Stuk 198 I                                                                                           Delft, 4 december 2001.

01/ 028605                                                                                         

 

Onderwerp:     Intrekking van de Subsidieverordening Projectmatige

                     Stimuleringsregeling Verbetering Panden en vaststel-

                     ling van de Subsidieverordening Stimuleringsregeling

                     Verbetering Panden en Stoepen.

                       

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

Per 1 januari 2000 is de Projectmatige Stimuleringsregeling Verbetering Panden, kortweg ‘gevelaanpak’ genoemd, van kracht voor het opknappen van (zicht)gevels. Als eerste gebied en voor een periode van twee jaar (2000 en 2001), is het noordelijk winkelgebied aangewezen. Daarvoor is per jaar f 150.000,- / € 68.000,--beschikbaar. Het moment is aangebroken dat een nieuw gebied wordt aangewezen. Echter, de ervaringen opgedaan tijdens dit eerste project maken aanpassing van de regeling noodzakelijk. Theorie en praktijk sporen niet. Bovendien is het wenselijk gebleken ook het herstel van cultuurhistorische stoepen in de regeling op te nemen.

 

Theorie

Volgens de nota ‘gevelaanpak’  van 11 januari 2000 kunnen panden die een opknapbeurt nodig hebben gedurende een door burgemeester en wethouders vastgestelde periode in een door hen aangewezen gebied in aanmerking komen voor subsidie. Met het oog op de nieuwe parkeergarage aan de Phoenixstraat en de herbestrating van het noordelijk winkelgebied, werd dat gebied als eerste aangewezen voor gevelaanpak. Door een beperkt gebied in de binnenstad voor twee jaar aan te wijzen, zo werd gemeend, kon sprake zijn van een voortvarende aanpak en zouden steigers maar kort het straatbeeld ontsieren.

De praktijk blijkt anders.

 

Praktijk

De gemeentelijke plannen voor het autoluw maken van het noordelijk winkelgebied leidden tot een afwachtende houding van menig pandeigenaar. Daarnaast, zo is gebleken uit ervaringen met de Tijdelijke stimuleringsregeling voor het verwijderen/ vervangen van gesloten rolluiken in 1996-1998, geeft een (herhaalde) persoonlijke benadering door medewerkers van het vakteam Bouwtoezicht en monumenten (BTM) pandeigenaren/ ondernemers net dat duwtje om daadwerkelijk tot actie over te gaan. Dat vergt capaciteit. Capaciteit die er van 2000 tot medio 2001 bij BTM niet voldoende was vanwege de inventarisatie voor de behoefteraming van te restaureren rijksmonumenten. Het gevolg was dat er veel minder subsidieaanvragen werden ingediend. Ook bij overige subsidieregelingen uit het Stadsvernieuwingsfonds, zoals monumentensubsidie, wonen boven winkels en steun bedrijven stadsvernieuwing, SBS, was dit het geval.

 

Vanaf de tweede helft 2001 is er meer capaciteit beschikbaar voor persoonlijke benadering van pandeigenaren/ondernemers, die inmiddels de resultaten zien van de (nu nog gedeeltelijk) autoluwe binnenstad. Bijkomend probleem is dat aannemers zo veel werk hebben dat het maanden duurt voor zij zelfs maar een offerte afgeven. Ook dat heeft een vertragende werking.

 

De interesse voor het opknappen van (winkel)panden met gebruikmaking van de verschillende subsidieregelingen neemt toe. Subsidieaanvragen komen echter niet alleen uit een beperkt deel, maar uit de gehele binnenstad.

Door alle vertraging is de gevelaanpak in het noordelijk winkelgebied op 1 januari 2002 nog niet af. Uit opname van het gebied blijkt, dat een opknapbeurt van ongeveer 30 panden nog zeer gewenst is. Gezien de tot nu toe geleverde inspanningen is het zinvol om voor die panden de regeling ook na 2001 open te houden.

 

Vervolg gevelaanpak

Het verspreide gebruik van de regeling (opknappen van een enkel pand in een straat) en het tijdrovende proces van totstandkoming van een concrete subsidieaanvraag maken het wenselijk om de subsidieregeling voor gevelaanpak vanaf 2002 van toepassing te verklaren voor het gehele kernwinkelgebied plus de aanlooproutes vanaf de (nieuw te bouwen) parkeergarages. Het blijft nadrukkelijk gaan om alleen die panden die naar het oordeel van de gemeente een opknapbeurt nodig hebben!

 

Opname straten

Welke panden in het kernwinkelgebied en de aanlooproutes een opknapbeurt nodig hebben, is bekeken door medewerkers van het vakteam Bouwtoezicht en monumenten. De benodigde subsidie voor het opknappen van de (zicht)gevels, inclusief goten en daken, schatten zij grofweg op f 750.000,--/€ 340.335,16. Een jaarlijks beschikbaar budget van f 150.000,--/ € 68.000,-- lijkt daarvoor niet toereikend. Veel panden hebben echter de status rijks- of gemeentelijk monument. Dat betekent dat een opknapbeurt van die panden ten laste komt van het budget voor monumentenherstel uit het Stadsvernieuwingsfonds. Daarvoor is jaarlijks f 1.000.000,-- /

€ 454.000,-- beschikbaar. Voor een bedrijf is de SBS-regeling (steun bedrijven stadsvernieuwing) een mogelijkheid. Het jaarlijks beschikbare budget daarvoor is f 450.000,-- / € 204.000,--. Omdat verschillende subsidieregelingen worden aangesproken, is het beperkter budget van de gevelaanpak voldoende.

 

(Onder)benutting

In 2000 is bij alle eerder genoemde regelingen sprake van onderbenutting. Wellicht blijkt dat ook de beschikbare budgetten voor 2001 niet geheel zijn benut, maar uit het aantal ingediende subsidieaanvragen blijkt, dat het gebruik van de regelingen toeneemt. Mede door de persoonlijke benadering van de medewerkers van het vakteam BTM en de effecten van de autoluwe binnenstad (inclusief herbestrating).

 

Herstel stoepen

De herbestrating in het noordelijk winkelgebied heeft nogal beroering gebracht. In sommige gevallen had de herbestrating gevolgen voor de in het gebied aanwezige historische stoepen; in andere gevallen voor de parcellering in het straatbeeld. Daar zal voortaan beter rekening mee worden gehouden. Stoepen zijn belangrijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte; zij bepalen in hoge mate het straatbeeld. Daarom wordt voorgesteld het herstel van cultuurhistorische stoepen op te nemen in de regeling voor gevelaanpak en voor 60% subsidiabel te stellen Het terugbrengen (nieuw maken) van een beeldbepalende stoep die in de loop der tijd is verdwenen wordt voor 80% subsidiabel gesteld. In beide gevallen geldt een maximum te verkrijgen subsidie bedrag van f 20.000,-- / € 9.076,--.

Als een stoep, waarbij de gemeente eigenaar is van de grond, wordt opgeknapt, moet de onderhoudsverplichting daarvoor voortaan wél bij de pandeigenaar berusten. Daartoe moet een privaatrechtelijke overeenkomst worden gesloten.

 

Monumentale stoepen zijn als zodanig beschreven. Herstel daarvan wordt gesubsidieerd op grond van de subsidieregeling uit het Stadsvernieuwingsfonds voor het herstel van monumenten. Om de regelingen voor gevelaanpak en monumentenherstel niet op dit onderdeel te laten verschillen, zal de laatstgenoemde regeling hierop worden aangepast.

 

Aanschrijving

Als een pand dermate dringend een opknapbeurt nodig heeft dat sprake is van ernstige ontsiering en/of eventueel veiligheidsrisico en de eigenaar weigert daar iets aan te doen, zal ons college actief tot aanschrijving overgaan op grond van de Woningwet. De eigenaar komt dan niet in aanmerking voor subsidie.

 

Informatief:  Wonen boven winkels

De subsidieregeling voor wonen boven winkels (hoofdstuk 5 van de Subsidieverordening Stadsvernieuwing) staat los van de subsidieregeling voor de gevelaanpak. Het onderstaande is informatief en bedoeld om u inzicht te geven in de behoefte aan en het gebruik van de regeling.

Tegelijk met de opname van de straten voor de gevelaanpak, hebben de medewerkers van het vakteam Bouwtoezicht en monumenten gekeken naar mogelijk gewenste ontsluitingen van bovenwoningen in het kernwinkelgebied. Dat zijn er dertien. Voor het maken van een zelfstandige ontsluiting van een bovenwoning is jaarlijks fl. 32.000,-- / € 15.000,-- beschikbaar. De afgelopen jaren is dat budget voldoende gebleken. Met uitzondering van het jaar 2000 waarin slechts één toegang naar een bovenwoning werd gemaakt, zijn er jaarlijks drie of vier gerealiseerd. Als de betreffende pandeigenaren al besluiten tot het maken van een zelfstandige ontsluiting van de bovenwoning, zullen die niet allemaal in hetzelfde jaar subsidie aanvragen. Het jaarlijks beschikbare budget voor wonen boven winkels lijkt daarom voldoende.

 

Voorstel

Onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie duurzaamheid stellen wij u voor:

1.       de subsidieverordening projectmatige stimuleringsregeling verbetering panden per 21 december 2001 in te trekken;

2.       de subsidieverordening stimuleringsregeling verbetering panden en stoepen vanaf 1 januari 2002 van toepassing te verklaren voor het gehele kernwinkelgebied plus aanlooproutes vanaf de (nieuw te bouwen) parkeergarages, zoals dit gebied is aangegeven op de voor u ter inzage gelegde kaart;

3.       het herstel van stoepen in het aangewezen gebied voor 60% en het terugbrengen van een beeldbepalende stoep voor 80% subsidiabel te stellen met een maximum subsidiebedrag van fl. 20.000,-- / € 9.076,-- en, indien de gemeente eigenaar is van de grond, de onderhoudsverplichting door middel van een privaatrechtelijke overeenkomst over te dragen aan de pandeigenaar.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.

 

 

 

N. Roos                                   ,secretaris.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NB     De gemeenteraad heeft op 29 november besloten tot omzetting in de gemeentelijke verordeningen van guldenbedragen in eurobedragen. Vanwege de werkbaarheid zijn ronde guldenbedragen vertaald in ronde eurobedragen. In de bijgevoegde gewijzigde verordening zijn de door de raad vastgestelde, ronde eurobedragen opgenomen. In een enkel geval wijkt het in de nota opgenomen bedrag af. Dat kan zijn omdat het een budgetbedrag betreft volgens de eerder dit jaar vastgestelde MR(I)SV. Het kan ook om een technische omrekening gaan, zoals bij het herstel van stoepen het geval is.

 


Stuk 198 II

01/028605

 

 

De raad der gemeente Delft,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2001;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

b e s l u i t

 

I.  in te trekken de Subsidieverordening Projectmatige Stimuleringsregeling Verbetering Panden per 21 december  2001.

 

II.     vast te stellen de Subsidieverordening Stimuleringsregeling verbetering panden en stoepen (zie stuk 198 III) en deze per 1 januari 2002 in werking te laten treden.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2001.

 

 

 

                                                           ,burgemeester.

 

 

 

                                                           ,secretaris.


Stuk 198 III

01/028605

 

Subsidieverordening Stimuleringsregeling verbetering panden en stoepen,

 

artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a:  pand                                    een bedrijfspand, huurwoning of eigen woning;

b:  verbetering                           het opknappen van panden en stoepen gelegen binnen een

                                               door de gemeenteraad voor subsidiëring aangewezen

                                               gebied;

c:  werkomschrijving                  beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden;

d.  zichtgevel                            gevel die voor het pand zichtbepalend is vanaf de openbare

                                               weg (doorgaans de voorgevel).

e.  stoep                                   stoep met cultuurhistorische waarde

 

artikel 2

1.    Jaarlijks stelt de gemeenteraad een subsidieplafond vast en wijst het gebied aan dat

     voor subsidie in aanmerking komt.

2.  Tegelijk stelt de gemeenteraad de periode van geldigheid hiervan vast.

 

artikel 3

1.    Burgemeester en wethouders beslissen op aanvragen om subsidie op grond van deze verordening. Zij gaan hierbij uit van de volgorde van binnenkomst.

2.    Burgemeester en wethouders kunnen besluiten om met voorrang subsidie toe te kennen voor een pand om dit pand eerder op te knappen.

 

artikel 4

1.    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie toekennen voor

a.                het herstellen van de zichtgevel van een pand,

b.                het herstellen van de daarbij behorende dakgoot en/of

c.                het vervangen van de dakbedekking

d.                het herstellen van de stoep

in een daartoe aangewezen gebied.

2.  De subsidie voor dakbedekking wordt alleen toegekend als de die in combinatie met de zichtgevel wordt verbeterd.

 

artikel 5

Burgemeester en wethouders stellen vast, welke kosten voor subsidie in aanmerking komen, waaronder de geraamde en door burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

a. de aanneemsom

b. de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

c. het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht,

    en de bestedingskosten;

d. de leges voor de bouwvergunning;

e. de verschuldigde omzetbelasting.

 

artikel 6

Burgemeester en wethouders staan in beperkte mate zelfwerkzaamheid toe.

   

artikel 7

1.    Subsidieaanvragen moeten worden ingediend op een daartoe door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

2.    Bij de aanvraag moet worden ingediend:

- werkomschrijving

- tekening(en)

- raming/offerte van de kosten

- als er een vergunning nodig is, een kopie van de vergunning.

3.  Indien de aanvraag niet aan bovengenoemde eisen voldoet, stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid
     om binnen twee weken de aanvraag te herstellen en/of aan te vullen.

4.  Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag als bedoeld in lid 1 binnen

8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen of is hersteld of is aangevuld, echter niet eerder dan nadat is beslist op

- melding ingevolge artikel 42 van de Woningwet, voor zover deze is vereist;

- de bouwvergunning en vergunning duurzaam bouwen, voor zover deze is vereist;

- de wijzigingsvergunning monumenten, voor zover deze is vereist.

 

artikel 8

Aan het toekennen van subsidie kunnen voorwaarden worden verbonden.

 

artikel 9

De gevraagde subsidie kan worden geweigerd, indien:

a.  het pand zich niet in een daartoe aangewezen gebied bevindt;

b.  met de nodige werkzaamheden is begonnen voordat de aanvraag is ingediend;

c.    het herstel van zichtgevel en/of dak en/of stoep niet voldoet aan redelijke eisen van welstand en/of monumentale onderdelen van het pand worden aangetast. Dit moet blijken bij de behandeling van de aanvraag om een bouwvergunning, vergunning duurzaam vergunning of melding op grond van artikel 42 van de Woningwet;

 

artikel 10

De gevraagde subsidie wordt geweigerd, indien

a.  het budget voor de toepassing van deze verordening is uitgeput door het bereiken

     van het subsidieplafond;

a.    de zichtgevel en/of het dak van het pand en/of de stoep waarvoor subsidie wordt

     aangevraagd in goede staat verkeert en om die reden niet verbeterd behoeft te worden;

c. deze wordt aangevraagd door of ten behoeve van een projectontwikkelaar of de gemeente

 

artikel 11

Indien voor panden op grond van deze verordening of op grond van enige andere regeling subsidie is verleend voor het herstel van de zichtgevel, de goten en/of het dak en/of de stoep, kennen burgemeester en wethouders geen subsidie meer toe voor deze onderdelen, ook niet op grond van andere regelingen.

 

artikel 12

De subsidie, zoals bedoeld in artikel 2, bedraagt:

a.  voor de zichtgevel 30% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen;

b.  € 25,-- per m1  voor het vervangen van de dakgoten aan de zichtgevel met een maximum subsidiebedrag van € 700,--

c.   € 25,-- per m2  voor het vervangen van pannen of andere dakbedekking met een maximum subsidiebedrag van € 2.300,--

d.  voor het herstel van stoepen 60% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen met een maximum subsidiebedrag van
€ 10.000,--

e.  voor het terugbrengen van beeldbepalende stoepen 80% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen met een maximum van € 10.000,--.

 

artikel 13

Indien de stoep waarvoor subsidie wordt gevraagd in eigendom is van de gemeente, moet de eigenaar van het pand waartoe de stoep behoort, door middel van een privaatrechtelijke overeenkomst, de onderhoudsplicht op zich nemen.

 

artikel 14

Vaststelling en uitbetaling van de toegekende subsidie vindt slechts plaats, indien:

a.  aan de bij de toekenning gestelde voorwaarden is voldaan, en

b.  de benodigde werkzaamheden binnen twee jaar zijn uitgevoerd en

c.   de werkzaamheden zijn gereed gemeld met het daarvoor bestemde gereedmeldingsformulier en de gespecificeerde originele rekeningen aan burgemeester en wethouders zijn overgelegd en akkoord bevonden.

 

artikel 15

1. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie lager vast, indien de daadwerkelijk

     gemaakte kosten lager zijn dan het toegekende subsidiebedrag.

2. Burgemeester en wethouders weigeren vaststelling en uitbetaling van de subsidie, indien

     niet is voldaan aan de voorwaarden die aan de subsidietoekenning zijn verbonden

 

artikel 16

In bijzondere gevallen en met inachtneming van het doel van deze verordening, kunnen burgemeester en wethouders gemotiveerd afwijken van deze verordening.

 

artikel 17

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

 

artikel 18

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening stimuleringsregeling verbetering panden en stoepen”.