8  Bedrijven

 

·       De gemeentelijke organisatie gebruikte in 2000 4% minder papier dan in 1999.

·       Op 1 januari 2001 werd de Vrijstellingsregeling van kracht. Deze regeling biedt horeca-, sport-, en recreatiebedrijven de mogelijkheid om maximaal acht keer per jaar een festiviteit te organiseren waarbij de normale geluidsvoorschriften niet van toepassing zijn.

·       Van 77% van de bedrijven met een milieuvergunning, was de vergunning dekkend en toereikend.

·       Van de bedrijven die werden gecontroleerd in 2000, voldeed 52% van de bedrijven met een milieuvergunning bij de eerste controle aan de milieuwetgeving. Bij de bedrijven waarop algemene milieuregels (amvb’s) van toepassing zijn, gold dit voor 75%.

·       34 bedrijven waren in 2000 actief met energiebesparing.

·       Bij 46 bedrijven is het afvalwater onderzocht; bij 39 bedrijven voldeed het afvalwater aan de geldende normen.

 

8.1     Gemeente als bedrijf

8.1.1     Ontwikkelingen in 2000

 

In verband met de gemeentelijke reorganisatie zijn er in 2000 geen nieuwe ontwikkelingen opgetreden op het gebied van Gemeentelijke Interne Milieuzorg (zie ook paragraaf 2.6.3), Vervoermanagement binnen de gemeentelijke organisatie en Duurzaam inkopen.

 

8.1.2     Indicatoren

 

Beleid

Geen beleidsindicatoren voor het thema Gemeente als bedrijf

 

 

Doelgroepen

 

·       Papierverbuik gemeentelijke organisatie

 

Beleid

In het algemeen streeft de gemeente naar het verminderen van het papierverbruik. Een kwantitatieve doelstelling ontbreekt. Daarnaast bevatten de inkooprichtlijnen wel doelstellingen ten aanzien van het soort papier dat gebruikt wordt. Sinds 1997 is het minder milieubelastende Modobalans-papier de huisstijl voor de gemeente Delft.

 

Resultaat

Het papierverbruik is in 2000 met ruim 4% afgenomen. In 2000 zijn 15.795 pakken A4-papier van 500 vel gebruikt. Hieronder waren 1.295 pakken meer milieubelastend papier.

                

 


 


Conclusie

Ten opzichte van de jaren 1998 en 1999 is een verbetering opgetreden. Het papierverbruik was in 2000, afgezet tegen de afgelopen jaren, echter nog steeds aan de hoge kant. Sinds de invoering van Modobalans als huisstijl, is het aandeel van minder milieubelastend papier wel gegroeid, maar tegen de interne afspraken in, is in 2000 ook meer milieubelastend (gebleekt) papier ingekocht.

 

 

·       Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Energiebeleidsplan 1996-2000): een efficiëntieverbetering in de periode 1996-2000 van 14,6%.

 

Resultaat

 

Bron: Energie Delfland

 

Het elektriciteitsverbruik steeg tussen 1993 en 1999 met 24% gestegen. In 1999 werd in de achttien grotere gemeentelijke gebouwen 3.478.847 kWh verbruikt. Het gasverbruik is in 1999 licht gestegen, maar was nog altijd lager dan in de periode 1993-1997. In 1999 werd 664.662 m3 gas verbruikt. De verbruikscijfers over 2000 zijn niet volledig en zijn daarom niet weergegeven.

Conclusie

De gemeente Delft liet de afgelopen jaren de energieverbruikcijfers van de gemeentelijke gebouwen per maand op locatie opnemen door een medewerker van Energie Delfland resp. Eneco energie. Het opnemen van de meterstanden stuitte regelmatig op praktische problemen. Hierdoor is het totaaloverzicht van 2000 onvolledig en daardoor niet vergelijkbaar met dat van voorgaande jaren. Aanbevolen wordt het energieverbruik in de gemeentelijke gebouwen in volgende jaren te bepalen aan de hand van de betaalde energierekeningen en dit ook organisatorisch mogelijk te maken. Een voorwaarde hiervoor lijkt een centrale afhandeling van de energienota’s.

 

 

8.2     Overige bedrijven

8.2.1     Ontwikkelingen in 2000

 

Vrijstellingsregeling

Op 30 november 2000 heeft de gemeenteraad van Delft de Vrijstellingsregeling vastgesteld. De Vrijstellingsregeling heeft betrekking op bedrijven die onder het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer vallen. Op grond van deze regeling wordt aan bedrijven de mogelijkheid geboden om acht maal per jaar een festiviteit te organiseren waarbij de geluidsvoorschriften uit het bovengenoemd besluit niet van toepassing zijn. Daarnaast wijst het college van Burgemeester en Wethouders jaarlijks een aantal zogenoemde collectieve dagen aan. Indien de bedrijven, die vallen onder het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, gebruik willen maken van één van de acht individuele dagen uit de Vrijstellingsregeling, dan dienen zij hiervoor ten minste twee weken voor aanvang van de festiviteit bij de burgemeester een melding in te dienen. Op 1 januari 2001 is de Vrijstellingsregeling in werking getreden. In 2001 zal aandacht worden besteed aan de handhaving van de regeling.

 

Energiebesparing in de horeca

In de periode van december 1998 tot en met mei 2000 heeft de gemeente Delft het project “Stimulering energiebesparing in de horeca” uitgevoerd. Doel van het project is horeca-ondernemers aan te zetten tot het treffen van energiebesparende maatregelen in hun bedrijf. Een nevendoel is kennis te verwerven over de uitvoering van energiebesparingsvoorschriften uit het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. Het doel om horecabedrijven aan te zetten tot het treffen van energiebesparende maatregelen is bij enkele ondernemers wél, maar bij het merendeel van de horeca-ondernemers in Delft niet gehaald. In het algemeen geldt dat bij de horecaondernemers voldoende energie-preventiepotentieel aanwezig is. Mogelijkheden voor energiebesparing schuilen met name in het treffen van gedragsmaatregelen en maatregelen met een terugverdientijd van drie jaar of minder. Het communicatietraject is essentieel voor het slagen van het project. De doelgroep dient in eerste instantie persoonlijk te worden benaderd om het onderwerp energie onder de aandacht te brengen en te houden. Zodra de interesse van de ondernemer is gewekt, kan informatie schriftelijk worden overgebracht. De opgedane kennis en ervaring zal worden vertaald in beleid met betrekking tot de invulling van het aspect energie bij (amvb)-bedrijven. Dit beleid zal via de reguliere controles worden uitgevoerd.

 


8.2.2     Indicatoren

 

Beleid

 

·       Dekkende Wm-vergunningen

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Wet milieubeheer): alle bedrijven zijn in het bezit van een dekkende (alle activiteiten zijn vergund) en toereikende (vergunning voldoet aan de huidige inzichten) vergunning.

 

Resultaat

 


In 2000 beschikte 77% van de vergunningplichtige bedrijven over een dekkende en toereikende vergunning. In 1999 lag dit percentage nog op 67%. Vanaf 1998 is gewerkt met een nieuwe methode. Alle vergunningen verleend voor 1995 werden vanaf dat moment beschouwd als te actualiseren, omdat in deze vergunningen nog geen rekening was gehouden met de duurzaamheidsaspecten (de verruimde reikwijdte). Afgezien hiervan waren deze vergunningen echter wel dekkend en toereikend. Het aantal vergunningplichtige bedrijven neemt af, mede als gevolg van het in werking treden van nieuwe amvb’s. In 2000 waren er 327 vergunningplichtige bedrijven (1998: 375).

 


In het Werkplan 2000 van het vakteam Milieuzorg is gepland 42 vergunningen te verlenen dan wel te actualiseren. Er werden in 2000 in totaal 23 vergunningen aangevraagd en er zijn 22 vergunningen verleend. In vier gevallen is er sprake geweest van een termijnoverschrijding vanwege inhoudelijke knelpunten. Er zijn geen vergunningaanvragen geweigerd of ingetrokken. In 2000 zijn er ook geen bestaande vergunningen geactualiseerd. Er zijn geen gedoogbeschikkingen afgegeven. In twee gevallen zijn nadere eisen gesteld op grond van een amvb.

 

Conclusie

Het percentage bedrijven met een dekkende en toereikende milieuvergunning die bovendien rekening houdt met de verruimde reikwijdte, neemt snel toe. Op korte termijn zal het maximale percentage bereikt worden. Dit maximale percentage ligt op ca. 90%, daar altijd ca. 10% van de bedrijven verwikkeld is in een vergunningen­procedure wegens wijzigingen dan wel nieuwbouw. De werkplanning voor 2000 (42 vergunningen verlenen c.q. actualiseren) is niet gehaald.

 

 


·         Controle Wet milieubeheer

 

Doelstelling

Doel van handhaving van milieubeleid is de naleving van milieuregels te vergroten en daarmee een betere milieukwaliteit en rechtsgelijkheid te bevorderen.

 

Resultaat


In 2000 werden van de 327 vergunningplichtige bedrijven 104 bedrijven (32%) gecontroleerd. 52% van alle gecontroleerde bedrijven voldeed aan de milieuwetgeving. Dit percentage is nagenoeg gelijk aan dat van 1999 (54%). 50 bedrijven voldeden in 2000 niet bij de eerste controle. Bij deze bedrijven is een vervolgactie ondernomen en zijn hercontroles uitgevoerd. Uiteindelijk voldeden alle bedrijven aan de geldende wetgeving.

 



In 2000 werden daarnaast 161 bedrijven gecontroleerd die vallen onder een algemene maatregel van bestuur (amvb). Dit is 16% van het totale aantal amvb-bedrijven. 75% van de gecontroleerde bedrijven voldeed. Dit is een forse stijging ten opzichte van 1999, toen dat gold voor 52% van de amvb-bedrijven. 40 bedrijven voldeden niet direct. Bij deze bedrijven is een vervolgactie ondernomen en zijn hercontroles uitgevoerd. Uiteindelijk voldeden alle bedrijven aan de geldende wetgeving.

 



In totaal voldeden 90 Wm- of amvb-bedrijven niet bij de eerste controle. Op deze bedrijven is een vervolgactie ondernomen:

·         in 59 gevallen ging een voorwaarschuwing dwangsom uit;

·         in 9 gevallen werd een dwangsom opgelegd;

·         in 1 geval werd een dwangsom geïnd.

Er is in geen geval een voorwaarschuwing bestuursdwang uitgegaan, geen bestuursdwang opgelegd en geen bestuursdwang geëffectueerd.

 

Conclusie

Over het algemeen voldoet een groter percentage van de gecontroleerde bedrijven (vergunningplichtige en amvb-bedrijven) bij de eerste controle. Dit is een positieve ontwikkeling.

 

 

·       Bedrijven met een milieujaarverslag

 

Doelstelling

Er is geen doelstelling ten aanzien van het aantal bedrijven met een milieujaarverslag.

 

Resultaat

In 2000 hebben, evenals in 1999, acht vergunningplichtige bedrijven een milieujaarverslag ingediend. Er zijn geen amvb-bedrijven die een verslag hebben ingediend. Er zullen veel bedrijven zijn met een jaarverslag waarin ook aandacht wordt besteed aan milieu. Veel jaarverslagen worden echter niet overlegd.

 

Conclusie

Het aantal bekende milieujaarverslagen is sinds 1997 verviervoudigd. De volledigheid van de cijfers is echter klein, zodat aan deze stijging geen conclusies kunnen worden verbonden.

 

 

·       Energiebesparing bij bedrijven

 

Doelstelling

 

Het Ministerie van Economische Zaken heeft de afgelopen jaren met tientallen sectoren Meerjarenafspraken gemaakt. In die afspraken zeggen branche-organisaties toe om in het jaar 2000 20% efficiënter met energie om te gaan dan in 1989.

Doelstelling gemeente (Energiebeleidsplan 1996-2000): een efficiëntieverbetering in de periode 1996-2000 van 10,5% voor bedrijven en 11,5% voor instellingen.

 

Resultaat


 


In 2000 waren er 34 bedrijven die een energiebesparingsplan hadden opgesteld, een energiebesparingsonderzoek (lieten) uitvoer(d)en en/of de Meerjarenafspraak hadden ondertekend. Het betrof 20 vergunningplichtige bedrijven en 14 amvb-bedrijven.

 

Conclusie

Het aantal bedrijven dat actief is met energiebesparing neemt toe. Hieruit is echter niet af te leiden of er sprake is van een efficiëntieverbetering.

 

 

·       Afvalwaterlozing op riool

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Wet milieubeheer): uit de (nieuwe) amvb’s vloeit de verplichting dat het afvalwater de doelmatige werking van het riool niet mag belemmeren. Hiertoe dient alle afvalwater dat op het riool geloosd wordt, te voldoen aan de daarvoor gestelde normen t.a.v. de temperatuur, de zuurgraad en het gehalte aan oliën en vetten.

 

Resultaat

 


In 2000 werd bij 46 bedrijven een controle van het geloosde afvalwater uitgevoerd. In 7 gevallen voldeed het afvalwater niet aan de normen.

 


Conclusie

In 1997 is begonnen met het projectmatig controleren van bedrijven. In 2000 werd een vervolgproject gestart: er werden in dat jaar 46 bedrijven bezocht. Zeven bedrijven hiervan voldeden niet. De nieuwe besluiten bieden onvoldoende handvat om dwingend op te treden en over te gaan tot het opleggen van een dwangsom.

 

 

·       Geluidsanering vanwege industrie

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Wet geluidhinder): de geluidbelasting ter plaatse van woningen op een gezoneerd industrieterrein is teruggedrongen tot ten hoogste 55 dB(A) door middel van bron-, danwel overdrachtsmaatregelen. Indien de kosten voor bron- en overdrachtsmaatregelen onevenredig hoog zijn, wordt bepaald of aanvullende gevelmaatregelen nodig zijn om een goed leefklimaat in de woning te garanderen.

 


Resultaat

Delft kent twee gezoneerde industrieterreinen: DSM Gist/Calve en Schie-oevers Noord en Zuid. In de zone rond deze industrieterreinen staan in totaal 537 woningen met een geluidbelasting hoger dan 55 dB(A). Om de geluidbelasting bij deze woningen terug te dringen heeft de provincie Zuid-Holland een sanerings­programma vastgesteld. Bij 10 woningen dienen aanvullende gevelmaatregelen te worden getroffen.

 

Conclusie

Het saneringsprogramma is reeds in uitvoering. De provincie heeft onder andere de vergunningvoorschriften van de betrokken bedrijven aangepast. De kosten van de gevelmaatregelen bij de resterende 10 woningen worden betaald door het Rijk en de bedrijven. De gemeente Delft werkt aan de realisatie van deze aanvullende maatregelen op korte termijn.

 

 

·       Vergunningen op hoofdzaken

 

Doelstelling

De rijksoverheid streeft naar een groter percentage vergunningen op hoofdzaken. Naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede dient dit streven echter te worden heroverwogen in verband met de twijfels die de Raad van State heeft geuit over de handhaafbaarheid van dergelijke vergunningen.

 

Resultaat

In 2000 was er één bedrijf met een vergunning op hoofdzaken.

 

Conclusie

De gemeente Delft verleent alle vergunningen ‘op maat’. Indien bedrijven een vergunning op maat wensen en daarvoor in aanmerking komen (dit geldt op kortere termijn voor ca. 5 bedrijven en op langere termijn voor 20 bedrijven), wordt een vergunning op hoofdzaken verleend. Het initiatief hiervoor ligt echter bij het bedrijf zelf, omdat het gemeentelijk streven er niet op is gericht zoveel mogelijk vergunningen op hoofdzaken te verlenen.

 

 

·       Vergunningen aangepast aan landelijke convenanten

 

Doelstelling

Het Ministerie van VROM vraagt gemeenten in het kader van de monitoring van overheidsprestaties in het milieubeleid om informatie over het aantal vergunningen aan glastuinbouwbedrijven en veehouderijen dat in overeenstemming is met het convenant van 13 november 1997 c.q. waarin is voorzien in een Groen Label stal.

 

Resultaat

In Delft bevinden zich geen vergunningplichtige glastuinbouwbedrijven. Er zijn 7 vergun­ning­­plichtige veehouderijen. Geen van deze veehouderijen heeft een vergunning waarin is voorzien in een Groen Label Stalsysteem.

 

Conclusie

-

 

 


Doelgroepen

 

·       Energieverbruik en emissies grote bedrijven

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Energiebeleidsplan 1996-2000): een efficiëntieverbetering in de periode 1996-2000 van 10,5% voor bedrijven en 11,5% voor instellingen.

 

Resultaat

Geen gegevens beschikbaar. De gegevens zijn zeer moeilijk te verkrijgen en bovendien niet vergelijkbaar vanwege wisselingen in de samenstelling van de bedrijvenselectie.

 

 

Kwaliteit

Geen kwaliteitsindicatoren voor het thema Bedrijven.