1.
Inleiding
Zoals bekend is tegen de besluitvorming in het
kader van het autoluw maken van de binnenstad een groot aantal bezwaarschriften
ingediend. Deze bezwaarschriften richten zich zowel tegen besluitvorming door
de gemeenteraad als tegen besluiten genomen door uw college; wat dit laatste
betreft gaat het uitsluitend over de zogeheten ‘verkeersbesluiten’. De
Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften (Kamer 1) <verder te noemen ‘
de commissie’> heeft naar aanleiding
van de ingediende bezwaren inmiddels advies uitgebracht. Dit advies dateert van
7 december jl. Het betreft een gecombineerd advies, hetwelk u hierbij als
bijlage aantreft.
2.
Verdere procedure
Het advies van de commissie zal in ieder geval tot
een tweetal heroverwegingsbesluiten moeten leiden. Allereerst een
heroverwegingsbesluit op het niveau van de gemeenteraad en aansluitend een
heroverwegingsbesluit door uw college. Wij stellen u voor terughoudendheid te
betrachten waar het betreft het advies aan de gemeenteraad en er mee te volstaan
het advies van de commissie slechts door te geleiden onder het doen van een
aantal praktische handreikingen. Het betreffende raadsvoorstel tezamen met een
mogelijk door de raad te nemen heroverwegings-besluit treft u hierbij in
concept aan. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. Met betrekking tot het
door uw college te nemen heroverwegingsbesluit merken wij het volgende op.
3.
Heroverwegingsbesluit
B&W
Het advies van de commissie resulteert in vier
onderdelen waar het de mogelijke uitkomst van de heroverweging door uw college
betreft:
a.
ontvankelijkheid /
niet ontvankelijkheid;
b.
gegrondheid;
c.
ongegrondheid;
d.
overige gevolgen.
Ad. a
De commissie concludeert in haar advies dat
bezwaren tegen een gedeelte van de door uw college genomen besluiten niet ontvankelijk
zijn; namelijk daar waar sprake is van feitelijk handelen. De algemene wet
bestuursrecht sluit dit uit.
Ad. b
De commissie concludeert in haar advies niet tot gegrondverklaring van bezwaren gericht tegen de eerder genoemde verkeersbesluiten.
Ad. c
Het voorgaande betekent dat, waar er sprake is van
ontvankelijke bezwaren, deze naar het oordeel van de commissie alle ongegrond
zijn.
Ad. d
De commissie besluit haar advies met een aantal
aanbevelingen. Deze zijn voornamelijk gericht aan uw college. Een enkele aan de
raad. Zakelijk weergegeven komen de aanbevelingen van de commissie gericht aan
uw college op het volgende neer:
1.
Het bij de
gehandicaptenparkeerplaatsen aan het Vrouw Juttenland aanbrengen van hekjes aan
de waterkant en een duidelijke aanduiding van de parkeerplaatsen door middel
van witte stenen.
2.
Het gezamenlijk
(fietsers) weggebruik in het voetgangersgebied nadrukkelijk te betrekken bij de
evaluatie van de genomen maatregelen.
3.
Door middel van
voorlichting en extra publiciteit onder de aandacht brengen dat fietsers zich
in het voetgangersgebied als zijnde “ gast” dienen te gedragen.
4.
De handhaving bij de
evaluatie van de maatregelen te betrekken.
Geadviseerd wordt om het advies van de commissie,
voorzover gericht aan uw college op alle hiervoor genoemde onderdelen,
inclusief de aanbevelingen, over te nemen, met in acht neming van de
motivering, zoals door de commissie gehanteerd, voorzover betrekking hebbend op
besluiten of onderdelen daarvan, behorend tot de bevoegdheid van uw college.
Het terzake door uw college te nemen heroverwegingsbesluit treft u in concept
bij deze nota aan.
Wat betreft de aanbevelingen van de commissie
leidt het voorgaande tot het daadwerkelijk plaatsen van de voorgestelde hekjes
en witte steentjes, het starten van de voorgestelde voorlichtingscampagne en
het aanbevelen aan het bestuur van de SCMD om de suggesties (gezamenlijk
weggebruik en handhaving) inzake de evaluatie van de maatregelen over te
nemen.
4.
Nieuw kader
regelgeving
4.1 Algemeen.
Het voorgaande kan beschouwd worden als luik 1 in
het kader van het dossier autoluw(plus) binnenstad. Er is evenwel ook een luik
2. Dit betreft het bijstellen van de tot op dit moment geldende
(verkeers)regelgeving. Deze bijstelling vloeit onder ander voort uit het advies
van de commissie, maar tevens uit inmiddels ontstaan voortschrijdend inzicht
van het gemeentebestuur. Verder blijkt op enkele onderdelen de situatie op
straat niet geheel meer te stroken met de oorspronkelijke vastgestelde
regelgeving en is er sprake van een een aantal wijzigingen van technische aard.
De voorgestelde wijzigingen terzake treft u aan in het eveneens bij deze nota
behorende concept raadsvoorstel en concept raadsbesluit. De wijzigingen zijn
naar ons oordeel zodanig van aard dat gesproken kan worden van: meer eenvoud,
meer eenduidigheid, meer systeemzuiverheid, meer ruimhartigheid, betere
communiceerbaarheid; waarbij tenslotte vastgesteld moet worden dat er géén
sprake is van substantiële wijzigingen. Om die reden valt af te zien van -
opnieuw - een uitvoerige maatschappelijke dialoog. Ook overigens bestaat op dit
punt niet een wettelijke verplichting.
Volledigheidshalve merken wij op dat het uit een
oogpunt van rechtsbescherming zaak zal zijn goed te onderscheiden tussen
wijzigingen die één op één voortvloeien uit het betreffende
heroverweginsbesluit, dan wel een gevolg zijn van nieuwe inzichten. Immers,
voor zover vatbaar voor bezwaar en beroep, zal tegen de eerste categorie
besluiten, of onderdelen daarvan rechtstreeks beroep bij de rechtbank mogelijk
zijn en zal tegen de tweede categorie allereerst een bezwaarschrift ingediend
kunnen worden.
4.2.
Venstertijd.
In de nieuwe regelgeving komt de venstertijd van
07.00 tot 09.00 uur niet meer voor. Voor het laten vervallen van deze
venstertijd is, mede tegen de achtergrond van de hiervoor onder 4.1. genoemde
criteria, een aantal redenen aan te geven. Zo is in de bezwaarschriftenfase
meermaals gebleken dat de regeling tot verwarring leidt. De suggestie wordt
namelijk gewekt dat buiten de (minimale) venstertijd het autoluw-plus gebied
niet toegankelijk zou zijn voor o.a. bevoorrading. Dat nu is juist niet het
geval: alle noodzakelijke vormen van toegang tot het gebied zijn in het
ontheffingsstelsel afdoende geregeld, met ruime tijdvakken.
De regeling is communicatief gecompliceerd. Steeds
moeten drie afzonderlijke tijdvakken worden aangeduid: de venstertijd (vrij
toegankelijk), de ontheffingstijden (toegankelijk met ontheffing) en de
bloktijden (niet toegankelijk, behoudens bijzondere groepen). Deze driedeling
leidt tot (te) uitgebreide toelichtingen op borden, in folders en op straat.
De regeling leidt verder, naar gevreesd moet
worden, tot het ongewenste neveneffect van een west-oost sluiproute door het
autoluw-plus gebied in de ochtendspits. Gezien de geplande busroute in twee
richtingen over de Oude Langendijk zal aldaar geen sprake zijn van de
mogelijkheid van doorgaand verkeer. Echter, via de toegang H.G. Kerkhof is een
doorgaande route door het autoluw-plusgebied naar de Koepoortbrug mogelijk.
De regeling leidt tenslotte in de praktijk tot
minder doelmatige handhavingssituaties, als (vracht-)auto’s nog kort voor 09.00
uur het gebied in rijden. Direct na 09.00 uur zijn deze dan in overtreding,
terwijl het laden en lossen als zodanig nog in gang zijn. Dit betekent dat vrij
vaak bekeuringen uitgedeeld moeten worden die formeel weliswaar juist zijn,
maar weinig zullen aansluiten bij het gevoel van redelijkheid van de
weggebruiker. Het laten vervallen van de venstertijd lost deze nadelen op. Daar
staat tegenover dat vaste leveranciers die altijd ’s ochtends tussen 07.00 en
09.00 uur in het gebied laden en lossen, alsnog ook een ontheffing moeten
hebben à raison van f 140,- per jaar
(€ 63,50 ). Voor
incidentele toegang bestaat dit bezwaar niet.
Wij achten het geschetste nadeel overigens klein. Dit enerzijds gezien
de relatief lage kosten van de
ontheffing, anderzijds omdat daar tegenover voor de leverancier de
flexibiliteit ontstaat om het laden en lossen in veel ruimere tijdvakken in te
plannen.
De figuur van de venstertijd komt voor in 21 door
uw college genomen verkeersbesluiten.
Gelet hierop is het meest praktisch één “paraplubesluit” te nemen
hetwelk zich uitstrekt over de eerder genomen besluiten. Een concept hiertoe is
eveneens bij deze nota gevoegd.
5.
Nader inzake de
ontheffingverlening autoluw-plus gebied
a.
Wenselijk is nadere
uitwerkingsregels voor bijzondere groepen inzake het verlenen van ontheffing
tot het autoluw-plus gebied op te stellen. Het vaststellen van dergelijke
regels behoort tot de bevoegdheid van uw college. In de regelgeving is, dan wel
wordt, met het voorgestelde nieuwe kader regelgeving, de basis tot deze
uitwerkingsregels gelegd.
b.
Wenselijk is een
monitorgroep te benoemen die, -zeker de eerste maanden na invoering- de feitelijke
toepassing van de regelgeving volgt. Advies is deze groep qualitate qua
ambtelijk alsmede uit
vertegenwoordigers van belanghebbende maatschappelijke geledingen samen
te stellen. Het is wel zaak de groep kwantitatief beperkt van omvang te houden.
6.
Advies
Resumerend adviseren wij uw college:
1.
In te stemmen met
het bijgevoegde concept- raadsvoorstel
en raadsbesluit inzake de heroverweging door de raad, en deze voorstellen aan de raad door te geleiden.
2.
Het advies van de
Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften, voor zover gericht aan uw
college op alle onderdelen, inclusief de aanbevelingen, over te nemen en te
besluiten conform het in concept bijgevoegde heroverwegingsbesluit, nadat de
raad heeft ingestemd met het onder 1 genoemde heroverwegingsbesluit.
3.
In te stemmen met
het voorgestelde concept nieuw kader regelgeving en dit ter besluitvorming aan
de raad voor te leggen.
4.
Nadat de raad heeft
ingestemd met het onder 3 genoemde nieuw kader regelgeving, over te gaan tot
het vaststellen van het paraplubesluit inzake de venstertijd. Hiertoe is
eveneens een concept bijgevoegd.
Bijlage: Samenvatting op hoofdlijnen van de beleidswijzigingen
|
Heroverweging |
Nieuw beleid |
Raad |
- Reduceren van
tijden waarop geen ontheffing wordt verleend (zaterdagavond en zondag) - Aanmerken van
totaal ca. 85 parkeerplaatsen voor dubbelgebruik (vergunninghouders en
betaald parkeren) - Invoeren
vergunningparkeren (schilregime) in gebied Kalverbos (per 1 maart 2002). |
- Concreet
aanwijzen van betaald parkeerplaatsen in het schilgebied. - Wijzigen van
“Legesverordening Delft 2000” in “Legesverordening Delft”. - Invoeren
dubbelgebruik op aantal plekken op Verwersdijk (5), Noordeinde (5) en Oude
Delft ter hoogte van de Breestraat (4). - Invoeren van
een werknemersabonnement in en voor de schil. - B&W voor de
duur van de bouw van Zuidpoort
machtigen om voor het plangebied tijdelijk parkeerplaatsen aan te
wijzen. - Mogelijkheid
creëren om voor de ontheffingpas de vervangingskosten in rekening te brengen. - Het instellen
van uniforme bloktijden waarop geen ontheffing wordt verleend in de
verordening ontheffingverlening voor de diverse groepen ontheffinghouders. De
uniforme tijden worden vrijdag van 18:00 tot 21:00 uur en zaterdag van 11:00
tot 17:00 uur. - Kleine
technische aanpassingen van ondergeschikte aard die voor de inhoud van het
beleid niet van betekenis zijn. |
B&W |
Het college
heroverweegt en neemt daarbij ook de aanbevelingen van de commissie CBB over: - aanbrengen
hekjes aan de waterkant en duidelijke aanduiding met witte stenen m.b.t.
gehandicaptenparkeerplaatsen; - gezamenlijk
weggebruik fietsers en voetgangers evalueren en aangeven dat fietsers ‘te
gast’ zijn; -
handhavingsaspecten bij evaluatie van maatregelen betrekken. |
- Afschaffen van
de venstertijd van 07:00 uur tot 09:00 uur in het autoluwplus gebied. |