FunctieLimiteringsSysteem

De administratieve organisatie van de vrijstellingsverlening

 

Na ampele discussies is besloten het FLS in te voeren door middel van een vrijstellingensysteem. Als randvoorwaarde is gesteld dat dit vrijstellingensysteem voor de burger een minimale administratieve last moet oproepen en dat slagvaardig en adequaat moet worden gereageerd op binnenkomende verzoeken.

 

Sinds dit besluit heeft (onder anderen) het vakteam BTM gewerkt aan een administratieve organisatie voor dit vrijstellingensysteem die enerzijds waarborgen moet bieden voor een besluitvormingsproces die de rechtszekerheid van daaruit voortvloeiende besluiten garandeert en anderzijds recht doet aan de levende wens om de burger snel en adequaat – en bij voorkeur al aan de balie – te informeren omtrent de gebruiksmogelijkheden van een concreet pand.

 

We hebben het voorontwerp-bestemmingsplan Binnenstad ten aanzien van dit onderwerp ontleed en verwoord in een werkschema. De gehele procedure (dus meer dan alleen de primaire reactie op een aanvraag) kan een complex proces zijn. Zo kan het verzoek om vrijstelling separaat gebeuren of in combinatie met een concreet verbouwingsplan (dus bouwvergunning). Ook kan het verzoek om vrijstelling worden ingediend zowel vooraf als nadat het feitelijke gebruik reeds is gestart. Zelfs is het hypothetisch mogelijk dat een verzoek om vrijstelling alleen wordt ingediend om zeker te stellen dat een ander van de ruimte die het bestemmingsplan biedt geen gebruik kan maken. Om dit alles in goede banen te bieden is het essentieel dat het gehele proces van vrijstellingsverlening, –weigering, en –intrekking op 1 centrale plek in de organisatie gebeurd. Logischerwijs is dit het vakteam BTM.

 

 

De klant:

In het in ontwikkeling zijnde FLS-register (een in eigen beheer ontwikkelde database in Excel) staat per blokzijde geregistreerd wat het toegestane gebruik is (in% per functie) en wat de actuele benutting per functie is (in aantallen panden). Dus op een concrete vraag van een klant kan na raadpleging van het bestand -dit kan zijn aan de publieksbalie,  bij een consultatie van het Service Centrum Bedrijven of rechtstreeks bij de vakteams Ruimtelijke Ordening en Bouwtoezicht en Monumenten- en bij onderbenutting van de functie direct indicatief worden aangegeven of de beoogde functie is toegestaan. Van deze gegevens kan de klant ter plaatse een print krijgen (voorbeeld; Bijlage 5), echter met de toevoeging dat aan deze uitdraai geen rechten kunnen worden ontleend. Het recht wordt immers pas verkregen na honorering van het verzoek om vrijstelling. Het is dan aan de klant om het voornemen via een aanvraag zo spoedig mogelijk te formaliseren. Hiertoe kan hij aan de balie een formulier verkrijgen en invullen.

 

Na het indienen van het ingevulde formulier krijgt de klant  dus, zoals gezegd, binnen (uiterlijk) 2 weken definitief te horen of de beoogde functie in het desbetreffende pand is toegestaan. Pas nu ontstaat voor de aanvrager een bepaald recht en tevens voor (derden)belanghebbenden een voor beroep vatbaar besluit. De aanvraag en/of het besluit zal worden gepubliceerd in de Stadskrant.

 

Het lijkt tevens raadzaam om in een ambtelijke instructie aan te geven dat voorzichtigheid wordt betracht bij informatieverstrekking indien de desbetreffende functie de kritische grens benaderd of zelfs al heeft bereikt. In dat geval nog indringender aangeven dat aan de aan de balie verstrekte informatie geen rechten kunnen worden ontleend. In zulke gevallen lijkt het in het belang van de rechtszekerheid van de klant ook alleszins billijk dat hij niet direct, maar wel binnen 14 dagen, uitsluitsel zal krijgen.

 

 

Het besluit:

Nadat een verzoek om vrijstelling is binnengekomen/afgegeven zal deze de volgende stappen dienen te ondergaan:

Uitgaande van de uit te voeren 5 stappen is het illusoir om ervan uit te gaan dat de toetsing en het daaruit voortvloeiende administratieve proces altijd binnen 1 week zijn beslag zal  kunnen krijgen. Wel zal moeten worden getracht deze ambitie na te streven en taakstellend eraan te verbinden dat een verzoek om vrijstelling uiterlijk binnen 2 weken uitmondt in een besluit.

 

Conclusie:

Op bovenstaande wijze denken wij een oplossing voorhanden te hebben voor de bij bestuur en burger levende wens van snelheid in de informatievoorziening zonder afbreuk behoeven te doen aan de rechtszekerheidswaarborgen.