergoeding te verstrekken. Het college wil hierover een brief
aan het ministerie van VROM schrijven.
Wijziging uitvoering risicoanalyse
In de oorspronkelijke kostenraming is uitgegaan
van het principe dat bijna elk object uitgebreid onderzocht moet worden omdat
in elke object wel brandhaspels aanwezig zijn, naast andere risicobronnen als
douches en dergelijke. In de brandslagen kunnen zich ook legionellabacteriën
vormen die bij oneigenlijk gebruik van de brandslangen - indirect - voor
besmetting kunnen zorgen. Door nu al te besluiten deze brandhaspels te
verzegelen, om oneigenlijk gebruik te voorkomen, en een terugslagklep in te
bouwen, waardoor eventueel besmet water niet alsnog in het leidingwater terecht
komt, kunnen we voor een groter aantal gebouwen volstaan met een beperkte
analyse en dus lagere kosten.
Kosten uitgebreide analyse per object ƒ 7.250,--
Kosten beperkte analyse per object ƒ 470,--
Kosten bevestiging zegel en terugslagklep ƒ 360,--
per brandhaspel (aantal onbekend)
De kans is daarbij echter wel aanwezig dat tot een
uitgebreide analyse overgegaan moet worden als alsnog een, onverwachte,
risicobron wordt aangetroffen op een adres waar een beperkte analyse was
gepland.
Daar waar bekend is dat andere risicobronnen
aanwezig zijn wordt al uitgegaan van een uitgebreid onderzoek, zoals
voorgeschreven.
De totale gewijzigde kostenraming ziet er dan als
volgt uit:
Type maatregel |
prijs per stuk |
totaal in gulden |
Uitgebreide analyse (57 adressen) |
7.250,-- |
ƒ 413.250,-- |
Beperkte analyse (100 adressen) |
470,-- |
ƒ 47.000,-- |
Totaal |
|
ƒ 460.250,-- |
(Waarvan
30 uitgebreide analyses en 13 beperkte analyses voor de schoolgebouwen)
Door deze gewijzigde plan van aanpak zakken de
totale kosten van oorspronkelijk ƒ 650.000 naar ƒ 460.000. De bijgestelde
zomernotaclaim ziet er dan als volgt uit:
Thema Leefbaarheid: Onderwijs (43 adressen)
In
Euro |
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
Personeel |
|
|
|
|
|
Materieel |
101.500 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
Subtotaal |
101.500 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
Dekking |
|
|
|
|
|
Claim |
101.500 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
Thema Duurzaamheid: Grond (114 adressen)
In
Euro |
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
Personeel |
|
|
|
|
|
Materieel |
107.500 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
Subtotaal |
107.500 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
Dekking |
|
|
|
|
|
Claim |
107.500 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
Naast bovengenoemde kosten is het denkbaar
dat de inventarisatie leidt tot de noodzaak van het verrichten van spoedeisende
aanpassingen, inclusief het verzegelen van de brandhaspels en het plaatsen van
terugslagkleppen.. Voorgesteld wordt om deze aanpassingen uit de lopende
exploitaties te financieren, al of niet aangevuld met middelen uit de al eerder
genoemde “reserve verhuurde eigendommen”. Mocht uit de risicoanalyse blijken
dat er meer spoedeisende maatregelen nodig zijn dan redelijkerwijs via de
lopende exploitaties en uit de “reserve verhuurde eigendommen” gedekt kan
worden, zal een aanvullende claim als tegenvaller op het bestaand beleid worden
ingediend.
Reactie andere gemeenten
De vier grote gemeenten hebben een brief gestuurd
naar de minister. De directeuren van de gezondheidsdiensten in de vier grote
steden hebben een brief geschreven naar de ministeries van VROM en VWS. Een
kopie van deze brieven treft u bijgaand (bijlage 1) aan.
In grote lijnen wordt duidelijk dat de vier grote
steden twijfels hebben aangaande de effektiviteit van de regeling , de kosten
te hoog vinden en het Rijk ten onrechte géén financiële vergoeding verstrekt.
Hetgeen op basis van het onlangs gesloten Bestuursakkoord Nieuwe Stijl ook
tegen de afspraak is. De vier grote gemeenten gaan de regeling echter wel
uitvoeren, ook al zijn ze zeer waarschijnlijk niet op tijd klaar.
Uit een belronde met een paar andere gemeenten in
de regio en de VNG blijkt dat elke gemeente “naar eer en geweten” probeert de
regeling uit te voeren. Ook daar wordt door ambtenaren geconstateerd dat de
uitvoeringstermijn krap is, en wellicht dus niet gehaald zal worden, en de
kosten hoger zijn dan door het ministerie van VROM werd verondersteld. Het is
echter nog niet duidelijk of en hoe ook andere gemeenten gaan reageren naar het
Rijk.
Reactie GGD-Delfland inzake de risico’s
De artsen infectieziektebestrijding van GGD-Delfland,
geven in een telefonische reactie aan géén onderverdeling te kunnen en willen
maken voor een eventuele gedeeltelijke uitvoering c.q. prioriteitenstelling in
de uitvoering van de “tijdelijke regeling”. Zij wijzen erop dat de wet die
ruimte niet biedt, hetgeen ook feitelijk juist is. De “tijdelijke regeling”
gaat er vanuit dat voor 15 oktober a.s. alle panden overeenkomstig de regeling
geanalyseerd zijn.
Brief naar de minister
GGD-Delfland verwijst naar een schriftelijk
standpunt van GGD-Nederland aangaande de “tijdelijke regeling”. Dit standpunt
wordt meegenomen in uw brief naar de minister, gecombineerd met de al bekende
reacties van de vier grote steden en wellicht met informatie van de VNG over de
laatste stand van zaken rondom de contacten met het ministerie en de ontvangen
reacties van andere gemeenten. In de ontwerp-brief wordt daarnaast in ieder
geval ingegaan op:
·
de effectiviteit van
de “tijdelijke regeling”
·
de maatschappelijke
kosten van de uitvoering van de “tijdelijke regeling”
·
het effect van
prijsopdrijving (korte uitvoeringstijd versus beperkte uitvoerders)
·
het standpunt van de
minister waarom zijns inziens géén vergoeding voor de uitvoering door het Rijk
verstrekt hoeft te worden.
Conclusie
De regelgeving is ondubbelzinnig: voor 15 oktober
2001 moeten alle gebouwen overeenkomstig de regeling geanalyseerd zijn. Een
beperkte uitvoering van de regeling is in strijd met de wet en levert
aansprakelijkheidsisico’s op. Uw college wordt in verband hiermee geadviseerd
om de regeling conform de wet uit te voeren.
Voorstel
Samenvattend wordt u voorgesteld om voor alle
gemeentelijke eigendommen (onderwijs en niet onderwijsgebouwen):
1. akkoord te gaan met de uitvoering van de
“tijdelijke regeling legionella in leidingwater”;
2. de autonome tegenvallers, genoemd in deze aanvullende notitie, in de
zomernota op te nemen en daarmee de financiële dekking te regelen;
3. de geschatte kosten ad ƒ 250.000,-- (of 113.500
Euro) voor het vervaardigen en actualiseren van de (bouw)tekeningen te dekken
uit de reserve “verhuurde eigendommen” en deze kosten, evenals de
beheervergoeding van 5%, in de huurprijs door te berekenen;
4. akkoord te gaan met bijgaande ontwerp-brief aan
de huurders (bijlage 2).
5. noodzakelijke spoedeisende aanpassingen zullen
uit de lopende exploitaties worden gefinancierd, al dan niet aangevuld uit de
reserve verhuurde eigendommen.
Aantekening
bij beslispunt 3:
Voor de risicoanalyse is het
nodig dat er gewerkt kan worden met schematische weergaven of tekeningen van de
aanwezige tapinstallaties.
Deze
tekeningen zijn nauwelijks of niet actueel voorhanden. Ze dienen derhalve
gemaakt te worden, hetgeen extra kosten met zich brengt. Dit is niet een
specifiek Delfts probleem. Ook de VNG meldt dit als algemeen probleem in haar
circulaire over de legionellaproblematiek.