GEMEENTE DELFT
oktober 2002
CONCEPT
Nota
INSPRAAK
WESTVEST/POPPESTEEG
samenvatting en beantwoording
inspraakreacties op het bouwvoornemen
locatie Westvest hoek Poppesteeg
Deze
nota bevat een samenvatting en beantwoording van alle inspraakreacties op het bouwvoornemen voor de locatie hoek Westvest/Poppesteeg.
In
het kader van inspraak als bedoeld in artikel 6A van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening en de gemeentelijke inspraakverordening heeft het bouwvoornemen ter inzage
gelegen in de periode van 26 augustus tot 23 september 2002 met de mogelijkheid
tot het indienen van schriftelijk inspraakreacties. Er zijn 9 schriftelijke
inspraakreacties ingekomen. Op 3 september 2002 is het bouwvoornemen
gepresenteerd aan omwonenden en is de mogelijkheid geboden tot mondeling
inspraak. De mondeling ingediende reacties verschilden inhoudelijk niet van de
schriftelijk ingediende reacties en deze reacties zijn daarom niet apart
samengevat en beantwoord.
Van
de inspraakbijeenkomst is verslag gemaakt. Dit verslag maakt onderdeel uit van
deze nota. Een reactie op dit verslag is tevens bijgevoegd.
Voor de locatie hoek
Westvest/Poppesteeg is in juni 2002 een bouwvoornemen kenbaar gemaakt dat voorziet in de bouw van 5 woningen en
een commerciële ruimte. Het bouwvoornemen heeft aan de Westvestzijde inclusief
een balkon een diepte van 26,5 meter en
is daarmee 4,5 meter dieper dan de hoofdbebouwing van het aangrenzende pand
aan de Westvest. Het bouwvoornemen
heeft aan de Westvestzijde een totale hoogte van15 meter en is gelijk aan de
hoogte van de aangrenzende panden. Aan de Poppesteeg heeft het bouwvoornemen
een goothoogte van 7,40 meter en een totale hoogte van 10 meter.
De
locatie is gelegen aan de westrand van de Delftse Binnenstad. De locatie valt
binnen het bestemmingsplangebied “Binnenstad Delft”. Voor dit plangebied is een
nieuw bestemmingsplan in procedure gebracht. Op het moment van indiening van
het bouwvoornemen was het bestemmingsplan voor de Binnenstad als ontwerp ter
inzage gelegd. In het ontwerp bestemmingsplan is de locatie opgenomen als een
zogenoemde transformatie locatie no 21. In bijlage III van de voorschriften is
ten aanzien van de mogelijkheden voor herontwikkeling bepaald dat: “Vernieuwing
van bedrijfsruimten, met gebruikmaking van de verdieping voor 3-4 woningen.
Indien
de woning aan de Westvest gesloopt wordt is meer mogelijk. Dan kan een
drie-vierlaagse bouw een optie zijn, met een invulling als kantoor of
woon-werkwoningen. Bouwdiepte maximaal gelijk aan die van de bestaande
bebouwing ten noorden van deze locatie. Geen winkels. In de steeg een
bescheiden goothoogte. Maximaal twee lagen. Bruikbaarheid van nabij gelegen
gebouwen, erven en tuinen respecteren”. Volgens de tekst van de
transformatielocatie wordt verder vermeld: “Directe bestemming voor directe
doeleinden met mogelijkheid van kantoorgebruik langs de Westvest. Directe
bestemming voor woondoeleinden aan de Poppesteeg”.
Op
de plankaart staat voor deze locatie aangegeven: een bouwdiepte (gerekend vanaf
de Westvest) van maximaal 24 meter waarvan de eerste 9 meter minimaal 3 en
maximaal 4 bouwlagen met kap en de overige 15 meter minimaal 3 en maximaal 5
bouwlagen met kap; een goothoogte van minimaal 10 meter en maximaal 14 meter en
een pandbreedte van minimaal 4 meter en maximaal 8 meter. Het overige deel van
de kavel liggend aan de Poppesteeg heeft een erfbestemming.
Geconcludeerd
moet worden dat abusievelijk de gegevens op de plankaart niet in
overeenstemming zijn met de tekst van de transformatielocatie.
Wat
betreft de bouwdiepte is het bouwvoornemen in strijd met de tekst van de
transformatielocatie als opgenomen in bijlage III. De strijdigheid met de plankaart bestaat voornamelijk uit de
bebouwing aan de Poppesteeg waaraan een erfbestemming is gegeven met beperkte
bouwmogelijkheden in de hoogte. Voorts is sprake van strijdigheid met de
toegestane bouwhoogte aan de Westvest omdat het bouwvoornemen niet voldoet aan
de definitie van kap als opgenomen in artikel 1 sub t. Daarnaast kent het bouwvoornemen zowel aan
de Westvest als aan de zijde van de Poppesteeg erkers, waarvoor in het
ontwerp-bestemmingsplan verzuimd is een regeling te treffen. Het Komplan ’76
biedt hiertoe wel mogelijkheden en ook in de bestaande bebouwing door de gehele
binnenstad komen erkers voor.
Het bouwvoornemen is
ingekomen tussen het moment van ter inzage legging van het
ontwerp-bestemmingsplan en de vaststelling van dat bestemmingsplan. Formeel
heeft de gemeenteraad de bevoegdheid om het vast te stellen bestemmingsplan aan
te passen aan wijzigingen die zich in deze periode hebben voorgedaan.
Omdat het bouwvoornemen
geen onderdeel is geweest van inspraak bij het bestemmingsplan is dit
bouwvoornemen alvorens in het vast te stellen bestemmingsplan op te nemen ter
inspraak voorgelegd aan omwonenden.
Uit de inspraakreactie is
gebleken dat omwonenden met name veel problemen hebben met de bouwmassa. De
bouwdiepte gerekend van af de Westvest werd onacceptabel beoordeeld. Ook de bouwhoogte
aan de Poppesteeg riep veel discussie op.
Naar aanleiding van de
inspraakreacties zal de projectontwikkelaar het bouwplan aanpassen waarbij met
name de bouwdiepte vanaf de Westvest zal worden teruggebracht naar
22 meter. Deze bouwdiepte
komt overeen met de bouwdiepte van het aanliggende pand aan de noordzijde. De
bouwhoogte aan de Poppesteeg zal met ruim één meter worden teruggebracht. De planologische vertaling van het
aangepaste bouwvoornemen in het vast te stellen bestemmingsplan voorziet in een
stedenbouwkundig gewenste invulling van deze binnenstedelijke locatie, zoals
reeds verwoord in de tekst “transformatielocatie 21” in het
ontwerp-bestemmingsplan.
Vooruitlopend op het
aanpassen van het bouwvoornemen zal daarom de gemeenteraad worden voorgesteld
het nog aan te passen bouwvoornemen direct op te nemen in het vast te stellen
bestemmingsplan.
Concreet betekent dit dat
op de plankaart voor deze locatie is opgenomen:
-
een bouwdiepte (gerekend
vanaf de Westvest) van 22 meter;
-
een bouwhoogte van maximaal
4 aan voorzijde en maximaal 5 bouwlagen aan achterzijde;
-
een bouwhoogte van
maximaal 2 bouwlagen in de Poppesteeg met een maximum goothoogte van 6 meter;
-
geen pandbreedte.
-
de aanduiding
transformatielocatie komt te vervallen
Ook de voorschriften worden
aangepast:
-
erkers worden toegestaan
in de bestemming tuin en erf;
-
overbouwing van het
openbaar gebied na vrijstelling tot maximaal 1 meter (bijvoorbeeld erker,
liftkoker, trappenhuis).
Samenvatting en
beantwoording van de inspraakreacties:
1. D.J. de Jong en J.H. de
Jong-Westenberg, Oude Delft 85 2611 BD
Delft
1.1
Samenvatting
Het
bouwplan past niet in het binnenkort door de gemeenteraad vast te stellen
bestemmingsplan. Insprekers maken
bezwaar tegen wijzigingen van bepalingen van het bestemmingsplan. De bedoeling
van het bestemmingsplan is een einde te maken aan de vanzelfsprekendheid om
vrijstellingen en wijzigingen van het bestemmingsplan toe te passen. Met de
aanpassing van het bestemmingsplan ten behoeve van dit bouwplan wordt de
voornoemde bedoeling onderuitgehaald en daarmee wordt nog voor de vaststelling
een precedent geschapen. De aanvrager wordt nu in de gelegenheid gesteld
maximaal gebruik te maken van het vacuüm dat ontstaan is tussen het oude en
nieuwe bestemmingsplan en dit ten koste van de openbare ruimte van de directe
buren.
Antwoord
Ruimtelijk gezien sluit de
voorgestelde bouwmassa aan bij de bestaande bebouwing ten noorden en ten zuiden
van deze locatie. Hiermee wordt zowel de recentelijk gerealiseerde nieuwbouw als de veel oudere bestaande
bebouwing bedoeld. Het profiel van de Westvest laat een dergelijke bouwmassa
toe. Ruimtelijk gezien zou het vasthouden aan een kleine bouwmassa op deze
locatie, die een geringe pandbreedte heeft, juist onlogisch zijn.
De
afwijkingen van de ruimtelijke mogelijkheden die zowel het Komplan “76 als het
ontwerp-bestemmingsplan Binnenstad Delft bieden, zijn gering. Gelet op het
bovenstaande zijn wij van mening dat de nu voorgestelde aanpassingen van het
vast te stellen bestemmingsplan zowel procedureel als inhoudelijk
gerechtvaardigd zijn.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen in de procedure.
1.2
Samenvatting
Bezwaar
wordt gemaakt tegen de voorgenomen bouwdiepte voor het perceel aan de Westvest,
deze is alweer dieper dan de naastgelegen panden. Dit is in strijd met het
bestemmingsplan.
Antwoord
De bouwdiepte van het
betreffende perceel zal in het vast te stellen bestemmingsplan gelijk worden
gesteld aan die van de bebouwing aan de noordzijde van het perceel.
Conclusie
De
inspraakreactie heeft geleid tot aanpassingen van het bouwvoornemen en het vast
te stellen bestemmingsplan.
1.3
Samenvatting
De voorgestelde hoogte van de bebouwing van drie
verdiepingen aan de Poppesteeg is te hoog.
Antwoord
De
voorgestelde bouwhoogte aan de Poppesteeg is teruggebracht met één meter tot
een goothoogte van zes meter. Hierboven blijft een kapverdieping mogelijk. Een
kapverdieping is overigens niet gelijk te stellen met een volledige verdieping.
Kenmerkend
voor een kapverdieping is immers dat de massa teruggelegd of afgeschuind wordt
ten opzichte van in dit geval de voor- en achtergevelrooilijn. In de Poppesteeg
is dus een bouwmassa mogelijk van twee bouwlagen met een kap en een goothoogte
van zes meter.
Conclusie
De
inspraakreactie heeft geleid tot aanpassingen van het bouwvoornemen en het vast
te stellen bestemmingsplan.
1.4
Samenvatting
Bezwaar
wordt voorts gemaakt tegen de uitbouwen boven de openbare ruimte aan de
Westvest en in de Poppesteeg. Aan de Westvest wordt de zon weggenomen in het
buurpand en de Poppesteeg wordt door deze uitbouwen feitelijk en visueel
aanzienlijk versmald.
Antwoord
Aan de zijde van de
Poppesteeg wordt de steeg vanaf de eerste verdieping met een schuine lijn
verruimd door het wijken van de massa van
het pand Notarissen. De erker aan de kop van de steeg speelt in op deze
schuine gevel waardoor de steeg visueel niet zal versmallen. Een bijkomend
voordeel is dat het gevoel van sociale veiligheid in de steeg wordt vergroot
omdat de woonfunctie vanuit de steeg juist door deze erker goed zichtbaar is.
Het bouwvoornemen zal zodanig worden aangepast dat de gevolgen van de bezonning
voor het buurpand aanzienlijk worden beperkt.
Conclusie
Deze inspraakreactie heeft
geleid tot aanpassing van de erker aan de zijde van de Westvest en het vast te
stellen bestemmingsplan waarin voor erkers een vrijstellingsregeling wordt
opgenomen.
1.5
Samenvatting
Het
bouwplan is te groot voor deze transformatielocatie. Het eigent zich een strook
grond toe die bij het buurpand aan de Westvest hoort.
Antwoord
De
projectontwikkelaar is hierover in overleg met de Vereniging van Huiseigenaren.
Wij hebben goede gronden om ervan uit te gaan dat de projectontwikkelaar en de
Vereniging tot een bevredigende oplossing komen voor de door inspreker
gesignaleerde problematiek.
Het
bezit van deze strook grond is voor de stedenbouwkundige invulling van dit
perceel niet van belang.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
1.6
Samenvatting
Ook
voor het oplossen van het parkeerprobleem is gedacht aan parkeren in de tuin
van het buurperceel.
Antwoord
Er zijn veel pogingen
ondernomen om te voldoen aan een parkeervoorziening ten behoeve van dit
bouwplan. Zo is er ook onderzocht of de betreffende tuin een oplossing bood.
Ruimtelijk gezien is het parkeren in een tuin niet gewenst.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2. H. Lemmen, Westvest 36E 2611 AZ Delft
2.1
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen de wijze waarop binnen de gemeente Delft voorlichting en
besluitvorming van bestemmingsplan en bouwplan hebben plaats gevonden.
Inspreker woont in een hoekappartement aan de zuidzijde van de
Poppesteeg/Westvest.
Hij
heeft bij aankoop veel geld over gehad voor het vrije uitzicht. Hij heeft alle
voorlichting inzake het nieuwe bestemmingsplan gevolgd en meent dat hij op
grond van alle informatie erop had mogen vertrouwen dat in de Poppesteeg een
maximale bouwhoogte van 2 bouwlagen met kap zou worden toegestaan.
Antwoord
De voorlichting en
besluitvorming van het bestemmingsplan Binnenstad voldoet ruimschoots aan de
wettelijk daaraan gestelde eisen. Het feit dat inspreker niet op de hoogte is
van de bouwmogelijkheden die het ontwerp-bestemmingsplan biedt is de gemeente
niet te verwijten. Iedere burger heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid.
Zowel
het vigerende bestemmingsplan Komplan ‘76 als het ontwerp bestemmingsplan
Binnenstad maakt een bouwhoogte mogelijk die hoger is dan de reeds bestaande
panden op het kavel. Dit betekent dat er planologisch gezien reeds een
wijziging van het uitzicht van het pand van de inspreker mogelijk was.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.2
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen de uitkragingen van het plan aan de Westvestzijde. Die
uitkraging belemmert onnodig het uitzicht vanuit de woningen van het pand
Westvestnotarissen en zal een optische
blokkade gaan vormen voor wandelaars op
Westvest.
Antwoord
De uitkraging aan de
Westvestzijde is beperkt ten opzichte van de voorgevel. Dit betekent dat de
belemmering van het uitzicht vanuit het Notarissen pand door de geplande erkers
minimaal is.
Gezien
het ruime profiel aan de Westvest zal een uitkraging van die afmeting niet van
invloed zijn op de ruimtelijke beleving van wandelaars op de Westvest.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.3
Samenvatting
Bezwaar
wordt ook gemaakt tegen de uitkraging ter plaatse van het trappenhuis en het
woongedeelte aan de Poppesteeg. De Poppesteeg is al zeer smal en de
voorgestelde vernauwing maakt de situatie nog erger.
Antwoord
Verwezen wordt naar het
antwoord als gegeven onder 1.4. Waarbij wordt opgemerkt dat de uitkraging van
het trappenhuis ook gesitueerd is in het visueel bredere deel van de
Poppesteeg.
Conlusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan ter plaatse van de Poppesteeg. Wel wordt in het bestemmingsplan
een vrijstellingsregeling voor erkers opgenomen.
2.4
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen de overschrijding van de achtergevel-bouwgrens Westvest,
waarbij de helft van de Poppesteeg bij de hoofdbebouwingsmassa wordt getrokken.
Dit levert substantieel nadeel van het woongenot op van bewoners van “Bruyn”.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar de Inleiding.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.5
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen het oprekken van de krachtens de plankaart van het
bestemmingsplan mogelijk gemaakte drie tot vijf bouwlagen aan de Westvest en
wijst op het feit dat de tekst van de transformatielocatie en de gegevens op de
plankaart voor deze locatie niet met elkaar in overeenstemming zijn.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar de Inleiding. De door inspreker gesignaleerde
discrepantie wordt aangepast in het vast te stellen bestemmingsplan.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft geleid tot aanpassingen van het bestemmingsplan.
2.6
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen het feit dat de gemeente het bouwplan überhaupt in
behandeling heeft genomen omdat de benodigde grond nog niet is verworven.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar antwoord onder 1.5
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.7
Samenvatting
Tevens
wordt bezwaar gemaakt tegen het feit dat het plan niet voldoet aan de in “de
Algemene Planinformatie t.b.v
woningbouw te Delft, jaargang 2001” gestelde parkeereis van 1.3 per vrij
sectorwoning. Inspreker doet enige suggesties die zijns inziens onvoldoende
zijn onderzocht:
a.
In het plan is een doorgang mogelijk gemaakt naar de tuin
van OD 81 om de toegang tot deze woning mogelijk te maken. Met medewerking van
de eigenaren van OD 81 en de “Bruyn” kan er door de tuin een toegang worden
gemaakt naar de begane grond van Roey.
b.
Via de openbare weg is een toegang mogelijk aan de zijkant
vooraan. Dit geeft auto’s over de stoep, maar gelet op de autobewegingen over
de stoep die reeds plaatsvinden (er zijn
totaal zes overgangen aan de Westvest) kan dat geen bezwaar zijn. De
ruimte op de begane grond is ruimschoots voldoende om in de lengte te parkeren.
c.
Het realiseren van ondergrondse parkeergarage waarbij de
toegang plaatsvindt via de parkeergarage van het pand “Bruyn” of via de
splitsing van de afrit naar deze garage.
d.
Het realiseren van ondergrondse parkeergarage waarbij de
toegang plaatsvindt via de parkeergarage van het pand “Notarissen”.
De ontwikkelaar heeft diverse parkeermogelijkheden onderzocht. De
locatie is echter smal en doorverbindingen vanaf het ten noorden gelegen pand
en erf zijn technisch niet mogelijk gebleken. Suggestie d wordt om dezelfde
reden als technisch niet haalbaar geacht.
Het
benutten van de begane grond voor parkeren betekent een dichte gevel, een dode functie en is in relatie tot sociale
veiligheid ongewenst. De door inspreker
genoemde suggesties kunnen om die reden niet leiden tot een oplossing van de
parkeerproblematiek.
In
de toelichting van het ontwerp BP Binnenstad zijn redenen geformuleerd, op
basis waarvan een bouwplan zonder
parkeerplaatsen worden gerealiseerd (zie pagina 73 van het ontwerp
bestemmingsplan). Bouwplannen moeten voldoen aan de parkeernormen als opgenomen
in de gemeentelijke bouwverordening. Deze verordening maakt echter een
uitzondering mogelijk voor situaties genoemd in de Toelichting op het
bestemmingsplan.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.8
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen het uitspringen van het bouwblok met drie meter t.o.v. het
pand “Notarissen” en twee meter t.o.v. het pand “Bruyn” omdat dit een
benadeling betekent van uitzicht en bezonning van omwonenden. In de
voorgestelde situatie kunnen de nieuwe buren inkijken in de slaapkamers van
inspreker en hij vraagt zich af of dit is toegestaan.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar de Inleiding.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.9
Samenvatting
De
ramen van de te bouwen woningen Westvest geven vanaf 4 meter inkijk in de
woonkamer en slaapkamer van inspreker. Dit is een inbreuk op zijn privacy.
Antwoord
Onderwerp van inspraak is
een bouwvoornemen geweest dat nog de nodige aanpassingen en uitwerkingen
behoeft alvorens het als een definitieve bouwaanvraag kan worden ingediend. Dit
geldt dus ook voor de definitieve situering van ramen en deuren. Dit zijn geen
zaken die in een bestemmingsplan worden geregeld.
De inspraakreactie zal als
suggestie voor de verdere uitwerking aan de projectontwikkelaar worden
meegegeven.
Bescherming van privacy
wordt geregeld in het Burgerlijk Wetboek waarin is bepaald dat binnen een minimale afstand van 2 meter van
de erfgrens geen ramen mogen worden geplaatst.
Conclusie
Deze
inspraakreactie kan leiden tot aanpassingen van bouwvoornemen. Het heeft niet
geleid tot aanpassingen van het bestemmingsplan.
2.10
Samenvatting
Het
bouwplan tast de bezonning van de gangen van het pand “Notarissen” ernstig aan.
Antwoord
Zoals
genoemd onder antwoord 2.1 biedt zowel het vigerende bestemmingsplan Komplan
als het ontwerp bestemmingsplan Binnenstad de mogelijkheid tot een bouwmassa
conform de bouwmassa van het bouwvoornemen. Verslechtering van de bezonning van
de gang van het pand Notarissen was planologisch al mogelijk. Daarnaast moet
rekening gehouden worden met het feit dat het hier gaat om een binnenstedelijke
locatie waarin intensief ruimtegebruik kenmerkend is.
Tot
slot wordt opgemerkt dat het slechts gaat om een vermindering van
zonlichttoetreding in de avonduren.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.11
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen het feit dat op 6 meter afstand van zijn voordeur een
keukenraam is gepland wegens aantasting van zijn privacy.
Antwoord
Verwezen wordt naar
antwoord 2.9.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.12
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen de geplande ramen op de vijfde bouwlaag aan de kant van de
Poppesteeg wegens aantasting van zijn privacy,
Hij
verzoekt om advies van de ambtenaren om alle mogelijke artikelen in Bouwbesluit
en verordeningen te noemen waarop hij een beroep kan doen om dit aan te
vechten.
Antwoord
Verwezen wordt naar
antwoord 2.9. Het voert te ver een uitputtende opsomming te geven van alle
relevante regelingen waarop inspreker een beroep kan doen. Inspreker kan zich
wel met concrete vragen over bedoelde regelingen richten tot de Publieksbalie
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.13
Samenvatting
Bezwaar
wordt gemaakt tegen het bouwvoornemen omdat het plan een buitengewoon nauwe en
enge steeg tot gevolg heeft.
Antwoord
Verwezen wordt naar de
Inleiding de antwoorden onder 1.4 en 2.1.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.14
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen de geplande ingang van het bouwplan aan de Poppesteeg omdat
in de planvorming van het bestemmingsplan is aangegeven dat de gemeente het
plaatsen van ingangen aan de voorzijde steeds nastreeft omdat dit stimulerend
is voor de bewoning boven winkels in de binnenstad.
Antwoord
In het bestemmingsplan
Binnenstad is het vestigen van winkels aan de Westvest nadrukkelijk uitgesloten. Het stimuleren van
bewoning boven winkels is niet aan de orde.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.15
Samenvatting
De
drie woningen liggen zogenaamd aan de Westvest maar gezien de situering van
ingang en ramen zijn de woningen feitelijk georiënteerd op de Poppesteeg.
Hiertegen maakt inspreker bezwaar.
Antwoord
De woningen hebben ramen
zowel aan de Westvestzijde als aan de Poppesteeg. Het feit dat de ingang van
deze woningen aan de Poppesteeg zijn gesitueerd zal een positieve bijdrage
leveren aan de sociale veiligheid. Overigens wordt ons niet duidelijk waarom
inspreker bezwaar heeft tegen de situering van ramen en deuren aan de
Poppesteegzijde.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
2.16
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen het terras van het Penthouse op de vierde bouwlaag. De
borstwering is aan te merken als een bouwwerk en krachtens het bestemmingsplan
op die plaats niet toegestaan. Vanuit dit terras is zicht mogelijk in het pand
van inspreker en hij vraagt zich af of dit is toegestaan.
Antwoord
Ter plaatse is toegestaan
een goothoogte van 13 meter. Het bouwvoornemen is daarmee strijdig met het
ontwerp-bestemmingsplan. In het vast te stellen bestemmingsplan is een
vrijstellingsbepaling opgenomen op grond waarvan de mogelijkheid wordt gecreëerd
om ten behoeve van terrassen een borstwering te realiseren.
Voor wat betreft het zicht
wordt verwezen naar antwoord 2.1. Overigens betreft dit een binnenstedelijke
bouwlocatie waar dergelijke beperkingen van zicht niet ongebruikelijk zijn.
Deze inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen. Het bestemmingsplan is
aangepast met het opnemen van een vrijstellingsbepaling voor borstweringen.
2.17
Samenvatting
Inspreker
meent dat de gemeente materieel onrechtmatig heeft gehandeld en voert daarvoor
de volgende gronden aan:
Er
is geen openbaar stuk waarin om wijziging van het bestemmingsplan wordt
gevraagd terwijl een ieder steeds schriftelijk op dit bestemmingsplan moet
reageren. Inspreker geen enkele aanwijzing gehad dat het bestemmingsplan ten
nadele van hem zou worden gewijzigd. Met een beroep op de Wet Openbaar
bestuur (WOB) verzoekt inspreker om
inzage in alle stukken/verslagen/notities die verband houden met overleggen
intern en met de projectontwikkelaar.
Antwoord
De gemeenteraad kan in het
vast te stellen bestemmingsplan ambtshalve wijzigingen aanbrengen in het als
ontwerp ter inzage gelegde bestemmingsplan. Het is dus niet steeds nodig dat
schriftelijk om wijziging moet worden gevraagd alvorens de gemeenteraad tot wijziging
kan overgaan. Alle wijzigingen die in het bestemmingsplan worden aangebracht
(op schriftelijk verzoek of ambtshalve) worden opgenomen in een schriftelijke
lijst van wijzigingen die onderdeel uitmaakt van het vaststellingsbesluit.
Tegen die wijzigingen kan een ieder (dus ook degenen die geen zienswijze hebben
ingediend tegen het ontwerp-bestemmingsplan) bedenkingen indienen bij
Gedeputeerde Staten tegen de vaststelling van het bestemmingsplan.
Inspreker heeft evenals
alle burgers een eigen verantwoordelijkheid om zich te informeren over
wijzigingen die zich voordoen in het planologische regime. De gemeente heeft
ruimschoots voldaan aan de wettelijke vereisten ten aanzien van publicaties en
informatie.
Inspreker verzoekt tot slot
om inzage in alle relevante stukken. Er zal een setje met ter zake doende
stukken worden samengesteld die inspreker kan komen inzien bij de
Publieksbalie. Inspreker zal hier separaat van op de hoogte worden gebracht.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
3.
C.M. de Groot, Westvest 17 2611 AX Delft
3.1 Samenvatting
Inspreker
merkt op dat een bestemmingsplan in beginsel reeds bestaande belangen, die in
overeenstemming zijn met het bestemmingsplan dient te beschermen. Weliswaar
zijn er mogelijkheden om een bestemmingsplan te wijzigingen maar aan een
dergelijke beslissing dient een belangenafweging vooraf te gaan waarbij
gevestigde belangen zwaarder dienen te wegen dan de nieuw op te komen belangen.
Een te dienen zwaarder belang zal vrijwel altijd een publiekrechtelijk belang
betreffen.
Van een dergelijk belang en
van de veronderstelde belangenafweging is inspreker niets gebleken.
Antwoord
De stelling van inspreker
is juist. In dit bouwvoornemen is echter sprake van een zwaarwegend
publiekrechtelijk belang. Dit belang bestaat uit het algemeen belang dat
gediend is met een goede ruimtelijke invulling van de betreffende locatie. De
panden aan de Poppesteeg moeten gesloopt worden in verband met de slechte
bouwtechnische staat.
De
gemeenteraad is van oordeel dat het bouwvoornemen, zeker nu het zal worden
aangepast voorziet in een goede ruimtelijke invulling van deze locatie waarbij
tevens een aantal woningen aan de woningvoorrraad wordt toegevoegd.
Ten
slotte bieden zowel het vigerende als het ontwerp-bestemmingsplan de
mogelijkheid deze locatie te bebouwen met een grotere bouwmassa dan de reeds
bestaande bebouwing.
Op
grond van het bovenstaande heeft de gemeenteraad het algemeen belang laten
prevaleren boven het individuele belang van aanwezige bewoners.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan
3.2 Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen de voorgenomen wijziging van het bestemmingsplan omdat de
waarde en aanzien van zijn appartement zullen verminderen als gevolg van het
realiseren van voorgenomen bouwplan. De binnenplaats van zijn appartement zal
donkerder en vochtiger worden en het zal licht wegnemen uit de vertrekken die
zijn gelegen aan die zijde van zijn appartement.
Antwoord
Zowel
het vigerende bestemmingsplan Komplan ‘76 als het ontwerp bestemmingsplan
Binnenstad maakt een bouwhoogte mogelijk die hoger is dan de reeds bestaande
panden op het kavel. Voor de bepaling van de waarde van een pand is het vigerende
bestemmingsplan van grotere invloed dan de bestaande bebouwing.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan
3.3 Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen het feit dat hij als rechtstreeks belanghebbende niet
rechtstreeks in kennis is gesteld van het voornemen tot wijzigingen van het
bestemmingsplan hetgeen in strijd is met artikel 23 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening. Hij verzoekt om op de hoogte gebracht te worden van alle
planologische wijzigingen die vanaf de datum van aankoop van zijn appartement
in 1995 hebben plaatsgevonden.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar antwoord 2.1. Anders dan inspreker kennelijk
veronderstelt schrijft artikel 23 WRO niet voor dat belanghebbenden
rechtstreeks in kennis moeten worden gesteld van wijzigingen in het
bestemmingsplan. Wel wordt publicatie in een plaatselijke krant en in de
staatscourant verplicht gesteld. Een ieder wordt zo in de gelegenheid gesteld
zich op de hoogte te stellen van wijzigingen in planologische regimes waaronder
een bestemmingsplan. De gemeente heeft voldaan aan alle procedurele vereisten
die ten aanzien van de bestemmingsplanprocedure in voornoemd artikel worden
gesteld.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan
3.4 Samenvatting
Inspreker
verzoekt om een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit.
Antwoord
De Nota inspraak
bouwvoornemen Westvest/Poppesteeg levert geen besluit op dat vatbaar is voor
bezwaar en beroep. De inspraak is bedoeld om alle betrokken belangen in kaart
te kunnen brengen en de gemeenteraad in staat te stellen mede op grond van deze
Nota tot een weloverwogen besluit te kunnen komen inzake het bestemmingsplan
voor de binnenstad. Indirect levert de Nota wel grondslag voor een besluit
waartegen bedenkingen en beroep mogelijk zijn. Dit betreft het
vaststellingsbesluit bestemmingsplan Binnenstad.
Inspreker heeft de
mogelijkheid om na de vaststelling van het bestemmingsplan tegen het vaststellingsbesluit
bedenkingen in te dienen bij gedeputeerde staten. Tegen het goedkeuringsbesluit
van gedeputeerde staten staat vervolgens beroep open bij de Raad van State. Het
bouwvoornemen zoals dat gepresenteerd is bij de inspraak zal uiteindelijk
resulteren in een bouwvergunning. Tegen het besluit tot bouwvergunningverlening
staat wel de mogelijkheid open van beroep en bezwaar. Bouwvergunningaanvraag en
het vast te stellen van het bestemmingsplan worden gepubliceerd in de
stadskrant.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft niet geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
4.1
Samenvatting
Insprekers
verzoeken met klem het bouwvoornemen niet direct te bestemmen in het
bestemmingsplan maar de locatie in het bestemmingsplan als transformatielocatie
te handhaven. Insprekers achten het bouwplan volstrekt in tegenspraak met de
door hen in een eerder stadium aangegeven aanpassingen van de voorschriften van
het bestemmingsplan voor deze locatie.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar hetgeen gesteld is in de Inleiding. Hieraan
wordt toegevoegd dat het bouwvoornemen en de plankaart zodanig zullen worden
aangepast dat voor een belangrijk deel voldaan wordt aan de door insprekers
aangegeven aanpassingen.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft geleid tot
aanpassingen van bouwvoornemen en bestemmingsplan.
4.2
Samenvatting
Insprekers
menen dat het voorgenomen bouwplan op onderstaande punten strijdig is met het
ontwerp bestemmingsplan:
a.
het bouwvoornemen gaat uit van een vijflaagse bebouwing
terwijl in het ontwerp bestemmingsplan ter plaatse slechts 3 tot 4 bouwlagen
toestaat. Bovendien wordt de toegestane diepte met enkele meters overschreden.
b.
In stegen is slechts een bescheiden bouwhoogte toegestaan, de
totale bouwhoogte van het bouwplan bedraagt echter 10 meter.
c.
De bruikbaarheid van nabijgelegen woningen dient
gerespecteerd te worden maar het bouwplan getuigt geenszins van dit
voorgeschreven respect. Realisering van het bouwplan heeft desastreuze gevolgen
voor bezonning, lichtinval, privacy en uitzicht van naastgelegen woningen aan
de Westvest. Zijramen en loggia’s worden dichtgebouwd en buitenruimte van het
nieuwe plan zijn gesitueerd op korte afstand van aangrenzende slaapkamers.
Bovendien wordt het bestaande zicht op groen weggenomen.
d.
Het bouwplan is te massaal voor zijn omgeving, de Poppesteeg
zal transformeren tot een nauw en hoog spelonk. Dit is in strijd met het door
de gemeente beoogde open karakter van stegen in de binnenstad zoals verwoord in
Startnotitie en ontwerp bestemmingsplan.
Voor beantwoording wordt
verwezen naar de Inleiding en de antwoorden 1.2, 1.3, 2.1 en 2.9.
Conclusie
Deze
inspraakreactie heeft geleid tot aanpassingen van bouwvoornemen en
bestemmingsplan.
4.3
Samenvatting
Insprekers
hebben in hun zienswijzen op het ontwerp bestemmingsplan suggesties gedaan voor
aanpassing van de voorschriften voor deze locatie.
Als
die aanpassingen worden overgenomen biedt het bestemmingsplan een adequaat
toetsingskader voor bouwplannen voor deze locatie. Het gepresenteerde bouwplan
past niet in dat kader. Verzocht wordt daarom om het bouwplan af te wijzen.
Antwoord
Verwezen wordt naar
antwoord 4.1.
Conclusie
Deze
inspraakreactie zal leiden tot aanpassingen van bouwvoornemen en bestemmingsplan
4.4
Samenvatting
Insprekers
doen een aantal voorstellen voor aanpassingen van het bouwplan zodat geringere
kwaliteitsvermindering optreedt van de aangrenzende bebouwing:
a.
Verdiepte plaatsing van de atelierruimte van de
woon/werkwoningen in de Poppesteeg
b.
Verplaatsing van de achtergevelgrens van het
appartementgebouw (inclusief terrassen) aan de Westvestzijde zodanig dat die
grens binnen de lijn ligt van het hoge deel van de aangrenzende gevel van de
noordelijk naastgelegen appartementen
c.
Realiseer in de Poppesteeg 2 in plaats van 3
woon/werkwoningen.
d.
Onderzoek de mogelijkheden om het gebouw aan de voorzijde
gedeeltelijk te laten terugspringen teneinde bruikbaarheid en lichtinval van
aangrenzende buitenruimte en ramen te respecteren.
Voor
beantwoording wordt verwezen naar de Inleiding.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan
5.
Vereniging van Eigenaren Westvest Weeshuisplaats Delft,
Westvest 35F 2611 AZ Delft
5.1
Samenvatting
Bezwaar
wordt gemaakt tegen de uitkraging boven de openbare weg aan de voorzijde van
het plan Westwest 32 over de tweede tot en met de vijfde bouwlaag. De
uitkraging belemmert onnodig het uitzicht vanuit de woningen van het pand
Westvestnotarissen en gaat een visuele barrière vormen voor de omgeving.
Antwoord
Verwezen
wordt naar de antwoorden 1.4, 2.2 en
2.3.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen. In het vast te stellen
bestemmingsplan is een vrijstellingsregeling opgenomen voor erkers.
5.2
Samenvatting
Bezwaar wordt gemaakt tegen
de uitkraging ter plaatse van de Poppesteeg zowel aan de voorzijde als bij het
trappenhuis. Het gepresenteerde plan heeft een zeer nauwe steeg tot gevolg wat
door de uitkraging wordt verergerd.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar het antwoorden 1.4 en 2.3.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan. Wel is
in het vast te stellen bestemmingsplan een vrijstellingsregeling voor erkers
opgenomen.
5.3
Samenvatting
Bezwaar
wordt gemaakt tegen het feit dat niet voldaan wordt aan de parkeernorm van 1,3
uit “De algemene planinformatie 2001 t.b.v. woning t.b.v. Delft”. Onduidelijk
is waarom ondergrondse dan wel bovengrondse parkeerrruimte hier niet mogelijk
is.
Antwoord
Verwezen
wordt naar antwoord 2.7.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
5.4
Samenvatting
Bezwaar wordt gemaakt tegen
het uitspringen van het bouwblok aan de achterzijde ten opzichte van de panden
de Bruyn en Notarissen hetgeen een ernstige benadeling van uitzicht en
bezonning met zich meebrengt voor omwonenden.
Antwoord
Verwezen
wordt naar de Inleiding.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
5.5
Samenvatting
Bezwaar
wordt gemaakt tegen het mogelijk maken van inkijk hetgeen schending van privacy
bewoners tot gevolg heeft.
Antwoord
Verwezen
wordt naar antwoord 2.9.
Conclusie
De inspraakreactie kan leiden
tot aanpassingen van het bouwvoornemen. Het heeft niet geleid tot aanpassing
van het bestemmingsplan.
6. K. van Krimpen-Beerendonk, Westvest 27,
2600 AZ Delft
6.1 Samenvatting
Inspreker merkt op dat een
bestemmingsplan in beginsel reeds bestaande belangen, die in overeenstemming
zijn met het bestemmingsplan dient te beschermen. Weliswaar zijn er
mogelijkheden om een bestemmingsplan te wijzigingen maar aan een dergelijke
beslissing dient een belangenafweging vooraf te gaan waarbij gevestigde belangen
zwaarder dienen te wegen dan de nieuw op te komen belangen. Een te dienen
zwaarder belang zal vrijwel altijd een publiekrechtelijk belang betreffen. Van
een dergelijke belang en van de veronderstelde belangenafweging is inspreker
niets gebleken.
Antwoord
Verwezen
wordt naar antwoord 3.1
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
6.2 Samenvatting
Realisering
van het bouwplan zal ingrijpende gevolgen hebben voor omwonenden wat betreft bezonning,
lichtinval, privacy en uitzicht over de tuinen en over de Westvest. Voor
inspreker persoonlijk betreft dit: vermindering zonlicht van de vertrekken
gelegen aan de achterzijde van zijn appartement, zowel het uitzicht als de
zonlichttoetreding vanuit het zijraam van zijn appartement wordt als gevolg van
de plaatsing van een muur vrijwel nihil, de zonlichttoetreding en het uitzicht
vanuit zijn terras zal verminderen.
Antwoord
Verwezen
wordt naar de Inleiding en antwoord 3.1.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
6.3
Samenvatting
Inspreker
maakt bezwaar tegen het feit dat hij als rechtstreeks belanghebbende niet
rechtstreeks in kennis is gesteld van het voornemen tot wijzigingen van het bestemmingsplan
hetgeen in strijd is met artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Hij
verzoekt om op de hoogte gebracht te worden van alle planologische wijzigingen
die vanaf de datum van aankoop van zijn appartement in 1995 hebben
plaatsgevonden.
Antwoord
Verwezen
wordt naar antwoord 3.3.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
6.4
Samenvatting
Inspreker
verzoekt om een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit.
Antwoord
Verwezen
wordt naar antwoord 3.4
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
7.
N. Mol, voorzitter van het bestuur van de Vereniging van
Eigenaars Westvest 12-28, Westvest 16, 2611 AX Delft
7.1
Samenvatting
Inspreker
is verbaasd dat de gemeente voornemens is medewerking te verlenen aan een
bouwplan dat deels gesitueerd is op gronden van andere eigenaar, concreet de
Vereniging van Eigenaars Westvest 12-28.
Antwoord
Verwezen
wordt naar antwoord 1.5.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
7.2
Samenvatting
De
Vereniging onderschrijft de bezwaren die door individuele leden van de
Vereniging zijn kenbaar gemaakt waaronder de forse benadeling van het woongenot.
Antwoord
Verwezen
wordt naar de Inleiding.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
7.3
Samenvatting
De
bezonningssituatie van het binnenterrein zal ernstig verslechteren indien voor
de
Poppesteeg een bouwhoogte wordt aangehouden van 10
meter en de grotere diepte van de hoofdmassa van de bebouwing aan de Westvest.
Antwoord
Verwezen wordt naar de Inleiding.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
8. J.D.M. Damen en A.T.J. Kruthoff,
Westvest 23 2611 AX Delft
8.1
Samenvatting
Insprekers
vinden het curieus dat de gemeente een bouwvoornemen in behandeling neemt dat
deels gesitueerd is op gronden die in bezit zijn van een ander. Uitvoering van
het bouwplan is slechts mogelijk met medewerking van de eigenaren van die
grond.
Antwoord
Verwezen
wordt naar antwoord 1.5.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
8.2
Samenvatting
Het
bouwvoornemen valt voorts in een procedureel onduidelijk stadium waarin het
bestemmingsplan Komplan nog vigerend is en een nieuw bestemmingsplan als
ontwerp ter inzage is gelegd.
Antwoord
Verwezen wordt naar de
Inleiding onder C.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van de procedure.
8.3
Samenvatting
Het
bouwplan is in belangrijke mate strijdig met de door insprekers voorgestelde
aanpassingen van het ontwerp-bestemmingsplan en de reeds in het
ontwerp-bestemmingsplan geformuleerde voorschriften te weten:
a.
de voorschriften staan slechts een drie- tot vierlaagse
bebouwing toe maximaal gelijk aan de huidige bebouwing ten noorden van de
locatie; het bouwvoornemen gaat uit van een vijflaagse bebouwing met en diepte
die de belendende bebouwing met een aantal meters overschrijdt;
b.
de voorschriften spreken over een bescheiden goothoogte in
(historische) stegen; het bouwplan realiseert een hoogte van 10 meter; dit is
in strijd met het voorgeschreven open karakter van stegen;
c.
voorgeschreven is dat de bruikbaarheid van nabijgelegen
gebouwen, erven en tuinen dienen te worden gerespecteerd: in het voorgenomen
bouwplan is geen sprake van enig respect, het heeft bij realisering desastreuze
gevolgen voor bezonning, lichtinval, privacy en uitzicht van naastgelegen
woningen aan de Westvest; het bouwvoornemen voorziet in een muur, geplaatst op
80 cm van het zijraam en de loggia van insprekers; uit een bezonningsstudie
blijkt dat door de diepere bebouwing plus terrassen met erfafscheiding
praktisch alle zon en licht aan de achterzijde van het complex wordt
weggenomen.
Verwezen
wordt naar de Inleiding.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
8.4
Samenvatting
Verzocht
wordt om het bouwvoornemen af te wijzen en eerst het toetsingskader volgens de
geëigende procedure vast te stellen.
Antwoord
Verwezen wordt naar de
Inleiding onder C.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van de gevolgde procedure.
9.
A.H. Keers en V. Vouwzee, Oude delft 77 2611 BD Delft
9.1
Samenvatting
Insprekers brengen naar
voren dat het bouwvoornemen absoluut niet past in het ontwerp-bestemmingsplan
binnenstad:
a.
i.p.v. de toegestane
drie tot vier verdiepingen voorziet het bouwplan in vijf verdiepingen;
b.
de bebouwingsdiepte is
dieper dan de aangrenzende bebouwing;
c.
de bruikbaarheid van de
nabijgelegen gebouwen, erven en tuinen wordt niet gerespecteerd;
d.
de zichtlijn steeg wordt
tweemaal doorbroken door de overbouwingen, hierdoor wordt de historische structuur
van het beschermd stadsgezicht aangetast.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar ede Inleiding en antwoord 1.4.
Zichtlijnen blijven in
stand en worden door deze beperkte uitkragingen niet doorbroken. De historische
structuur van de stad wordt ons inziens dan ook niet door de erkers aangetast.
Conclusie
De inspraakreactie sub b en
c hebben geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
9.2
Samenvatting
De grove vergroting van het
bouwvolume aan de Westvest tot ver in de Poppesteeg en over de steeg heen
beperkt de privacy van insprekers en tast de structuur aan van het beschermd
stadsgezicht waarvan deze locatie onderdeel uitmaakt. Insprekers geven aan hun
bezwaren tegen deze bebouwingsmogelijkheden in het kader van het bestemmingsplan
voort te zetten.
Antwoord
Voor beantwoording wordt
verwezen naar de Inleiding en de antwoorden 1.1 en 9.1.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
9.3
Samenvatting
Insprekers geven aan dat
zij in goed overleg met de projectontwikkelaar en architect bezig zijn naar
beider tevredenheid om hun gemeenschappelijke muur te detailleren zodanig dat
een deel van de muur gehandhaafd kan worden en het extra dakvolume hen zo min
mogelijk zal storen.
Antwoord
Deze inspraakreactie wordt
voor kennisgeving aangenomen.
Conclusie
De inspraakreactie heeft
niet geleid tot aanpassing van het bouwvoornemen en het bestemmingsplan.
Vakteam
Ruimtelijke Ordening:
Sacha
Koenes (stedebouwkundige)
Marlies
van Arendonk (jurist)