In het
Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 zijn 26 projecten geformuleerd. Om de
voortgang van deze projecten te kunnen volgen, verschijnt elk jaar een
voortgangsrapportage in de vorm van een hoofdstuk in de Delftse Duurzaamheidsmonitor.
Onderstaande rapportage beschrijft per project de ontwikkelingen van medio 2000
tot en met ten minste medio 2001.
Omschrijving
Voortgang
van de implementatie van het duurzaam bouwen volgens drie lijnen, elkaar
opvolgend in tijd, namelijk: 1) verordening duurzaam bouwen, 2) verordening
duurzaam renoveren/beheer, 3) convenant renoveren/beheren met de
woningcorporaties.
Voortgang
ad 1.
De Verordening duurzaam bouwen is sinds 1 januari 2000 van kracht. Alle
bouwvergunningaanvragen voor nieuwbouwwoningen die na deze datum zijn
ingediend, zijn ook daadwerkelijk getoetst aan de verordening. Uiteindelijk
voldeden alle ingediende bouwplannen aan de verordening.
ad 2.
Een Verordening duurzaam renoveren/beheren is zeer moeilijk te
handhaven. Voor 90% van alle renovatie- en beheeringrepen is geen
bouwvergunning vereist, en is de gemeente geen partij. Het instrument heeft
daarom een beperkte meerwaarde. Het opstellen van een dergelijke verordening is
daarom tot op heden niet opgestart.
ad 3.
In mei 2000 is gestart met de ontwikkeling van een Convenant
renoveren/beheren. Overleg hierover is nog steeds gaande.
Doelstelling
Voor ad 1. is de
doelstelling gehaald: het instrument is beschikbaar en wordt toegepast.
Uitwerking van instrument 2 is uitgesteld, instrument 3 is in voorbereiding.
Planning
Instrument 1 is
volgens planning ontwikkeld en in gebruik genomen.
Instrument 2 zou
worden gestart na evaluatie van instrument 1. Omdat het aantal ingediende
bouwvergunningaanvragen in 2000 te gering was voor een goede evaluatie, is de
evaluatie uitgesteld tot in 2002. Ook de uitwerking van instrument 2 is daarmee
uitgesteld.
Instrument 3: Een
volwaardig (zie hieronder) convenant is in voorbereiding en kan in 2002 worden
gesloten.
Verstoringen
De inzet van het
project is een convenant duurzaam renoveren/beheren in brede zin. Een beperkter
convenant had al getekend kunnen zijn. De Delftse corporaties zijn echter reeds
milieubewust en daarom levert alleen een breed opgezet convenant een relevante
milieuwinst op. Het opzetten van een dergelijk breed convenant kost echter meer
tijd dan voorzien.
Aanbeveling
Aanbevolen wordt de
ontwikkeling van een Verordening duurzaam renoveren/beheren te laten afhangen
van de uitkomsten van de evaluatie van de Verordening duurzaam bouwen.
Overige
Het project richt
zich op de woningbouw. Utiliteitsbouw en de grond-, weg-, en waterbouw zijn
echter ook belangrijke sectoren als het gaat om duurzaam bouwen, zowel bij
nieuwbouw als bij beheer. Nu in de woningbouw de nodige ervaring is opgedaan,
kunnen ook voor deze sectoren instrumenten worden ontwikkeld. Met name de
utiliteitsbouw is gedifferentieerder en daarmee complexer dan de woningbouw. De
ontwikkeling van instrumenten voor de utiliteitsbouw is onlangs gestart.
Omschrijving
Leefbaarheid en
duurzaamheid krijgen steeds meer een gebiedsgerichte uitwerking. De kansenkaart
van Delft moet per thema inzicht geven in de potenties van (deel)gebieden met
betrekking tot duurzame ontwikkeling. De kansenkaart biedt zodoende een basis
voor het stellen van prioriteiten in beleid en is een instrument bij het
opstellen van bestemmingsplannen, wijkplannen en ontwikkelingsvisies.
Voortgang
In het tweede kwartaal
van 2001 is een concept kansenkaart besproken in het sectorteam Duurzaamheid.
Besloten is de kansenkaart een product te maken van de sector Duurzaamheid
i.p.v. van het vakteam Ruimtelijke ordening, om zo te komen tot een instrument
waarin alle facetten van duurzaamheid op een volwaardige wijze aan bod komen.
Doelstelling
Het beoogde eindresultaat, een
kansenkaart van Delft die ruimtelijk inzicht geeft in de kansen en
mogelijkheden per duurzaamheidsthema, is nog niet gerealiseerd.
Planning
Een ambtelijke tussenrapportage wordt in februari
2002 voorgelegd aan de verantwoordelijk wethouder. Op basis van de uitkomsten
van het overleg wordt het instrument afgerond. Naar verwachting is het
instrument omstreeks het tweede kwartaal van 2002 gereed voor politieke
besluitvorming.
Verstoringen
Het proces is vertraagd door personele omstandigheden, maar inmiddels is
er weer voldoende personele capaciteit beschikbaar.
Geen.
Omschrijving
Duurzame herstructurering
van het Schie-oeversgebied door projectmatige samenwerking tussen bedrijven
onderling en tussen bedrijven en overheden met als doel betere
bedrijfsresultaten, minder milieubelasting en een verbeterde ruimtelijke
kwaliteit.
Op 6
februari 2001 is het convenant tussen de gemeente Delft en de betrokken
bedrijven, verenigd in de bedrijvenkring Schieoevers, bekrachtigd. Het
convenant beschrijft maatregelen op het gebied van revitalisering en
verduurzaming en gaat ook in op de financiering van deze maatregelen. Inmiddels
is gestart met de uitvoering van de maatregelen uit het convenant. Zo zijn
enkele bedrijvenscans uitgevoerd en enkele aanpassingen aan de infrastructuur
voorbereid.
Doelstelling
De inventarisatie en selectie van concrete maatregelen
gericht op imagoverbetering en op een minder grote milieubelasting is afgerond.
Het project bevindt zich in de uitvoeringsfase.
Planning
De uitvoering van het project verloopt volgens
planning. De uitvoering van de voorgenomen maatregelen neemt enkele jaren in
beslag.
Verstoringen
Geen.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
Stimulering
van een duurzame ontwikkeling van het TU Zuid-gebied door samenwerking met de
TU Delft, overige bedrijven en instituten, overheden en belangenorganisaties
met als doel het gebied op een zodanige manier te ontwikkelen en te beheren,
dat de waarde (economisch, milieukundig en ruimtelijk) toeneemt voor alle
betrokken partijen.
Voortgang
Medio 2000 is een
overlegstructuur opgestart ten behoeve van de ontwikkeling van het TU
Zuid-gebied, waarin de TU Delft, de gemeente Delft, ING en Bouwfonds
vertegenwoordigd zijn. De partijen tekenden op 12 februari 2001
intentie-overeenkomsten. Hoewel ín het zuidelijk TU-gebied nog geen concrete resultaten
zichtbaar zijn in de vorm van bebouwing, is er wel sprake van resultaat. Zo is
door Ernst & Young een marktonderzoek afgerond, op basis waarvan tot een
door de stuurgroep geaccordeerd bedrijfsprofiel voor de locatie is gekomen.
Verder zijn verschillende uitgangspunten t.a.v. stedenbouw, verkeer en
duurzaamheid op papier gezet en is, o.a. op basis hiervan, een start gemaakt
met de ontwikkeling van een Masterplan, in samenwerking met Gensler
Architecture.
Doelstelling
Aangezien het project nog niet gerealiseerd is,
zijn de doelstellingen nog niet gehaald. Wel vormen de doelstellingen uit het
Duurzaamheidsplan nog steeds de hoofduitgangspunten voor de planontwikkeling.
Deze doelstellingen zijn verwoord in verschillende startdocumenten die voor
Gensler Architecture de basis vormen voor het stedenbouwkundig Masterplan dat
zij ontwikkelen. Het gaat o.a. om de volgende documenten: Ontwikkeling TU
Zuid, vraagpunten en uitgangspunten en Notitie Duurzaamheidsaspecten TU
Zuid.
Planning
In de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2000 staat
vermeld dat de planfase in december 2001 wordt afgerond. Het ligt inderdaad in
de bedoeling dat Gensler Architecture eind 2001 de contouren van het Masterplan
gereed heeft. Het gaat hier echter om een plan op hoofdlijnen en daarom is de
planfase daarmee niet afgerond. Het Masterplan zal in de loop van 2002 verder
vorm krijgen en uiteindelijk worden opgewerkt tot een
voorontwerp-bestemmingsplan, wat daarna, naar verwachting in juli/augustus
2002, in procedure wordt gebracht. De uitvoering van het project zal jaren in
beslag nemen, gezien de grootte van het gebied.
Verstoringen
Er is weliswaar sprake van enige vertraging, maar
gezien de schaal van de planontwikkeling en het interactieve karakter van het
proces, is deze vertraging niet onevenredig.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
Herstructurering
van voor- en naoorlogse woongebieden tot duurzame, leefbare wijken, in nauwe
samenwerking met eigenaren, bewoners, ondernemers en maatschappelijke groeperingen
in de wijk zelf. Het doel betreft het verbeteren van de woon-, werk- en
verblijfsituatie gecombineerd met het leveren van een substantiële bijdrage aan
een duurzame ontwikkeling.
Voortgang
In de tweede helft van 2000 hebben de duurzame
wijkplannen voor Buitenhof en Vrijenban het licht gezien. De inbreng van
3D-aspecten is onverminderd voortgezet bij het opstellen van deze wijkplannen
ten opzichte van de twee eerder wijkplannen (Voorhof en Tanthof). In beide
plannen zijn tal van concrete maatregelen en/of activiteiten aangegeven op het
vlak van duurzaamheid. Het betreft niet alleen specifieke maatregelen onder de
noemer van milieu (ca. veertien stuks per plan) maar ook op andere gebieden,
zoals sport.
Subdoelstelling van het project is om naast een duurzaam
wijkplan ook een werkende beheersorganisatie te realiseren. Voor de wijk
Buitenhof wordt hieraan invulling gegeven door in het zuidoostelijk deel van
Buitenhof een vereniging van wijk-"eigenaren" op te richten. Dit is
als actiepunt opgenomen in het wijkplan Buitenhof en het daaruit voortvloeiende
Wijkprogramma 2002. De uitwerking moet in nauwe samenwerking met Delftwonen
plaatsvinden. Dit proces is nog niet gestart. Wel is een regulier overleg in
het leven geroepen waar ook de in het gebied aanwezige ondernemers deel van uit
maken.
Doelstelling
Doel van
het project was voor de wijken Tanthof en Voorhof een duurzaam wijkplan op te
stellen en een werkende beheersorganisatie op te tuigen. De wijkplannen voor de
genoemde wijken zijn gerealiseerd.
Planning
In de Delftse Duurzaamheidsmonitor is januari 2000
als eind planfase aangegeven en een voortzetting voor de overige wijken in de
jaren daarna. Zie ook Voortgang. Deze planning is nog steeds actueel.
Voor de wijk Buitenhof wordt gewerkt aan een beheersorganisatie.
Verstoringen
Geen.
Aanbeveling
Het meenemen van duurzaamheidsaspecten in de wijkplannen en de
wijkprogramma’s is geïntegreerd in de reguliere werkzaamheden. Voorgesteld
wordt daarom het project Duurzaamheid in wijkplannen als afgerond te beschouwen.
Omschrijving
Stimulering
van een duurzame ontwikkeling van de Poptahof door samenwerking met de
woningcorporatie en belangenorganisaties met als doel het opstellen en
uitvoeren van een herstructureringsplan, zodat de wijk tenminste voor de
komende dertig jaar weer een aantrekkelijk woon-, werk- en verblijfsgebied zal
zijn met een goede sociale structuur.
Voortgang
Sinds medio 2000 is er geen vooruitgang geboekt.
Doelstelling
De projectdoelstelling is nog niet
gerealiseerd.
Planning
De uitvoering van het project ligt niet op schema.
Een concept-masterplan is in december 2001 gereed voor politieke
besluitvorming. Vervolgens is er tot 1 juli 2002 inspraak mogelijk op het
concept, waarna het definitieve Masterplan aan de gemeenteraad wordt
voorgelegd. Pas als het Masterplan door de gemeenteraad is vastgesteld, zijn de
uitgangspunten voor de herstructurering definitief vastgelegd. De duurzaamheidsaspecten
van de herstructurering worden uitgewerkt in het stedenbouwkundig plan en in de
daaruit volgende bouwplannen. Voor de uitwerking van het Masterplan in een
stedenbouwkundig plan en bouwplannen is nog geen planning beschikbaar.
Verstoringen
Het initiatief voor herstructurering ligt bij de
woningcorporatie. Momenteel wordt nog gestudeerd op basisafspraken over
samenwerking. Het proces verloopt traag.
Aanbeveling
Het concept-masterplan dat in december 2001 gereed
zal zijn voor politieke besluitvorming, gaat uitvoerig in op proces, stand van
zaken, organisatie en geld. Mogelijke aanbevelingen zullen via deze weg aan het
bestuur worden voorgelegd.
Omschrijving
In 2020 10% van de
energievraag in Delft dekken met duurzame energie(bronnen), zoveel mogelijk
door middel van lokale opwekking. Belangrijke subdoelen zijn:
·
een
energiebeeld per gebied opstellen;
·
een link
leggen met TU Delft en Delft Kennisstad;
·
werken aan de
uitstraling van Delft;
·
aansluiten op
actuele planontwikkeling voor een gebied;
·
verbeteren van
het milieurendement van Delft.
Voortgang
In het afgelopen jaar zijn de volgende resultaten geboekt:
·
Op 10 april
2001 is Aalke Lida de Jong afgestudeerd op de rapportage Kansenkaart voor
energie: Ontwerp van een instrument om kansen voor duurzame ontwikkeling van
Delft per buurt in kaart te brengen aan de hand van het thema energie.
·
In oktober
2001 voerde het bureau Piode Energie het onderzoek Prestatie op Locatie voor
de bestaande bouw uit op de testlocaties Tanthof en Poptahof.
·
In het vierde
kwartaal van 2001 stelde het Delfts Energie Agentschap een concept Energie
Masterplan op. Het bestuur van het Delfts Energie Agentschap zal het concept
naar verwachting eind 2001/begin 2002 behandelen.
Doelstelling
De doelstelling voor 2020
is uiteraard nog niet gerealiseerd. Monitoring van de voortgang wordt
bemoeilijkt door de problematische aanlevering van verbruikscijfers door het
energiebedrijf. Verschillende subdoelen zijn inmiddels (deels) gerealiseerd.
Planning
Voorgesteld wordt (zie Aanbeveling)
om het project Klein Kyoto in Delft te integreren in het op te stellen
gemeentelijk klimaatbeleid en via deze weg de projectdoelstellingen na te
streven. Het opstellen van een gemeentelijk klimaatbeleidsplan start in januari
2002. Naar verwachting is het plan in mei 2002 gereed, waarna de uitvoering kan
starten.
Verstoringen
Geen.
Aanbeveling
Zie
separaat voorstel Gemeentelijk klimaatbeleidsplan 2002-2005 en verder
dat in december 2001 door het college van B&W is vastgesteld.
Overig
Het
Energie Masterplan dat is opgesteld door het Delfts Energie Agentschap is een
plan van meerdere partijen. Het dient als uitgangspunt bij het opstellen van
een gemeentelijk klimaatbeleidsplan.
Omschrijving
De
duurzame ontwikkeling van het Zuidpoortgebied is een van de voorbeeldprojecten
van het landelijke project Stad & Milieu van het Ministerie van VROM. Stad
& Milieu heeft tot doel ruimtelijke ordening en milieu in het stedelijk
gebied beter op elkaar af te stemmen. Het dilemma van de compacte stad moet
opgelost worden door milieu-aspecten eerder in de planvorming te betrekken en
(eventueel) een flexibeler omgaan met milieuregels en -normen. Verbetering van
de leefkwaliteit is een doel.
Voortgang
In de toelichting op het
bestemmingsplan Zuidpoort is Stad & Milieu als onderwerp opgenomen. Hiermee
wordt in brede zin aandacht besteed aan duurzaamheids- én
leefbaarheidsaspecten. Bij de invulling van de verschillende deelprojecten is
vervolgens geadviseerd over het toepassen van deze Stad & Milieu-aspecten.
Het Stad & Milieu-overleg is voortgezet en sinds het tweede kwartaal 2001
geïntegreerd in het Belangenverenigingenoverleg Zuidpoort.
Doelstelling
Van een duurzame (her)inrichting van het
Zuidpoortgebied kan pas sprake zijn als de werkzaamheden (deels) zijn afgerond.
Planning
De uitvoering van het project verloopt volgens
planning.
Verstoringen
Personele
wijzigingen binnen het projectteam en de projectorganisatie Zuidpoort hebben de
voortgang van het project nadelig beïnvloed.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
De eenheid Première
Delft/Zoetermeer gaf tot begin 2000 met behulp van standaardproducten en
-diensten praktisch uitvoering aan de projecten die staan beschreven in het
gemeentelijk energiebeleidsplan. Dit gebeurde door werkeloze HBO’ers, opgeleid
tot energie- en milieuconsulent, die onder deskundige leiding van een
medewerker van Energie Delfland, zijn ingezet voor de doelgroepen huishoudens
en midden- en kleinbedrijf. Tegen een geringe bijdrage voerden de consulenten
een doorlichting uit (energiescan), stelden zij rapportages op, gaven zij
energieadviezen en stimuleerden zij klanten deze adviezen uit te voeren.
Voortgang
Het
(vervolg)project ligt stil. Een voorstel voor een vervolgproject voor de
beoogde doelgroepen wordt geformuleerd in het gemeentelijk Klimaatbeleidsplan.
Het Energie Masterplan Delft, dat is opgesteld door het Delfts Energie
Agentschap, vormt het uitgangspunt voor het gemeentelijk Klimaatbeleidsplan.
Doelstelling
N.v.t.
Planning
Het opstellen van het
gemeentelijk Klimaatbeleidsplan start in januari 2002. Naar verwachting is het
plan in mei 2002 gereed, waarna de uitvoering kan starten.
Verstoringen
Het opstellen van het
Energie Masterplan Delft is vertraagd door personele omstandigheden.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
Het beperken van
(de groei van) het autogebruik door bewoners en bezoekers van Delft door het
gebruik van het openbaar vervoer aantrekkelijker of eenvoudiger te maken door
middel van het wegnemen of verlagen van de kosten voor de gebruiker en/of door
middel van een meer op de behoefte van gebruikers afgestemde kwaliteit.
Voortgang
Het project maakt
deel uit van het Verkeers- en Vervoerplan Plus. Dit plan is nog niet
vastgesteld door de gemeenteraad. Het project is daarom nog niet in uitvoering
genomen.
Doelstelling
N.v.t.
Planning
Nader te bepalen.
Verstoringen
N.v.t.
Aanbeveling
N.v.t.
Omschrijving
Voldoende ruimte
voor voetganger en fietser betreft:
·
nieuwe
langzaam verkeer routes (realisatie van ontbrekende schakels in de netwerken);
·
verbetering
van bestaande langzaam verkeer routes;
·
vermijding van
conflictsituaties tussen het langzaam verkeer en snelverkeer;
·
vermijding van
conflictsituaties tussen het langzaam verkeer onderling.
Een herverdeling
van de (verkeers)ruimte ten gunste van de voetganger en fietser en ten koste
van de auto kan mogelijkheden bieden om knelpunten op te lossen.
Voortgang
Het project maakt deel
uit van het Verkeers- en Vervoerplan Plus. Dit plan is nog niet vastgesteld
door de gemeenteraad. Het project is daarom nog niet in uitvoering genomen.
Doelstelling
N.v.t.
Planning
Nader te bepalen.
Verstoringen
N.v.t.
Aanbeveling
N.v.t.
Omschrijving
Het project behelst
het volgende:
·
het verbeteren
van het huidige watersysteem en de huidige waterkwaliteit in Ecodus;
·
het in
samenwerking met alle betrokkenen, inclusief de jeugd, opstellen van een
beheersplan;
·
het leren van
de ervaringen uit Ecodus en deze ervaringen gebruiken om te komen tot een
stappenplan (‘watergids’) voor andere projecten in Delft.
Voortgang
Het project is nog
niet opgestart.
Doelstelling
De
projectdoelstellingen zijn nog niet gehaald.
Planning
In overleg met het Hoogheemraadschap van Delfland
is besloten om niet alleen Ecodus maar de gehele ontpolderde polder te
beschouwen. Daarvoor zijn drie argumenten aangevoerd:
·
de wijk Ecodus is te kleinschalig;
·
de problemen in de wijk zijn te complex;
·
de potenties liggen niet alleen in Ecodus maar ook in de Rode
Kruisbuurt, het Wilhelminapark, het Agnetapark, e.d.
Begin 2002 zal het project starten. De planfase van
het project heeft naar verwachting een doorlooptijd van een jaar. Dat betekent
dat deze fase begin 2003 afgerond moet kunnen zijn, waarna de uitvoering kan
starten.
Verstoringen
De start van het project is vertraagd door
gewijzigde inzichten. Medio 2001 is besloten het project in een breder kader te
plaatsen vanwege de kansen voor de gehele ontpolderde polder.
Aanbeveling
Aanbevolen wordt akkoord te gaan met de
bredere opzet van het project. Hiervoor zijn geen extra middelen nodig.
Omschrijving
Het project behelst
het volgende:
·
het verbeteren
van de water- en de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater in de
Wippolder en omstreken;
·
het verbeteren
van het rendement van de zuivering van rioolwater;
·
het regelen
van de grondwaterstand;
·
het vergroten
van het milieubewustzijn en het stimuleren van milieuvriendelijk gedrag bij
burgers en woningcorporaties met betrekking tot water.
Voortgang
In de Kloosterkade is een infiltratievoorziening
gerealiseerd. Eind 2001 is de riolering vervangen en is er een
infiltratievoorziening aangelegd in de Koningin Emmalaan. De Koningin Emmalaan
wordt opnieuw ingericht waarbij langs de watergang natuurvriendelijke oevers
worden aangelegd. Naar verwachting is de herinrichting in het voorjaar van 2002
gereed. Op dit moment zijn de bomen aan één zijde reeds gekapt.
Doelstelling
De projectdoelstellingen zijn op dit moment
deels gehaald. Gedurende de nadere uitwerking van het project is ervoor gekozen
om het hemelwater niet bovengronds af te voeren via molgoten. Wel wordt een
tweede infiltratievoorziening gerealiseerd in de Koningin Emmalaan. Met de
aanleg van de twee infiltratievoorzieningen (Kloosterkade en Koningin
Emmalaan) wordt het mogelijk het grondwaterpeil te beheersen. De watergang in
de Koningin Emmalaan wordt ingericht als buffersloot. In het voorjaar van 2002
wordt de watergang natuurvriendelijk ingericht waarna ook aan die doelstelling
is voldaan. Bij de concrete uitwerking van het afkoppelen van verharde
oppervlakken is aandacht besteed aan de diffuse verontreiniging door uitloging
van toegepaste materialen. De diffuse verontreiniging van het oppervlaktewater
blijft een aandachtspunt. Om te bepalen of de water(bodem)kwaliteit aan de
doelstellingen blijft voldoen is monitoring noodzakelijk.
Planning
De projectdoelstellingen worden waarschijnlijk net
niet binnen de geplande termijn gerealiseerd. Voor het project is anderhalf
jaar uitgetrokken. Het project is in augustus 2000 gestart en zal naar
verwachting in het voorjaar van 2002 worden afgerond.
Verstoringen
Bij de uitwerking van de riolering in de
Koningin Emmalaan is enige vertraging opgelopen door afstemming met de gemeente
Pijnacker over een persleiding, welke ingepast moest worden in het
rioleringsontwerp.
Aanbeveling
Aanbevolen wordt om, in overleg met het
Hoogheemraadschap, een systematische monitoring van de
oppervlaktewaterkwaliteit te organiseren. Zo is de invloed van de diffuse
verontreiniging op de water(bodem)kwaliteit te bepalen en kunnen zonodig
aanvullende maatregelen genomen worden.
Omschrijving
Een duurzaam en
gezond watersysteem creëren in de Hoge en Lage Abtswoudse Polder dat voldoet
aan de door het bestuur vastgestelde eisen.
Voortgang
Een proefgebied in Tanthof-West is afgesloten van
het watersysteem van de Hoge en Lage Abtswoudse Polder. Zo is voor dit
proefgebied een gebiedseigen watersysteem gerealiseerd. De komende tijd vindt
monitoring van het watersysteem plaats, waarna het project wordt opgeschaald.
Doelstelling
Er is een gebiedseigen watersysteem gecreëerd in
het proefgebied in Tanthof-West. Opschaling naar een groter gebied vindt
stapsgewijs plaats. Monitoring moet uitwijzen of en, zo ja, in welke mate er in
het gebied sprake is van een duurzaam en gezond watersysteem.
Planning
De projectplanning voorziet in een voorbereidingstijd
van twee jaar en een uitvoeringsperiode van 10 tot 15 jaar. In een klein deel
van Tanthof-West is een duurzaam watersysteem gerealiseerd. In 2002 vindt
opschaling plaats naar een tweede deel van de wijk. De opschaling volgt het
baggerschema. Iedere opschalingsstap bestaat uit een voorbereidingsfase en een
uitvoeringsfase. De planning bestrijkt een groot aantal jaren. Indien ieder
jaar een deel ingericht en afgesloten wordt, moet realisatie binnen de gestelde
termijn mogelijk zijn.
Verstoringen
Een belangrijk knelpunt was de
terughoudendheid van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het Hoogheemraadschap
stond sceptisch tegenover het realiseren van gebiedseigen watersystemen. Door
een onderzoeksbureau is het toepassen van dit concept op de wijk Tanthof
onderzocht. Met behulp van de resultaten van dit onderzoek kon het knelpunt
worden opgelost.
Een tweede knelpunt bleek de realisatie van natuurvriendelijke oevers.
Aanvankelijk was hiervoor weinig draagvlak. Het heeft het vakteam Milieu daarom
in de beginperiode extra energie gekost om de aanleg van natuurvriendelijke
oevers op gang te brengen.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
Het
vergroten van de natuurwaarde in het stedelijk gebied en het verbeteren van de
ecologische relaties tussen ‘stad’ en ‘land’. Nagestreefd wordt om een zoveel
mogelijk zelfregulerend ecologisch systeem te creëren.
Voortgang
Een concept plan is gereed. Bestuurlijke behandeling vindt begin 2002
plaats. Het plan dient een beleidskader te vormen voor de integratie van water
en ecologie in plannen voor renovatie, herinrichting en beheer en voor het
hanteren van water en ecologie als ordenend principe.
Doelstelling
Met de integratie
tussen water en ecologie in plannen voor renovatie, herinrichting en beheer, en
het hanteren van water en ecologie als ordenend principe is belangrijke
vooruitgang geboekt. Ook is er een duidelijke relatie gelegd tussen het
watersysteem en de ecologische hoofdstructuur in Delft, mede door de koppeling
van het Waterplan met de ecologische hoofdstructuur en het oeverbeheerplan.
Planning
De
projectdoelstellingen zoals opgenomen in het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003
worden volgens planning begin 2002 gehaald.
Verstoringen
Geen.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
Het verkrijgen van
inzicht in de gevolgen van het verminderen van de grondwateronttrekkingen in
de gemeente Delft.
Voortgang
Adviesbureau Wareco heeft in opdracht van de
gemeente een grondwatermodel opgesteld. In juli 2001 is daarvan de definitieve
rapportage verschenen. Met dit grondwatermodel is onder meer het effect van het
stopzetten van de grondwateronttrekking door DSM Gist berekend. Uit de
modelberekeningen volgt dat na stopzetting van de onttrekking door DSM Gist in
een groot deel van het bebouwde deel van Delft sprake is van structurele
grondwateroverlast.
Verder lopen er in de binnenstad twee onderzoeken
die medio januari 2002 worden afgerond. Het eerste onderzoekt de bestaande
grondwateroverlast in een deel van de binnenstad en wordt eveneens uitgevoerd
door Wareco. Het onderzoek brengt de bestaande overlast in kaart en geeft aan
welke maatregelen noodzakelijk (en gewenst) zijn om de problemen op te lossen.
Het tweede onderzoek is een Toekomstverkenning Water- en Bodempeil die wordt
uitgevoerd door Royal Haskoning. Dit onderzoek inventariseert de maatregelen
die wateroverlast als gevolg van een hoog oppervlaktewaterpeil kunnen voorkomen
of beperken.
De laatste twee genoemde onderzoeken geven niet het
met het project beoogde inzicht in de effecten van een vermindering van de
grondwateronttrekkingen in Delft, maar hebben hier wel raakvlakken mee.
Doelstelling
De projectdoelstelling is gedeeltelijk
gerealiseerd. Een vervolgonderzoek zal inzicht moeten geven in de gevolgen van
een vermindering van de grondwateronttrekkingen.
Planning
Voor het project is rekening gehouden met
een voorbereidingstijd van 1 tot 2 jaar en een uitvoeringsperiode van 2 jaar.
Er is nog niet onderzocht wat de gevolgen zijn van een eventuele vermindering
van de onttrekking. Ook als DSM Gist de huidige grondwateronttrekking
ongewijzigd wenst voort te zetten, hecht de gemeente Delft aan het in kaart
brengen van de gevolgen van vermindering van de grondwateronttrekkingen.
Een vervolgonderzoek dat hierin inzicht moet verschaffen, start begin 2002.
Verstoringen
Geen.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
Door
een toename van de bevolking in de directe omgeving (Vinex-locaties) wordt de
druk op de recreatiewateren steeds groter. Deze toenemende druk en een
verslechterende kwaliteit van het oppervlaktewater hebben een negatieve invloed
op de aantrekkelijkheid van de recreatiegebieden. Uitbreiding van het areaal
aan goed bereikbare recreatiewateren geeft spreiding van het gebruik.
Voortgang
In het gebied ten
oosten van de Rotterdamseweg (ten zuiden van het TU-gebied) is een aanvang
gemaakt met de aanleg van een dagrecreatieterrein, annex camping. In de zomer
van 2001 konden de eerste bezoekers worden ontvangen.
Ten zuiden van de
wijk Tanthof is in de loop van 2000 gestart met de aanleg van het
Abtswoudsebos. In het bos ligt een omvangrijk krekengebied, geschikt voor
oever- en waterrecreatie. Naar verwachting zal het bos in 2002 officieel voor
publiek kunnen worden opengesteld. Beide werken zijn uitgevoerd in het kader
van de reconstructie Midden-Delfland.
In 2001 zijn de
resultaten ontvangen van een onderzoek uitgevoerd door de TU Delft naar de
waterkwaliteit in de waterspeeltuin Delftse Hout. De aanbevelingen uit het
rapport worden meegenomen bij een grootschalige renovatie van de waterspeeltuin
die in voorjaar 2002 wordt uitgevoerd. Hiertoe worden EZH-middelen ingezet.
Doelstelling
De
projectdoelstellingen, vergroting van het recreatiewaterareaal, is nagenoeg
bereikt met het realiseren van de projecten in Midden-Delfland.
Planning
De uitvoering loopt
volgens planning.
Verstoringen
Geen.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
Een aantal samenwerkende
kennisintensieve bedrijven en instanties hebben een innovatief hoogstaand
systeem ontwikkeld dat integraal waterbeheer mogelijk maakt via het
telemetrisch meten van kwantiteit en kwaliteit van water. Het project voorziet
in de aanleg van een proef-meetnet van ongeveer 1000 meetpunten rondom de toren
van de Delftse Nieuwe Kerk. De gegevens zijn vrijwel direct en continu
beschikbaar via het internet.
Voortgang
In de binnenstad van Delft zijn 134 peilbuizen
aangebracht voor het continu meten van het grondwaterpeil. Deze peilbuizen zijn
uitgerust met een diver, een zelfregistrerend meetinstrument. 101 peilbuizen
moeten periodiek bezocht worden voor het uitlezen van de gegevens; 33
peilbuizen zijn uitgerust met een zender, voor het op afstand uitlezen van de
gegevens. De zenders zijn begin 2001 geïnstalleerd.
Onlangs is een nieuw bestuur geformeerd voor de
begeleiding van dit project. Dit bestuur zal zich met name gaan richten op het
tweede deel van de doelstelling: de integratie van gegevens. Een aandachtspunt
blijft het real-time beschikbaar komen van de meetresultaten.
Doelstelling
Doelstelling van het project was gegevensintegratie
te bevorderen en gegevens real-time beschikbaar te stellen. Deze doelstelling
is gedeeltelijk gerealiseerd. Er is een meetnet opgezet. De meetgegevens zijn
echter nog niet real-time beschikbaar. In november/december 2001 zijn de
gegevens verzameld van de handmatig uit te lezen peilbuizen. Het continu (op
afstand, telemetrisch) uitlezen van de 33 overige peilbuizen levert problemen
op. De gegevens van deze peilbuizen zijn nog niet beschikbaar.
Planning
Het project is vertraagd. Op korte termijn wordt
gezocht naar een manier om de gegevens van de 33 peilbuizen met zender uit te
lezen, zodat de reeds aanwezige gegevens niet verloren gaan. Het is nog niet
mogelijk in te schatten op welke termijn het real-time beschikbaar stellen van
meetgegevens gerealiseerd kan worden.
Verder wordt er momenteel gewerkt aan een voorstel
om te komen tot een praktische toepassing van het ontwikkelde systeem.
Verstoringen
De leverancier van de technologie om de
peilbuizen op afstand uit te lezen, Siemens, is er niet in geslaagd om de
technologie te laten functioneren.
Aanbeveling
Een separaat voorstel voor een
praktische toepassing van het ontwikkelde systeem volgt te zijner tijd.
Omschrijving
Het onderzoeken van
de mogelijkheden om de burger te laten betalen naar afvalaanbod en onderzoeken
hoe zo’n systeem het best ingevoerd zou kunnen worden ten einde de hoeveelheid
restafval bij de Delftse huishoudens terug te dringen.
Voortgang
·
De Straat
Milieuadviseurs verrichtte onderzoek naar de mogelijkheden om
tariefsdifferentiatie (diftar) in Delft toe te passen.
·
Op 11 juli
2001 vond een discussiebijeenkomst voor raadsleden plaats over diftar.
Doelstelling
·
Er is inzicht in de financiële consequenties van eventuele invoering van
diftar voor de afvalstoffenheffing;
·
Er is inzicht in de systemen die eventueel toepasbaar zouden zijn in
Delft.
·
Er is inzicht
in de wijze waarop diftar ingevoerd zou kunnen worden
Planning
Het onderzoek is
uitgevoerd. Besluitvorming heeft nog niet plaatsgevonden. De planning uit de
Delftse Duurzaamheidsmonitor 2000 (besluitvorming in het derde kwartaal 2001,
invoering vanaf 1 januari 2002) wordt niet gehaald. Een aangepaste planning
wordt opgenomen in het besluitvormingsstuk dat t.z.t. wordt voorgelegd aan de
gemeenteraad.
Verstoringen
·
Er is in
Nederland een brede discussie gaande over de voor- en nadelen van de invoering
van diftar in grote steden.
·
Delft is
vanwege de bebouwing zeer complex, waardoor het invoeren van diftar op basis
van één systeem niet mogelijk is.
·
De financiële
gevolgen van invoering diftar zijn aanzienlijk en complex. Uit de bijeenkomst
met raadsleden kwam stellig naar voren dat diftar in principe niet tot
verhoging van de tarieven mag leiden.
Vanwege bovenstaande punten worden momenteel ook alternatieven bekeken.
Een mogelijk alternatief voor een systeem van tariefsdifferentiatie is het
invoeren van een puntensysteem voor bepaalde afvalstromen om het
scheidingsgedrag van burgers te stimuleren. Genoemde verstoringen hebben het
opstellen van een besluitvormingsstuk over de eventuele invoering van diftar
in Delft vertraagd.
Aanbeveling
Zie separaat
besluitvormingsstuk dat t.z.t. wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
Omschrijving
Het
verbeteren van de afvalscheiding, de informatievoorziening en de service aan de
Delftse burger door het realiseren van vier Retourettes, al dan niet met informatiepunt,
bij ondernemers verspreid over Delft in vier jaar.
Voortgang
T.a.v. verbeteren informatiepunt huidige
Retourette Bikolaan
Begin 2000 zijn de
fysieke verbeteringen in de bestaande Retourette doorgevoerd. In deze opzet is
er meer ruimte voor het informeren-deel. Momenteel worden verbeteringen
doorgevoerd aan de informatiecomputer. Het maandelijkse spreekuur met
wijkcoördinator en reinigingsinspecteur wordt vervangen door een viertal
publieksactiviteiten per jaar op het gebied van afval en milieu.
T.a.v. uitbreiding van het aantal
Retourettes in Delft
De vestiging van C1000
in winkelcentrum In de Veste werkt momenteel, binnen algehele verbouwplannen,
aan een eerste voorstel voor een retourshop.
Doelstelling
·
Bij het bestaande informatiepunt aan de Bikolaan zijn de voorgestane
verbeteringen deels doorgevoerd en deels in voorbereiding. Wel moet nog blijken
of deze veranderingen ook het gewenste resultaat opleveren.
·
Er zijn nog geen nieuwe Retourettes gerealiseerd. Voor één supermarkt
zijn plannen voor het realiseren van een Retourette in voorbereiding.
Planning
De ontwikkeling van het informeren-deel
loopt iets achter op schema. Naar verwachting zal dit eind 2001 zijn afgerond.
Of er volgens planning begin 2003 vier nieuwe Retourettes kunnen zijn
gerealiseerd, is afhankelijk van de ontwikkelingen en mogelijkheden bij de
Delftse supermarkten. Een bijkomende voorwaarde is dat eventuele nieuwe
Retourettes goed verspreid over de stad moeten zijn.
Verstoringen
Het ontwikkeltraject van de bestaande Retourette
vergt nog de nodige aandacht, zodat er nog niet ten volle wordt ingezet op de
opschaling. Door de huidige personele capaciteit kunnen beide trajecten niet
naast elkaar lopen.
Aanbeveling
Er spelen binnen de gemeentelijke
organisatie momenteel meerdere initiatieven om op wijkniveau enkele locaties in
te richten (o.a. biblio-servicepunten). Voorgesteld wordt deze verschillende
ontwikkelingen meer aan elkaar te koppelen. Een locatie kan dan voor meerdere
zaken gebruikt worden. Wellicht kan het Retourette-concept (koppeling met
supermarkt; een plek waar mensen toch al komen) in brede zin worden
uitgewerkt.
Omschrijving
Realisatie en
gebruik van middelen, materialen en methoden om milieuzorg en milieu-educatie
op het voortgezet onderwijs in Delft te bevorderen. In eerste instantie zal een
pilot worden uitgewerkt voor het thema afval.
Voortgang
Er is een eerste
aanzet gedaan om extra aandacht te besteden aan natuur- en milieueducatie in
het lesprogramma van de voortgezet onderwijs-scholen in Delft. In april 2001
vond de eerste Delftse afvalfietstocht plaats. 150 leerlingen bezochten in
groepjes zo’n 12 Delftse bedrijven, die lieten zien hoe ze met hun afval
omgaan. In oktober 2001 is de Nota Natuur- en Milieucommunicatie vastgesteld
door de gemeenteraad. Hiermee zijn financiële middelen beschikbaar gekomen om
een educatief medewerker voor het voortgezet onderwijs aan te nemen.
Doelstelling
Met de uitvoering
van de afvalfietstocht zijn de projectdoelstellingen deels gerealiseerd. Een
structurelere verankering van milieu-educatie in het voortgezet onderwijs
krijgt gestalte door de aanstelling van een educatief medewerker voor het
voortgezet onderwijs.
Planning
Project loopt op schema.
Verstoringen
Met name de menskracht is een knelpunt
gebleken. Binnen de bestaande capaciteit bleek het project niet binnen de
planning te realiseren. Een goede stagiair en het vooruitzicht op een vaste
medewerker hebben het project een impuls gegeven.
Aanbeveling
Zie de aanbevelingen t.a.v. natuur- en
milieucommunicatie in de Zomernota 2002-2005.
Omschrijving
Maatwerk in
voorlichting over de verschillende vormen van afvalinzameling en de
mogelijkheden om het ontstaan van afval te voorkomen.
Voortgang
Er
heeft een grondige analyse en toetsing op bruikbaarheid c.q. inhoud van alle
huidige communicatiemiddelen plaatsgevonden. Er is besloten om in samenwerking
met De Straat Milieuadviseurs een communicatieplan op te zetten. Dit zal een
plan van aanpak bevatten waarin gedifferentieerd naar doelgroep, locatie en
afvalstroom/ inzamelmethodiek wordt aangegeven welke communicatie-instrumenten
het beste ingezet kunnen worden. Hierbij zal onder meer gebruik worden gemaakt
van afvalanalyses. Daarnaast wordt momenteel subsidie aangevraagd bij Novem in
het kader van de Subsidie Aanpak Milieudrukvermindering 2001. Op ad hoc-basis
zijn er voor enkele doelgroepen reeds gerichte publicaties verschenen en
verspreid.
Doelstelling
Het communicatieplan waarin
de communicatie-instrumenten in een matrix staan is nog niet gereed. De eerder
geformuleerde doelstellingen zijn aangevuld met een doelstelling gericht op het
realiseren van een zuiverdere afvalscheiding en een bredere toepassing van
afvalscheiding.
Planning
Planfase kan niet volgens
planning worden afgerond. De gestelde termijn voor het einde van de uitvoering
(voorjaar 2003) kan echter nog worden gehaald. Besluitvormingsstuk met plan
van aanpak wordt eind 2001 aangeboden aan de gemeenteraad. Indien de raad het
voorstel aanneemt, wordt begin 2002 gestart met het uitvoeren van het plan van
aanpak met de gekozen communicatiemiddelen.
Verstoringen
Het vertrek van de vorige projectleider en het inwerken de nieuwe
projectleider hebben tot vertraging geleid. Daarnaast is de hoge werkdruk als
gevolg van de reorganisatie een verstoring gebleken.
Aanbeveling
Een separaat besluitvormingsstuk wordt eind 2001 aangeboden aan de
gemeenteraad.
Omschrijving
Het
project omvat het uitbouwen van de Milieumonitor tot een Duurzaamheidsmonitor,
waarin verschillende bestaande rapportages (Milieumonitor, Milieujaarverslag,
GIM-rapportage en 3D-voortgangsrapportage) geïntegreerd zijn. Daarnaast wordt
bezien op welke wijze het monitoringinstrument het beste kan voldoen aan de
doelen: het verschaffen van inzicht in de milieukwaliteit en de resultaten van
het duurzaamheidsbeleid. Ten slotte zal er een draaiboek worden opgesteld ten
behoeve van de gegevensinzameling en verslaglegging dat elk jaar opnieuw
gebruikt kan worden.
Voortgang
De Delftse
Duurzaamheidsmonitor 2000 (met gegevens over 1999) is in januari 2001 door de
gemeenteraad vastgesteld. In de tweede helft van 2001 is gestart met de
gegevensverzameling over 2000.
Doelstelling
De integratie van
de verschillende rapportages is voltooid. Het draaiboek voor de
gegevensinzameling en verslaglegging is opgesteld. Jaarlijks wordt bekeken
welke mogelijkheden er zijn om de functie van de monitor (verschaffen van inzicht
in de milieukwaliteit en de resultaten van het duurzaamheidsbeleid) te
verbeteren. Dit is met andere woorden een permanent punt van aandacht.
Planning
De rapportage over
2000 wordt begin 2002 aangeboden aan de gemeenteraad. Om de volgende rapportage
(over 2001) beter volgens planning af te ronden, start het uitzetten van de
gegevensvraag over 2001 in februari 2002. Naar verwachting kan de rapportage
dan in de zomerperiode van 2002 worden voorgelegd aan het bestuur.
Verstoringen
De geringe
beschikbaarheid van personele capaciteit (in verband met het uitvoeren van
andere projecten) gedurende het tweede en derde kwartaal van 2001 zorgden voor
een vertraging ten opzichte van de planning uit het draaiboek.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
Het ontwikkelen van
een instrument dat een handvat biedt bij het meewegen van de
duurzaamheidsprincipes in de voorbereidingsfase van plannen op ambtelijk niveau
en bij de besluitvorming over deze plannen op bestuurlijk niveau.
Voortgang
Het project is nog niet opgestart.
Doelstelling
De projectdoelstellingen zijn nog niet
gerealiseerd.
Planning
Naar verwachting kan begin 2002 gestart worden met
de uitvoering van het project.
De oorspronkelijke planning wordt daardoor niet
gehaald.
Verstoringen
In verband met de gemeentelijke
reorganisatie is in overleg met de gemeentesecretaris besloten het project pas
na afronding van de reorganisatie op te starten. De gemeentelijke reorganisatie
is inmiddels afgerond. Nu zorgt een capaciteitsprobleem voor vertraging van
het project.
Aanbeveling
Geen.
Omschrijving
Het omvormen van de
huidige gemeentelijke interne milieuzorgsystematiek naar een systematiek die
past bij de nieuwe gemeentelijke organisatie. Naast organisatorische aspecten
staan vooral milieutechnische aspecten centraal bij de aanpak van GIM.
Uitgangspunt hierbij is de koppeling van GIM en Arbo-zorg wat betreft
systematiek en plaats in de organisatie.
Voortgang
·
Een
concept-voorstel (Kwaliteit), arbo en milieu in de nieuwe organisatie is
opgesteld. Het is echter nog niet in het GMT besproken.
·
Duurzaam
inkopen krijg langzamerhand gestalte binnen de gemeentelijke organisatie.
·
Er is een
Risico-inventarisatie en -evaluatie (arbo) in voorbereiding. Er wordt gekeken
in hoeverre tegelijkertijd ook de milieurisico’s van de gemeentelijke
organisatie in beeld gebracht kunnen worden.
Daarnaast heeft ook
de commissie Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu van de Centrale
Ondernemingsraad de behoefte de organisatie van de gemeentelijke interne
milieuzorg in kaart te brengen.
Doelstelling
Tot op heden zijn de doelstelling niet gehaald.
Planning
De planning uit de Delftse Duurzaamheidsmonitor
2000 (eind planfase in zomer 2001) wordt niet gehaald. Gezien de huidige stand
van zaken is het niet mogelijk een aangepaste planning voor te stellen.
Verstoringen
Met de gemeentelijke reorganisatie is de “oude” GIM-organisatie geheel
verdwenen. Daardoor is er veel menskracht verdwenen die dit project verder
gestalte had kunnen geven.
GIM is (evenals arbo) een gemeentebrede verantwoordelijkheid. Het
onderwerp is inmiddels ook onderwerp van gesprek in het GMT. Dit moet er
uiteindelijk toe leiden dat GIM als verantwoordelijkheid wordt toebedeeld aan
een lid van het GMT.
Aanbeveling
Zie separaat besluitvormingsstuk dat t.z.t. wordt
aangeboden.