Stuk 18 I

00/001019                                                                                                    Delft, 6 februari 2001.

 

 

Onderwerp:       Bestedingsvoorstel no. 30: Instellen van een

                        energiefonds.

Beschikbaar stellen van een krediet van f .3.750.000,- (EZH-gelden).

 

 

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

Inleiding

Op 30 maart 1999 heeft u ingestemd met het toekennen van een budget vanuit de EZH-reserve aan het project’ Instellen van een energiefonds’. Hieronder volgt een voorstel voor verdere uitwerking van dit project.

 

1. Algemeen

1.1 Achtergrond

Besparing van energie heeft prioriteit en is belangrijk voor burger en overheid. Een in Delft uitgevoerd onderzoek toont aan dat in de oudere woningen in Delft, vooral de vele flats, veel aan energiebesparing en toepassing van duurzame energie kan worden gedaan. Door de energiemaatregelen te combineren met geplande renovaties en herstructurering van oude wijken, kan kosteneffectief worden gewerkt. Door een stevige subsidieregeling te maken voor energiebesparingsprojecten en duurzame energieprojecten in de stad kan de gemeente een grote bijdrage leveren aan het realiseren van milieudoelstellingen. Voor de velen die nu nog in slecht geïsoleerde woningen wonen levert dit ook een lagere energierekening  en een beter wooncomfort op.

 

In het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 (3D) is het instellen van een Energiefonds benoemd en zijn criteria beschreven waaraan projecten moeten voldoen om voor een uitkering uit het fonds in aanmerking te komen. Het doel is in eerste instantie een zo groot mogelijke besparing te realiseren op het energiegebruik. De resterende energievraag zal vervolgens zo veel mogelijk gedekt worden uit duurzame bronnen. Daarnaast is het doel de ontwikkelingen van innovatieve energiesystemen te stimuleren.

 

Het energiefonds vormt een extra impuls om de energiedoelstellingen uit het Duurzaamheidsplan te realiseren.

 

Korte termijn energiedoelstellingen uit Duurzaamheidsplan:

Per 1-1-2005 moet een energiebesparing bereikt worden van minimaal 30% in tenminste 2000 bestaande woningen. Ook moeten lokale energieopwekkingsprojecten uitgevoerd zijn, leidend tot opwekking van in totaal minimaal ca. 3% van het electriciteitsverbruik.


Stuk 18 I                                                                     pag. 2

 

 

 

1.2 Probleemstelling

Met het energiefonds kan Delft projecten steunen die energie besparen. Daarbij gaat het niet alleen om extra isolatie en zuiniger cv-ketels, maar vooral ook om het ‘duurzaam’ opwekken van energie uit (bijvoorbeeld) wind en zon. Het gaat onder andere om een bijdrage aan aanpassingen van ongeveer 4000 tot 8000 (oudere) woningen. Dit kunnen individuele woningen zijn maar ook grootschalige projecten in oudere herstructureringswijken. Zo levert Delft een bijdrage aan een beter milieu en kunnen meer Delftenaren die nu nog in slecht geïsoleerde woningen wonen profiteren van een lagere energierekening. Ook experimentele duurzame energieprojecten kunnen hieruit betaald worden, zoals warmteopslag in de bodem en warmtepompen.

 

Het doel van het energiefonds betreft met name het versterkt toepassen van energiebesparing, duurzame energie, innovatieve energievoorzieningen en van experimentele energieprojecten. Het is derhalve extra ten opzichte van wat al wordt gesubsidieerd via reguliere mogelijkheden.

 

2 Resultaat

Gezien het geformuleerde onder het kopje ‘Probleemstelling’ is het gewenst te komen tot de instelling van een Energiefonds door de Raad.

 

Voeding van het energiefonds

In het collegeprogramma is de wens uitgesproken een reserve voor energiebesparing en duurzame maatregelen in te stellen. Met de zomernota 2000-2003 is voorgesteld deze reserve te vormen uit de te verwachten nutswinsten voor de komende jaren. In totaal wordt een storting in de reserve voorzien van ƒ 1.2 mln. Voor de periode 2004 - 2009 is de reserve p.m.

Vanuit de EZH-gelden krijgt het in te stellen fonds nog eens een extra impuls van 3,75 miljoen gulden. De totale looptijd van het fonds is 10 jaar (2000 - 2009) met een totaal budget van ca. 5 miljoen gulden.

 

Richtlijn voor de verdeling budget energiefonds

Het totale budget voor het energiefonds zal vervolgens over 3 categorieën worden verdeeld:

A.   ‘grote’ projecten in de bestaande bouw          »  ca. 2 mln. gulden

B.   ‘grote’ projecten in de nieuwbouw      »  ca. 2 mln. gulden

C.   individuele bedrijven en huishoudens  » ca. 1 mln. gulden

 

Het geld is primair bedoeld als object subsidie, dus voor het treffen van energiemaatregelen. In de categorieën A en B is het ook mogelijk om subsidie aan te vragen voor het verrichten van een haalbaarheidsstudie m.b.t. energie. In totaal voor maximaal 10% van het jaarbudget: ƒ 50.000,-.


Stuk 18 I                                                                     pag. 3

 

 

 

2.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten

Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het energiefonds, spelen de volgende vragen een rol:

·       Heeft het project relatie met het thema energie?

·       Draagt het project bij aan een structurele vermindering van gebruik van fossiele brandstoffen in Delft?

·       Draagt het project bij aan het beperken van de energievraag?

·       Draagt het project bij aan het verhogen van het aandeel duurzame energiebronnen in de energievoorziening van gebouwen en/of wijken?

·       Draagt het project bij aan de vermindering van CO2-uitstoot?

·       Draagt het project bij aan het vergroten van het draagvlak voor het lokale energiebeleid?

 

Het ingediende project moet aan de volgende randvoorwaarde voldoen:

·       De criteria zoals opgesteld in bijlage V van het Duurzaamheidsplan Delft 2000 - 2003 (zie de voor u ter inzage gelegde bijlage 1);

 

Voorts gelden de volgende uitgangspunten:

·       De gemeente hecht tevens waarde aan innovatieve lokaal toepasbare energietechnologie-projecten in de brede zin des woords. Een grote uitstraling en/of spin-off is daarbij een pré. Het (verwachte) rendement van deze projecten (direct, indirect of op langere termijn) moet daarbij aantoonbaar zijn;

·       Een pré is als bij de uitvoering van het project zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de prioriteiten in het collegeprogramma in termen van wijkgericht werken, Delft Kennisstad en duurzaamheid.

 

Doelgroepen:

·       Aanmelding van projecten staat in principe open voor alle doelgroepen van het gemeentelijk beleid, maar ook voor individuele personen.

·       Doelgroepen van het milieubeleid kunnen projecten indienen. Het gaat dan om institutionele beleggers, woningbouwcorporaties, vereniging van eigenaren, bedrijven, instellingen, scholen, milieuorganisaties, e.d.;

·       Projecten die de doelgroepen ondersteunen kunnen ook vanuit de gemeentelijke organisatie ingediend worden. Projecten die in samenwerking met externe partners worden uitgevoerd maken een grotere kans op een bijdrage.

 

Tenslotte dient nog vermeld te worden dat in te dienen projecten zowel inhoudelijk als financieel goed onderbouwd moeten zijn, zowel financieel als technisch haalbaar moeten worden geacht, waarbij de bijdrage uit het fonds in relatie tot het totaal benodigde bedrag wordt meegewogen.


Stuk 18 I                                                                     pag. 4

 

 

 

Projecten:

Hieronder volgt een opsomming van projecten die wellicht in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit het energiefonds.

*      isolatieprojecten in woningen die nog niet geïsoleerd zijn;

*      zonneboiler projecten;

*      zonnecellen op gemeentebedrijven en kantoren;

*      warmtekrachtinstallaties in nieuwe en renovatiewijken;

*      duurzame herstructurering Schie-oevers (3D);

*      duurzame ontwikkeling TU zuid-gebied (3D);

*      duurzame herstructurering Poptahof (3D);

*      klein Kyoto in Delft (3D);

*      energiebesparing voor kleine bedrijven en huishoudens in Delft (3D);

*      duurzame energievoorziening Zuid-Poort gebied (3D);

*      koppeling koelsysteem stadstheater aan energievoorziening Zuid-Poort;

*      energievoorziening Spoorzone en Poptahof met mogelijkheid restwarmtebenutting DSM-Gist (OEI-bestaande bouw);

*      etc.

 

Genoemde projecten komen pas in aanmerking voor financiering na indiening van een projectvoorstel. Prioritering hierin is noodzakelijk. Het is niet mogelijk om alle hierboven genoemde projecten met het beschikbare budget voor het Energiefonds te realiseren.

 

 

3. Projectbeschrijving

stap 1:    formele instelling van het energiefonds door de gemeenteraad;

stap 2:    publiciteit om doelgroepen uit te nodigen projecten in te dienen;

stap 3:    Delfts Energie Agentschap (DEA) werft actief projecten;

stap 4:    DEA beoordeelt de ingediende projecten op de criteria en maakt hiervan een      overzicht voor de toetsingscommissie;

stap 5:    de toetsingscommissie formuleert haar advies voor Burgemeester & Wethouders           (B&W)

stap 6:    B&W besluit uiteindelijk over de hoogte van de subsidies.

 

Het systeem van subsidieverstrekking moet flexibel zijn. Op elk moment van het jaar moet het mogelijk zijn een project in te dienen voor een bijdrage uit het Energiefonds. Daarom is het voorstel om het principe  ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ te hanteren. Op het moment dat er een aanvraag binnenkomt beoordeelt de toetsingscommissie deze. Het jaarlijks uit te geven bedrag bedraagt maximaal 10% (ca. ƒ 500.000,-) van het totaal budget van het Energiefonds, met de mogelijkheid hiervan af te wijken bij interessante projecten tot een hoogte van 15 % (ca. ƒ 750.000,-).

Na 1 jaar zal de keuze voor dit systeem van subsidieverstrekking worden geëvalueerd door het DEA. Het risico bestaat namelijk dat bij een overmaat aan ingediende projecten vroegtijdig het jaarlijkse budget op is en dat hierdoor projecten met bijvoorbeeld een hoger milieurendement niet meer in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Indien dit het geval is kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een systeem waarbij de projecten één keer per jaar worden vergeleken met elkaar (systeem Novem-subsidies).


Stuk 18 I                                                                     pag. 5

 

 

 

4 Projectorganisatie

4.1 Organisatie

Ambtelijk verantwoordelijk: milieuspecialist duurzaam bouwen/ energie

Verantwoordelijke leidinggevende en budgetbeheerder: hoofd vakteam Milieu

Politiek verantwoordelijke: wethouder Duurzaamheid

 

Toetsingscommissie

·       wethouder Duurzaamheid

·       hoofd vakteam Milieu

·       directeur Delfts Energie Agentschap

·       milieuspecialist duurzaam bouwen/ energie

 

De toetsingscommissie maakt een beoordeling van de ingediende projecten op basis van een overzicht, welke is samengesteld door het Delfts Energieagentschap

 

Delfts Energie Agentschap (DEA)

Het Energie Agentschap is een gezamenlijk initiatief van de gemeente Delft, de gemeente Schipluiden, de TU Delft, Energie Delfland, de Delftse woningcorporaties, de Kamer van Koophandel, de Windvereniging en de Woonkoepel. Het Energie Agentschap is een zelfstandige organisatie die zich bezighoudt met de opzet en uitvoering van lokaal energiebeleid.

 

 

4.2 Tijd

Planning

stap 1:  formele instelling energiefonds door de gemeenteraad » januari 2001

Jaarlijkse procedure indiening aanvragen voor energiefonds

stap 2: publiciteit                                                          medio januari 2001

stap 3: DEA werft actief projecten                                  (gehele jaar)

stap 4: DEA maakt overzicht op basis criteria     naar behoefte

stap 5:  advies toetsingscommissie                                naar behoefte

stap 6: besluit B & W                                                   naar behoefte

           

De uitvoerende werkzaamheden m.b.t. het Energiefonds voor het Delfts Energieagentschap vallen binnen het budget van DEA.

 

Voor de toetsingscommissie wordt uitgegaan van een tijdsinvestering van 10 uur/ jaar.

 

4.3 Informatie

De Burgemeester en de wethouders zullen bij dit project worden betrokken. B&W besluit over de toekenning van de subsidies op basis van het advies van de toetsingscommissie.

 

Publiciteit is nodig, door het uitbrengen van een persbericht bij start van het Energiefonds en verder ieder jaar voor de aanmelding van nieuwe projecten.


Stuk 18 I                                                                     pag. 6

 

 

 

communicatie

Na instelling van het fonds moeten de criteria aan de betreffende doelgroepen, waarop het fonds zich richt kenbaar gemaakt worden. Een belangrijke rol hierin is neergelegd bij het Delfts Energie Agentschap. Doelgroepen zijn met name particulieren, woningbouwcorporaties,  onderzoeksinstituten en bedrijven.

 

 

4.4. Geld

Financiën

Bestedingsvoorstel looptijd 10 jaar.

voeding fonds

jaarlijks beschikbaar voor subsidies

 

verdeling budget energiefonds

project subsidie

EZH 1-malig

ƒ 3,75 mln.

 projecten ƒ 450.000,-

 

A. bestaande bouw

ƒ 2 mln.

afhankelijk van het

reserve nutswinsten

ƒ 1,2   mln.

onderzoek ƒ  50.000,-

 

B. nieuwbouw

ƒ 2 mln.

in te dienen project

vanaf 2003 jaarlijks

 p.m.

 

 

C. individueel

ƒ 1 mln.

 

TOTAAL

 ca. ƒ 5 mln.

ca. ƒ 500.000,- / jaar

 

TOTAAL

ƒ 5 mln.

 

 

Reeds aangegane verplichtingen met als financiële dekking ‘reserve nutwinsten’

project

budget

stuk commissie vergadering

100 Delfts blauwe daken

ca. ƒ 450.000,-

d.d. 06-06-2000

onrendabele top energievoorziening Zuidpoort

ca. ƒ 420.000,-

d.d. 28-11-2000

energievoorziening Spoorzone en Poptahof (OEI-aanvraag)

ca. ƒ 30.000,-

voorstel in voorbereiding

 

Jaarlijks zal een overzicht van de te besteden gelden worden gemaakt.

project

categorie

budget 2000

budget 2001

budget 2002

budget 2003

100 Delfts blauwe daken a)

A

ca. ƒ 225.000,-

ca. ƒ 205.000,-

 

 

 

C

 

ca. ƒ  20.000,-

 

 

onrendabele top energievoorziening Zuidpoort a)

B

ca. ƒ 275.000,-

ca. ƒ 50.000,- b)

ca. ƒ 50.000,- b)

ca. ƒ 45.000,- b)

energievoorziening Spoorzone en Poptahof (OEI-aanvraag)

A

 

ca. ƒ 30.000,-

 

 

TOTAAL

 

ca. ƒ 500.000,-

ca. ƒ 305.000,-

 

 

 

a)    toezeggingen zijn afhankelijk van subsidies van derden; wellicht dat  genoemde bedragen slechts gedeeltelijk

     worden uitgegeven.

b)    de exacte verdeling over de jaren 2001, 2002 en 2003 ligt niet vast; verschuivingen zijn nog mogelijk.

 

 

4.5 Kwaliteit

Om het energiefonds een juridische basis te geven zal zo spoedig mogelijk een subsidieverordening worden opgesteld.

 

Toetsing van de projecten aan de gestelde voorwaarden en uitgangspunten vindt plaats in de toetsingscommissie en voorgelegd met advies aan B&W.

 


Stuk 18 I                                                                     pag. 7

 

 

 

Monitoring vindt plaats middels projectmonitoring

Om te bepalen of met de subsidie uit het Energiefonds de gestelde doelen worden bereikt, is het noodzakelijk dat, naast het monitoren van het project, ook inzichtelijk wordt gemaakt of het project het gewenste resultaat heeft bijvoorbeeld vermindering van de CO2-uitstoot. De indiener van het project dient hiervoor de benodigde gegevens aan de gemeente te leveren.

 

5. Documenten

Belangrijke documenten in dit kader zijn:

·       Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 Gemeente Delft, oktober 1999.

·       Voortgangsbericht I EZH

 

Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie Duurzaamheid,

in te stemmen met het oprichten van het energiefonds conform bovenstaand voorstel, een krediet ad f. 3.750.000,- beschikbaar te stellen t.b.v. storting in de reserve energie maatregelen en hiertoe vast te stellen de 16e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2001.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en Wethouders van Delft,

 

 

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester

 

 

N. Roos                                   , secretaris





Stuk 18 II

01/001019

 

 

 

De raad van de gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 februari 2001;

 

overwegende dat het wenselijk is voor de gemeente Delft een energiefonds op te richten dat tot doel heeft het subsidiëren van projecten op het gebied van energiebesparing, duurzame energie en innovatieve energievoorzieningen en eventuele experimentele energieprojecten. 

 

b e s l u i t :

 

1.                  In te stemmen met het oprichten van het energiefonds:

2.                  een krediet ad f. 3.750.000,- beschikbaar te stellen t.b.v. storting in de reserve energie maatregelen en hiertoe vast te stellen de 16e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2001.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 februari 2001.

 

 

                                               ,burgemeester

 

 

 

                                               ,secretaris