Natuur- en milieucommunicatie in Delft:

Op weg naar een Duurzaam Delft

 

 

Kenmerk: 01/020453
Inhoudsopgave

 

Samenvatting________________________________________________________________________ 3

Beslispunten_________________________________________________________________________ 5

1.     Inleiding________________________________________________________________________ 6

1.1        Aanleiding___________________________________________________________________ 6

1.2        Natuur- en milieucommunicatie voor een duurzaam Delft______________________________ 6

1.3        Interactief proces______________________________________________________________ 8

1.4        NMC en Lokale Agenda 21______________________________________________________ 8

2.     Visie op natuur- en milieucommunicatie in Delft_____________________________________ 9

2.1        Inleiding_____________________________________________________________________ 9

2.2        Doelstelling__________________________________________________________________ 9

2.3        Drie toepassingsmogelijkheden van NMC__________________________________________ 9

2.4        Ontwikkelingsperspectieven____________________________________________________ 10

2.5        Uitgangspunten______________________________________________________________ 10

2.6        Leeswijzer__________________________________________________________________ 10

3.     Ecologische basisvorming________________________________________________________ 12

3.1        Doel, doelgroep en werkwijze___________________________________________________ 12

3.2        Activiteiten__________________________________________________________________ 12

4.     NMC bij (lokaal) milieubeleid en -projecten________________________________________ 18

4.1        Doel, doelgroep en werkwijze___________________________________________________ 18

4.2        Projecten___________________________________________________________________ 18

5.     NMC bij (lokaal) duurzaamheidsbeleid_____________________________________________ 21

5.1        Doel, doelgroep en werkwijze___________________________________________________ 21

5.2        Projecten___________________________________________________________________ 21

6.     Het gebouw De Papaver_________________________________________________________ 24

6.1        De Papaver: functie en werkwijze________________________________________________ 24

6.2        Projecten___________________________________________________________________ 24

6.3        Facilitaire zaken_____________________________________________________________ 26

7.     Menskracht_____________________________________________________________________ 28

7.1        Huidige capaciteit____________________________________________________________ 28

7.2        Vrijwilligers, stagiaires en leden van natuur en milieuverenigingen______________________ 29

7.3        Arbo en bedrijfshulpverlening___________________________________________________ 30

8.     Financiën______________________________________________________________________ 31

8.1        Overzicht huidig budget_______________________________________________________ 31

8.2        Benodigd extra budget________________________________________________________ 31

8.3        Subsidiemogelijkheden________________________________________________________ 32

9.     Maatregelen____________________________________________________________________ 33

Bijlage I       Achtergronden en ontwikkelingen natuur- en milieucommunicatie_____________ 36

Bijlage II      Plus- en minpunten van het huidige NME-centrum De Papaver________________ 40

Bijlage III     Eerste inventarisatie mogelijkheden gebouw De Papaver_____________________ 42


Samenvatting

 

In de afgelopen periode vormde de nota ‘Van duurzaam denken naar duurzaam doen’ uit 1992 het kader voor de opzet en uitvoering van milieucommunicatie in Delft. Verschillende recente ontwikkelingen, zowel op landelijk als op gemeentelijk niveau, geven aanleiding voor een nieuw plan van aanpak voor de opzet van wat voorheen werd aangeduid met de termen milieucommunicatie en natuur- en milieueducatie.

 

Deze nota gaat over natuur- en milieucommunicatie: NMC. NMC wordt gedefinieerd als de inzet van sociale instrumenten (alle vormen van informatievoorziening en kennisoverdracht)  voor natuur- en milieudoelstellingen uit 3D. Naast een plan van aanpak voor de inzet van natuur- en mileucommunicatie, komt in deze nota ook de organisatie van NMC aan de orde, alsmede de functie en het gebruik van het gebouw De Papaver.

 

Doel van natuur- en milieucommunicatie is het vergroten van kennis en het veranderen van houding en gedrag van verschillende doelgroepen in een natuur- c.q. milieuvriendelijke richting. Voor de huidige Delftse situatie is dit vertaald in vier doelstellingen:

·       het aanbieden van (basis)kennis over natuur, milieu en duurzaamheid, zodat deze (basis)kennis een (belangrijkere) rol gaat spelen bij meningsvorming en besluitvorming (milieu als afwegingscriterium);

·       het aanbieden van (kennis over) gedragsalternatieven die bijdragen aan het bereiken van een duurzaam Delft;

·       het ondersteunen van NMC-initiatieven van derden die bijdragen aan het bereiken van een duurzaam Delft;

·       het introduceren en toepassen van de principes van duurzame stedelijke ontwikkeling uit het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 (3D) bij alle relevante beleidsterreinen.

 

NMC wordt, globaal gezien, toegepast binnen drie sterk met elkaar samenhangende werkvelden:

·       ecologische basisvorming;

·       (lokaal) milieubeleid;

·       (lokaal) duurzaamheidsbeleid.

 

Daarnaast zijn in overleg met externe partijen drie uit te werken ontwikkelingsperspectieven geformuleerd:

·       het kenniscentrum-perspectief;

·       het projectbureau-perspectief;

·       het bezoekerscentrum-perspectief.

Deze perspectieven zijn te beschouwen als organisatievormen die elk op een andere manier bijdragen aan het bereiken van de doelstelling(en) van één of meerdere werkvelden. In de nota worden de werkvelden als leidraad voor de opbouw gebruikt. De perspectieven komen bij de verschillende werkvelden aan de orde.

 

Ecologische basisvorming

Doel van ecologische basisvorming is het vergroten van kennis over en de waardering en zorg voor natuur en milieu. Ecologische basisvorming leidt doorgaans niet direct tot gedragsverandering, maar veeleer tot een grotere betrokkenheid en een breder draagvlak. Het vormt zo een basis waarop in communicatie over (de uitvoering) beleid kan worden teruggevallen. Speerpunten in de komende periode zijn: het bestaande aanbod voor het basisonderwijs actualiseren, een structureel aanbod voor het voortgezet onderwijs ontwikkelen, de publieksactiviteiten in en rond de Papaver meer richten op natuurrecreanten, en het aanbod voor regiogemeenten beter structureren.

 

NMC bij (lokaal) milieubeleid

Natuur- en milieucommunicatie (NMC) is een belangrijk instrument bij (de uitvoering van) lokaal milieubeleid. Om de uitvoering van NMC-projecten te stimuleren en te ondersteunen wordt een projectbureau natuur- en milieucommunicatie opgericht. Het projectbureau gaat zowel partijen van binnen als van buiten de gemeentelijke organisatie ondersteunen bij het voorbereiden en uitvoeren van NMC-projecten die passen binnen het lokale milieubeleid. Het gaat hierbij om projecten waarin NMC hoofdinstrument is. De geboden ondersteuning kan voor projecten van externe partijen bestaan uit een financiele bijdrage. Hiertoe wordt een Natuur- en Milieufonds opgericht.

 

NMC bij (lokaal) duurzaamheidsbeleid

Ook wanneer het gaat om duurzaamheidsbeleid (waarvan milieubeleid deel uitmaakt) speelt NMC een rol. NMC richt zich dan op het begeleiden van een interactief beleidsvormings­proces. Doel is de verschillende partijen in de stad te betrekken bij dit proces, zodat ze mede vormgeven aan het beleid. Speerpunt is de ondersteuning van initiatieven gericht op een duurzame samenleving te verbeteren. Daarnaast zullen de structurele vormen van overleg met natuur- en milieuorganisaties (in de Regionale Natuur- en Milieukring en het Duurzaamheidsplatform) worden voortgezet en uitgebreid. Ten slotte zal het projectbureau NMC de beleidsvormende vakteams binnen de gemeentelijke organisatie adviseren over het gebruik van de principes van duurzame stedelijke ontwikkeling uit het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 (3D).

 

Het gebouw De Papaver

Doel ten aanzien van het gebouw De Papaver is de activiteiten en de inrichting beter af te stemmen op de omgeving van het gebouw (de Delftse Hout) en de bezoekers van deze omgeving,  de zogenaamde natuurrecreanten (campinggasten, fietsers, wandelaars etc.). Daarnaast blijft het gebouw een groot deel van de huidige functies vervullen. Daarmee wordt het gebouw De Papaver uiteindelijk:

·       een bezoekerscentrum voor natuurliefhebbers, recreanten en scholen;

·       een werkplek voor medewerkers van de gemeente en vrijwilligers;

·       een clubhuis voor natuur- en milieuorganisaties;

·       een mediatheek voor ’het publiek’ in het algemeen en het onderwijs in het bijzonder;

·       een opslagplaats voor uitleenmaterialen.

 

Om de verschillende functies goed te vervullen is het nodig om: de bestaande achterstand in het onderhoud van het gebouw in te lopen, het binnenklimaatprobleem op te lossen, het gebouw aan te sluiten op het gemeentelijke (computer)netwerk, en de bedrijfshulpverlening en arbozorg op adequate wijze te organiseren.

 

 

 


Beslispunten

 

 

Personele capaciteit

 

Voorgesteld wordt:

·       voor 2002 € 18.000,- en vanaf 2003 € 29.000,- per jaar beschikbaar te stellen ten laste van de Zomernota 2002-2005, voor het uitbreiden (met 0,5 fte in 2002 en 0,8 fte vanaf 2003) van de personele capaciteit voor het bemensen van de receptie in De Papaver, aangevuld met 0,8 fte I.D. banen;

·       tot en met 2004 € 9.076,- per jaar beschikbaar te stellen ten laste van het project “brede school” (projectnummer 21655) en vanaf 2003 € 56.800,- per jaar beschikbaar te stellen ten laste van de Zomernota 2002-2005, voor het aanstellen van een educatief medewerker voortgezet onderwijs (1,0 fte), zodat gestart kan worden met het ontwikkelen van een structureel educatief aanbod voor het voortgezet onderwijs;

·       akkoord te gaan met het verschuiven van het accent in de functie van het gebouw De Papaver richting bezoekerscentrum;

·       voor 2002 € 2.000,- en vanaf 2003 € 6.800,- per jaar beschikbaar te stellen, ten laste van de Zomernota 2002-2005, voor het ondersteunen van vrijwilligers en stagiaires in De Papaver.

 

 

Uitvoering projecten

 

Voorgesteld wordt:

·       akkoord te gaan met het opzetten van een projectbureau natuur- en milieucommunicatie;

·       het bestaande budget voor de Duurzaam Delftprijs, € 10.667,- per jaar, over te hevelen naar een in te stellen Natuur- en Milieufonds, waaruit projecten van externe partijen worden ondersteund;

·       vanaf 2003 € 2.400,- per jaar beschikbaar te stellen, ten laste van de Zomernota 2002-2005, en toe te voegen aan het in te stellen Natuur- en Milieufonds;

·       in te stemmen met het vrijmaken van budget voor een periode van twee jaar voor de ‘Water Award’, begroot op € 4.500,- per jaar, ten laste van internationaal beleid en milieu (elk 50%, betstaand budget. Een separaat voorstel voor de uitwerking volgt;

·       in te stemmen met het opzetten en onderhouden van een internationaal ‘Waternetwerk’ en het opzetten van een website ‘Water in de Wereld’. Een separaat voorstel voor de uitwerking volgt.

 

 

Onderhoud en beheer gebouw De Papaver

 

Voorgesteld wordt:

·       eenmalig € 79.545,- beschikbaar te stellen, ten laste van het Milieutechnologiefonds, om in het gebouw De Papaver volwaardige (digitale) werkplekken te creëren (omvat: aanleggen van glasvezelkabel, aansluiting op het gemeentelijke netwerk en de aanschaf van drie computers), gekoppeld aan de ontwikkeling van een mediatheek;

·       akkoord te gaan met het inventariseren van de subsidiemogelijkheden voor het ontwikkelen van een mediatheek.

·       Akkoord te gaan met het ten laste brengen van de Zomernota 2002-2005 van een bedrag van € 100.000 verdeeld over twee jaar, t.w. € 20.000 in 2001 en € 80.000 in 2002 voor urgente renovatie en onderhoud.

 

 


1.       Inleiding

 

 

1.1     Aanleiding

 

De nota ´Van duurzaam denken naar duurzaam doen´ uit 1992 vormde een kader voor de opzet en uitvoering van milieucommunicatie in Delft. De direct betrokken afdelingen, zoals Milieu en Natuur- en Milieueducatie (NME), maar ook andere afdelingen zoals Infrastructuur, Stedenbouw en Reiniging, gaven in de daaropvolgende jaren vorm aan de milieucommuni­catie, ieder vanuit hun eigen invalshoek.

Verschillende recente ontwikkelingen geven aanleiding voor een nieuw plan voor de aanpak en opzet van milieucommunicatie en natuur- en milieueducatie in de gemeente Delft:

·       Het Nationaal Milieubeleidsplan 3 (NMP3) bevat een veranderde visie op de inzet van sociale instrumenten voor het realiseren van natuur- en milieudoelstellingen. In het NMP4, dat in voorbereiding is, staat het begrip duurzaamheid (het evenwicht tussen sociale, economische en ecologische aspecten) centraal.

·       Vanuit de behoefte aan een nieuw landelijk kader voor natuur- en milieueducatie is het landelijke programma ‘Leren voor duurzaamheid´ voortgekomen. Dit programma vraagt om een vertaling op lokaal niveau.

·       De gemeentelijke reorganisatie heeft geleid tot het samenvoegen van de voormalige afdeling Milieu en de sectie Natuur- en Milieueducatie.

·       In 1999 is het derde milieubeleidsplan van de gemeente Delft vastgesteld: het ‘Duurzaam­heids­­plan Delft 2000-2003 (3D)’. Hierin staan uitgangspunten en doelstellingen die consequenties hebben voor de inzet van sociale instrumenten. In enkele van de projecten uit het plan staat de inzet van sociale instrumenten centraal.

·       Ook de gemeentebrede strategie ‘Delft Kennisstad’ en het wijkgericht werken hebben consequenties voor de opzet en aanpak van natuur- en milieucommunicatie.

Bijlage 1 geeft een nadere toelichting op deze ontwikkelingen.

 

 

1.2     Natuur- en milieucommunicatie voor een duurzaam Delft

 

Het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 (3D) richt zich op een duurzame stedelijke ontwikkeling. Hierbij staat het evenwicht tussen sociale, economische en ecologische aspecten centraal. Duurzaamheid omvat dus verschillende thema’s, zoals economie, ruimtelijke ordening en natuur en milieu. In 3D worden zes gidsprincipes van een duurzame stedelijke ontwikkeling geïntroduceerd: intensiveren, dematerialiseren, regeneren, evolueren, diversificeren en vermaatschappelijken. Deze gidsprincipes geven richting aan nieuw beleid. Daarnaast kunnen er ontwikkelingen aan worden getoetst.

 

Om beleidsdoelstellingen te verwezenlijken staan de overheid verschillende instrumenten ter beschikking: juridische, financiële, sociale, etc. De inzet van sociale instrumenten (het sociaal instrumentarium) voor duurzaamheidsdoelstellingen wordt momenteel landelijk aangeduid met de term ‘leren voor duurzaamheid’ (zie figuur 1.1). Deze nota geeft een plan van aanpak voor de inzet van sociale instrumenten voor natuur- en milieudoelstel­lingen uit 3D. In het vervolg van deze nota gebruiken we hiervoor de term natuur- en milieucommu­ni­catie (NMC). We kiezen er daarmee voor termen als milieucommunicatie en natuur- en milieueducatie niet meer te gebruiken. Naast een plan van aanpak voor de inzet van natuur- en milieucommunicatie, komt in deze nota ook de organisatie van NMC aan de orde, alsmede de functie en het gebruik van het gebouw De Papaver.

 


 

 

Duurzame Stad Delft

 

                                                              

 

Gidsprincipes (3D)

intensiveren

dematerialiseren

regeneren

evolueren

diversificeren

vermaatschappelijken

 

 

 

 

Leren voor Duurzaamheid

  Inzet van sociaal instrumentarium voor

het bereiken van een duurzame samen-

leving.

 

 

 

Figuur 1.1         Leren voor Duurzaamheid

 

Natuur- en milieucommunicatie staat in deze nota dus voor de inzet van het sociaal instrumentarium voor de natuur- en milieudoelstellingen uit 3D. Onder het sociaal instrumentarium worden alle vormen van informatievoorziening en kennisoverdacht verstaan. Voorbeelden zijn voorlichting, educatie, PR, inspraak, overleg, onderhandelen, samenwerking, dialoog en participatie. Doel is het vergroten van kennis en het veranderen van houding en gedrag van verschillende doelgroepen in een natuur- c.q. milieuvriendelijke richting. Met name de mate van betrokkenheid en de omvang van het draagvlak zijn kritische succesfactoren bij het bereiken van doelen uit het duurzaamheidsbeleid. Uitgangspunt is daarom steeds zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de wensen en behoeften van de doelgroep.

 

 

1.3     Interactief proces

 

Het maken van beleid betekent keuzes maken en prioriteiten stellen. De gemeente kan en wil dit niet alleen. Deze nota is daarom via een interactief proces tot stand gekomen. Het traject is gestart met de inventarisatie onder de gebruikers van De Papaver naar de plus- en minpunten van de werkzaamheden in en om De Papaver en het gebouw zelf (zie bijlage 2). Tijdens twee workshops filosofeerden betrokkenen bij natuur- en milieucommunicatie in Delft over de toekomst van NMC en over de toekomst van het gebouw De Papaver. Er waren vertegenwoordigers aanwezig van natuur- en milieuverenigingen, van recreatiegerichte organisaties uit de Delftse Hout (Camping, Staatsbos­beheer) en van de gemeente. De resultaten van de workshops zijn vertaald in een eerste concept van deze nota. Dit eerste concept is voor commentaar toegestuurd aan de deelnemers van de workshops en andere betrokkenen. Ten slotte besprak het gemeentelijke Duurzaamheidsplatform de prioritering van activiteiten.

 

 

1.4     NMC en Lokale Agenda 21

 

Tijdens een internationale conferentie over Milieu en Ontwikkeling in Rio de Janeiro (1992) is een wereldwijd actieprogramma vastgesteld voor een duurzame ont­wikkeling. Een groot deel van dit actieprogramma heeft betrekking op lokaal niveau. Om dit deel gestalte te geven worden gemeenten aangemoedigd een eigen duur­zaam­heidsagenda op te stellen: de Lokale Agenda 21 (LA21). Het gaat hierbij enerzijds over de manier waarop lokaal duurzaamheids­beleid tot stand komt en anderzijds om de uitvoering van concrete projecten. Delft is actief als het gaat om (het uitvoeren van) duurzaamheidsbeleid. Zowel de wijze waarop deze nota is opgesteld, als de projecten die erin zijn opgenomen zijn voorbeelden van Delftse LA21-activiteiten.

 

 


2.       Visie op natuur- en milieucommunicatie in Delft

 

 

2.1     Inleiding

 

Voor verscheidene natuur- en milieuthema’s bestaan er afzonderlijke beleidsplannen. Zo zijn er beleidsplannen voor energie, gemeentelijke interne milieuzorg, geluid, water, etc. Bij nagenoeg alle projecten die uit deze plannen voortvloeien, speelt communicatie een rol. Vaak is dit een proces-ondersteunende rol. Soms ook is er voor communicatie een prominentere plaats weggelegd: het is dan het hoofd­instru­ment in de instrumentenmix.

Deze nota gaat over de inzet van NMC als hoofdinstru­ment. Dit betekent niet dat natuur- en milieucommunicatie op zichzelf staat. In 3D is er voor gekozen om het streven naar gedragsver­ande­ring steeds te koppelen aan concrete, meestal fysieke maatregelen. Hiermee wordt een groter effect van communicatieprojecten nagestreefd. Niet altijd echter kan NMC op korte termijn resultaat hebben. Wanneer NMC wordt ingezet voor doelen die pas op langere termijn te bereiken zijn, dan is herhaling en continuïteit nodig.

 

 

2.2     Doelstelling

 

Algemeen doel van natuur- en milieucommunicatie is het vergroten van kennis en het veranderen van houding en gedrag van verschillende doelgroepen in een natuur- c.q. milieuvriendelijke richting. Voor de huidige Delftse situatie is dit vertaald in vier doelstellingen:

·       het aanbieden van (basis)kennis over natuur, milieu en duurzaamheid, zodat deze (basis)kennis een (belangrijkere) rol gaat spelen bij meningsvorming en besluitvorming (milieu als afwegingscriterium);

·       het aanbieden van (kennis over) gedragsalternatieven die bijdragen aan het bereiken van een duurzaam Delft;

·       het ondersteunen van NMC-initiatieven van derden die bijdragen aan het bereiken van een duurzaam Delft;

·       het introduceren en toepassen van de principes van duurzame stedelijke ontwikkeling uit 3D (zie ook paragraaf 1.2) bij alle relevante beleidsterreinen.

 

 

2.3     Drie toepassingsmogelijkheden van NMC

 

NMC wordt, globaal gezien, toegepast binnen drie sterk met elkaar samenhangende werkvelden:

a)    ecologische basisvorming

b)    (lokaal) milieubeleid

c)    (lokaal) duurzaamheidsbeleid.

Tabel 2.1 geeft een toelichting.


 

 

Ecologische basisvorming

(lokaal) milieubeleid

(lokaal) duurzaamheids-beleid

legitimering

kennis en zorg voor natuurlijke omgeving: basis voor gedragsperspectieven die rekening houden met natuur en milieu

draagvlak voor lokaal milieubeleid is noodzakelijk voor totstandkoming en steun voor beleid

samenhang tussen economische, ecologische en maatschappelijke processen is noodzakelijk voor duurzame ontwikkeling

missie

bewustwording

realiseren concrete maatregelen

participatie van actoren bij beleid

doelgroep

m.n. onderwijs; ook jeugdorganisatie en burgers

doelgroepen van overheidsbeleid

actoren die beleid kunnen beïnvloeden

kwaliteiten medewerkers

pedagogisch/didaktisch

communicatie

procesbegeleiding

werkwijze

aanbodgericht

opdrachtgericht

vraaggericht

omschrijving

lessen

projecten

processen

 

Tabel 2.1 Overzicht van de verschillende mogelijkheden voor de inzet van natuur- en milieucommunicatie

              Uit: Beleidskader Leren voor Duurzaamheid & NME21 Leren voor een duurzame samenleving. VNG, juni 1999

 

 

2.4     Ontwikkelingsperspectieven

 

De workshops met externe partijen leverde drie ontwikkelingsperspectieven op:

·       het kenniscentrum-perspectief;

·       het projectbureau-perspectief;

·       het bezoekerscentrum-perspectief.

De perspectieven zijn te beschouwen als organisatievormen die elk op een andere manier bijdragen aan het bereiken van de doelstelling(en) van één of meerdere werkvelden (zie paragraaf 2.3). In de volgende hoofdstukken worden de perspectieven verder uitgewerkt.

 

Bij het perspectief van het kenniscentrum staat ecologische basisvorming centraal. Het projectbureau-perspectief is sterk gerelateerd aan (lokaal) milieu- en duurzaamheidsbeleid. Het projectbureau biedt partijen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie ondersteuning bij het opzetten en uitvoeren van NMC-projecten. Het perspectief van het bezoekerscentrum is gekoppeld aan de locatie De Papaver. Het richt zich met name op ecologische basisvorming bij bezoekers (bijv. recreanten) van de Delftse Hout. Een vraaggerichte werkwijze staat hierbij voorop. Het bezoekerscentrum kan echter ook de plaats zijn waar activiteiten vanuit het kenniscentrum of het projectbureau plaatsvinden.

 

 

2.5     Uitgangspunten

 

Uit het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 en de doelstellingen uit paragraaf 2.2 volgen enkele uitgangspunten voor de verdere uitwerking en uitvoering van NMC-beleid:

·       communicatie is een taak van iedereen, en is een belangrijk instrument op alle beleidsterreinen en bij alle projecten;

·       natuur- en milieucommunicatiebeleid vormt een samenhangend geheel met ander gemeentelijk beleid en heeft betrekking op de hele gemeentelijke organisatie;

·       bij de uitvoering van natuur- en milieucommunicatie wordt zoveel als mogelijk aangesloten bij andere activiteiten en projecten, ook op andere beleidsterreinen;

·       natuur- en milieucommunicatie richt zich in even grote mate op milieu als op natuur;

·       de wensen en behoeften van de doelgroep staan centraal bij het formuleren en uitvoeren van projecten (vraag- en klantgericht werken);

·       elk jaar is een ander thema speerpunt van de NMC-activiteiten:

-      2001            ecologie en water in een Duurzaam Delft

-      2002            duurzame energiebronnen

-      2003            duurzaamheid en informatietechnologie

-      2004            duurzame economie in Delft

·       de gemeente richt een (digitaal) informatiepunt in, met name voor het basis- en het voortgezet onderwijs.

 

 

2.6     Leeswijzer

 

Het vervolg van de nota is ingedeeld aan de hand van de werkvelden (zie tabel 2.2). Ecologische basisvorming komt aan de orde in hoofdstuk 3, NMC bij (lokaal) milieubeleid in hoofdstuk 4 en NMC bij (lokaal) duurzaamheidsbeleid in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 gaat over de functie van het gebouw De Papaver en heeft daarom een relatie met alle werkvelden. De hoofdstukken 7 en 8 gaan in op de benodigde menskracht en middelen. Hoofdstuk 9 ten slotte geeft inzicht in de planning.

 

Wat? Voor wie?

Waar?

Wie?

Waarmee?

Wanneer?

 

Delft

Op de Papaver

 

 

 

Ecologische basisvorming

·       activiteiten t.b.v. onderwijs

·       publieksactiviteiten

·       kenniscentrum

 

     H3

 

 

  

 

 

 

NMC bij (lokaal) milieubeleid

·       projecten uit 3D

·       projectbureau

 

     H4

 

      H6

menskracht

   

      H7

(financiele)

 middelen

      H8

planning

 

     H9

NMC bij (lokaal) duurzaamheidsbeleid

·       advisering over duurzaamheids­principes

·       aansluiten bij andere activiteiten

 

 

     H5

 

 

 

 

 

Tabel 2.2 Indeling van de hoofdstukken 3 tot en met 9

 

                 
3.       Ecologische basisvorming

 

 

3.1     Doel, doelgroep en werkwijze

 

Doel

Doel van ecologische basisvorming is het vergroten van kennis over en de waardering en zorg voor natuur en milieu. Ecologische basisvorming leidt doorgaans niet direct tot gedragsverandering, maar veeleer tot een grotere betrokkenheid en een breder draagvlak. Het vormt zo een basis waarop in communicatie over (de uitvoering van) beleid kan worden teruggevallen.

 

Doelgroepen

De gemeente richt zich met ecologische basisvorming ruwweg op drie doelgroepen: onderwijs, burgers en andere gemeenten in de regio.

 

            Onderwijs

De gemeente ontwikkelde de afgelopen jaren een breed aanbod aan educatieve materialen voor het basisonderwijs. Hiervan wordt veel gebruik gemaakt. Ook in de toekomst blijft het basisonderwijs een belangrijke doelgroep. Voor het voortgezet onderwijs is er momenteel geen structureel aanbod. Zowel bij gemeente als bij de voortgezet onderwijs­instellingen bestaat echter behoefte aan activiteiten gericht op deze doelgroep. Ook voor het voortgezet onderwijs wordt daarom een structureel aanbod ontwikkeld. Een derde doelgroep binnen het onderwijs ten slotte vormt de ‘brede school’, een combinatie van een basisschool met kinderopvang en naschoolse opvang. Het gaat hierbij kort gezegd om spelende kinderen van 0-16 jaar.

 

            Publiek

Ecologische basisvorming bereikt momenteel vooral burgers met belangstelling voor natuur en milieu, waaronder bezoekers van het gebouw De Papaver. Natuur- en milieuverenigingen organiseren in de stad verschillende activiteiten, zoals excursies, al of niet gericht op een specifieke doelgroep (bijv. jongeren). Hiermee worden met name mensen bereikt die reeds belangstelling hebben voor natuur en milieu. Een deel van de activiteiten speelt zich af in en rond het gebouw De Papaver. In De Papaver komen daarnaast veel bezoekers van de Delftse Hout (campinggasten, fietsers, wandelaars). In de toekomst spitsen de activiteiten zich meer toe op deze doelgroep van natuurrecreanten. Vanwege de grote samenhang met de functie van het gebouw De Papaver, vindt de uitwerking plaats in hoofdstuk 6, waarin de locatiegebonden activiteiten aan bod komen.

 

            Regio

Enkele gemeenten in de omgeving van Delft maken gebruik van de diensten van het natuur- en milieu-educatieve aanbod van de gemeente Delft. Deze doelgroep wordt in de toekomst met een beter gestructureerd aanbod bediend.

 

In de komende periode wordt verder geïnventariseerd in hoeverre ecologische basisvorming zich op andere (deel)doelgroepen zou moeten richten.

 

Werkwijze

Het aanbod voor het basisonderwijs bestaat uit verschillende leskisten, ontdekdozen en andere materialen. De activiteiten voor het basisonderwijs zijn daarmee sterk aanbodgestuurd. Voor het basisonderwijs voldoet deze werkwijze goed. Ook de activiteiten voor gemeenten uit de regio vinden plaats op basis van het beschikbare aanbod. Ook voor deze doelgroep voldoet deze werkwijze, maar in de komende periode wordt het beschikbare aanbod wel meer onder de aandacht gebracht. Bovendien wordt een verdere verbreding van natuur naar milieu voorgestaan.

Het voortgezet onderwijs vraagt om een meer vraaggerichtere benadering. Het gaat niet om kant en klare producten, maar om het aanbieden van ingrediënten voor lessen (activiteiten, projecten). Ook voor de activiteiten gericht op burgers geldt dat een vraaggerichte werkwijze een beter resultaat kan opleveren. Hoofdstuk 6 bevat een uitwerking van activiteiten voor natuurrecreanten. Het project ‘Voorlichting op maat’ (zie hoofdstuk 4) richt zich op een andere groep burgers, namelijk huishoudens en beperkt zich overigens tot het thema afval.

 

In het algemeen geldt dat er nog weinig gebruik wordt gemaakt van nieuwe (digitale) media. In de komende periode zullen de mogelijkheden van nieuwe media beter benut worden.

 

 

3.2     Activiteiten

Onderstaande activiteiten geven invulling aan de doelstellingen uit de paragrafen 2.2 en 3.1.

 

 

B1. OPZETTEN KENNISCENTRUM/MEDIATHEEK

Verwijzing                  Papaver als bezoekerscentrum (E2), Delftse natuur- en milieusite (B2),

                                 Scholen voor de toekomst (EZH-project), bibioservicepunten (EZH-

                                 project).

Doelgroep                   Delftse burgers, scholen, gemeente en regiogemeenten.

Omschrijving               Kennismanagement is een speerpunt van het provinciale ambitie-   statement, en wordt door de provincie zelf ter hand genomen.

                                 Delft zal  hierbij aansluiting zoeken en haar eigen activiteiten op dit vlak

                                 vooralsnog beperken tot het realiseren van een mediatheek. De

                                 mediatheek is deels een fysieke plek waar men de verschillende

                                 media kan inzien, en deels een virtuele plek, zodat ook op andere

                                 locaties (met de geschikte voorzieningen) de informatie kan worden           ingezien. Het gaat hierbij om het actualiseren en (digitaal) beter          toegankelijk maken van:

·       eigen educatieve producten als leskisten, boeken, video’s, tentoonstellingen, brochures en folders, dia’s, e.d.;

·       actuele informatie over natuur en milieu in Delft;

·       actueel adressenbestand om burgers en scholieren door te verwijzen.

Beoogd resultaat         De mediatheek heeft gestalte gekregen als er:

·       een digitaal, actueel en gebruikersvriendelijk uitleensysteem is, waarin de hierboven genoemde producten, informatie en doorverwijs­mogelijkheden zijn terug te vinden;

·       een fysieke plek is ingericht;

·       natuur en milieuinformatie digitaal beschikbaar is (B2).

Planning                     Start 2001.

Participatie                 Milieu, ICT, Onderwijs, scholen en kennisinstituten.

Budgetten                  Realisatie wordt bepaald door ICT-mogelijkheden en menskracht,

ICT-mogelijkheden: kosten aanbrengen computers t.b.v. mediatheek:

€ 11.345,- (door snelle afschrijving zijn dit structurele kosten die elke drie jaar terug komen). Hiervoor wordt naar subsidiemogelijkheden gezocht.

Menskracht: tot en met 2004 € 9.076,- per jaar ten laste van het project “Brede school” en vanaf 2003 € 56.800,- per jaar ten laste van de Zomernota 2002-2005, voor het aanstellen van een educatief medewerker voortgezet onderwijs (1,0 fte, waarvan 0,2 voor dit project).

 

 

B2. DELFTSE NATUUR- EN MILIEUSITE

Verwijzing                  Opzetten kenniscentrum/mediatheek (B1).

Doelgroep                   Delftse burgers, scholen, gemeente en bedrijven.

Omschrijving               Een onderdeel van de mediatheek bestaat uit het digitaal presenteren

                                 van Delftse natuur- en milieuinformatie. Er zijn al enkele digitale

                                 bronnen vanuit de gemeente beschikbaar, zoals de CD-rom van De

                                 Papaver, de informatiecomputer in de Retourette, het digitale handboek

                                 Milieu en de huidige Papaversite. Daarnaast beschikken ook andere

                                 organisaties in Delft over digitale kennis en informatie op het gebied van

                                 natuur en milieu.

Beoogd resultaat         De Delftse natuur- en milieusite is niet statisch en zal dus altijd beheerd

                                 moeten worden. De beheersfase is bereikt als:

·       de huidige digitale informatie is geactualiseerd, aangevuld en logische aan elkaar is gekoppeld;

·       er een structuur is gevonden, waarin de digitale informatie kan worden gepresenteerd (zowel op intranet als op internet, bijvoorbeeld via het Digitale Stadhuis of een Delftse natuur- en milieuportal);

·       er ruimte is voor actuele informatie (bijvoorbeeld de natuur- en milieuagenda);

·       andere organisaties met kennis over het Delftse natuur en milieu de mogelijkheid hebben en kennen om digitaal aan te sluiten.

Planning                     Start in januari 2001.

Participatie                 Milieu, Milieuzorg, ICT, natuur- en milieuorganisaties, kennisinstellingen.

Budget                       Bestaand budget.

 

 

B3. (HALF)JAARKALENDER DELFTSE NATUUR- EN MILIEUACTIVITEITEN

Verwijzing                  Delftse natuur- en milieusite (B2), Regionale natuur- en milieukring (D1).

Doelgroep                   Delftse burgers.

Omschrijving               Het samenstellen van een (half)jaarkalender die een overzicht geeft van

de activiteiten en cursussen die worden aangeboden door natuur- en milieuverenigingen en de gemeente, aangevuld met     meer of minder natuur- en milieugerichte markten en evenementen waaraan natuur- en milieuorganisaties en/of de gemeente een bijdrage leveren. Voor het samenstellen van de (half)jaarkalender organiseert de gemeente twee keer per jaar een bijeenkomst waarvoor de (huidige) deelnemers van de regionale Natuur- en Milieukring worden uitgenodigd. Voor de voorbereiding van de specifieke activiteiten kunnen dan -indien nodig- bijeenkomsten of werkgroepen worden georganiseerd op eigen initiatief van de deelnemers/organisatoren.

Beoogd resultaat         Beoogd resultaat bestaat uit:

·       Een halfjaarlijkse uitgave (kalender) die op relevante locaties en tijdens activiteiten verspreid kan worden;

·       Heldere financiële afspraken;

·       Maandelijkse publicatie in de Stadskrant en op de Delftse natuur- en milieusite, afzonderlijke persberichten per activiteit, publicatie in afvalkalender.

Planning                     Vanaf januari 2001 elk half jaar.

Participatie                 Milieu, Communicatie i.s.m. natuur- en milieuorganisaties.

Budgetten                  € 2.269,- + € 3.630,- voor publicatie in de Stadskrant (bestaand     budget).

 

 

B4. UITWERKEN ‘MAKELAARSFUNCTIE’ (VRAAGGERICHT WERKEN)

Verwijzing                  ‘Afvalvoorlichting op maat’ (3D-project), Opzetten projectbureau natuur-       en milieucommunicatie (C1)

Doelgroep                   Doelgroep op basis van onderzoek vaststellen.

Omschrijving               Onderzoek doen naar de mogelijkheden die er zijn om vraaggericht

                                 werken vorm te geven. Daarbij zijn drie invalshoeken relevant:

·       de doelgroep;

·       het in te zetten communicatieinstrument- of middel;

·       het (natuur, milieu of duurzaamheids) thema.

Door beter aan te sluiten bij bestaande (niet natuur- en milieu-) activiteiten waar toch al mensen op af komen (bijv. markten, evenementen), kan wellicht een breder of ander publiek bereikt worden. Bestaande materialen/middelen zijn hiervoor wellicht niet meer toereikend. Ook worden door een andere manier van kijken misschien nieuwe doelgroepen ‘ontdekt’.

Beoogd resultaat         Beoogd resultaat bestaat uit:

·       Een schematisch overzicht waarbij per thema de relevante doelgroepen worden onderscheiden en waarbij per doelgroep is aangegeven welk(e) communicatieinstrument(en) het beste kan (kunnen) worden ingezet;

·       Er is duidelijk welke mogelijkheid de meeste kansen biedt;

·       Er is een keuze gemaakt voor de instrumenten die zullen worden ontwikkeld.

Planning                     Start na afronding van het project ‘Afvalvoorlichting op maat’ (dat    hetzelfde resultaat nastreefd maar dan beperkt tot het thema afval).

                                 Eventuele kansrijke initiatieven die zich voor de start van dit project            aandienen kunnen via het projectbureau ondersteund worden.

Participatie                 Milieu, Reiniging, Communicatie, natuur- en milieuorganisaties, e.a.

Budgetten                  Bestaand budget.

 

 

B5. NMC EN DE BREDE SCHOOL

Verwijzing                  De brede school ontwikkeling in Delft (EZH-project).

Doelgroep                   Gebruikers van de brede school: kinderen van 0 tot 16 jaar.

Omschrijving               In het kader van de brede school (ook wel vensterschool genoemd) is         het de bedoeling dat scholen nadrukkelijker gaan samenwerken met   instanties die zich bezighouden met kinderopvang, buitenschoolse          opvang, wijk- en buurtwerk en          andere relevante organisaties. Streven      daarbij is om activiteiten op elkaar af te stemmen en bij voorkeur te                              bundelen op centrale locaties (de scholen). Ook activiteiten op gebied        van natuur- en milieu(educatie) zouden daarbij kunnen passen. In dit      project zal onderzocht worden op welke wijze NMC het beste      uitgewerkt kan worden.

Beoogd resultaat         Kinderen zijn spelenderwijs aan de slag met natuur en milieu op de

                                 brede school.

Planning                     Gelijk aan planning project De brede school ontwikkeling in Delft (EZH-      project). Is reeds gestart.

Participatie                 Projectgroep ‘brede school’, Milieu, gebruikers van de brede school.

Budgetten                  Een subsidieaanvraag bij de provincie in het kader van Leren voor Duur-

                                 ­zaam­heid is toegekend voor een (eenmalig) bedrag van ƒ 30.000,-

                                 (€ 13.613,-). Door de gemeente wordt het volgende budget beschikbaar gesteld: tot en met 2004 € 9.076,- per jaar ten laste van het project “Brede school” en vanaf 2003 € 56.800,- per jaar ten laste van de Zomer­nota 2002-2005, voor het aanstellen van een educatief medewerker voortgezet onderwijs (1,0 fte waarvan 0,15 voor dit project). 

B6. JAARPROGRAMMA BASISONDERWIJS

Verwijzing                  Actualiseren, vernieuwen en beheer onderwijsmaterialen (B7), Brede          school ontwikkeling in Delft (EZH-project), School van de toekomst   (EZH-project).

Doelgroep                   Basisonderwijs in Delft.

Omschrijving               Ieder schooljaar ontvangen de (basis)scholen een jaarprogramma.

Het programma geeft een overzicht van het aanbod en biedt de mogelijkheid hierop in te schrijven. Deze wijze van inschrijving wordt voorlopig gehandhaafd. Het project behelst:

·       het opstellen van het jaarprogramma;

·       het onderhouden van contacten met en de advisering aan de Delftse basisscholen;

·       het maken van een planning en het voorbereiden van lessen na inschrijving door de scholen;

·       het beheer van het magazijn.

Beoogd resultaat         Aantrekkelijk en gevarieerd jaarprogramma, waar door een efficiënte

                                 planning zoveel mogelijk scholen gebruik van (kunnen) maken.

Planning                     ·   jaarlijks in maart presentatie jaarprogramma voor het volgend                            schooljaar;

·       tot en met zomervakantie gelegenheid tot inschrijving door scholen;

·       planning vóór het begin van het nieuw schooljaar gereed.

Participatie                 Milieu, Onderwijs, basisscholen (ook uit regiogemeenten).

Budgetten                  € 9.076,- per jaar (bestaand budget).

 

 

B7. ACTUALISEREN, VERNIEUWEN EN BEHEER ONDERWIJSMATERIALEN

Verwijzing                  Jaarprogramma basisonderwijs (B6), Brede school ontwikkeling in

                                 Delft (EZH-project).

Doelgroep                   Basisonderwijs. Bekeken zal worden of de materialen ook geschikt zijn      voor het voortgezet onderwijs en voor de gebruikers brede            schoolconcept. Daarnaast worden materialen ook gebruikt door natuur-

                                 en milieuorganisaties en particulieren, zijn vormen dus ook een

                                 doelgroep.

Omschrijving               Uit de rapportage ‘Delfts Onderwijsbeleid in Beeld’, uitgevoerd door

                                 ITS (mei 2000) blijkt dat de aangeboden diensten door de scholen over

                                 het algemeen als belangrijk worden ervaren. Hierbij moet de

                                 kanttekening worden geplaatst dat bijna de helft van de basisscholen

aangeeft dat de kwaliteit van het aanbod de laatste jaren verslechterd is. Dat wordt ook door de medewerkers van het vakteam Milieu onderkent. Een groot deel van het materiaal gaat inmiddels alweer tien jaar mee en is toe aan een nieuw jasje. In de komende periode zal het accent dan ook komen te liggen op het actualiseren en vernieuwen van de activiteiten en materialen. Bij het actualiseren zal de aandacht uitgaan naar:

·       het verbeteren van de gebruikersvriendelijkheid van de materialen voor zowel leerlingen als leerkrachten;

·       het aansluiten bij moderne (natuur)lesmethoden;

·       het benadrukken van de relatie tussen ons gedrag en de effecten daarvan op de eigen leefomgeving;

·       integratie met het overig gemeentelijk (natuur- en milieu)beleid.

Bij het vernieuwen gaat de aandacht uit naar:

·       het maken van materialen voor nieuwe natuur- en milieuthema’s;

·       het ontwikkelen van nieuwe methoden en materialen.

Een continu aandachtspunt hierbij is het beheer van de materialen.

Beoogd resultaat         Actuele onderwijsmaterialen.

Planning                     In de komende twee jaar (2001-2002) ligt de nadruk op het actualiseren      van het onderwijsmateriaal (leskisten, ontdekdozen, excursies en    lessen) prioriteit. In de twee jaar die volgen verschuift de nadruk naar        het beheer en de ontwikkeling van nieuwe materialen.

Participatie                 Milieu, Onderwijs, Groen, externe ondersteuning.

Budget                       In het Onderwijsbeleidsplan is voor de periode t/m 2004 € 13.613,-             per jaar gereserveerd.

 

 

B8. MILIEUZORG EN -EDUCATIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS, pilot afval

Verwijzing                  Dit is een 3D-project, Delftse natuur- en milieusite (B2).

Doelgroep                   Voortgezet onderwijs in Delft.

Omschrijving               Uit de rapportage ‘Delfts onderwijs in beeld’ is ook gebleken dat men binnen het voortgezet onderwijs minder bekend is met de dienstverlening van de gemeente op het gebied van natuur- en milieu(educatie). Het aanbod voor deze doelgroep is (nog) vrij beperkt.

Ondertussen is dit 3D-project reeds gestart. In de eerste fase is een inventarisatie gemaakt van de beschikbare materialen voor het voortgezet onderwijs op het gebied van NMC. Er is gekeken naar zowel landelijke als specifiek Delftse mogelijkheden en materialen. In gesprekken met vertegenwoordigers van de drie middelbare scholen in Delft is de behoefte van de scholen gepeild. In de komende periode zal op basis daarvan een pilotproject (een afvalfietstocht en bijbehorend lesmateriaal) voor het voortgezet onderwijs in Delft worden opgezet en uitgevoerd. Na uitvoering zal het pilotproject worden geëvalueerd. De verbeterpunten worden meegenomen in de opschaling van het project.

Beoogd resultaat         Beoogd resultaat bestaat uit:

·       Deelname van minimaal één VO-school aan het pilotproject, een uitgewerkte afvalfietstocht langs Delftse bedrijven.

·       Uitgevoerde evaluatie.

·       Opschaling pilotproject tot een project waaraan alle VO-scholen in Delft meedoen.

Planning                     Voorjaar 2001: uitvoering pilotproject en evaluatie;

                                 Vanaf najaar 2001: opschaling pilotproject.

Participatie                 Milieu, Milieuzorg, Reiniging, Onderwijs, VO-scholen, Delftse bedrijven.

Budget                       € 45.378,- gereserveerd in het 3D-plan (ten laste van het Milieutechno­logie­fonds).

 

 

B9. STRUCTUREEL AANBOD ONTWIKKELEN VOOR HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Verwijzing                  Milieuzorg en -educatie in het voortgezet onderwijs (3D-project), Delftse natuur- en milieusite (B2), Opzetten kenniscentrum/mediatheek (B1).

Doelgroep                   Voortgezet onderwijs in Delft.

Omschrijving               Om het huidige aanbod meer bekendheid te geven bij het voortgezet onderwijs, zal meer contact gezocht worden met de scholen door structureel deel te gaan nemen aan het bestaande onderwijsoverleg tussen de gemeente en de scholen. Uiteraard is het via zo’n overleg ook mogelijk te vernemen welke vraag er leeft bij het voortgezet onderwijs.

          Nader onderzoek is nodig om een beeld te krijgen van de mogelijkheden die er zijn om het voortgezet onderwijs structureel te kunnen ondersteunen. Op basis van dit onderzoek wordt bepaald welke menskracht en middelen nodig zijn.

Beoogd resultaat         Beoogd resultaat bestaat uit:

·       Betere bekendheid met het huidige NME-aanbod en de hierboven genoemde projecten bij VO-scholen;

·       Deelname van de onderwijsmedewerker NME aan het bestaande onderwijsoverleg tussen de gemeente en de scholen;

·       Overzicht van de mogelijkheden die er zijn om het voortgezet onderwijs op een meer structurele manier te ondersteunen op het gebied van natuur, milieu en duurzaamheid (Aan welke eisen moet een aanbod bestaande uit diverse projecten/leermiddelen voldoen om goed aan te sluiten bij, bijvoorbeeld, de leerdoelen van het studiehuis).

Planning                     ·   Vanaf 2001: deelname aan het onderwijsoverleg;

·       2003: nader onderzoek naar de mogelijkheden voor structurele ondersteuning van het voortgezet onderwijs.

Participatie                 Milieu, Onderwijs, VO-scholen

Budget                       Tot en met 2004 € 9.076,- per jaar ten laste van het project “Brede school” en vanaf 2003 € 56.800,- per jaar ten laste van de Zomernota 2002-2005, voor het aanstellen van een educatief medewerker voortgezet onderwijs (1,0 fte waarvan 0,5 voor dit project). 

 

 

B10. REGIONALE ACTIVITEITEN OP GEBIED VAN ECOLOGISCHE BASISVORMING

Verwijzing                  Jaarprogramma basisonderwijs (B6), Kwaliteitshandboek (A2).

Doelgroep                   Gemeenten uit de regio.

Omschrijving               Van de uitleenmaterialen, zoals leskisten, ontdekdozen en boeken kunnen Delftse organisaties en particulieren gratis gebruik maken. De materialen worden echter ook gebruikt door scholen en soms ook door inwoners van gemeenten in de regio. Op dit moment zijn er met verschillende gemeenten (Berkel en Rodenrijs, Pijnacker en Bergschenhoek) verschillende (financiële) afspraken gemaakt over het gebruik van de materialen op scholen. Voor overige gebruikers uit de regio geldt een vastgestelde huurprijs. Het vaststellen van duidelijke afspraken over de financiën en de afhandeling daarvan heeft prioriteit. Op langere termijn zullen de activiteiten gericht op de regio worden uitgebreid.

Beoogd resultaat         Beoogd resultaat bestaat uit:

·       heldere financiële afspraken en procedures m.b.t. activiteiten in de regio;

·       plan van aanpak voor het uitbreiden van de activiteiten gericht op de regio.

Planning                     ·   maart 2001: financiële afspraken helder;

·       2003: plan van aanpak voor de uitbreiding regionale activiteiten gereed.

Participatie                 Milieu, Onderwijs, Financiën, omliggende gemeenten.

Budget                       Uiteindelijk budgettair neutraal. Tot en met 2004 € 9.076,- per jaar ten laste van het project “Brede school” en vanaf 2003 € 56.800,- per jaar ten laste van de Zomernota 2002-2005, voor het aanstellen van een educatief medewerker voortgezet onderwijs (1,0 fte, waarvan 0,15 voor dit project).

 

 

 

 


4.       NMC bij (lokaal) milieubeleid en -projecten

 

 

4.1     Doel, doelgroep en werkwijze

 

Doel

Natuur- en milieucommunicatie is een belangrijk instrument bij (de uitvoering van) lokaal milieubeleid. Om de uitvoering van NMC-projecten te stimuleren en te ondersteunen wordt een projectbureau natuur- en milieucommunicatie opgericht (zie project C1). Het projectbureau gaat zowel partijen van binnen als van buiten de gemeentelijke organisatie ondersteunen bij het voorbereiden en uitvoeren van NMC-projecten die passen binnen het lokale milieubeleid. Het gaat hierbij, zoals eerder aangegeven, om projecten waarin NMC een hoofdinstrument is.

 

Doelgroep

Het projectbureau NMC richt zich op twee soorten doelgroepen:

·       Partijen die een NMC-project (kunnen) voorbereiden en (kunnen) uitvoeren dat past bij het lokale milieubeleid of een idee daarvoor hebben. Het kan gaan om natuur- en milieuorganisaties, instellingen, bedrijven, particulieren, maar ook om gemeentelijke vakteams;

·       De doelgroep(en) van de projecten die worden ondersteund.

Het projectbureau richt zich primair op de eerste doelgroep.

 

Werkwijze

De ondersteuning die het projectbureau biedt, kan bestaan uit:

·       advies en ondersteuning, zowel procesmatig als inhoudelijk;

·       het nagaan van de mogelijkheden om met het project(voorstel) aan te haken bij andere projecten of voorstellen daartoe;

·       het leggen van contacten binnen de gemeentelijke organisatie;

·       publicitaire ondersteuning;

·       een financiële bijdrage uit het Natuur- en Milieufonds (geldt niet voor gemeentelijke projecten; zie hieronder);

·       het inventariseren van andere subsidie- c.q. financieringsmogelijkheden.

 

Al enige jaren kent Delft de Duurzaam Delftprijs, bestaande uit een geldbedrag voor de uitvoering van een duurzaam projectvoorstel. De prijs leverde een aantal geslaagde projecten op. Per jaar kon echter slechts één project worden gekozen uit een groter aantal ingediende projectvoorstellen. De gemeente wil meer partijen in de gelegenheid stellen een goed project uit te voeren. De Duurzaam Delftprijs wordt daarom vervangen door een Natuur- en Milieufonds. Dit fonds heeft een tweemaal zo groot budget, en wordt beheerd door het projectbureau. Verschil met de opzet van de prijs is dat nu per project wordt bekeken welke vorm van ondersteuning wordt aangeboden. De ondersteuning kan bestaan uit een geldbedrag, maar ook uit adviesuren etc. (zie boven). Gemeentelijke projecten komen niet in aanmerking voor financiële steun uit het Natuur- en Milieufonds. Het projectbureau hanteert bij de beoordeling van projectvoorstellen een aantal criteria (zie project C1).

 

 

4.2     Projecten

 

C1. OPZETTEN PROJECTBUREAU NATUUR- EN MILIEUCOMMUNICATIE

Verwijzing                  Tabel 4.1 geeft een overzicht van reeds geformuleerde projecten die

                                 onder het projectbureau kunnen vallen.

 

Gemeentelijke projecten

Projecten waarbij NMC centraal staat, die door de gemeente zelf zijn geïnitieerd en waarvoor per project financiering is/wordt geregeld:

·       Water in de wereld (incl. Wateraward)

·       Handboek Milieu (digitaal)

·       Opschaling retourneren en informeren

·       Milieuzorg bij evenementen

·       Afvalvoorlichting op maat

·       Duurzaamheid in wijkplannen

·       Natuur in de stad

·       Zonnepaneel op de Papaver

·       ......

 

Projecten externen

Projecten waarbij NMC centraal staat, die door externen worden uitgevoerd en waarbij de gemeente ondersteuning kan bieden.

·       Paddentrek (KNNV)

·       Delftse Groene Gids (VMD)

·       Gidsencursus (IVN)

·       ‘Ken je ons al?’ (samenwerkende natuur- & milieuorganisaties)

·       ......

 

Dit overzicht is niet statisch.

                                 Tabel 4.1             Reeds geformuleerde projecten die onder het projectbureau kunnen vallen.

 

Doelgroep                   Natuur- en milieuorganisaties en andere initiatiefnemers van duurzame       projecten.

Omschrijving               Jaarlijks zullen het publiek in het algemeen en potentiële indieners in het    bijzonder worden benaderd om voorstellen in te dienen voor een

                                 bepaalde termijn.

De door externe partijen ingediende voorstellen worden bekeken en beoordeeld door een commissie die daarvoor tijdelijk wordt ingesteld. Deze commissie bestaat uit de wethouder Duurzaamheid, een raadslid, een vertegenwoordiger van de Kamer van Koophandel, afhankelijk van de aard van de inzendingen een externe deskundige, en een medewerker van het projectbureau (vakteam Milieu). De commissie toetst de voorstellen aan de criteria (zie tabel 4.2), stelt prioriteiten en bepaalt of een project ondersteund wordt door het projectbureau en zo ja, welke vorm van ondersteuning wordt aangeboden. De uitkomsten worden samengevat in een kort verslag.

Uiteraard gelden de criteria ook voor gemeentelijke projecten. Gemeentelijke projectvoorstellen doorlopen echter de ‘normale’ besluitvormingscyclus en zullen dan wel of geen fiat krijgen om uitgevoerd te worden. Ook deze projecten kunnen ondersteuning (maar geen financiële) krijgen van of gecoördineerd worden vanuit het projectbureau. Indien er ondersteuningsmogelijkheden overblijven, is het ook in de loop van het jaar mogelijk voorstellen in te dienen.

Beoogd resultaat         Beoogd resultaat bestaat uit:

·       Betere ondersteuning aan externe partijen;

·       Uitvoering van diverse projecten door externe partijen die bijdragen aan een duurzaam Delft.

Planning                     Start in 2001.

Participatie                 Milieu, gemeentelijke vakteams, natuur- en milieuorganisaties,

                                 leden raadscommissie Duurzaamheid, e.d.

Budget                       € 13.067,- samengesteld uit het bestaande budget voor de Duurzaam Delftprijs (€ 10.667,-), aangevuld met € 2.400,- (vanaf 2003) nieuw budget ten laste van de Zomernota 2002-2005.

                                

 

 

             
Inhoudelijke criteria

Het project:

·       heeft milieurendement;

·       richt zich op milieubewuste kennis, houding of gedrag;

·       heeft een positieve uitstraling;

·       kenmerkt zich door een nadruk op de inzet van sociale instrumenten (NMC);

·       sluit aan bij (speerpunten van het) Delftse milieu- of duurzaamheidsbeleid en het jaarlijkse communicatiethema (zie paragraaf 2.5);

·       heeft mondiale aanknopingspunten;

·       levert baten die in verhouding staan tot de kosten;

·       sluit aan bij de behoeften van de doelgroep;

·       heeft een positief resultaat op langere termijn.

 

Procedurele criteria

Het project:

·       wordt uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van de indiener;

·       kent een werkwijze die aansluit bij of uitvoering geeft aan gemeentelijke strategieën als wijkgericht werken en Delft Kennisstad;

·       kent een (mogelijkheid voor een) projectmatige aanpak;

·       wordt geëvalueerd en gemonitord;

·       heeft aandacht voor samenwerking met betrokkenen of een interactief proces;

·       krijgt geen of onvoldoende steun uit andere financieringsbronnen.

Tabel 2.2 Criteria Projectbureau natuur- en milieucommunicatie

 

 

C2. PROJECTENNIEUWSBRIEF

Verwijzing                  Opzetten projectenbureau natuur- en milieucommunicatie (C1),      projecten uit 3D (Duurzaamheidsplan Delft), overige NMC-activiteiten. In          het hoofdstuk Communicatie van 3D is deze nieuwsbrief genoemd als in te zetten middel, PR van De Papaver (E4), (Half)jaarkalender (B3).

Doelgroep                   Raadsleden, vakteams gemeente, leden Duurzaamheidsplatform en

                                 regionale Natuur- en Milieukring, projectpartners, etc.

Omschrijving               De voortgang van de projecten wordt door de projectleiders van de diverse projecten gerapporteerd, o.a. in het kader van de duurzaam-       heidsmonitor. Doel van de projectennieuwsbrief is om betrokkenen en      geïnteresseerden op de hoogte te houden van relevante ontwikkelingen    en bereikte ‘hoogtepunten’.

Beoogd resultaat         Minimaal twee, maar bij voorkeur drie keer per jaar verschijnt een   periodiek in de huisstijl.

Planning                     Jaarlijks verschijnen er in de maanden februari, juni en oktober       nieuwsbrieven, te beginnen in voorjaar 2001.

Participatie                 Milieu, Communicatie, projectleiders van 3D-projecten en van projecten      projectbureau, e.a.

Budget                       € 2.269,- (bestaand budget).

 

 

 


5.       NMC bij (lokaal) duurzaamheidsbeleid

 

 

5.1     Doel, doelgroep en werkwijze

 

Doel

Het voorgaande hoofdstuk ging in op de inzet van natuur- en milieucommunicatie bij de uitvoering van (lokaal) milieubeleid. Ook wanneer het gaat om duurzaamheidsbeleid (waarvan milieubeleid deel uitmaakt) speelt NMC een rol. NMC richt zich dan op het begeleiden van een interactief beleidsvormingsproces. Doel is de verschillende partijen in de stad te betrekken bij dit proces, zodat ze mede vormgeven aan het beleid.

In Delft werken vele organisaties, instanties en bewoners aan het dichterbij brengen van een duurzame stad. Soms is natuur en milieu hierbij de invalshoek, maar zeker niet altijd. Initiatieven die gericht zijn op een duurzame samenleving verdienen ondersteuning. De gemeente biedt reeds ondersteuning, maar wil deze in de toekomst verbeteren.

 

Doelgroep

De inzet van NMC bij (lokaal) duurzaamheidsbeleid richt zich op twee doelgroepen:

·       partijen die het duurzaamheidsbeleid kunnen beïnvloeden;

·       beleidsvormende vakteams binnen de gemeentelijke organisatie

 

Werkwijze

De activiteiten van natuur- en milieuorganisaties leveren vaak een bijdrage aan het realiseren van een Duurzaam Delft. Deze organisaties kunnen daarom rekenen op ondersteuning. In de voorgaande hoofdstukken zijn al enkele mogelijke vormen van ondersteuning genoemd, zoals:

·       een (half)jaarkalender, inclusief publiciteit;

·       een mediatheek, waarin de informatie van natuur- en milieuorganisaties opgenomen kan worden, maar waarvan zij ook gebruik kunnen maken;

·       het projectbureau natuur- en milieucommunicatie (zie hoofdstuk 4), waarop de natuur- en milieuorganisaties een beroep kunnen doen;

·       (vergader)faciliteiten van de gemeente (in het bijzonder in het gebouw De Papaver) waarvan de natuur- en milieuorganisaties gebruik kunnen maken.

 

Naast ondersteuning vindt ook structureel overleg plaats met natuur- en milieuorganisaties:

De regionale Natuur- en Milieukring spreekt over concrete activiteiten, met als doel te komen tot samenwerking en afstemming. Het Duurzaamheidsplatform overlegt over (voorgenomen) beleid en de uitvoering daarvan. De gemeente hecht grote waarde aan deze dialoog over duurzaamheid(sbeleid) en zal het overleg in beide platforms daarom voortzetten en uitbreiden.

 

De gemeentelijke organisatie brengt veel beleidsplannen voort, op verschillende terreinen. Op elk van deze terreinen liggen kansen voor een duurzame stedelijke ontwikkeling. De te ontwikkelen duurzaamheidstoets stimuleert het toepassen van de principes van duurzame stedelijke ontwikkeling (zie hoofdstuk 1) bij het formuleren van nieuw beleid. Daarnaast biedt het projectbureau natuur- en milieucommunicatie (andere) gemeentelijke vakteams advies over duurzaamheid en het gebruik van de genoemde principes.

 

Duurzaamheid gaat niet alleen over een gezond milieu hier en nu, maar vooral ook om goede milieuomstandigheden elders en op de langere termijn. Een internationale bewustwording is belangrijk. Kennisuitwisseling is een eerste stap naar het bereiken van een mondiaal milieubewustzijn. Een vorm van internationale samenwerking op milieugebied zal eerst uitgewerkt worden voor het thema water.

 

5.2     Projecten

 

D1. REGIONALE NATUUR- EN MILIEUKRING

Verwijzing                  Duurzaamheidsplatform (D2), Opzetten projectbureau natuur- en    milieucommunicatie (C1), De Papaver als bezoekerscentrum (E2),       (Half)jaarkalender Delftse natuur- en milieuactiviteiten (B3).

Doelgroep                   n.v.t. (zie participatie).

Omschrijving               De regionale Natuur- en Milieukring bestaat al langer en is een       samenwerkingsverband tussen alle natuur- en milieuverenigingen met           als doel het afstemmen van activiteiten, het bespreken van praktische      zaken, en het bedenken/uitvoeren van gezamenlijke activiteiten. De       gemeente zal ook deelnemen aan de regionale Natuur- en Milieukring,                                  zodat aangegeven kan worden welke activiteiten er bij de gemeente           spelen. De gemeente faciliteert twee bijeenkomsten van de Natuur- en    Milieukring per jaar. Daarnaast kunnen leden van de kring extra   bijeenkomsten beleggen als daar aanleiding voor is. De initiatiefnemer    van een extra overleg is ook verantwoordelijk voor de organisatie ervan.                                  Rond een bepaalde activiteit kan ook een werkgroep worden          geformeerd. De gemeente kan aan een dergelijke werkgroep    deelnemen.

Beoogd resultaat         De regionale Natuur- en Milieukring komt minimaal twee keer per jaar         bijeen.

Planning                     De vaste bijeenkomsten vinden plaats in juni en november van elk jaar.       Is reeds gestart.

Participatie                 Natuur- en milieuorganisaties (leveren voorzitter) en gemeente (verzorgt      twee keer per jaar het secretariaat).

Budget                       Bestaand budget en bestaande menskracht.

 

 

D2. DUURZAAMHEIDSPLATFORM

Verwijzing                  Regionale Natuur- en Milieukring (D1), 3D-projecten, NMC-            beleidsproces.

Doelgroep                   n.v.t. (zie participatie).

Omschrijving               In het Duurzaamheidsplatform worden natuur- en milieubeleidszaken,         voorbereid door de gemeente, besproken met verschillende      betrokkenen. Ook plannen of suggesties van de andere leden van het       platform kunnen worden voorgelegd. Er wordt van de deelnemers een       actieve inbreng verwacht! Deelnemers aan het platform zijn          momenteel vooral natuur- en milieuorganisaties en, afhankelijk van de           agenda, ambtelijke betrokkenen. Er wordt naar gestreefd het                                  Duurzaamheidsplatform een bredere samenstelling te geven, zodat er        ook in de praktijk de nadruk zal komen te liggen op duurzaamheid in       brede zin (en dus niet alleen op natuur en milieu).

Beoogd resultaat         ·   Het Duurzaamheidsplatform komt vier keer per jaar bijeen;

·       Deelnemers aan de bijeenkomsten vertegenwoordigen een brede groep organisaties en instellingen.

Planning                     Reeds gestart.

Participatie                 Gemeente, natuur- en milieuorganisaties, woningcorporaties,         Kamer van Koophandel, de Vrouwenadviescommissie, Wijk- en

                                 buurtbeheer, recreatieschappen, Hoogheemraadschap e.d.

Budget                       Bestaand budget en bestaande menskracht.

 

 


D3. ADVISERING OVER DUURZAAMHEIDSPRINCIPES

Verwijzing                  3D-plan, Duurzaamheidstoets (3D-project)

Doelgroep                   Beleidsmedewerkers (in eerste instantie m.n. die van de gemeentelijke      vakteams).

Omschrijving               In het 3D-plan staan zes principes van duurzame stedelijke ontwikkeling    vermeld, die een richtlijn geven voor beleid: intensiveren, regenereren,     diversificeren, dematerialiseren, evolueren en vermaatschappelijken.

                                 In 3D worden deze principes vooral toegepast in projecten die        vanuit een ecologische invalshoek zijn geïnitieerd. Tijdens het   symposium “In principe Duurzaam” (september 2000) is in workshops      geoefend met het toepassen van de principes op andere beleids-­        terreinen, zoals onderwijs, economie of recreatie. Dit blijkt zeker mogelijk en ook met het gewenste resultaat. Bedoeling is een

                                 handreiking voor de beleidsmaker en een duurzaamheidstoets te

                                 ontwikkelen, zodat de principes van duurzame stedelijke ontwikkeling

                                 daadwerkelijk in de hele gemeentelijke organisatie kunnen worden

                                 toegepast.

                                 Het toepassen van de duurzaamheidsprincipes is een creatief        proces en daarom wordt voorgesteld om (in eerste aanleg         m.n.        gemeentelijke) beleidsmakers ondersteuning te bieden bij dat proces.      Gedurende het proces kunnen beleidsmakers een beroep doen op         enkele medewerkers van het vakteam Milieu voor bijvoorbeeld een            nadere toelichting over de principes, een brainstorm of een gericht          advies over een conceptnota.     Bij de uitwerking van de duurzaam-­                  heidstoets (3D-project), zal ook de communicatieve           ondersteuning in de       vorm van advisering worden meegenomen.

Beoogd resultaat         Meer aandacht voor duurzaamheid in gemeentelijk beleid.

Planning                     Het uitwerken van de principes is reeds gestart.

                                 Het adviseren over de principes: pm.

Participatie                 Milieu, gemeentelijke vakteams.

Budget                       Bestaand budget en bestaande menskracht.

 

D4. MONDIALISERING NMC: INTERNATIONAAL Waternetwerk

Verwijzing                     Opzetten projectbureau natuur- en milieucommunicatie (C1).

Doelgroep                     Inwoners van de verschillende zustersteden van Delft.

Omschrijving                 In 1999 is een seminar georganiseerd met de titel ‘Water in de wereld’.

Ter afsluiting van het seminar hebben de verschillende steden een intentieverklaring ondertekend. Met dit project wil de gemeente Delft hieraan invulling geven. Belangrijk doel is het uitwisselen van informa-tie op het gebied van waterkwaliteit, waterkwantiteit en de educatieve aspecten daarvan. Er zal hiervoor een interactieve website worden ge-bouwd, waarbij elke deelnemende zusterstad zijn eigen onderdeel kan beheren. De komende drie jaar wordt jaarlijks de wateraward uitge-reikt. Aan deze prijsvraag kunnen inwoners van en organisaties uit de betrokken steden deelnemen. Ook andere vormen van informatieuit-wisseling zullen worden uitgewerkt.

Beoogd resultaat           Een website, waaraan elke zusterstad een bijdrage levert.

Planning                       Start: voorjaar 2001.

Participatie                   Contactpersonen in de zustersteden Kingstons upon Thames (Eng),

Freiberg (Dui), Aarau     (Zwi), Opava (Tsj), Kfar Sava (Isr), Pretoria (Z-Afr), Tuzal (Bosn), Esteli (Nic), Delft, waterinstituten in Delft, scholen.

Budget                         Een structureel bedrag t.b.v. de WaterAward, begroot op € 4.500,- en een eenmalig, nader te bepalen bedrag voor het opzetten en onderhouden van een internationaal Waternetwerk.


6.       Het gebouw De Papaver

 

 

6.1     De Papaver: functie en werkwijze

 

Doel

Momenteel vinden in en om het gebouw De Papaver activiteiten plaats waar met name burgers met belangstelling voor natuur- en milieu op af komen. Tijdens de workshops met betrokken bij natuur- en milieucommunicatie in Delft was de functie van het gebouw De Papaver een belangrijk onderwerp van gesprek. Als doelstelling is geformuleerd de activiteiten en de inrichting beter af te stemmen op de omgeving van het gebouw (de Delftse Hout) en de bezoekers van deze omgeving (campinggasten, fietsers, wandelaars), de zogenaamde natuurrecreanten. Daarnaast blijft het gebouw een groot deel van de huidige functies vervullen.

 

Uiteindelijk is het gebouw De Papaver:

·       een bezoekerscentrum voor natuurliefhebbers, recreanten en scholen;

·       een werkplek voor medewerkers van de gemeente/vrijwilligers;

·       een clubhuis voor natuur- en milieuorganisaties;

·       een mediatheek voor ’het publiek’ in het algemeen en het onderwijs in het bijzonder;

·       een opslagplaats voor uitleenmaterialen.

 

Doelgroep

De activiteiten in en om het gebouw en de (her)inrichting van het gebouw, richten zich op twee doelgroepen:

·       de gebruikers van De Papaver (o.a. natuur- en milieuorganisaties);

·       de (potentiële) bezoekers van De Papaver (o.a. scholen en natuurrecreanten).

 

Werkwijze

Er is een inventarisatie gemaakt van de gewenste aanpassingen van het gebouw en de mogelijkheden daarvoor. Zie voor een overzicht bijlage 3. Het vergt een grote inspanning om deze aanpassingen op korte termijn door te voeren. Daarom wordt een geleidelijke verandering voorgesteld. Dit betekent dat:

·       het huidige aanbod in en om het gebouw De Papaver voorlopig wordt voortgezet;

·       de mogelijkheden voor aanpassing van het gebouw en de aangeboden activiteiten worden onderzocht en uitgewerkt.

 

 

6.2     Projecten

 

E1. VOORTZETTEN HUIDIGE PUBLIEKSACTIVITEITEN PAPAVER

Verwijzing                     De Papaver als bezoekerscentrum (E2), Opzetten kenniscentrum/ mediatheek (B1), Samenwerkingsverband Delftse Hout (E3).

Doelgroep                   Bezoekers van De Papaver en de omgeving daarvan, burgers met   belangstelling voor natuur en milieu.

Omschrijving               In en rond De Papaver worden de volgende publieksactiviteiten

                                 georganiseerd:

                                 Tentoonstellingen. De tentoonstellingswerkgroep (hierin werkt de    gemeente samen met een groep vrijwilligers) maken circa vier      tentoonstellingen per jaar. Door-de-week en op zondag is De Papaver      geopend zodat het publiek o.a. de tentoonstellingen kan bekijken. De          openstelling wordt op zondag verzorgd door vier natuur- en                                  milieuorganisaties, en door-de-week door medewerkers van de       gemeente.

                                 Vakantie-activiteiten. Vakantie-activiteiten worden georganiseerd door        de vakantie-activiteitenwerkgroep (hierin werkt de gemeente samen met         een groep vrijwilligers).

Jaarlijks houdt De Papaver een open dag. Het organiseren daarvan lukt alleen als vrijwilligers en betrokken organisaties participeren.

Resultaat                   ·   openstelling van de Papaver door-de-week en op zondag;

·       vier tentoonstellingen in 2001;

·       vakantie-activiteiten tijdens zomer-, herfst- en kerst-, voorjaars- en

                                 mei-vakantie.

Planning                     Betreft reguliere werkzaamheden. Extra aandacht is gewenst voor een

                                 goede regeling voor de zondagsopenstelling.

                                 Tentoonstellingen in 2001: afval (1e), natuurfoto’s (2e), bomen (3e) en           water (4e).

Participatie                 Vrijwilligers en leden van natuur- en milieuorganisaties, Milieu, e.a.

Budget                       € 22.689,- (bestaand budget) en bestaande menskracht.

 

 

E2. DE PAPAVER ALS BEZOEKERSCENTRUM

Verwijzing                  Voortzetten huidige publieksactiviteiten Papaver (E1),

                                 Samenwerkingsverband Delftse Hout (E3), Opzetten          kenniscentrum/mediatheek (B1), Onderhoud en aanpassing gebouw de Papaver (F1).

Doelgroep                   Natuurrecreanten in de Delftse Hout.

Omschrijving               Tijdens de workshops met externe partijen is al nagedacht over de             mogelijkheden die het gebouw De Papaver biedt en de functies die het zou kunnen vervullen (zie bijlage 3). Dit project omvat het maken van        een inventarisatie van alle wensen en mogelijkheden. Op basis daarvan          worden de functies van De Papaver als bezoekerscentrum, werkplek,     opslagruimte/magazijn, mediatheek en clubhuis op optimale wijze           gecombineerd. Vragen die hierbij aan de orde komen zijn o.a.: Wat zijn (harde) randvoorwaarden?, Welke mogelijkheden zijn er om creatief te                                  ontwerpen?

Resultaat                   ·   een ontwerpschets voor de inrichting incl. aanpassingen van het

                                      gebouw, waarin de verschillende functies tot hun recht komen;

·       kostenoverzicht;

·       Papaver-programma (overzicht van de activiteiten).

Planning                     Start: najaar 2001.

Participatie                 Milieu, BOZ, ontwerper, vertegenwoordiger van de gebruikers van De          Papaver, Samenwerkingverband Delftse Hout.

Budget                       Voor het benodigd budget volgt (zodra er voldoende inzicht is in de

                                 kosten) een apart voorstel.

 

 

E3. SAMENWERKINGSVERBAND DELFTSE HOUT

Verwijzing                  De Papaver als bezoekerscentrum (E2), Voortzetten huidige          publieksactiviteiten Papaver (E1), (Half)jaarkalender Delftse natuur- en       milieuactiviteiten (B3), Regionale Natuur- en Milieukring (D1).

Doelgroep                   Natuurrecreanten in de Delftse Hout.

Omschrijving               De Papaver ligt in een prachtige omgeving, waarin verschillende

          instellingen/organisaties op verschillende manieren mensen trekken.          Om de natuurrecreanten meer te bieden dan de som der delen,            worden de betrokken organisatie benaderd om in overleg met elkaar         een nieuwe impuls te geven aan de activiteiten in en om de Delftse     Hout. In dat overleg zal om te beginnen gezamenlijk worden nagedacht         vanuit de vraag/behoefte van de recreanten en andere bezoekers van        de Delftse Hout, met als doel het aanbod van natuur- (en milieu-)         gerichte activiteiten (vanuit de gemeente en de natuur- en                      milieuorganisaties) daar beter op af te stemmen. Er           kunnen ook nieuwe        of andere activiteiten geformuleerd worden. Aangegeven moet ook       worden wie deze activiteiten organiseert. Ook uit eventuele nieuwe                      activiteiten en ideeën kunnen consequenties voortvloeien voor de    inrichting van het gebouw De Papaver.

Resultaat                   Een samenwerkingsverband Delftse Hout waarin verschillende partijen        samenwerken aan een activiteitenprogramma gericht op recreanten.

Planning                     Najaar 2001.

Participatie                 Staatsbosbeheer, VVV, camping, boer Duindam (biologische boer),           Knus, Ikea, Kinderboerderij, Schaapskooi, vertegenwoordiger natuur- en         milieuorganisaties, gemeente.

Budget                       Bestaand budget en bestaande menskracht.

 

 

E4. PR VAN DE PAPAVER

Verwijzing                  De Papaver als bezoekerscentrum (E2), Samenwerkingsverband    Delftse Hout (E3).

Doelgroep                   natuurrecreanten en (andere) bezoekers van de Delftse Hout.

Omschrijving               Er zal een promotie c.q. PR-plan worden opgesteld dat aansluit bij de        voorstellen voor en de wijze waarop het bezoekerscentrum eruit gaat             zien. In een deel van de promotie zal gebruik gemaakt worden van                                  ontwikkelingen op het gebied van ICT (Delft op intra- en internet).

                                 Verder maakt het ontwikkelen van actueel foldermateriaal onderdeel uit      van de PR, evenals het vergroten van de herkenbaarheid vanuit de .         binnenstad en de Delftse Hout. Ten slotte zullen ook de georganiseerde                                  activiteiten een wervende uitstraling moeten hebben.

Resultaat                   ·   De Papaver is herkenbaar en nodigt uit voor een bezoek;

·       Folder of brochure;

·       Informatie op de Delftse natuur- en milieusite.

Planning                     Start als logisch vervolg op projecten E2 en E3.

Participatie                 Milieu, Communicatie, leden samenwerkingsverband Delftse Hout.

Budget                       Bestaand PR-budget.

 

 

6.3     Facilitaire zaken

 

In het verleden is een achterstand ontstaan in het onderhoud en het beheer van het gebouw De Papaver. Ook als het gaat om de ICT-voorzieningen in het gebouw is er sprake van een achterstand. Als gevolg van de reorganisatie van de gemeentelijke organisatie is de verantwoordelijkheid voor bovengenoemde zaken per 1 maart 2000 als volgt verdeeld:

 

Taakverdeling betreffende de exploitatie en het gebruik van De Papaver

·       vakteam Grond is behartiger van de eigenaarsbelangen (cluster Wijk- en Stadszaken)

·       vakteam BOZ is technisch beheerder (cluster Facilitair)

·       vakteam Milieu is gebruiker (cluster Wijk- en Stadszaken)

 

Taken m.b.t. het beheer van het gebouw

·       vakteam HSM  (cluster Facilitair) is verantwoordelijk voor de schoonmaak, het beheer van kantoorapparatuur, diensten als kopiëren, post, beveiliging e.d. E.e.a. wordt gefinancierd ten laste van het HSM-budget.

·       vakteam Milieu heeft als gebruiker een signalerende functie

 

Taken m.b.t. automatisering

·       vakteam ICT (cluster Facilitair) is verantwoordelijk voor de realisatie en het beheer van de werkplekken t.l.v. ICT-budget

·       vakteam Milieu is verantwoordelijk voor eventuele extra benodigde financiën (t.b.v. extra werkplakken of extra computer t.b.v. mediatheek)

 

 

F1. ONDERHOUD EN AANPASSING GEBOUW DE PAPAVER

Verwijzing                  Papaver als bezoekerscentrum (E2).

Doelgroep                   Medewerkers, gebruikers en bezoekers gebouw.

Omschrijving               Door het vakteam BOZ is een ‘nulstandopnamerapport’ opgesteld met

                                 als doel inzicht te krijgen in de staat van onderhoud van het gebouw met

                                 het huidige voorzieningenniveau. Het achterstallig onderhoud, ontstaan

                                 doordat er nauwelijks preventief onderhoud heeft plaatsgevonden,   betreft vooral werkzaamheden aan en rondom het dak, schilderwerk en            de serre. Naast achterstallig onderhoud, is ook de klimaatbeheersing

                                 een punt van aandacht in de rapportage. Door het treffen van          maatregelen bij het dakraam en de serre kan het warmteprobleem   grotendeels opgelost worden. Om soortgelijke problemen in de    toekomst te voorkomen, wordt een meerjarenplanning opgesteld voor     het onderhoud van De Papaver. Naast het reguliere onderhoud, zal           het gebouw wellicht ook aangepast worden als gevolg van verschuiving           in de functies van het gebouw. Een apart voorstel hiervoor volgt                                    (zie E2).

Resultaat                   Onderhoud aan en aanpassingen van het gebouw, minder klimaat- problemen in de zomer, een onderhoudsplan.

Planning                     ·   2001: Onderhoud aan het gebouw buitenschil en aanpak                                  klimaatprobleem;

·       2001: Plan voor preventief onderhoud en start uitvoering ervan;

·       2002: Onderhoud en aanpassingen gebouw binnen.     

Participatie:                BOZ, Grond, Milieu.

Budget:                      Onderhoud en beheer van het gebouw De Papaver hebben de volgende

                                 financiële consequenties:

                                

                                 1. Eenmalig:

·         wegwerken achterstallig onderhoud ƒ 230.000,- (=104.369 Euro)

·         maatregelen klimaatbeheersing  ƒ76.000,- (=34.487 Euro)

·         totaal eenmalige kosten ƒ306.000,- (=138.856 Euro)

2. Structureel:

·         structureel benodigd ƒ 47.000,- (21.327 Euro)

 

Ad.1

Voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud en het treffen van eenmalige maatregelen in het kader van de klimaatbeheersing is dus 138.856 Euro nodig. In de zomernota 2002-2005 is een bijdrage van 20.000 Euro in 2001 en een bijdrage van 80.000 Euro in 2002 beschikbaar gesteld. Met dit budget van in totaal 100.000 Euro kunnen dus niet alle genoemde zaken worden opgelost c.q. weggewerkt. Gestart zal worden met de meest urgente problemen. Een aanvullend voorstel voor de dekking van het resterende bedrag zal volgen.

Ad.2

De extra benodigde middelen t.b.v. de structurele lasten van het in eigendom hebben van het gebouw De Papaver worden niet gedekt uit bestaand budget, maar zullen worden meegenomen bij de analyse van de financiële consequenties van het gemeentelijk vastgoedbezit.

 

 

F2. AUTOMATISERING PAPAVER

Verwijzing                  Opzetten kenniscentrum/mediatheek (B1).

Doelgroep                   Medewerkers en bezoekers van De Papaver.

Omschrijving               Voor de verschillende functies van het gebouw, zijn ook verschillende

                                 voorzieningen op het gebied van automatisering nodig. Het gaat hier           om:

·       het creëren van volwaardige werkplekken voor de medewerkers;

·       het aanbrengen van voorzieningen voor het publiek (mediatheek);

·       beheer van de computers op De Papaver.

Resultaat                   Aansluiting van De papaver op het gemeentelijk ICT-netwerk.

Planning                     Reeds gestart.

Participatie                 ICT, Milieu.

Budget                       Minimaal benodigd budget bestaat uit:

·       zes werkplek pc’s: € 11.345,- ten laste van bestaand budget ICT;

·       aansluiting gemeentelijk netwerk: € 11.345,- ten laste van het Milieutechnologiefonds;

·       aanleggen Delftnet-glasvezelkabel: € 68.200,- ten laste van het Milieutechnologiefonds.

 

 

F3. ARBO EN BEDRIJFSHULPVERLENING

Verwijzing                  Onderhoud en aanpassing gebouw De Papaver (F1).

Doelgroep                   Medewerkers en publiek.

Omschrijving               Een doorlichting van De Papaver heeft een aantal gebreken

                                 aan het licht gebracht op het gebied van ARBO. Naast enkele fysieke        maatregelen, is het ook nodig aandacht te besteden aan          bedrijfshulpverlening. En dat heeft op deze locatie vrij ingrijpende gevolgen, omdat het een locatie is waar veel publiek komt, maar waar      weinig vaste medewerkers zijn. Hoe bedrijfshulpverlening efficiënt             opgezet kan worden vergt nader onderzoek en overleg met de huidige medewerkers. Daarnaast zal een en ander in gang gezet moeten                                  worden, bijvoorbeeld het treffen van maatregelen en het volgen van geschikte opleiding.

Resultaat                   Voldoen aan de arbo-eisen.

Planning                     Fysieke maatregelen treffen meenemen in de verbouwing c.q.        aanpassing van het gebouw.

Participatie                 Medewerkers, arbo-deskundige.

Budget                         Indicatie van de kosten en uren voor BHV: € 1.418,- en 120 uur eenmalig + € 794,- en 40 uur structureel. Overige arbomaatregelen: p.m.

 


7.       Menskracht

 

Uit deze nota vloeien vele werkzaamheden voort. Voor een deel gaat het om een voortzetting van oude activiteiten, voor een deel ook om het opstarten van nieuwe. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de beschikbare personele capaciteit en de extra capaciteit die nodig is voor de uitvoering van het NMC-beleid.

 

 

7.1     Huidige capaciteit

 

In de bestaande situatie is er binnen de gemeentelijke organisatie ongeveer 3,4 fte structureel beschikbaar voor natuur- en milieucommunicatie. Dit is als volgt verdeeld:

0,9 fte voor onderwijsactiviteiten (vakteam Milieu)

0,8 fte voor coördinatie- en publieksactiviteiten (vakteam Milieu)

0,5 fte voor receptiefunctie in De Papaver (vakteam Milieu)

± 1 fte voor milieucommunicatie en -projecten (vakteam Milieu)

0,2 fte voor heempark/kinderboerderij (vakteam Groen)

Daarnaast besteden de verschillende milieubeleidsmedewerkers in voorkomende gevallen tijd aan communicatie-activiteiten, aangezien communicatie een rol speelt in elk werkveld.

 

Naast de structurele capaciteit is er momenteel ook sprake van incidentele capaciteit binnen de gemeentelijke organisatie, bestaande uit:

0,8 fte voor receptie- en administratieve functie in De Papaver (stagiair vakteam Milieu)

0,3 fte voor administratieve werkzaamheden (vrijwilligers)

een oproepkracht voor receptiefunctie in de Papaver.

 

Ook de natuur- en milieuorganisaties leveren menskracht voor natuur- en milieucom­muni­catie-activiteiten. Omdat het gaat om vrijwilligerswerk is slechts een globale inschatting van de omvang mogelijk:

0,1 fte voor administratie

0,4 fte voor tentoonstellingen

0,4 fte voor de zondagsopening van de Papaver

0,2 fte voor vakantieactiviteiten

0,4 fte voor onderhoud van de kruidentuin

³ 5 fte voor natuur- en milieuactiviteiten (excursies, cursussen e.d.) die bijdragen aan een duurzaam Delft.

 

 

Benodigde professionele capaciteit

De beschikbare capaciteit wordt op een aantal taakvelden ingezet. Hieronder volgt een overzicht. Om alle in deze nota beschreven activiteiten uit te voeren, is soms extra professionele capaciteit nodig. Waar dit van toepassing is, is dit aangegeven. 

 

Coördinatie

Door de samenvoeging van de voormalige sectie NME en afdeling Milieu tot het vakteam Milieu, zijn alle leidinggevende taken ondergebracht bij het vakteamhoofd Milieu. De verantwoordelijkheid voor het beheer van het gebouw De Papaver is terecht gekomen bij het vakteam BOZ. Hierdoor komt er in de coördinatietaak meer ruimte voor de uitvoering van publieksactiviteiten. Dit maakte al deel uit van het werkpakket, maar kwam in het verleden vaak in het gedrang. Een zekere coördinatie op de locatie De Papaver blijft noodzakelijk. Het gaat hierbij om het coördineren van de dagelijkse werkzaamheden, het coördineren van de werkgroepen en de begeleiding van de vrijwilligers en stagiaires. 

 

Receptie, gastvrouw/heer, administratie

Momenteel is er structureel 0,5 fte (18 uur) beschikbaar voor de receptiefunctie in het gebouw De Papaver (alleen op werkdagen). Een continue bezetting van de receptie is gewenst, zeker met het oog op de toekomstige functie van bezoekerscentrum. Om een continue bezetting te waarborgen, is structureel 0,8 fte extra nodig.

 

Onderwijs

In de huidige situatie is er een capaciteit van 0,9 fte voor onderwijsactiviteiten. De activiteiten richten zich voornamelijk op het primair onderwijs, omdat de bestaande capaciteit geen ruimte laat voor activiteiten voor het voortgezet onderwijs. Incidenteel voeren stagiaires projecten uit voor het voortgezet onderwijs. Om structureel invulling te geven aan de activiteiten gericht op het voortgezet onderwijs is extra professionele capaciteit nodig van minimaal 1 fte.

 

Publieksactiviteiten

Bij publieksactiviteiten staat de samenwerking met natuur- en milieuorganisaties centraal. Dit kan plaatsvinden binnen de huidige capaciteit.

 

Projectbureau

De capaciteit die in de afgelopen jaren werd ingezet voor de Duurzaam Delftprijs zal worden ingezet voor het op te richten projectbureau natuur- en milieucommunicatie.

 

Advisering over duurzaamheid

Advisering over duurzaamheid wordt opgepakt als de Duurzaamheidstoets is ingevoerd en kan dan uitgevoerd worden binnen de bestaande capaciteit.

 

De Papaver als bezoekerscentrum

De betrokken partijen dienen de bezoekerscentrum-functie van De Papaver in de komende tijd verder vorm te geven. De drie werkgroepen (zie paragraaf 7.2.3) spelen hierbij een belangrijke rol. Naar verwachting duurt dit proces nog ongeveer een jaar. Een goede begeleiding hiervan is niet mogelijk binnen de huidige capaciteit. Voorgesteld wordt tijdelijk extern menskracht in te huren.

 

 

7.2     Vrijwilligers, stagiaires en leden van natuur en milieuverenigingen

De inzet van vrijwilligers, stagiaires en leden van natuur- en milieuorganisaties is van groot belang voor het functioneren van De Papaver.

 

Vrijwilligers

Vrijwilligers bieden zich via de vrijwilligerscentrale of direct aan om te werken op De Papaver. De meeste vrijwilligers zijn vele uren per week op De Papaver te vinden. Zij leveren hiermee een bijdrage aan natuur en milieu. Daarnaast willen sommige vrijwilligersmet het werk op De Papaver ervaring opdoen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

 

De bijdrage die vrijwilligers leveren wordt gewaardeerd en is essentieel voor het functioneren van De Papaver. De vrijwilligers dienen echter ook begeleid te worden door de professionele medewerkers. Er doen zich hier enkele problemen voor:

·       de professionele medewerkers hebben geen uren voor het begeleiden van vrijwilligers;

·       de professionele medewerkers hebben geen specifieke kennis over het begeleiden van vrijwilligers.

 

De oplossing bestaat uit het aanbieden van een werkpakket dat is afgestemd op de vaardigheden en kennis van de individuele vrijwilliger. Eventueel kan in overleg met de vrijwilliger een scholingsprogramma worden opgesteld. Doel is de vrijwilliger een aantrekkelijker werkpakket en een persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheid te bieden. Op jaarbasis is voor scholing en onderwijs een budget nodig van minimaal € 2.260,-.

 

Stagiaires

Regelmatig melden zich leerlingen aan van de Hogeschool Delft (Milieukunde) of de TU Delft voor een stageplaats. De locatie De Papaver is ook een geschikte stageplaats voor leerlingen van een PABO. Het werken met een stagiair vraagt om een duidelijke stageopdracht, die binnen een bepaalde tijd te realiseren is. Daarnaast moet de stagiair de mogelijkheid krijgen zich, los van de stageopdracht, in algemene zin te oriënteren op de organisatie en het werkveld. Ten slotte is een intensieve begeleiding nodig. Daarom dient een stageopdracht aan te sluiten bij het werkpakket van de professionele medewerker.

Voordat een stagiair wordt aangenomen, vindt een gesprek plaats om na te gaan of de interesse van de stagiair past bij mogelijke opdrachten. Een stagiair ontvangt een kleine stagevergoeding. Het plaatsen van twee stagiaires per jaar is vereist een structureel budget van € 4.540,-.

 

Leden van natuur- en milieuorganisaties

Leden van natuur- en milieuorganisaties leveren op twee manieren een belangrijke inhoudelijke bijdrage aan het realiseren van doelstellingen van het duurzaamheidsbeleid. Ten eerste in werkgroepen die werkzaamheden verrichten, die gerelateerd zijn aan het gebouw De Papaver. Ten tweede via de activiteiten die de organisaties zelf organiseren.

 

Werkgroepen

Er zijn drie werkgroepen, waarin zowel leden van natuur- en milieuorganisaties als ‘individuele’ vrijwilligers deelnemen:

·       werkgroep tentoonstellingen;

·       baliewerkgroep (zondagbezetting Papaver);

·       werkgroep vakantieactiviteiten.

Deze werkgroepen worden ondersteund door een medewerker van het vakteam Milieu. De geboden ondersteuning sloot in het verleden niet altijd aan bij de verwachting die de werkgroepen daarvan hadden. Er is daarom een inventarisatie gemaakt van de wensen die de werkgroepleden hebben ten aanzien van de samenwerking met de gemeente. De maatregelen uit deze nota komen, voorzover mogelijk, aan deze wensen tegemoet. Centraal hierbij staan het bieden van professionele ondersteuning en het formaliseren van afspraken. De drie werkgroepen worden nauw betrokken bij het uitwerken van de bezoekerscentrum-functie van De papaver .

 

Eigen activiteiten van natuur- en milieuorganisaties

De natuur- en milieuorganisaties organiseren veel activiteiten die aansluiten bij het duurzaamheidsbeleid van de gemeente. In de voorgaande hoofdstukken zijn maatregelen geschetst waarmee deze activiteiten worden ondersteund, zoals:

·       de regionale Natuur- en Milieukring en het Duurzaamheidsplatform;

·       het projectbureau natuur- en milieucommunicatie;

·       een (half)jaarkalender;

·       de natuur- en milieusite.

 

Procedurehandboek

Er zijn vele partijen betrokken bij De Papaver. Het is daarom niet vanzelfspreken dat iedereen op de hoogte is van gemaakte afpsraken. Alle afspraken en werkprocedures worden daarom opgenomen in een procedurehandboek dat voldoet aan de kwaliteitszorgeisen. Het opstellen van het procedurehandboek sluit aan bij de actualisatie van de WerkInformatieMap (WIM) van het vakteam Milieu en het vakteam Milieuzorg.

 

 

7.3     Arbo en bedrijfshulpverlening

De huidige arbeidsomstandigheden in het gebouw De Papaver voldoen niet aan de daarvoor geldende regels. Er moeten maatregelen worden genomen om de arbeidsomstandigheden op het vereiste niveau te brengen.

Een ander belangrijk aspect is bedrijfshulpverlening (BHV). De Papaver vervult een publieke functie. Daarom moet er altijd iemand in het gebouw aanwezig zijn die eerste hulp kan verlenen en weet hoe te handelen in geval van een ramp. Deze kennis is momenteel niet aanwezig bij de mensen die werken op De Papaver. Er is daarom een opleiding nodig en na de opleiding moet de kennis op peil worden gehouden. Gezien het geringe aantal mensen leidt dit tot een relatief grote belasting van de beschikbare capaciteit. Wellicht zou binnen het samenwerkingsverband Delftse Hout tot een gezamenlijke aanpak gekomen kunnen worden.

 

Geschatte uren voor opleiding en oefening van BHV-medewerkers: 120 uur bij aanvang en 40 uur structureel. Geschatte kosten voor maatregelen in kader van BHV: € 1.418,- bij aanvang en € 794,- structureel. Uren en kosten m.b.t. overige arbomaatregelen: p.m..

 

 

 


8.       Financiën

 

 

8.1     Overzicht huidig budget

 

Het behartigen van de eigenaarsbelangen is sinds de reorganisatie een verantwoordelijkheid van het cluster Wijk- en Stadszaken, vakteam Grond. Het technisch beheer, waaronder begrepen het eigenaarsonderhoud van het gebouw De Papaver is, sinds de gemeentelijke reorganisatie, een verantwoordelijkheid van het cluster Facilitair, vakteam BOZ.

 

Het bestaand budget voor natuur- en milieucommunicatie omvat:

                                              

jaarprogramma basisonderwijs                                           € 9.344,-

tentoonstellingen                                                            € 24.052,-

overige publieksactiviteiten                                               € 16.563,-

kalender en publicatie Stadskrant en overige publiciteit        € 7.587,-

projectbureau (voormalig DD-prijs budget)                          € 10.667,-      

informatiecentrum/mediatheek (folders, boeken, e.d.)         € 10.432,-

 

Totaal                                                                           € 78.645,-

 

Voor onderstaande activiteiten is geld gereserveerd uit een ander budgetten of wordt een subsidie-aanvraag gedaan.

 

Milieuzorg en NMC in het Voortgezet Onderwijs                € 45.378,-   (3D-plan)

Actualiseren, vernieuwen en beheren onderwijsmaterialen   € 13.613,-   (OBP, t/m 2004)

NMC en brede school                                                      € 13.613,- (eenmalige subsidie

                                                                                                      provincie Zuid-Holland)

                                                                                       € 9.076,-   (t/m 2004 t.l.v. project

                                                                                                      Brede School)

 

De budgetten van de voormalige sector Ruimte en Groen voor natuur- en milieueducatie zijn overgeheveld naar de begroting van het vakteam Milieu. Daarnaast stelde het vakteam Onderwijs budget beschikbaar voor onderwijsactiviteiten. Deze constructie blijft gehandhaafd.

 

8.2     Benodigd extra budget

 

Voor verschillende in deze nota voorgenomen activiteiten c.q. maatregelen zijn financiële middelen nodig. In de Zomernota 2002-2005 is voor de meeste van deze activiteiten en maatregelen budget gereserveerd. Een overzicht:

 

Personele capaciteit

structureel

incidenteel

toelichting

0,8 fte receptiefunctie (schaal 5), aangevuld met 0,8 I.D. baan

€ 29.000,- vanaf 2003 t.l.v. Zomernota 2002-2005

€ 18.000,- (2002) t.l.v. Zomernota 2002-2005

zie hoofdstuk 7

1 fte educatief medewerker (schaal 10), waarvan

     0,5 fte voortgezet onderwijs

     0,3 fte mediatheek

     0,2 fte regionale activiteiten

€ 9.076,- t/m 2004 t.l.v. project ‘Brede school’ en

€ 56.800,- vanaf 2003 t.l.v. Zomernota 2002-2005

 

zie hoofdstuk 3

Ondersteuning vrijwilligers en stagiaires

€ 6.800,- vanaf 2003 t.l.v. Zomernota 2002-2005

€ 2.000,- (2002) t.l.v. Zomernota 2002-2005

betreft € 2.260,- voor ondersteuning vrijwilligers en € 4.540,- voor het plaatsen van stagiaires. Zie verder hoofdstuk 7

Totaal

2002: € 9.076,-

2003-2004: € 101.676,-

vanaf 2005: € 92.600,-

2002: € 20.000,-

 

 

Uitvoering projecten

structureel

incidenteel

toelichting

Projectbureau (Natuur- en Milieufonds)

€ 2.400,- vanaf 2003 t.l.v. Zomernota 2002-2005

 

Het totaal benodigd budget bedraagt € 18.151,-.

Water in de wereld/internationaal

€ 4.500,- t.l.v. inter­natio­naal beleid

nader te bepalen

structurele financiering nodig voor de Water Award, extra bijdrage voor Waternetwerk

Bezoekerscentrum

 

p.m.

nader voorstel volgt

Totaal

2002: € 4.500,-

vanaf 2003: € 6.900

p.m.

 

 

Eigenaarslasten, die vallen binnen het gemeentelijk gebouwenbeheer.

Eigenaarslasten, onderhoud en beheer gebouw De Papaver

structureel

incidenteel

toelichting

- Inlopen achterstallig onderhoud         gebouw

 

 

 

- Aanpassingen gebouw t.b.v.   bezoekerscentrumfunctie

 

 

 

- Eigenaarslasten

 

 

 

- Oplossen klimaatprobleem

 

 

 

- Structurele extra kapitaallasten    als gevolg van investeringen in   verband met wegwerken   achterstallig onderhoud en   oplossen klimaatprobleem

 

 

 

Totaal

Past niet binnen bestaand budget, maar wordt meegenomen in (financiële) analyse vastgoedbezit.

2001: € 20.000,-

2002: € 80.000,- t.l.v. Zomernota 2002-2005

Budget dekt niet totale kosten, gestart wordt met urgente zaken. Aanvullend voorstel volgt.

 

Diversen

Aansluiting gemeentelijk netwerk (automatisering)

 

€ 11.345,- t.l.v. het Milieutechnologie­­fonds

 

Aanleggen glasvezelkabel

 

€ 68.200,- t.l.v. het Milieutechnologie­fonds

 

Aanpassingen i.k.v. arbo

€ 1.418,- + 120 u

+ pm

€ 794,- + 40 u

+ pm

betreft alleen de geschatte BHV-kosten, niet de eventuele arbo-aanpassingen aan het gebouw

Totaal

€ 1.418,- + p.m.

€ 80.339,- + p.m.

 

 

 

8.3     Subsidiemogelijkheden

 

Een van de manieren om externe partijen te ondersteunen bij natuur- en milieuactiviteiten, is het inventariseren van externe financieringsmogelijkheden. Hieronder volgt een korte toelichting op drie relevante subsidieregelingen:

·       Financieringsmogelijkheden via provinciale ambitiestatement Leren voor Duurzaamheid.

Projecten en initiatieven uit deze nota die aansluiten bij het provinciale ambitiestatement kunnen worden ingediend voor subsidie. Een uitzondering hierop geldt voor het project ‘Opzetten kenniscentrum/mediatheek’ (B1). De provincie wil het beschikbare budget gebruiken om zelf een dergelijk centrum op te zetten. Voor de projecten ‘NMC en de brede school’ (B5), ‘Opschaling Retourette en informatiepunt’ (zie C1) en ‘Waternetwerk, versterking NMC binnen stedencontacten’ (D4) zijn subsidieverzoeken ingediend. Melden dat deze subsidies zijn toegekend

·       Subsidie “kennisoverdracht en milieu” van ministerie van VROM.

Er wordt nagegaan in hoeverre genoemde activiteiten/projecten hiervoor in aanmerking komen.

·       Beleidskader groene subsidies 2000 van de provincie.

Doel van deze subsidieregeling is de duurzame inrichting en/of het duurzame beheer van de groene ruimte te stimuleren. Ook voorlichtingsactiviteiten en/of onderzoek naar duurzame ontwikkeling van de functies natuur, landschap, recreatie en landbouw in de groene ruimte komen voor financiering in aanmerking. Gedacht kan worden aan het verbeteren van de informatievoorziening over de recreatieve mogelijkheden in en om de Delftse Hout en aan de samenwerking van verschillende partijen in de Delftse Hout.

Daarnaast zijn er verschillende andere subsidiemogelijkheden:

·       VSB-fonds

·       NCDO (i.k.v. Lokale Agenda 21);

·       Zuid-Hollandse Milieufederatie;

·       Europese subsidies (bijvoorbeeld t.b.v. Engelstalige excursies, documentatie of websites).

Een uitgebreider overzicht van de subsidiemogelijkheden volgt en kan zowel geraadpleegd worden voor activiteiten van de gemeente zelf als van derden. Het is, vanwege de vele bestaande subsidie- c.q. financieringsregelingen echter niet mogelijk een uitputtend overzicht te maken.


9.       Maatregelen

 

A

Algemeen

Wie?

Uren project

Uren

beheer 

Planning

Kosten

struct.

Kosten

incident.

Dekking

A1

Natuur- en milieu­communicatie­beleid

 

Milieu, Groen, ICT, Facilitair, Onder­­wijs, n&m-orga­ni­saties

geen

200

start in 2001;

coördinatie

uitvoering

t/m 2004

geen extra kosten

geen extra kosten

bestaand budget

A2

Procedurehandboek opstellen (kwaliteitszorg)

Milieu

200

50 p/j

continu

geen extra kosten

geen extra kosten

bestaand budget

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B

Ecologische basisvorming

Wie?

Uren project

Uren

beheer

Planning

Kosten struct.

Kosten

incident.

Dekking

B1

Opzetten kenniscentrum/mediatheek

Milieu, ICT, Onder­wijs, scholen en kennisinstituten

400

0,2 fte (extra)

start 2001

financie­ring menskracht

€ 11.345,- (pc’s)

ICT: moge­lijkheden voor subsidie nagaan

Menskracht: ten laste van project ‘Brede school’ en de Zomernota 2002-2005

B2

Delftse natuur- en milieusite

Milieu, Milieu-zorg, ICT, stagiair, n&m-organisaties, milieu­­kennis-instituten

200

(exclusief inzet stagiair)

50 p/j

start januari 2001

geen extra kosten

geen extra kosten

bestaande budget

B3

(Half)jaarkalender Delftse natuur- en milieuactiviteiten

Milieu , Commu- nuicatie i.s.m. n&m-organi­sa­ties

geen

100 p/j

m.i.v. 2001

€ 5.899,-

geen extra kosten

bestaand budget

B4

Uitwerken makelaarsfunctie (vraag en aanbod)

Milieu, Reini­ging, Communi­catie, n&m-organisaties

200

geen

2003

geen extra kosten

geen extra kosten

bestaand budget

B5

NMC en de brede school (onderdeel van EZH-project Brede school ontwikkeling in Delft)

Leefbaarheid, Onderwijs, Milieu, project­groep Brede school

100

0,15 fte (extra)

start in 2001

€ 9.076,-

€ 13.613,-

eenmalige bijdrage door subsidie provin­cie Zuid-Holland,

daarnaast dekking ten laste van project ‘Brede school’ en de Zomernota 2002-2005

B6

Opstellen en uitvoeren jaar­program­ma basisonderwijs:

·       maken jaarprogramma, onderhouden contacten scholen

·       adviseren

·       plannen

·       voorbereiden lessen

·       bijhouden magazijn

Milieu, Onder­wijs, basisscho­len, Groen

geen

600 p/j

 

jaarlijks terugkeren­de activiteit

€ 9.076,-

geen extra kosten

 

bestaand budget

B7

Actualiseren, vernieuwen en beheren onderwijsmaterialen

Milieu, Onder­wijs, Groen en externe onder­steuning

300

400 p/j

start najaar 2000 en loopt t/m 2004

€ 13.613,-

geen extra kosten

t/m 2004 gereser­veerd t.l.v. Onderwijsbeleids­plan

B8

Milieuzorg en -educatie in het voortgezet onderwijs, pilot afval

Milieu, VO-scho­len, Onder­wijs, Milieuzorg, Reiniging, sta­giaire

600

 

start najaar 2000, uitvoering pilot 2001

geen extra kosten

€ 45.378,-

 

t.l.v. Milieutech­­­nologie­fonds via Duurzaam­heids­plan

B9

Structureel aanbod ontwikkelen op basis van behoefte van VO:

·       deelname aan regulier overleg/netwerk tussen gemeente en VO-scholen

·       onderzoek naar mogelijkheden structurele ondersteuning

·       ontwikkelen en aanbieden van structurele ondersteuning

Milieu, Onder­wijs, VO-scholen

 

0,5 fte (extra)

start najaar 2001, onder­zoek 2003

financiering menskracht

geen extra kosten

Menskracht: ten laste van project ‘Brede school’ en de Zomer­nota 2002-2005

B

10

Regionale activiteiten op het gebied van ecologische basisvorming:

·       duidelijke financierings­afspraken maken en vastleggen

Milieu, Finan­ciën, Onderwijs, regiogemeenten (Berkel en Ro­den­rijs, Pijnac­ker)

 

0,15 fte (extra)

financiële afspraken:

feb/mrt 2001, overig in 2003

financie­ring menskracht

uiteindelijk budgettair neutraal

Menskracht: ten laste van project ‘Brede school’ en de Zomer­nota 2002-2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

C

NMC bij (lokaal) milieubeleid

Wie?

Uren project

Uren beheer

Planning

Kosten struct.

Kosten

incident.

Dekking

C1

Opzetten projectbureau Natuur- en milieu­communicatie

Milieu, raads­cie. Duurzaam­heid, gem. vakteams, n&m-organisa­ties e.d.

200

100 p/j

m.i.v. 2001

€ 13.067,-

geen extra kosten

€ 10.667,- uit bestaand budget Duurzaam Delft­prijs en € 2.400,- (vanaf 2003) t.l.v. Zomernota 2002-2005

C2

Projectennieuwsbrief

Milieu, (3D-) projectleiders, Communicatie

 

200

m.i.v. voorjaar 2001

€ 2.269,-

geen extra kosten

bestaand budget

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D

NMC bij (lokaal) duurzaamheidsbeleid

Wie?

Uren project

Uren beheer

Planning

Kosten struct.

Kosten incident.

Dekking

D1

Regionale Natuur- en Milieukring

Milieu en natuur- en milieuorgani­saties

geen

50 p/j

2 keer p/j, m.i.v. na­­jaar 2000

geen extra kosten

geen extra kosten

bestaand budget

D2

Secretariaat Duurzaamheidsplatform

Milieu, Groen, natuur- en milieu­orga­nisaties

geen

50 p/j

reeds gestart,

4 keer p/j

geen extra kosten

geen extra kosten

bestaand budget

D3

Advisering over duurzaamheidsprincipes

Milieu, beleids­vorm­ende vak­teams

 

 

deels gestart

 

 

bestaand budget

D4

Mondialisering NMC: internationaal waternetwerk

gemeente, stedenband­steden

 

 

 

€ 4.500,-

nader te bepalen

geen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

E

De Papaver

Wie?

Uren

project

Uren

beheer

Planning

Kosten

struct.

Kosten

incident.

Dekking

E1

Voortzetten huidige publieksactiviteiten Papaver

Milieu, werkgroepen

 

 

loopt

€ 22.689,-

 

bestaand budget

E2

De Papaver als bezoekerscentrum 

Milieu, Groen, BOZ, n&m­-orga­nisaties

p.m., tijdelijk externe onder-steuning

p.m.

najaar 2001

p.m.

 

nader voorstel volgt

E3

Samenwerkingsverband Delftse Hout

Milieu, Staats­bosbeheer, VVV, camping, boer Duindam, Kinder­boerderij, Schaaps­kooi, e.a.

 

 

 

 

 

bestaand budget

E4

PR van De Papaver

Milieu, Commu­nicatie, leden van het samen­werkingsver­band DH

 

 

start als vervolg op E2 en E3

 

 

bestaand budget

 

 

 

 

 

 

 

 

 

F

 

Facilitair

Wie

Uren project

Uren beheer

Planning

Kosten

struct.

Kosten

incident.

Dekking

F1

Onderhoud en aanpassing gebouw De Papaver

Grond, BOZ, Milieu

 

 

 

 

€ 20.000,- in 2001 en

€ 80.000,- in 2002 + dekking voor bijko­mende ka­pi­taallasten

Incidentele kosten t.l.v. Zomernota 2002-2005.

F2

Automatisering Papaver

ICT, Milieu

 

 

 

€ 11.345,-

€ 68.211,-

structurele kosten uit bestaand budget ICT, incidentele kosten t.l.v. Milieutechnologiefonds (via Zomernota 2002-2005)

F3

Arbo en bedrijfshulpverlening

Milieu, publiek

120 uur

40 uur

mee in verbouwing

€ 1.418,- + p.m.

€ 794,- + p.m.

geen


Bijlage I           Achtergronden en ontwikkelingen natuur- en milieucommunicatie

 

Natuur- en milieucommunicatie is in beweging. Landelijke inzichten en ontwikkelingen, maar vooral ook lokale ambities geven aanleiding om de visie op de inzet van sociaal instrumentarium voor natuur en milieu te actualiseren. In hoofdstuk 1 staan enkele ontwikkelingen reeds kort aangeduid. In deze bijlage worden die ontwikkelingen nader toegelicht.

 

1. Landelijke ontwikkelingen

 

Uitgangspunten NMP3

De inzet van sociaal instrumentarium heeft voor het bereiken van milieudoelstellingen een volwaardige plaats gekregen naast juridische, economische en fysieke instrumenten. Na een periode waarin ‘verinnerlijken’ centraal stond, is in het NMP3 vooral ook aandacht voor ‘dialoog’ en het ‘delen van verantwoordelijkheden met alle partners’. Naast ‘weten’ is ‘willen en kunnen’ essentieel om te komen tot gedragsverandering (het doen).

Duidelijk is dat de aanpak om te komen tot gedragsverandering niet los gezien kan worden van maatschappelijke trends als individualisering, vergrijzing, meer vrije tijd en toenemende werkdruk. De volgende aanpak moet het accent verleggen van ‘weten’ naar ‘doen’ en aansluiten bij de veranderende relatie tussen burger en overheid:

·       Interactieve beleidsvorming: doelgroepen worden in een vroeg stadium betrokken bij beleid om te komen tot een gezamenlijke probleemformulering en -oplossing.

·       Meer richten op leefomgeving, waarvan natuur en milieu onderdeel uitmaken.

·       Het verlagen van drempels, meer betrokkenheid van mensen zoeken door aan te sluiten bij behoeften en wensen van burgers. Een wijkgerichte aanpak, een aanpak op maat, kan daarbij een gericht instrument zijn.

·       Delen van verantwoordelijkheden met alle partners: consumenten, producenten, overheden, maatschappelijke en intermediaire organisaties.

·       Inzet van voorlichting en educatie, waarbij het toepassen van nieuwe media als internet nadrukkelijk wordt meegenomen.

 

Kaderplan gemeentelijk milieubeleid (VNG)

De VNG hanteert milieucommunicatie als koepelbegrip voor een instrument dat ingezet kan worden voor het behalen van milieudoelstellingen. Dit krijgt meestal handen en voeten vanuit het milieubeleid. Daarnaast ontwikkelt NME zich vaak binnen een ander deel van de gemeentelijke organisatie. Door de verbreding van NME kan dit leiden tot wrijvingen en botsingen. Terecht is de conclusie dat één gezicht, één loket van de gemeente belangrijker is voor burgers en bedrijven dan dat ze moeten spreken van bijvoorbeeld milieucommunicatie of NME.

Een andere ontwikkeling die de VNG signaleert hangt samen met initiatieven rond LA21. Het gaat hier met name om een lokale agenda als actieplan, maar ook wordt het opgevat als werkwijze. Hierin staat met name het op gang brengen van een dialoog tussen burgers, bedrijven en overheid voorop.

 

NME21: leren voor een duurzame samenleving

Het programma ´NME21: leren voor een duurzame samenleving´ is eind 1999 vastgesteld. Dit plan heeft een looptijd tot en met 2003 en volgt op het Meerjarenplan NME van 1991 - 1995 en de Extra Impuls Natuur- en milieueducatie 1996-2000.

NME wordt hierin gezien als onderdeel van het sociaal instrumentarium om een duurzame samenleving vorm te geven, en niet als doel op zich. In die zin is sprake van een verbreding van het begrip NME. NME volgt meer het beleid, waarbij educatie onderdeel wordt van de mix van instrumenten om beleidsdoelstellingen te realiseren. NME wordt dan als instrument niet alleen ingezet bij ecologische basisvorming, maar ook bij het lokale natuur- en milieubeleid en bij het streven naar duurzaamheid. Ook in het NME21-programma komt de accentverschuiving van ‘weten’ naar ‘doen’ naar voren.

 

 


Tabel 2: Motieven  

 

Uit "NME21:leren voor een duurzame samenleving"

 

Ruwweg zijn drie motieven ter legitimering van NME-activiteiten te onderscheiden. Vanuit een lange traditie is ecologische basisvorming een belangrijk motief. Met name binnen het onderwijs werkt NME aan kennisaspecten, waardeontwikkeling en zorgaspecten van natuur en milieu.

Een tweede motief wordt ingegeven vanuit het (lokale) natuur- en milieubeleid. Onder invloed van het rijksbeleid, met name vanaf 'zorgen voor morgen' tot en met het NMP3, wordt de aandacht gevestigd op NME als instrument bij lokaal beleid. Ondersteuning van lokaal milieubeleid is dan ook vanaf de jaren tachtig praktijk geworden. NME positioneerde zich daarbij als een van de instrumenten bij de uitvoering van het lokaal/regionaal beleid, waarmee onder meer de exclusiviteit van het onderwijs als specifieke doelgroep op dat niveau verminderde.

Een derde motief voor NME ontstaat de laatste tijd en spitst zich toe op de mogelijke bijdrage van NME binnen het begrip duurzaamheid. Duurzaamheid appelleert in elk geval aan een integrale benadering van de klassieke milieuthema's binnen de driehoek economie, ecologie en maatschappelijke processen. Het voeren van een dialoog en het hanteren van 'interactieve planvormingsprocessen' zijn kenmerken die binnen de NME-praktijk vooral in de vorm van Lokale Agenda 21 gestalte krijgen.

 

 

2. Natuur- en milieucommunicatiebeleid in Delft

 

Van Duurzaam Denken naar Duurzaam Doen

In de nota “Van Duurzaam Denken naar Duurzaam Doen” wordt aangegeven hoe communicatie kan worden ingezet voor het behalen van milieudoelstellingen

 

Communicatie als procesinstrument (communicatie ter ondersteuning van het verloop van het beleidsproces):

·       communicatie over milieutaken tussen de afdelingen met milieutaken en andere afdelingen;

·       communicatie over beleidsontwikkeling;

·       meer structuur en samenhang in de organisatie van de communicatie.

Communicatie als beleidsinstrument (communicatie als beleidsinstrument):

·       het is dan onderdeel van de instrumentenmix;

·       doel van deze communicatie is het realiseren van een kennis-, houding en gedragsverandering van doelgroepen.

 

Een aantal in de nota “Van Duurzaam Denken naar Duurzaam Doen” genoemde uitgangspunten en daaraan gekoppelde werkwijze zijn ondertussen geïntegreerd in de werkwijze van gemeentelijke onderdelen. Andere items behoeven actualisering of een nieuwe impuls.

De doelgroepen en thema’s die in de nota worden genoemd kunnen nog altijd op deze wijze worden onderscheiden. Mogelijk dat bij een concrete aanpak de doelgroep nader gespecificeerd kan worden. Een specifiekere aanpak kan leiden tot een beter resultaat.

Een integrale benadering is weliswaar steeds gebruikelijker, maar nog steeds een belangrijk aandachtspunt. Het gaat daarbij ondertussen niet alleen om een samenhang tussen de verschillende milieuonderwerpen die naar doelgroepen worden gecommuniceerd, maar juist ook in combinatie met andere beleidsterreinen van de gemeente.

De inzet van communicatie is steeds vanzelfsprekender geworden naast en in afstemming met andere milieubeleidsinstrumenten.

De toonzetting van communicatieuitingen is zoveel mogelijk open en duidelijk.

Het gebruik maken van bestaande netwerken en contacten is nog altijd een efficiënte manier om milieu op de agenda te krijgen. Dit geldt overigens ook voor het inbrengen van milieu-items in beleidsplannen, projecten en dergelijke op andere beleidsterreinen.

Medewerkers van de afdeling Milieu hebben aan het uitgangspunt van professionalisering invulling gegeven door het toepassen van genoemde uitgangspunten en door het uitdragen daarvan naar andere afdelingen. Met name de voormalige sectie NME heeft een heel traject doorlopen.

 

Impuls NME: professionaliseringstraject

In samenwerking met een aantal afdelingen NME van andere gemeenten heeft natuur- en milieucentrum De Papaver voor professionalisering financiering gevraagd en gekregen van het programma “Extra Impuls NME”. Dit professionaliseringstraject is gestart in het voorjaar van 1999 met een quick scan van De Papaver. In aansluiting daarop is een vertegenwoordiger van De Papaver op een aantal studiedagen geweest over diverse aspecten van professionalisering (onder meer swot-analyse, marktgericht denken en betere doelgroepanalyse). Ten slotte is een aantal intervisie-bijeenkomsten bezocht. Concrete actiepunten die voortvloeien uit de professionalisering zijn tot dusver geweest:

·       plan van aanpak voor actualiseren lesmateriaal;

·       onderzoek naar verbetering van de automatisering van de uitleen van materialen;

·       offertes voor uitbreiding werkzaamheden voor derden (buurgemeenten).

Verder is een aantal andere professionaliserings-actiepunten geformuleerd met als doel: een betere interne organisatie, voldoende gekwalificeerde menskracht (met name ondersteunend: zowel qua gebouwonderhoud als qua administratie, ruimere openstelling Papaver, verdere automatisering van gegevensbestanden, koppeling aan gemeentelijk netwerk en aan landelijke informatiesystemen, en dergelijke).

 

Als onderdeel van dit professionaliseringstraject is in De Papaver een bijeenkomst georganiseerd om met de verschillende betrokkenen van gedachten te wisselen over de toekomst van dit NME-centrum. Op deze bijeenkomst waren vertegenwoordigers van de gemeente en van de natuur- en milieuorganisaties aanwezig. Als huiswerk hebben de deelnemers de plus- en minpunten aangegeven van het huidige natuur- en milieucentrum De Papaver en de activiteiten die daar plaatsvinden. Een compleet overzicht daarvan is terug te vinden in bijlage 2. In hoofdlijnen zien de plus- en minpunten er als volgt uit:

 

Plus- en minpunten Papaver

 

Pluspunten

·    de accommodatie en locatie zijn prima

·    goede georganiseerde contacten met en faciliteiten voor alle natuur en milieuorganisaties in Delft

·    goede faciliteiten en materialen voor basisscholen

 

 

Minpunten

·    de openstelling en bereikbaarheid van het gebouw

·    Papaver vrij geïsoleerd in de gemeente

·    teveel nadruk op groen (naast grijs) milieu

·    vicieuze cirkel van minder financiën en minder mogelijkheden tot het leveren van kwaliteit

·    te weinig aan de tijd aangepast, te weinig mee met ontwikkelingen

 

Perspectieven

In het verslag van de bijeenkomst zijn de verschillende geopperde ideeën voor de toekomst van natuur- en milieucentrum De Papaver opgenomen. De ideeën beperkten zich niet alleen tot de activiteiten die er nu plaatsvinden, maar geven suggesties die voor de verdere invulling van NMC van belang zijn. Uit deze ideeën en suggesties zijn de volgende perspectieven te herleiden:

 

·       De Papaver als bezoekerscentrum;

·       projectbureau natuur- en milieucommunicatie;

·       kenniscentrum voor natuur en milieu.

 

Duurzaamheidsplan

Er is in 1999 een derde Duurzaamheidsplan (3D) verschenen. Het 3D-plan bevat een toekomstvisie. Het is een strategisch plan dat ‘gidsprincipes’ biedt voor andere plannen. De aanpak en opzet van 3D is al grotendeels volgens eerder geschetste uitgangspunten aangepakt. Het duurzaamheidsplan is door een interactief planvormingsproces tot stand gekomen. Het is de bedoeling die samenwerking ook bij de uitvoering voort te zetten.

In de visie staat een evenwicht tussen ecologische, economische en sociale aspecten centraal. Kortom: een duurzame samenleving. Relevant voor deze notitie zijn de formuleringen rond het begrip leefbaar en duurzaam en het uitgangspunt voor gedrags-verandering.

 

Uit 3D

 

Leefbaarheid en duurzaamheid

“De begrippen leefbaar en duurzaam kunnen zodanig geformuleerd worden dat ze dezelfde aspecten omvatten, maar ze zijn niet synoniem: duurzaam heeft betrekking op de wereld als geheel en op de langere termijn, leefbaarheid gaat over de mens in zijn directe leefomgeving op korte termijn. ....Gestreefd wordt naar een synergie tussen leefbaarheidsdoelen en duurzaamheidsdoelen.  Duurzaamheid en leefbaarheid kunnen door belanghebbenden in specifieke situaties echter ook als strijdig ervaren worden. De keuze voor leefbaarheid kan in zulke gevallen tot de keuze leiden ‘not in my back yard’ (NIMBY). Deze keuze kan het benutten van mogelijkheden voor duurzaamheid in de weg staan. In dergelijke gevallen wordt duurzaamheid verkozen, wat impliceert dat gestreefd moet worden naar een maximaal draagvlak voor de uit te voeren maatregelen en acties. Een gezamenlijke aanpak  speelt bij de uitwerking van het duurzaamheidsbeleid een belangrijke rol.

 

Gedragsverandering

In de ontwikkeling naar een duurzame samenleving zal gedragsverandering van brede groepen in de samenleving nodig zijn. In het 3D-plan is ervoor gekozen om het bereiken van die gedragsverandering steeds nauw gekoppeld te zien aan concrete, meestal “fysieke” maatregelen en initiatieven. “Structuur”- en “cultuurverandering gaan gelijk op. Hiermee wordt, naar onze opvatting, een effectievere benadering van het complexe proces van gedragsverandering gekozen dan met een diversiteit aan voorlichtings- en informatieprojecten. In het 3D-plan zal voorlichting en communicatie steeds gekoppeld worden aan de concrete projecten. De gevraagde gedragsverandering wordt daarmee op maat met communicatie ondersteund.

 

 

In dit plan is naast een visie op duurzaamheid een twintigtal projecten opgenomen. Bij een aantal projecten ligt de nadruk op de inzet van het sociaal instrumentarium, zoals:

·       bij de opschaling van het aantal Retourettes in Delft en de verdere ontwikkeling van het milieuinformatiepunt van een Retourette;

·       bij afvalvoorlichting op scholen, waarbij het de bedoeling is om met name voor het voortgezet onderwijs te inventariseren aan welke middelen behoefte is om educatie gericht op natuur en milieu te verbeteren. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het tweede fase onderwijs.

 

3. Overig relevant Delfts beleid en ontwikkelingen

 

Reorganisatie gemeente Delft

Een belangrijk uitgangspunt bij de reorganisatie van de gemeente Delft is de wijze van communiceren met haar burgers. De organisatie wordt meer vraaggericht ingericht, met onder andere een publieksdienst, een loket waar burgers in principe met al hun vragen terecht kunnen.

Bij de reorganisatie is organisatorisch een deel van de afdeling Milieu (bureau Milieubeheer) samengevoegd met de sectie NME. Dat is een gelegenheid om natuur- en milieucommunicatie beter in de gemeentelijke organisatie te integreren.

 

Delft (Duurzaamheids)Kennisstad

Met de combinatie van technologie en een historische binnenstad heeft Delft een unieke positie in Nederland met uitstraling naar het buitenland. In Delft zijn al veel grote en kleine kennisintensieve bedrijven en instellingen gevestigd. Daarmee heeft Delft een speciale positie binnen de regio Haaglanden en vormt Delft een goede aanvulling op Rotterdam. Voor de nabije toekomst worden kennis en informatie steeds belangrijker economische factoren. Daarom heeft Delft in 1996 ervoor gekozen zich te profileren als kennisstad. Delft Kennisstad versterkt het economisch klimaat en vormt de basis voor meer werk. Om hieraan invulling te geven zijn onder meer de volgende principes geformuleerd:

·       samenwerking met partners in de stad, werken aan en in de stad;

·       werkgelegenheid creëren;

·       kennis, technologie en innovatie als de meest kansrijke economische sectoren stimuleren en steunen;

·       het gebruik van nieuwe media voor het verspreiden van informatie en kennis;

·       streven naar een prettig woon, werk- en verblijfsklimaat;

·       de cultuurhistorische kwaliteit van de stad in stand houden en versterken;

·       verinnerlijken van Delft Kennisstad bij bedrijven, instellingen en inwoners, zodat uitstraling ontstaat.

Deze principes hebben bij het opstellen van het Duurzaamheidsplan en het maken van keuzes daarin een rol gespeeld. Ook bij de visie op en het toepassen van natuur- en milieucommunicatie zullen deze principes nadrukkelijker meegenomen moeten worden.

 

Wijkgericht werken

Wijkbeheer is de aanpak waarbij de gemeente, samen met de bewoners van een wijk, werkt aan het verbeteren van de leefbaarheid in die wijk. Kort gezegd: de wijken moeten schoon, heel en veilig. Bij dit proces zijn ook maatschappelijke instellingen, corporaties, politie, winkeliers, scholen en het bedrijfsleven betrokken. De gemeente heeft voor de begeleiding van deze aanpak wijkcoördinatoren aangesteld. Zij proberen samen met alle betrokkenen die leefbaarheid te verbeteren.

De gemeente pakt het wijkgericht werken meer planmatig en structureel aan door het opstellen van wijkplannen. Het maken van de wijkplannen gebeurt integraal, waarbij alle relevante afdelingen van de gemeente hun beleid en relevante projecten in kunnen brengen. Ook aan duurzaamheid wordt de nodige aandacht geschonken: het op wijkniveau zoeken naar een balans tussen sociale, economische en ecologische aspecten.

 

 

 

 


Bijlage II          Plus- en minpunten van het huidige NME-centrum De Papaver

Aantal reacties: 16

 

Pluspunten

 

gebouw

 

Accomodatie:

·       is prima

·       uitnodigend

·       goede uitstraling als natuur- en milieucentrum Delft

·       architectonisch prachtig gebouw

·       voorbeeldgebouw

·       gebouw en omgeving aangepast aan praktisch educatieve doelstellingen NME

9

Locatie biedt vele mogelijkheden:

·       goede bereikbaar

·       vlakbij stad

·       aan rand van recreatie- en natuurgebied

·       gesitueerd in buurt voor breed publiek op naar recreatie/functie bezoekers

5

KNNV: het is ons clubhuis

1

Ontmoetingsplek voor natuurliefhebbers

1

Goede lesruimte

1

Werkwijze papaver

 

Bekendheid in Delft e.d./met NME-organisaties en vrijwilligers/inwoners Delft

4

Samenwerking NME-organisaties, per jaar 50 fte gratis aan de gemeenschap

1

Functioneert redelijk ondanks financiële beperkingen en personeelsgebrek, mede dankzij hulp van een flink aantal vrijwilligers

1

Met de gemeente gezocht naar oplossingen

1

Belangrijke bron voor faciliteren van NME milieu- en natuurmaterialen

3

Centraal steunpunt voor natuur- en milieuorganisaties/scholen

4

Activiteiten op het gebied van natuur voor schoolgaande kinderen tot 12 jaar

1

Thuishaven en uitvalsbasis voor Delftse NM-organisaties

1

Goede tentoonstelling m.b.t. NM in de regio

2

Georganiseerde samenwerking voor tentoonstellingen lezingenprogramma, evenementen op NME-gebied, excursieprogramma aan gesloten op verenigingen/ Alle natuur en milieuorganisaties direct bij elkaar, goed voor logistiek van gezamenlijke evenementen

2

Diverse materialen ter beschikking voor onderwijsdoeleinden

1

Papaver spin in het web, heeft contact met alle NM-organisaties

1

Groen en milieu passen in deze tijd

1

Tevreden over nieuwe opzet dierenles (=doe-het-zelfles)

1

 


 

Minpunten

 

Gebouw

 

Openstelling/bereikbaarheid niet optimaal/’s avonds moeilijk bereikbaar (sociaal onveilig)

6

Akoestiek in leslokaal is slecht bij het geven van cursussen

1

(Neven) vestiging in stedelijk gebied is een gemis

1

Gebouw vrij gesloten bv. Bibliotheek/vergaderruimte, gebruik wordt niet aangemoedigd, keuken geen gelegenheid tot zelf verzorgen catering

1

Gebouw is te warm

1

Doelgroep

 

Nauwelijks toegerust voor voortgezet en hoger onderwijs

1

Thema’s

 

Delft Kennisstad zichtbaar maken in Papaver

1

Het is zaak om op een eigentijdse manier met de inwoners van Delft te communiceren

1

Werkwijze Papaver

 

Teveel nadruk op groen i.p.v. grijs milieu

1

te grote afhankelijkheid van vrijwilligers op den duur nadeel van continuïteit en draagvlak binnen de gemeente

2

Capaciteit/ondermaatse bemensing/constante zorg continuïteit van vriwjlligers/neerslag op beleidsontwikkeling, organisatie, functioneren en kwaliteit van activiteiten

3

Beperkte middelen (bezuinigingen) laten geen ruimte voor verbetering aantal en kwaliteit personeel/onderbezetting vast personeel door bezuinigingen

2

De gemeente zoekt steeds naar bezuinigingen die de NME en de voorbeeldprojecten raken

1

Weinig professioneel m.b.t. organiseren en voorlichting geven

1

Te ver willen gaan in het coördineren van NM-organsiaties (betuttelend), naar ons idee is de structuur van een duurzaamheidsplatform beter

1

Te weinig benutten informatie en communicatietechnologie

2

Meer samenhangend product aanbieden:

·       ook naar mensen/organisaties/scholen toe

·       meer hoofdlijnen, duidelijkere keuzes

1

Organisatie is zwak en onduidelijk, wie doet wat en is waarom verantwoordelijk

1

Up to dat houden middels gedegen onderhoud en organisatie, vernieuwing lesmateriaal; ontbreken synergie met hele omgeving

1

Publiciteit lokaal/regionaal over mogelijkheden en actviteiten op het hele NME gebied

1

Ontbreken invulling als regionaal bezoekerscentrum Delftse Hout, overig openbaar groen, gemeente en groengebied in omgeving

1

Organisatie heel vrijblijvend geen duidelijke relatie producten - middelen

1

geen samenwerking met de kinderboerderij/schaapskooi

2

Organisatie kan beter (tijdig brengen en ophalen van materiaal)

1

Kaasles, geen vervanger voor beheers en veel afzeggingen

1

Organisatie (intern/extern)

 

Matig functioneren van het centrum wordt mede toegeschreven aan het niet goed vastleggen en/of uitvoeren van het natuur en milieubeleid door de gemeentelijke dienst zelf (motivatie personeel en vrijwilligers)

1

Zwakke en onduidelijke missie met doelen en werkplan

1

2 rollen: gemeentelijk N&M centrum en facilitair centrum N&M organisaties /rol functie niet altijd helder

2

De Papaver draagt door betrekkelijke geïsoleerde positie binnen het gemeentelijke apparaat onvoldoende ij aan de verinnerlijking van het milieubeleid bij gemeentelijke en andere organisaties

1

Exclusieve relatie met dienst Stadsontwikkeling belemmerd het werken aan thema’s en projecten voor de dienst Beheer & Milieu en Cultuur

2

NME beleid, je ziet er niet zoveel van, weinig tastbaar, de papaver komt niet naar voren

1

Het vertalen van alle kennis bij de papaver over natuur en milieu in het gemeentelijk beleid

1

Beleid: de gemeente zou duidelijk moeten uitspreken en controleren wat er van de Papaver wordt verwacht

1

Naast het inlichten van bewoners mbt natuur en milieu is ook intern uitstraling in presentatie een belangrijk onderdeel. Meer profileren

1

management met name in relatie tot rest van gemeente

1

 

 

 


Bijlage III             Eerste inventarisatie mogelijkheden gebouw De Papaver

 

De Papaver beschikt over verschillende ruimten:

·       tentoonstellingsruimte annex informatiebalie (in-het-weekend)

·       les/cursusruimte (klaslokaal)

·       kantoor annex informatiebalie (door-de-weeks)

·       bibliotheek annex vergaderruimte

·       magazijn

·       keukentje

·       werkplaats en plantsoenpost

 

 

1. De Papaver als bezoekerscentrum            

Het perspectief van het bezoekerscentrum is in relatie tot de perspectieven kenniscentrum en projectbureau het meest verbonden met het gebouw, de omgeving en de inrichting daarvan. Dat wil zeggen dat de toegankelijkheid en aantrekkelijkheid voor bezoekers belangrijke aandachtspunten zijn.

 

Om dat te bereiken worden de volgende maatregelen voorgesteld:

a.       vaste expositie over de omgeving aangevuld met wisseltentoonstellingen

b.       de verkoop van meer materialen en een betere uitstalling

c.       professioneler aanbod een hapjes en drankjes

d.       activiteiten ter bevordering van de natuurgerichte recreatie

e.       ruimere openstelling in het weekend, op feestdagen en tijdens vakanties

f.         (her)inrichting, aanpassingen en onderhoud van het gebouw

g.       herkenbaarheid van De Papaver in z’n omgeving

h.       samenwerking met betrokkenen in de Delftse Hout

i.         menskracht voor ontvangst gasten

 

Ad.a Expositie

Per jaar worden er in De papaver 4 verschillende tentoonstellingen gepresenteerd. Er is een tentoonstellingswerkgroep die uit vrijwilligers bestaat, die hiervoor ideeën oppert en de uitvoering ter hand neemt. Een tentoonstelling kan worden gehuurd, helemaal zelf worden gemaakt, deels worden gehuurd en deels zelf worden gemaakt. Dit is veelal een tijdrovende en dure aangelegenheid, ook vanwege de fikse ruimte die gevuld moet worden.

In overleg met de tentoonstellingswerkgroep zal invulling worden gegeven aan een meer permanente expositie over de omgeving van De Papaver. Dit kan dan aangevuld worden met kleinere wisselexposities.

 

Ad.b Verkoop

Er worden aan de balie in de tentoonstellingsruimte materialen van natuur- en milieuverenigingen verkocht. De presentatiemogelijkheden van de educatieve en gewilde materialen laat te wensen over. Dit is ook de wens van de baliewerkgroep, die de openstelling van de Papaver op zondag verzorgt. In overleg met de vertegenwoordigers van de verenigingen in de baliewerkgroep zal dit worden opgepakt.

 

Ad.c Catering

Bezoekers aan de Papaver brengen vaak enige tijd in het centrum door, maar kunnen buiten koffie/thee niets in het centrum verkrijgen. Deze mogelijkheden zouden in stijl van het centrum kunnen worden uitgebreid, bijvoorbeeld in samenwerking met de Natuurwinkel.

In de serre of de tuin zouden dan wat zitjes kunnen komen om de versnaperingen te nuttigen.. Dit is overigens ook een manier om inkomsten te verkrijgen.

 

Ad. d. Natuurgerichte recreatie

Als centrum in zo’n prachige omgeving vraagt erom om mensen allerlei activiteiten aan te bieden. Dat gebeurd voor een deel al door verschillende actoren uit de Delftse Hout of door natuur en milieuverenigingen. Idee is om dit nadrukkelijker te structureren.

Zie voor een nadere uitwerking hiervan in 7.2.

 

Ad.e Openstelling

Al jaren worden bezoekersaantallen geregistreerd van de Papaver. Met name de openstelling in het weekend trekt veel spontane bezoekers. Door-de-week zijn scholen de belangrijkste gebruikers van het gebouw. Dit schoolbezoek verloopt in de regel op afspraak.

Op dit moment is de Papaver door-de-weeks altijd geopend van 10.00 tot 17.00 uur en wordt dan bemensd door gemeentelijke medewerkers. Op zondagmiddag is de Papaver geopend van 13.30 tot 16.30 uur en dan wordt het centrum bemensd door leden van natuur- en milieuverenigingen. Op feestdagen hangt de bezetting af van mogelijke inzet van vrijwilligers. In principe zijn de medewerkers van de gemeente op die dagen vrij.

Om meer aan te sluiten bij de recreatietijden in de Delftse Hout is juist de openstelling in het weekend en op feestdagen relevant. Veel mensen trekken er dan op uit om van de omgeving te genieten.

 

De receptiefunctie is door-de-week nu formeel voor 20 uur ingevuld. Dit is geen optimale situatie, doordat De papaver wel dagelijks geopend is en er dus voor de receptiefunctie 15 uur tekort is. Dit wordt veelal opgevangen door de vaste (beleids)medewerkers, vrijwilligers of stagiaires. Het plannen van de bemensing kost op deze manier veel tijd.

 

Op zondag wordt de Papaver bemensd door leden van Natuur- en Milieuverenigingen. Er is een baliewerkgroep die de bemensing coördineert. In ruil voor de bemensing in het weekend verkoopt het vast personeel door-de-week materialen van de natuur- en milieuverenigingen.

Het blijkt steeds lastiger de bemensing van met name de feestdagen te regelen. Aangezien voor het functioneren van de Papaver als bezoekerscentrum van essentieel belang is om juist op tijden open te zijn dat mensen recreëren en eropuit trekken, is het van belang in nauw overleg met de baliewerkgroep de bemensing te regelen. Er zijn verschillende opties:

 

 

optie

Openingstijden

 

1

huidige situatie handhaven

·         ma t/m vrij van 10 tot 17u

 

·         zondag 13.30 tot 16.30 uur

·         receptiefunctie structureel uitbreiden met 20 uur 

·         leden van n&m verenigingen

2

door-de-weekse openingstijden beperken, in het weekend open op zondagmiddag

·         bv. Ma t/m vrij van 13 tot 17u

·         groepen/klassen op afspraak

·         zondag van 13 tot 17u

·         medewerkers gemeente doordeweeks

·         op zondag medewerker gemeente + leden van n&m verenigingen

3

door-de-weekse openingstijden beperken, in het weekend verruimen

·         bv. Ma t/m vrij van 13 tot 17u

·         groepen/klassen op afspraak

·         za en zo van 13 tot 17u

·         medewerkers gemeente doordeweeks

·         op za en zo medewerkers gemeente met leden van n&m verengingen e.a. vrijwilligers

4

door-de-weeks openingstijden beperken, in het weekend verruimen

·         bv. Ma t/m vrij van 13 tot 17u

·         groepen/klassen op afspraak

·         za en zo van 13 tot 17u

·         medewerkers gemeente doordeweeks

·         leden n&m verengingen op za en zo

5

iedere dag open

·         ma t/m vrij van 10 tot 17 u

·         za en zo van 13 tot 17 u

·         receptiefunctie structureel uitbreiden met 20 uur

·         leden van n&m verenigingen

 

Naast de genoemde opties zijn er ongetwijfeld nog vele varianten te bedenken, bijvoorbeeld periodesluiting. Een en nader hangt nauw samen met de wensen die je hebt met het gebouw (en dit geval kijken naar de combinatie van functies). Uiteraard hangt aan elk van deze opties een ander kostenplaatje. Na een indicatie door de commissie zal e.e.a. verder worden uitgewerkt door de gemeente i.s.m. de baliewerkgroep en andere betrokkenen.

 

Ad.f Gebouwbeheer

Ook het beheer van het gebouw maakte onderdeel uit van de medewerkers van de Papaver. De tijd die hiermee gemoeid gaat ging ten koste van het werken aan milieuprojecten. Met de reorganisatie is ook het gebouw en de taken die daarmee verbonden zijn overgebracht naar cluster facilitair. Er is ondertussen een schouw uitgevoerd en er blijkt sprake van een aanzienlijke achterstallig onderhoud. De staat van het gebouw, maar ook de schoonmaak hebben natuurlijk direct gevolgen voor de uitstraling van het gebouw. Dit dient dan ook in orde te zijn. Een opknapbeurt van het gebouw

Kan wellicht gecombineerd worden met enkele aanpassingen die nodig zijn voor de herinrichting van het gebouw tot bezoekerscentrum.

In overleg met facilitair en andere betrokken zal hiervoor een voorstel worden gemaakt.

                                              

Ad.g Herkenbaarheid

Als wegwijzer in de Delftse Hout, wellicht al aangegeven in de stad zelf, zou de herkenbaarheid van de Papaver worden vergroot. Wellicht in combinatie met de andere activiteiten in de Delftse Hout. Dit zal een aandachtspunt vormen in het overleg met die betrokkenen, zie 7.2.

 

Ad.h Samenwerking

Naast de samenwerking met de werkgroepen die zijn genoemd, gaat het bij het invulling geven aan de omgevingsfunctie vooral om de samenwerking met de actoren in de Delftse Hout. Hierover meer in 7.2.

 

Ad.i Gastvrouw/heer

Zolang het niet druk wordt, kan de receptioniste door-de-weeks als gastvrouw optreden. Mocht dit extra bezoekers aantrekken, dan is wellicht extra menskracht nodig om dit te realiseren. Met name in het weekend behoeven genoemde activiteiten extra menskracht en ondersteuning van de vrijwilligers. Wellicht is het mogelijk om menskracht van verenigingen in te zetten na een korte cursus  en met een financiële regeling ten gunste van de verenigingen.

 

 

2. De Papaver als werkplek

 

Omdat De Papaver naast recreatiebezoekers ook vooral een thuisfront biedt voor het onderwijs, is het ook de ideale werkplek voor de gemeentelijke medewerkers die zich daarmee bezighouden. Daarnaast wordt er vergaderd door groepen collega’s, en vrijwilligers, en soms wordt het zelfs gebruikt als conferentieoord (“even terugtrekken op de hei”).

 

Om dat te bereiken worden de volgende maatregelen voorgesteld:

j. aansluiting op het gemeentelijk automatiseringsnetwerk

k. arbo-omstandigheden van de werkplek verbeteren

l. fulltime receptiebezetting

 

Ad.j automatisering

De werkplekken in De papaver zijn op dit moment niet aangesloten op het gemeentelijk netwerk. Ook onderling zijn de computers niet aangesloten op een gemeentelijk netwerk. Niet alleen voor de medewerkers, maar ook in relatie tot de andere functies van het gebouw is een automatiseringsnetwerk nodig. ICT zoekt uit wat de mogelijkheden en eventuele kosten zijn.

 

Ad.k Verbeteren arbo-omstandigheden

De omstandigheden in het gebouw zijn niet altijd goed voor een optimale werkprestatie.

Bij ’s zomers weer is het snel tropisch warm in het kantoor. De serre houdt dan de warmte vast, er is een manier om dit te beperken, maar dat kent de nodige gedragsregels. Wellicht is dat voor de meer bezoekersachtige functie en dus de vele mensen die er rond lopen wat teveel gevraagd. Nagegaan wordt in hoeverre dit tegelijk met fysieke verbeteringen aan het gebouw, zonwerende maatregelen genomen kunnen worden.

In het leslokaal is er sprake van een gebrekkige akoestiek. Dit is uiteraard erg storend op een plek, waar regelmatig lessen worden gegeven of wordt vergaderd. Nagegaan wordt hoe dat is te verbeteren.

Dit zijn twee voorbeelden, maar ook andere arbo-aspecten zullen na werkplekondrzoek wellicht nog verbeteringen oproepen.

 

Ad.m bezetting receptie

Met De Papaver als werkplek in combinatie met de huidige openingstijden, geeft dus door-de-weekse bezetting. Door een structurele receptiefunctie van 20 uur, wordt nog te vaak door  beleidsmedewerkers de receptie waargenomen. De structurele aanwezigheid van een receptioniste  is dan van belang om de beleidsmedewerkers hun inhoudelijke werk te kunnen laten doen. Nu gaat nog veel “inhoudelijke” tijd verloren met het regelen van het openhouden van het gebouw.

 

3. De papaver als mediatheek

 

Al eerder is het perspectief van het kenniscentrum gepresenteerd. Om te beginnen zal dit vorm krijgen worden ingevuld door het inrichten van een mediatheek. Doel van demediatheek is om de eductaieve materialen en kennis op een digitale en moderne manier te onsluiten. Dit zou prima passen binnen het idee van een bezoekerscentrum.

 

Om dat te bereiken worden de volgende maatregelen voorgesteld:

o. inrichten goede plek in het gebouw

p. digitaliseren materiaal bestand

q. milieuinformatie digitaal ontsluiten

 

Ad.o Inrichting mediatheek

De bibliotheek bevindt zich momenteel in een kleine donkere vergaderzaal, die niet bezocht kan worden als er wordt vergaderd. Nagegaan zal worden in hoeverre dit in te passen is in de tentoonstelling (c.q. expositie)ruimte. Naast een presentatie van materialen, zijn dan 1of 2 computers nodig met daarin het complete aanbod gedigitaliseerd.

 

Ad.p Digitaliseren materialenbestand

Het materialenbestand is deels gedigitaliseerd. Het programma is echter niet het meest praktische. Gezocht wordt naar een programma dat de verschillende materialen kan opslaan, met een duidelijk zoeksysteem en een praktische uitleensysteem. De medewerkers en de vrijwilligers van De Papaver zullen instructie moeten krijgen over het gebruik van het systeem. Er wordt naar gestreefd dat dit ook op afstand ingezien worden door bijvoorbeeld scholen (koppeling aan digitaal scholennetwerk). Ook kan het materialenbestand gekoppeld worden aan het bibli-servicepunt, dat nu in ontwikkeling is.

 

Ad.q Digitale milieuinformatie

In een eerder hoofdstuk is het ontwerpen van een site al genoemd. Deze natuur- en milieuinformatie is ook in de mediatheek digitaal in te zien. Hiervoor een een aparte computer (infozuil) nodig. Dit sluit aan het informatiepunt in de Retourette, hiervoor is iets soortgelijks ontworpen. Dit wordt momenteel herzien en geactualiseerd. Er kan dan meteen worden bekeken in hoeverre de informatie dan ook breed toegepast kan worden (internet, of op andere plekken zoals De Papaver).

 

4. De papaver als clubhuis

De papaver wordt door de leden van de natuur- en milieuverenigingen gezien als clubhuis. Ze voelen zich bij het gebouw betrokken en hebben om die reden dan ook allerlei nuttige suggesties gedaan voor verbeteringen van het gebouw. Daarbij uiteraard wel het nadrukkelijke verzoek om het gebouw ook te handhaven als clubhuis van de verenigingen.

 

Om dat te bereiken worden de volgende maatregelen voorgesteld:

r. bij herinrichting aandacht voor behoud van huidige faciliterende functies van het gebouw

s. duidelijke afspraken met de gebouwgebruikers

 

Ad.r Faciliteren

Er moet ruimte beschikbaar blijven voor verenigingen om elkaar te ontmoeten, te vergaderen voor het geven van cursussen of lessen en dergelijke. Maar ook voor het gebruik van kopieerapparaat, fax enzovoorts.

 

Ad.s Gebruiksafspraken

Bij veel verschillende gebruikers van de Papaver is het nodig dat er verschillende mensen beschikken over een sleutel en weten hoe het zit met de beveiliging van het gebouw. Maar ook zaken als het reserveren van ruimte, het opruimen, en dergelijke is het goed om na overeenstemming over de afspraken op papier te zetten en daarover uiteraard te communiceren met betrokkenen.

 

5. De papaver als opslagruimte

In het magazijn staan alle educatieve materialen opgeslagen. Hiervoor is niet zomaar elders ruimte beschikbaar, en in combinatie met de functie van De Papaver als werkplek en als bezoekerscentrum (ook voor scholen), ook niet logisch. De ruimte is in relatie tot de hoeveelheid materialen niet overdadig.

 

Om dat te bereiken worden de volgende maatregelen voorgesteld:

t. materialenbeheer en regelmatige opschonen

 

Ad.t Materialenbeheer

Het magazijn zal regelmatig (jaarlijks) opgeschoond moeten worden. Er zal dan schoongemaakt en opgeruimd kunnen worden, zodat spullen goed vindbaar blijven. Verouderde spullen worden verwijderd of  worden apart gezet om te worden geactualiseerd.

Om het digitaliseren van het materialenbestand te vergemakkelijken is het nodig om in het magazijn een computeraansluiting aan te brengen.