Bestemmingsplan binnenstad Delft.

 

Samenvatting mondelinge toelichtingen op zienswijzen tijdens de hoorzitting gehouden op dinsdag, 8 oktober 2002 in de commissiekamer van het Stadhuis te Delft.

 

In volgorde van nummering van de behandelde zienswijzen in de Concept-nota van beantwoording:

 

  1. Belangenvereniging Zuidpoort (spreker hr. Boon):

De vereniging wacht op de definitieve tekst voor de beschrijving van de transformatielocatie nr. 1 Asvest-Zuidwal. In de beschrijving van de locatie in het ontwerp-bp wordt de toelaatbare goothoogte binnen de gehele locatie als te rigide beoordeeld. Tevens is bijzondere aandacht gevraagd voor de mogelijkheid van een stedenbouwkundig kwalitatieve oplossing (poort naar gebied Zuidpoort) van de route door deze locatie naar de Hamtunnel.

(De wethouder doet de toezegging aan de Bel.vereniging gestand dat de definitieve beschrijving eind van deze week naar de leden van de commissie wordt verzonden. De goothoogte zal als meer variabel in de beschrijving worden opgenomen.)

 

5.       Bewonerswerkgroep Binnenstad Noord (spreker hr. Gravesteijn):

De toelichting betreft onderdeel g. van hun reactie. Zoals het bp nu luidt bestaat er het risico dat een particuliere eigenaar openbare onderdoorgangen naar bijvoorbeeld openbare speelplaatsen door een muur te plaatsen feitelijk kan afsluiten. Dit moet op basis van het bp voorkomen kunnen worden. Bij onderdeel j. van hun zienswijze wordt benadrukt dat het uit oogpunt van rechtsbescherming noodzakelijk is heldere openbare procedures te volgen. M.b.t. het bouwplan Ipse/Paardenmarkt is dit momenteel niet echt het geval. Dit plan vereist bovendien een uiterst zorgvuldige inpassing in de omgeving.

 

  1. Boon en Burgmeijer, Zuiderstraat 282 (spreker mevr. Burgmeijer):

Er bestaat erkenning voor het feit dat hun zienswijze voor overneming in aanmerking komt. Desondanks blijft er grote twijfel bestaan over de realiseringsmogelijkheid van de gewenste transformatie i.v.m. handhaving voldoende daglichttoetreding naar bestaande belendingen en aspecten van privacy. Gevraagd wordt om deze  transformatielocatie alsnog te schrappen.

 

8.   Bureau voor Bouwhistorie (spreker hr. Knook):

De weergave van de ondergrond op de plankaart op basis van een luchtfoto geeft weinig vertrouwen; wordt voldaan aan wettelijke vereisten? Binnen het kader van het beschermende bp zou het raadzaam zijn een halt toe te roepen aan of maatregelen te nemen tegen zakking van de binnenstad. Omdat het grootste deel van de binnenstad “op staal”  gebouwd is moet voorkomen worden dat met de moderne heitechnieken er hoogteverschil gaat ontstaan (bijv. wel 20 cm) tussen een bestaand –blijft meezakken- en een nieuw pand –onderheien voorkomt het mede zakken-; dus nieuwbouw niet onderheien. Paragraaf VII.3 van de toelichting m.b.t. erf- en tuinbebouwing is niet duidelijk. Waarom bouwhoogte aanbouwen beperken tot 2.70 m.? Een voorbeeld in de Nieuwstraat pleit ervoor het onderscheid tussen hoofdbebouwing, erf- en tuin(bebouwing) nog eens nauwkeurig te bezien.

 

9. Damen en Kruthof mede namens 61 Smits en Verleg (spreker hr. Damen):

Enerzijds wordt in de concept-nota van beantwoording geschreven dat er m.b.t. het bouwplan Westvest-Poppesteeg gezien de resultaten van de informatiebijeenkomst op 3 september nog geen bestuurlijk standpunt is ingenomen. Anderzijds worden op allerlei onderdelen wel al standpunten bepaald, hetgeen bovendien valt op te maken uit de beantwoording van de zienswijze nr. 56 Van Roey Projectontwikkeling. Tevens blijkt er in de beantwoording sprake van verschillende maten over dezelfde onderdelen van het bouwplan. Door het bouwplan zoals op 3 september gepresenteerd worden hun belangen als bewoners van het ten noorden van de bouwlocatie gelegen appartementsgebouw ernstig geschaad. Zo zal de bouwdiepte van het pand Westvest en de bouwhoogte van de panden Poppesteeg hun inziens bijgesteld moeten worden. In het antwoord onder punt b. wordt gesuggereerd “gezien de drukte op de Westvest, kan er enige extra overlast nog wel bij”. Onder punt d. van de beantwoording wordt hun bezwaar niet weggenomen.

(De wethouder duidt er op dat m.b.t. de zienswijzen 9, 61 en 56 nog een nadere afweging van belangen zal plaatsvinden aan de hand van de procedure die voor het bouwplan wordt gevolgd hetgeen vervolgens aanleiding kan zijn voor bijstelling van de antwoorden m.b.t. deze zienswijzen.)

 

10. Van Doeveren:

Het bp ontbeert een wetenschappelijke onderbouwing. Het FLS is een beperkend systeem dat uit oogpunt van algemeen politieke benadering niet gewenst is. Het Floratheater moet Hd (dansgelegenheid) zijn i.p.v. HO1 (cafe). Het gebouw voldoet immers aan de daarvoor te stellen milieunormen. Danscafe is ook de werkelijke situatie. Het Floratheater behoort betrokken te worden bij het uitgaansgebied Doelenplein, zoals dit ook geldt voor Speakers bij de Beestenmarkt. Nu bestaat er t.o.v. het Theater een regenteske benadering. Tenslotte “zit mij niet in de weg, of koop mij anders uit.”

 

18. Hotel-restaurant Johannes Vermeer (spreker):

Mede om intern-logistieke redenen wil de onderneming het eerder voorgenomen plan oppakken om te komen tot een (bij mooi weer wegdraaibare) glazen overkapping van de binnenplaats t.b.v. een terras. Ook om bedrijfseconomische redenen is er behoefte aan uitbreiding met een dergelijk terras.  De nu ontvangen reactie is teleurstellend; vandaar de vraag om heroverweging.

 

23. Israels en 24. Israels mede namens 18 bewoners Schuttersveld, Vaandelstraat,

      Lakenraam en Schuttersstraat (Spreker hr. Israel).

Opnieuw wordt gevraagd te onderzoeken of groene daken in het bp verplicht gesteld kunnen worden. Leonidas in de Choorstraat is toch bij uitstek een winkelondersteunende horeca maar heeft de aanduiding HO1 (cafe)! Die en andere vergelijkbare gevallen dienen aangepast te worden om de overlast van horeca te kunnen beteugelen. Het bp biedt nog een potentiele mogelijkheid voor in totaal 71 horecabedrijven extra t.o.v. de bestaande situatie. In het FLS moeten lagere groeipercentages opgenomen worden om dat te voorkomen. Mogelijkheden voor horecaconcentraties moeten geschrapt worden.

 

27. De Jong-Westenberg.

Opnieuw wordt het in haar zienswijze serieus aangesneden probleem in de concept-beantwoording achteloos afgedaan: bewoning van panden door grote aantallen jongeren geeft immers overlast voor de woonomgeving. Kamerbewoning moet daarom als een aparte categorie in het FLS tot uitdrukking worden gebracht. Voorkoming van concentraties jongerenhuisvesting komt de met het FLS beoogde functiediversiteit ten goede. Bovendien zijn kamerverhuurbedrijven als categorie vergelijkbaar met de horeca als het gaat om verschijnselen als overlast.

Desgevraagd: de woningbouwcorporatie DUWO moet naar haar mening ook als kamerverhuurbedrijf worden gezien, waar het gaat om huisvestingsconcentraties van jongeren.

 

29. De Klerk.

Door de bestaande situatie in het FLS als woonruimte op te nemen wordt de mogelijkheid ontnomen om er eventueel een bedrijfsruimte van te maken. Dit betekent waardedaling van het betreffende onroerend goed.

 

38. Van der Leeuw Optiek.

Onduidelijk blijft of er m.b.t. tot een buurpand vrijstelling mogelijk is om dit bij de huidige bedrijfspanden te betrekken. Gevraagd wordt hier duidelijkheid over te geven.

 

36. Lans en 44 t/m 46 Nieuwland-Post (spreker hr. Lans):

Functionele onderdelen (soms in meer dan 1 laag) bij de hoofdbebouwing behoren daartoe gerekend te worden en dienen in het bp als zodanig opgenomen te worden. Hij constateert onjuistheden in de tekst van de concept-beantwoording; zo gaat het bijvoorbeeld niet om nr. 44 maar om nr. 36 –38. Elders op de plankaart is de nummering weer anders benaderd. Een onderdoorgang blijft onjuist aangegeven. Hij mist kaarten bij de concept-reactie; is dit niet strijdig met de wet? Een bakkerij is per definitie een omvangrijk gebouw met verdiepingen als de meelzolder; hij blijft zich tegen de gegeven erf-aanduiding verzetten. Het FLS is op zich wel een aardig systeem, maar beperk dat dan tot de paar straten in het gebied waar er echt behoefte aan is. Zodra het pensioen bereikt is moet men probleemloos bijvoorbeeld van een winkel weer een woonhuis kunnen maken. (Herhaaldelijk uitgesproken protest tegen de bemeting van spreektijd van slechts 3 minuten voor 4 zienswijzen.)

 

37. Laros en Elion (spreker hr. Elion):

De concept-beantwoording laat onduidelijkheid bestaan m.b.t. de in de zienswijze neergelegde klachten over parkeerproblemen en overlast van horecabezoekers: het komt er op neer dat problemen van openbare orde in het bp niet geregeld kunnen worden! Dat betekent dus, dat de politie de rotzooi van de plannenmakers mag opruimen. Het overlastprobleem leeft breed in de noordoosthoek van de binnenstad. Meer horeca zoals op het Doelenplein kan deze nog steeds groeiende buurt (huizen, kinderen, scholen) niet hebben. Concreet tenslotte de vraag om geen extra horeca of uitbreiding met HO2 op het Doelenplein mogelijk te maken.

 

51. Den Ouden.

De zienswijze wordt op alle onderdelen gehandhaafd. Zo maakt het nieuwe bp t.o.v. het Komplan ’76 nog slechts 2 i.p.v. 3 lagen mogelijk. Omdat dit soort en andere uitbreidingsmogelijken weggenomen worden is er sprake van waardevermindering. Plankaarten zijn onnauwkeurig en de argumenten uit de zienswijze zijn qua samenvatting niet goed verwoord. In vergelijking met de vm stadsboerderij aan het Rietveld is er sprake van ongelijke behandeling. Het ontwerp-bp van 3 juni jl. heeft in vergelijking met de Startnota destijds, onvoldoende publiciteit gehad. Het hele bp moet nog eens goed bekeken worden.

(Ambtenaar de Jong bevestigt dat bij de onderdelen h. en i. in de concept-beantwoording nog de formulering “Conclusie; de zienswijze komt voor overname in aanmerking”  toegevoegd moet worden.)

 

54. Mevrouw Reneman.

De concept-beantwoording suggereert “dat we rustig kunnen gaan slapen” , want op het Doelenplein en de Paardenmarkt komt er geen extra horeca meer bij. Maar in de buurt gaan de geruchten dat er ook in de Artilleriekazerne (functieondersteunende)horeca komt met een terras. En wat gaat er bij Ipse dienaangaande gebeuren? Zal dan tot overmaat het Karrewiel ook niet met de eis voor een terras komen? Kan de gemeente bevestigen wat de geruchten doen vermoeden?

 

58.      Van Santen.

Het onderscheid tussen hoofdbebouwing en aanbouwen kan niet alleen aan de kappen afgelezen worden. De bouwkundige structuur van de panden, al dan niet met een kap geheel of  gedeeltelijk afgedekt, dan wel de historisch bepaalde hoofdbouwmassa van de panden moet een elementaire rol spelen bij het bepalen van de grens tussen hoofdbebouwing en de bestemming erf. Dit wordt met een doorsnedetekening van zijn pand –zoals dit in 1910 al gebouwd is-  geillustreerd. Op bladzijde 90 van de concept-nota staat dat deze werkwijze uniform in het bp is toegepast, maar dit wordt gezien een hem bekende situatie elders betwijfeld. Er wordt dus volgens verschillende criteria gewerkt.

Wat is de consequentie van de toegepaste systematiek van het bp?:

Doorgaans zal de bestemming “erf” in het bp-gebied qua nog toelaatbare volumeuitbreiding geen uitbouw/uitbreidingsmogelijkheden van het (woon)pand meer toestaan. Als de bestaande aan-/en bijbouwen –die zijn inziens doorgaans dus feitelijk tot de structuur van de hoofdbebouwingszone behoren-  feitelijk in die hoofdbebouwingszone getekend  zouden worden, zullen er veel meer mogelijkheden voor “echte” (nieuwe) aanbouwen, dus voor volumeuitbreiding van zowel de hoofdbebouwing als de erfbebouwing blijven bestaan. Dit is ook van positief belang voor de waarde van het betreffende onroerend goed. 

 

66. Van Til (sprekers mw. respectievelijk hr. Van Til):

Nadrukkelijk wordt verzocht de aanduiding “S”  ter plaatse van de recent aangelegde skatebaan op de Paardenmarkt te schrappen. De overlast die er van (de lawaaiige hobby van jongelui) door de omwonenden wordt ondervonden gaat alle perken te buiten. Met de bewoners is niet (vooraf) overlegd. Omwonenden zijn daarvoor niet uitgenodigd. Vermelding in de speciale wijkkrant binnenstad van 28 mei jl. is niet adequaat en ontgaat veel belanghebbenden. De Bewonersvereniging Binnenstad Noord is niet representatief voor alle belanghebbenden, bovendien is er juridisch al helemaal geen sprake van een vereniging, dus kan er ook geen sprake zijn van een vertegenwoordiging; de vertegenwoordigers handelen op persoonlijke titel. Hebben b&w wel verantwoording aan de raad afgelegd voor deze actie en de ermee gemoeide investering?

De conclusie voor sprekers is dat de skatebaan verplaatst moet worden naar elders, bijv. naar de Mariaschool en de aanduiding “S” geschrapt moet worden.

Over de vraag of er sedert de opening van de grote skatebaan aan de Provincialeweg in het gebruik iets veranderd is valt te constateren dat er wat minder oudere jeugd van de Paardenmarkt gebruik maakt. Er is wel blijvend sprake van lawaai. Gesteld zou kunnen worden dat als de baan niet meer gebruikt zou worden er sprake is van een onjuiste investering. De (juistheid van de) financiering met openbare middelen van deze investering zullen belanghebbenden nog natrekken. 

 

68. Vereniging De Wateringse Poort en de Vereniging Van Eigenaren Voirdelf (spreker hr. Stol):

Het FLS wordt principieel als onjuist beoordeeld. Hetgeen beoogd wordt via dit systeem in het bestemmingsplan te regelen dient in economisch opzicht overgelaten te worden aan het vrije marktmechanisme. Het FLS werkt willekeur in de hand, het is niet handhaafbaar en het is  veel te complex. Bovendien is het strijdig met het gelijkheidsbeginsel. Het beginsel “dat wie het eerst komt” en “vol is vol” is ook strijdig met het zorgvuldigheidsbeginsel. Bijvoorbeeld, als het doelpercentage voor de betreffende FLS-strook is overschreden zal de eigenaar van een pand –als dat niet meer of tijdelijk niet meer voor het thans geinventariseerde doel wordt gebruikt- zijn rechten kwijt raken. Voor eigenaren zal uit oogpunt van de waarde van het onroerend goed er steeds “een wolkje” boven het pand hangen omdat het pand op zeker moment niet meer voor het gewenste (=meest opbrengende doel) kan worden gebruikt wegens beperkingen van het FLS. In de wandelgangen vernomen ervaringen met een FLS-systeem in een gemeente elders duiden er volgens spreker op, dat dit systeem naar werkingskracht tenminste als twijfelachtig moet worden beoordeeld.  

Gezien de beantwoording van de zienswijze voor de overige onderwerpen zijn beide verenigingen tevreden gesteld.

 

73. Van der Wees:

Naar aanleiding van een concrete bouwaanvraag heeft spreker geconstateerd dat er binnen de ambtelijke dienst verschil van interpretatie bestaat over hetgeen in het ontwerp-bp is geregeld cq constateert spreker dat er eigenlijk niets geregeld is. Afscheidingen op dakterrassen zijn mogelijk wel geregeld, maar alvorens een afscheiding te kunnen plaatsen is het nodig een terras te mogen maken en dit vervolgens daadwerkelijk te mogen gebruiken.

 

Insprekers over de niet-ontvankelijkheid:

 

10. Mw. Keers/hr. Vouwzee (spreker mevr. De Jong-Westenberg):

Gewezen wordt op de bepalingen van de Algemene termijnenwet op grond waarvan  maandag 1 juli gerekend moet worden toegevoegd te zijn aan de inzage- en reactietermijn van het bp binnenstad, die op zondag, 30 juni 2002 eindigde.

 

       2. Zalencentrum Delftstede (spreker hr. Edink):

Sluit zich aan bij de vorige spreker.

 

14. Romeijn: (dagtekening brief dd. 9 juli en ingeboekt 11 juli).

      Zijn bedrijfspanden zijn kennelijk abusievelijk aangeduid met de bestemming   

      woondoeleinden.

     

Ambtelijke reactie: Deze brief en die van Delftstede dragen in het poststempel de datum van dinsdag, 2 juli 2002 en vallen daarmee buiten de termijn van de Algemene termijnenwet.

Discussie wethouder-commissieleden: conclusie B&W zullen zich hoe dan ook houden aan de formeel wettelijke regels. Het staat de commissieleden vrij een eigen oordeel over de ontvankelijkheid te hebben. M.b.t. het verzoek om de niet-ontvankelijke brieven integraal aan de commissieleden toe te sturen bestaat geen enkel bezwaar; die brieven zijn immers onderdeel van een openbare procedure.

 

Delft, 10 oktober 2002. WSZ, sector duurzaamheid.