Nota

 

Onderwerp

heroverwegingsbesluit n.a.v. bezwaarschriften autoluw(plus)gebied 2001

 


Geacht college,

 

1.      Inleiding

Zoals bekend is tegen de besluitvorming in het kader van het autoluw maken van de binnenstad een groot aantal bezwaarschriften ingediend. Deze bezwaarschriften richten zich zowel tegen besluitvorming door de gemeenteraad als tegen besluiten genomen door uw college; wat dit laatste betreft gaat het uitsluitend over de zogeheten ‘verkeersbesluiten’. De Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften (Kamer 1) <verder te noemen ‘ de commissie’>  heeft naar aanleiding van de ingediende bezwaren inmiddels advies uitgebracht. Dit advies dateert van 7 december jl. Het betreft een gecombineerd advies, hetwelk u hierbij als bijlage aantreft.

 

2.      Verdere procedure

Het advies van de commissie zal in ieder geval tot een tweetal heroverwegingsbesluiten moeten leiden. Allereerst een heroverwegingsbesluit op het niveau van de gemeenteraad en aansluitend een heroverwegingsbesluit door uw college. Wij stellen u voor terughoudendheid te betrachten waar het betreft het advies aan de gemeenteraad en er mee te volstaan het advies van de commissie slechts door te geleiden onder het doen van een aantal praktische handreikingen. Het betreffende raadsvoorstel tezamen met een mogelijk door de raad te nemen heroverwegings-besluit treft u hierbij in concept aan. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. Met betrekking tot het door uw college te nemen heroverwegingsbesluit merken wij het volgende op.

 

3.      Heroverwegingsbesluit B&W

Het advies van de commissie resulteert in vier onderdelen waar het de mogelijke uitkomst van de heroverweging door uw college betreft:

a.     ontvankelijkheid / niet ontvankelijkheid;

b.     gegrondheid;

c.     ongegrondheid;

d.     overige gevolgen.

 

Ad. a

De commissie concludeert in haar advies dat bezwaren tegen een gedeelte van de door uw college genomen besluiten niet ontvankelijk zijn; namelijk daar waar sprake is van feitelijk handelen. De algemene wet bestuursrecht sluit dit uit.

 

Ad. b

De commissie concludeert in haar advies niet tot gegrondverklaring van bezwaren gericht tegen de eerder genoemde verkeersbesluiten.

 

Ad. c

Het voorgaande betekent dat, waar er sprake is van ontvankelijke bezwaren, deze naar het oordeel van de commissie alle ongegrond zijn.

 

Ad. d

De commissie besluit haar advies met een aantal aanbevelingen. Deze zijn voornamelijk gericht aan uw college. Een enkele aan de raad. Zakelijk weergegeven komen de aanbevelingen van de commissie gericht aan uw college op het volgende neer:

1.         Het bij de gehandicaptenparkeerplaatsen aan het Vrouw Juttenland aanbrengen van hekjes aan de waterkant en een duidelijke aanduiding van de parkeerplaatsen door middel van witte stenen.

2.         Het gezamenlijk (fietsers) weggebruik in het voetgangersgebied nadrukkelijk te betrekken bij de evaluatie van de genomen maatregelen.

3.         Door middel van voorlichting en extra publiciteit onder de aandacht brengen dat fietsers zich in het voetgangersgebied als zijnde “ gast” dienen te gedragen.

4.         De handhaving bij de evaluatie van de maatregelen te betrekken.

 

Geadviseerd wordt om het advies van de commissie, voorzover gericht aan uw college op alle hiervoor genoemde onderdelen, inclusief de aanbevelingen, over te nemen, met in acht neming van de motivering, zoals door de commissie gehanteerd, voorzover betrekking hebbend op besluiten of onderdelen daarvan, behorend tot de bevoegdheid van uw college. Het terzake door uw college te nemen heroverwegingsbesluit treft u in concept bij deze nota aan.

Wat betreft de aanbevelingen van de commissie leidt het voorgaande tot het daadwerkelijk plaatsen van de voorgestelde hekjes en witte steentjes, het starten van de voorgestelde voorlichtingscampagne en het aanbevelen aan het bestuur van de SCMD om de suggesties (gezamenlijk weggebruik en handhaving) inzake de evaluatie van de maatregelen over te nemen. 

 

4.      Nieuw kader regelgeving

 

4.1 Algemeen.

Het voorgaande kan beschouwd worden als luik 1 in het kader van het dossier autoluw(plus) binnenstad. Er is evenwel ook een luik 2. Dit betreft het bijstellen van de tot op dit moment geldende (verkeers)regelgeving. Deze bijstelling vloeit onder ander voort uit het advies van de commissie, maar tevens uit inmiddels ontstaan voortschrijdend inzicht van het gemeentebestuur. Verder blijkt op enkele onderdelen de situatie op straat niet geheel meer te stroken met de oorspronkelijke vastgestelde regelgeving en is er sprake van een een aantal wijzigingen van technische aard. De voorgestelde wijzigingen terzake treft u aan in het eveneens bij deze nota behorende concept raadsvoorstel en concept raadsbesluit. De wijzigingen zijn naar ons oordeel zodanig van aard dat gesproken kan worden van: meer eenvoud, meer eenduidigheid, meer systeemzuiverheid, meer ruimhartigheid, betere communiceerbaarheid; waarbij tenslotte vastgesteld moet worden dat er géén sprake is van substantiële wijzigingen. Om die reden valt af te zien van - opnieuw - een uitvoerige maatschappelijke dialoog. Ook overigens bestaat op dit punt niet een wettelijke verplichting.

Volledigheidshalve merken wij op dat het uit een oogpunt van rechtsbescherming zaak zal zijn goed te onderscheiden tussen wijzigingen die één op één voortvloeien uit het betreffende heroverweginsbesluit, dan wel een gevolg zijn van nieuwe inzichten. Immers, voor zover vatbaar voor bezwaar en beroep, zal tegen de eerste categorie besluiten, of onderdelen daarvan rechtstreeks beroep bij de rechtbank mogelijk zijn en zal tegen de tweede categorie allereerst een bezwaarschrift ingediend kunnen worden.

 

4.2.  Venstertijd.

In de nieuwe regelgeving komt de venstertijd van 07.00 tot 09.00 uur niet meer voor. Voor het laten vervallen van deze venstertijd is, mede tegen de achtergrond van de hiervoor onder 4.1. genoemde criteria, een aantal redenen aan te geven. Zo is in de bezwaarschriftenfase meermaals gebleken dat de regeling tot verwarring leidt. De suggestie wordt namelijk gewekt dat buiten de (minimale) venstertijd het autoluw-plus gebied niet toegankelijk zou zijn voor o.a. bevoorrading. Dat nu is juist niet het geval: alle noodzakelijke vormen van toegang tot het gebied zijn in het ontheffingsstelsel afdoende geregeld, met ruime tijdvakken.

De regeling is communicatief gecompliceerd. Steeds moeten drie afzonderlijke tijdvakken worden aangeduid: de venstertijd (vrij toegankelijk), de ontheffingstijden (toegankelijk met ontheffing) en de bloktijden (niet toegankelijk, behoudens bijzondere groepen). Deze driedeling leidt tot (te) uitgebreide toelichtingen op borden, in folders en op straat.

De regeling leidt verder, naar gevreesd moet worden, tot het ongewenste neveneffect van een west-oost sluiproute door het autoluw-plus gebied in de ochtendspits. Gezien de geplande busroute in twee richtingen over de Oude Langendijk zal aldaar geen sprake zijn van de mogelijkheid van doorgaand verkeer. Echter, via de toegang H.G. Kerkhof is een doorgaande route door het autoluw-plusgebied naar de Koepoortbrug mogelijk.

De regeling leidt tenslotte in de praktijk tot minder doelmatige handhavingssituaties, als (vracht-)auto’s nog kort voor 09.00 uur het gebied in rijden. Direct na 09.00 uur zijn deze dan in overtreding, terwijl het laden en lossen als zodanig nog in gang zijn. Dit betekent dat vrij vaak bekeuringen uitgedeeld moeten worden die formeel weliswaar juist zijn, maar weinig zullen aansluiten bij het gevoel van redelijkheid van de weggebruiker. Het laten vervallen van de venstertijd lost deze nadelen op. Daar staat tegenover dat vaste leveranciers die altijd ’s ochtends tussen 07.00 en 09.00 uur in het gebied laden en lossen, alsnog ook een ontheffing moeten hebben à raison van f 140,- per jaar

( 63,50 ). Voor incidentele toegang bestaat dit bezwaar niet.  Wij achten het geschetste nadeel overigens klein. Dit enerzijds gezien de relatief lage kosten  van de ontheffing, anderzijds omdat daar tegenover voor de leverancier de flexibiliteit ontstaat om het laden en lossen in veel ruimere tijdvakken in te plannen.

 

De figuur van de venstertijd komt voor in 21 door uw college genomen verkeersbesluiten.  Gelet hierop is het meest praktisch één “paraplubesluit” te nemen hetwelk zich uitstrekt over de eerder genomen besluiten. Een concept hiertoe is eveneens bij deze nota gevoegd.

 

5.      Nader inzake de ontheffingverlening autoluw-plus gebied

a.  Wenselijk is nadere uitwerkingsregels voor bijzondere groepen inzake het verlenen van ontheffing tot het autoluw-plus gebied op te stellen. Het vaststellen van dergelijke regels behoort tot de bevoegdheid van uw college. In de regelgeving is, dan wel wordt, met het voorgestelde nieuwe kader regelgeving, de basis tot deze uitwerkingsregels gelegd.

b.  Wenselijk is een monitorgroep te benoemen die, -zeker de eerste maanden na invoering- de feitelijke toepassing van de regelgeving volgt. Advies is deze groep qualitate qua ambtelijk alsmede uit  vertegenwoordigers van belanghebbende maatschappelijke geledingen samen te stellen. Het is wel zaak de groep kwantitatief beperkt van omvang te houden.

 

6.      Advies

Resumerend adviseren wij uw college:

1.      In te stemmen met het  bijgevoegde concept- raadsvoorstel en raadsbesluit inzake de heroverweging door de raad,  en deze voorstellen aan de raad door te geleiden.

2.      Het advies van de Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften, voor zover gericht aan uw college op alle onderdelen, inclusief de aanbevelingen, over te nemen en te besluiten conform het in concept bijgevoegde heroverwegingsbesluit, nadat de raad heeft ingestemd met het onder 1 genoemde heroverwegingsbesluit.

3.      In te stemmen met het voorgestelde concept nieuw kader regelgeving en dit ter besluitvorming aan de raad voor te leggen.

4.      Nadat de raad heeft ingestemd met het onder 3 genoemde nieuw kader regelgeving, over te gaan tot het vaststellen van het paraplubesluit inzake de venstertijd. Hiertoe is eveneens een concept bijgevoegd.

 



Bijlage: Samenvatting op hoofdlijnen van de beleidswijzigingen

 

 

Heroverweging

Nieuw beleid

Raad

- Reduceren van tijden waarop geen ontheffing wordt verleend (zaterdagavond en zondag)

- Aanmerken van totaal ca. 85 parkeerplaatsen voor dubbelgebruik (vergunninghouders en betaald parkeren)

- Invoeren vergunningparkeren (schilregime) in gebied Kalverbos (per 1 maart 2002).

- Concreet aanwijzen van betaald parkeerplaatsen in het schilgebied.

- Wijzigen van “Legesverordening Delft 2000” in “Legesverordening Delft”.

- Invoeren dubbelgebruik op aantal plekken op Verwersdijk (5), Noordeinde (5) en Oude Delft ter hoogte van de Breestraat (4).

- Invoeren van een werknemersabonnement in en voor de schil.

- B&W voor de duur van de bouw van Zuidpoort  machtigen om voor het plangebied tijdelijk parkeerplaatsen aan te wijzen.

- Mogelijkheid creëren om voor de ontheffingpas de vervangingskosten in rekening te brengen.

- Het instellen van uniforme bloktijden waarop geen ontheffing wordt verleend in de verordening ontheffingverlening voor de diverse groepen ontheffinghouders. De uniforme tijden worden vrijdag van 18:00 tot 21:00 uur en zaterdag van 11:00 tot 17:00 uur.

- Kleine technische aanpassingen van ondergeschikte aard die voor de inhoud van het beleid niet van betekenis zijn.

B&W

Het college heroverweegt en neemt daarbij ook de aanbevelingen van de commissie CBB over:

- aanbrengen hekjes aan de waterkant en duidelijke aanduiding met witte stenen m.b.t. gehandicaptenparkeerplaatsen;

- gezamenlijk weggebruik fietsers en voetgangers evalueren en aangeven dat fietsers ‘te gast’ zijn;

- handhavingsaspecten bij evaluatie van maatregelen betrekken.

- Afschaffen van de venstertijd van 07:00 uur tot 09:00 uur in het autoluwplus gebied.