5  Mobiliteit

 

·       Er zijn verschillende maatregelen uit het Fietsactieplan uitgevoerd, waaronder de herstructurering van het Oostplein.

·       Er is een start gemaakt met het inrichten van 30 km.-gebieden.

·       Er is begonnen met het realiseren van een Parkeerroute Informatie Systeem.

·       Meer mensen maakten gebruik van de trein, minder van de tram.

·       In 2000 zijn geen geluidbelaste woningen vanwege rail- of wegverkeer gesaneerd.

·       Het aantal personenauto’s per hoofd van de bevolking groeit. De groei is de afgelopen twee jaar groter dan in de rest van Nederland. Relatief is het autobezit in Delft echter nog steeds laag.

·       In 2000 passeerden op een werkdag gemiddeld 162.501 motorvoertuigen de A13 bij Delft-Zuid.

·       Evenals in 1999 legde de Delftenaar 75% van de lokale verplaatsingen (tussen 0 en 5 km.) te voet of met de fiets af.

 

5.1       Ontwikkelingen in 2000

 

Delen van het Verkeers- en Vervoersplan Plus (VVP+) zijn in 2000 vastgesteld, waaronder het Fietsactieplan en het implementeren van 30 km.-zones.

 

Fietsactieplan: extra investeren in de fiets

De eerste maatregelen die zijn opgenomen in het Fietsactieplan, zijn in 2000 uitgevoerd. Zo is het knelpunt rond het Oostplein opgelost. Het plein is zo ingericht dat het voor fietsers veiliger is geworden. Bij de herinrichting is aangesloten bij rioleringswerkzaamheden, zodat de straat niet twee maal open hoefde. Fietsers kregen op een groot deel van de kruising eigen stroken en er zijn duidelijke fietsoversteekplaatsen. Het Oostplein is een belangrijke schakel in veel fietsroutes, waaronder die tussen de Delfgauwseweg (Pijnacker) en de binnenstad. Ook de Kanaalweg is verder afgesloten, waardoor autoverkeer niet meer vanaf de Kanaalweg rechtsaf de Julianalaan , of vanaf de Julianalaan linksaf de Kanaalweg op kan gaan. De afsluiting van de Kanaalweg maakte een overzichtelijke afsluiting van het Oostplein mogelijk. Bovendien is de veiligheid vergroot en treedt er minder verstoring op van de verkeersafwikkeling.

 

30 km.-zones

Onder de noemer “Startprogramma Duurzaam Veilig” geven de gezamenlijke (landelijke) wegbeheerders een impuls aan het beleid gericht op de verkeersveiligheid. Doelstelling is in 2000 25% minder verkeersslachtoffers t.o.v. 1984-1986 en in 2010 40% minder gewonden en 50% minder doden t.o.v. 1986. In het kader van dit project wordt een aantal verkeersregels gewijzigd en wordt de weginrichting meer afgestemd op het daar gewenste gedrag. Voor Delft is het startprogramma mede aanleiding voor een samenhangende uitwerking van de diverse acties die de gemeente in het kader van Duurzaam Veilig zal uitvoeren. Een van de onderdelen is het aanwijzen en inrichten van verblijfsgebieden als 30 km.-gebied.

 

Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, het IPO en de VNG sloten een convenant waarin is vastgelegd dat iedere gemeente voor 31 december 2001 50% van de verblijfsgebieden als 30 km.-gebied moet hebben ingericht. In Delft was al meer dan 25% van de wegen in verblijfsgebied voorzien van snelheidsremmende maatregelen (o.a. woonerf). In deze gebieden zijn slechts geringe infrastructurele maatregelen nodig voor de invoering van een 30 km.-gebied. Om te voldoen aan de landelijke doelstelling, is een meerjarenplanning 30 km.-gebieden opgesteld. Deze planning voorziet in het realiseren van 170 km. weglengte (=75%) als 30 km.-gebied per 31 december 2001. Op welke plekken 30 km.-gebieden gerealiseerd dienen te worden, is vastgelegd door de gemeente. Welke concrete maatregelen worden toegepast om de snelheid terug te brengen, wordt in overleg met bewoners bepaald op speciale avonden. In 2000 is een start gemaakt met het realiseren van 30 km.-gebieden.


Autoluwe binnenstad en Citypendel

Op 29 juni 2000 is de gemeenteraad akkoord gegaan met de “Nota Bereikbare binnenstad, parkeerbeleid sleutel tot autoluw(plus)”. Eén van de leidende principes in deze nota is dat bezoekers aan de binnenstad kunnen parkeren in goed bereikbare en dynamisch verwezen parkeergarages aan de rand van de binnenstad. Om aan dit principe invulling te geven, wordt een parkeerroute informatie systeem (PRIS) geïntroduceerd. Dit systeem geeft de parkeerroutes voor het centrum, verwijzingen naar de parkeergarages met indicatie van het aantal beschikbare parkeerplaatsen, en een verwijzing naar de P+R-voorziening in de TU-wijk. De realisatie van het systeem vindt gefaseerd plaats. De eerste fase omvat het aangeven van de parkeerroute en het verwijzen naar de P+R-voorziening in de TU-wijk. Het vervoer vanaf deze voorziening vindt plaats met de zogenaamde Citypendel. Vervoerder Connexxion zal het vervoer met de Citypendel verzorgen. De volgende drie fasen zijn gekoppeld aan de in gebruikstelling van een parkeergarage. Aan de parkeergarage Phoenixstraat is in 2000 hard gewerkt.

 

Geluidsanering: samenwerkingsverband Delft-Pijnacker

De gemeente Delft is budgethouder voor de subsidie t.b.v. de sanering van de geluidbelaste woningen vanwege wegverkeerslawaai in Delft en Pijnacker. Het samenwerkingsverband heeft het budget voor 2000 toegewezen aan Delft. De gemeente heeft dit budget gebruikt voor de uitvoering van het gevelisolatieproject Vrijenbanselaan/Oostsingel e.o. (29 woningen).  Bij 21 van de 29 woningen zullen daadwerkelijk gevelmaatregelen worden getroffen. Het project heeft enige vertraging opgelopen en zal in 2001 worden afgerond.

5.2       Indicatoren

Beleid

 

·       Vervoersmanagement bij bedrijven

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto worden bevorderd. Bedrijven worden gestimuleerd een vervoermanagement te voeren, dat wil zeggen zelf alternatieven voor de auto in het woon-werkverkeer van zijn werknemers te zoeken, te creëren en/of te stimuleren.

 

Resultaat

De beschikbare gegevens geven geen volledig beeld van de werkelijkheid. Een  representatieve indicator is in ontwikkeling.

 

·       Geluidsanering wegens wegverkeer

 

Doelstelling

De Wet geluidhinder hanteert voor woningen met een geluidbelasting door wegverkeer een zogenaamde A-lijst (woningen met een geluidbelasting aan de gevel ³ 65 dB(A) maar £ 70 dB(A)) en een B-lijst (woningen met een geluidbelasting aan de gevel ³ 60 dB(A), maar < 65 dB(A)). Woningen op de A-lijst dienen uiterlijk in 2003 gesaneerd te zijn, woningen op de B-lijst uiterlijk in 2010. Onder sanering wordt verstaan dat de binnenwaarde wordt teruggebracht tot £ 40 dB(A).

Doelstelling gemeente (Stedelijke Vernieuwing 2000-2010: Delfts OntwikkelingsProgramma): In 2003 zijn er 86 geluidsaneringswoningen aangepakt, per 1-1-2005 moeten minimaal 90 woningen zijn gesaneerd.

 

Resultaat

In 2000 was 81% van de woningen op de A-lijst en 27% van de woningen op de B-lijst gesaneerd. In totaal dienen nog 2.032 woningen van de B-lijst en 109 woningen van de A-lijst gesaneerd te worden. De afname van het percentage gesaneerde A-lijst-woningen wordt veroorzaakt door een correctie op de A-lijst (er zijn woningen overgeheveld van de B-lijst naar de A-lijst).


 


Conclusie

De einddata voor sanering zijn niet haalbaar. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het krappe saneringsbudget. De einddata zullen waarschijnlijk door het Ministerie van VROM worden verlengd.

 

·       Geluidsanering wegens railverkeer

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Wet geluidhinder): woningen met een geluidbelasting aan de gevel vanwege railverkeer ³ 73 dB(A) dienen uiterlijk in 2010 te zijn gesaneerd. Onder sanering wordt verstaan dat de binnenwaarde wordt teruggebracht tot £ 40 dB(A).

 

Resultaat


 


In totaal zijn 155 woningen gesaneerd. Er dienen nog 641 woningen te worden gesaneerd.

 


Conclusie

De einddatum voor sanering, 2010, is waarschijnlijk niet haalbaar. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het krappe saneringsbudget. Een groot deel van de woningen, circa 390, wordt gesaneerd door de realisatie van de spoortunnel. De overige woningen kunnen tijdens de uitvoering van de spoorverdubbeling worden gesaneerd.

 

·       Carpooling Delftenaren

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto worden bevorderd. Een van de alternatieven is carpoolen.

 

Resultaten

Geen gegevens beschikbaar.

 

·       Lidmaatschap auto-op-afroep organisatie

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto worden bevorderd. Een van de alternatieven is het lidmaatschap van een organisatie auto op afroep.

 

Resultaat

Geen gegevens beschikbaar.

 

·       Reistijdverhouding belangrijke relaties

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003): op de lange termijn (2010-2020) is de reistijdverhouding openbaar vervoer/auto op alle belangrijke relaties < 1,5.

 

Resultaat

Er zijn geen gegevens over reistijdverhoudingen beschikbaar.

 

Conclusie

Om de doelstelling uit 3D te kunnen toetsen, dient een bruikbare en meetbare indicator geformuleerd te zijn.

Doelgroepen

 

·       Vervoermiddelkeuze

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duuzaamheidsplan Delft 2000-2003): in 2003 wordt voor 60% van de lokale verplaatsingen de fiets gebruikt. Op de lange termijn (2020-2030) ligt dit percentage op 70%.

Doelstelling gemeente (Stedelijke Vernieuwing 2000-2010, Delfts Ontwikkelings Programma) voor 2005: in geval van een landelijke stijging van het autogebruik blijft deze in Delft beperkt tot 0,75 maal de landelijke stijging; als er een sprake is van een landelijke daling, dan is de daling in Delft 1,25 maal de landelijke.

 


Resultaat


 


Bron: CBS, Onderzoek Verplaatsingsgedrag

 

In 2000 werd voor 34% van alle lokale verplaatsingen (tussen 0 en 5 km.) de fiets gebruikt. Dat was in 1999 nog 42%. Daarentegen werd in 2000 38% van de verplaatsing per voet afgelegd. Dit was in 1999 nog 31%. Voor verplaatsingen van meer dan 5 km. werd in 2000 vaker de auto gebruikt (67% van alle verplaatsingen) dan in 1999. De fiets werd minder vaak gebruikt.

 

NB: Het aantal respondenten in het CBS-onderzoek is gering. De cijfers voor Delft kunnen hierdoor in werkelijkheid in redelijke mate afwijken van de berekende cijfers.

Door een veranderde onderzoeksopzet zijn de cijfers over 1999 en 2000 niet vergelijkbaar met voorgaande jaren.

 

Conclusie

De doelstelling uit het Duurzaamheidsplan voor 2003 t.a.v. het gebruik van de fiets is nog niet gehaald. Wel kan gesteld worden dat ongeveer driekwart van de lokale verplaatsingen op uiterst duurzame wijze wordt verricht (fiets of lopen).

Ook de doelstelling uit Delfts OntwikkelingsProgramma is niet gehaald. Van 1999 naar 2000 was er landelijk sprake van een zeer lichte daling; in Delft leek het autogebruik eerder te stijgen.


·       Auto-intensiteit

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Daartoe worden alternatieven voor de auto bevorderd. De auto-intensiteit op verkeerswegen is een maat voor het autogebruik.

 


Resultaat

Bron: Rijkswaterstaat (in: Jaarboek Bestuursinformatie 2001, gemeente Delft)

 

Het gemiddeld aantal motorvoertuigen dat op een werkdag de A13 tussen de afslagen Delft-Zuid en Berkel en Rodenrijs passeert, stijgt nog steeds. In 2000 passeerden gemiddeld 162.501 voertuigen: een stijging ten opzichte van 1999 van 3,1%. De groei is welliswaar kleiner dan een jaar eerder, maar nog altijd een van de grootste van de afgelopen tien jaar.

 

Conclusie

Het autogebruik rond Delft neemt toe. Deze toename is niet (alleen) toe te schrijven aan het autogebruik door Delftenaren. Een betere maat daarvoor is de automobiliteit op lokale wegen.

 

·       Aantal personenauto’s

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Daartoe worden alternatieven voor de auto bevorderd. Het aantal personenauto’s is een maat voor het gebruik ervan.

 

Resultaat

Het totale aantal personenauto’s (excl. bedrijfsauto’s) bedroeg op 1 januari 2001 31.046. De laatste twee jaar stijgt het aantal aanzienlijk. In 2000 was het aantal 5,5% hoger dan een jaar eerder, in 2001 3,4%. Het aantal personenauto’s per 1000 inwoners stijgt ook. Op 1 januari 2001 waren er voor elke 1000 inwoners 322 personenauto’s; een stijging van ruim 3% ten opzichte van 2000.


Bron: CBS, Kentekenregistratie deel III (in: Jaarboek Bestuursinformatie 2001, gemeente Delft)


 


Conclusie

Het personenautobezit neemt toe. Een vermindering van de groei van het autogebruik lijkt daarom niet aan de orde. Ten opzichte van de rest van Nederland is het motorvoertuigenbezit per 1000 inwoners in Delft nog steeds laag, maar opmerkelijk is dat de groei van het aantal personenauto’s per 1000 inwoners in Delft de laatste twee jaar hoger was dan in de rest van Nederland. Dat was in de tien jaar ervoor nooit het geval. In Haaglanden is Delft nog wel steeds de gemeente met het laagste autobezit.

 

·       OV-reizigers

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Daartoe worden alternatieven, waaronder het openbaar vervoer, voor de auto bevorderd.

 


Resultaat

Bronnen: Nederlandse Spoorwegen, HTM, Connexxion (in: Jaarboek Bestuursinformatie 2001, gemeente Delft)

 

Het gemiddeld aantal treinreizigers per werkdag steeg in 2000 met 5,5% ten opzichte van 1999 naar 25.457 (in- en uitstappers op de stations Delft en Delft-Zuid). Het aantal tramreizigers is sinds het doortrekken van de tramlijn naar Tanthof sterk gestegen naar een gemiddeld aantal instappers per werkdag van 11.560 in 1997. Sinds 1999 daalt het aantal instappers echter. In 2000 bedroeg het aantal instappers in Delft 9.900. Het aantal instappers van lokale buslijnen is in 2000 licht gestegen.

 

Conclusie

Er is geen duidelijke trend in het gebruik van het openbaar vervoer waarneembaar. Het aantal treinreizigers stijgt, het aantal tramreizigers daalt en het aantal gebruikers van lokale buslijnen blijft redelijk stabiel.

 

·       Vervoersbewegingen medewerkers gemeente Delft

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto worden bevorderd. Bedrijven worden gestimuleerd een vervoermanagement te voeren, dat wil zeggen zelf alternatieven voor de auto in het woon-werkverkeer van zijn werknemers te zoeken, te creëren en/of te stimuleren.

 

Resultaat

Geen gegevens beschikbaar.

 

·       Intensiteit langzaam verkeer

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto, waar onder langzaam verkeer, worden bevorderd. De intensiteit van het langzaam verkeer is een maat voor het gebruik ervan.

 

Resultaat

Geen gegevens beschikbaar. Een representatieve indicator is in ontwikkeling.

 

·       Aantal auto-kilometers per hoofd van de bevolking

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003): een stabilisatie van de automobiliteit in 2003 op het niveau van 1996 en een stabilisatie van de automobiliteit op lange termijn (2020-2030) op het niveau van 1986.

 

Resultaat

Uit het Onderzoek Verplaatsingsgedrag van het CBS blijkt dat het aantal afgelegde autokilometers per persoon per dag in 2000: 22,26 bedroeg. In 1999 was dit 18,14 kilometer.

 

NB: Het aantal respondenten in het CBS-onderzoek is echter gering. De cijfers voor Delft kunnen hierdoor in werkelijkheid in redelijke mate afwijken van de berekende cijfers.

 

Conclusie

Het aantal autokilometers per hoofd van de bevolking is toegenomen. Gegevens van 1996 zijn niet beschikbaar. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat van een stabilisatie sprake is.


Kwaliteit

 

·       Wegvakoverschrijding NOx, benzeen en CO.

 

Doelstelling

Landelijke normen (Besluit Luchtkwaliteit bij algemene maatregel van bestuur):

-      de NOx-concentratie langs wegen ligt onder de grenswaarde van 135 mg/m3 (uurgem., 98-percentiel). De richtwaarde is 80 mg/m3;

-      de benzeenconcentratie langs wegen ligt onder de grenswaarde van 10 mg/m3 (jaargem.);

-      de CO-concentratie langs wegen ligt onder de grenswaarde van 6000 mg/m3 (uurgem.).

 

Resultaat

Alle wegvakken in de gemeente Delft voldoen aan de grenswaarden.

 

Conclusie

Er is geen aanleiding voor het treffen van maatregelen om de NOx-, benzeen- of CO-concentratie langs wegen te verlagen. Naar verwachting worden in de loop van 2001 nieuwe EU-normen in Nederland geïntroduceerd. Deze normen zijn gelijkwaardig of strenger dan de huidige normen van de amvb’s luchtkwaliteit.