VOORSCHRIFTEN DEEL UITMAKEND VAN HET                          

           BESTEMMINGSPLAN BINNENSTAD

 

 

 

 

 

Wijk- en stadszaken                                                                                       mei 2002                                                                                                                                                                                                                                               


INHOUD

 

Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 2. Wijze van meten

 

Hoofdstuk II. BELEID

 

Artikel 3. Algemene beschrijving in hoofdlijnen

Artikel 4. Transformatielocaties

 

Hoofdstuk III. VOORSCHRIFTEN INZAKE HET BOUWEN

 

Artikel 5. Hoofdgebouwen

Artikel 6. Bijgebouwen, aanbouwen een bouwwerken geen gebouwen zijnde

 

Hoofdstuk IV. BESTAANDE TOESTAND

 

Artikel 7. Algemene legaliseringsregels

 

Hoofdstuk IV. BIJZONDERE  BEPALINGEN

 

Artikel 8. Aanlegvergunning sloopwerkzaamheden

Artikel 9. Prostitutie

Artikel 10. Molenbeschermingszone

Artikel 11. Archeologische waarden

Artikel 12. Monumentale bomen en tuin- en parkgebieden met monumentale bomen

Artikel 13. Functielimitering

Artikel 14. Bedrijven

 

 HOOFDSTUK V. BESTEMMINGSBEPALINGEN

 

Artikel 15. Woondoeleinden (Uw)

Artikel 16. Woondoeleinden (W)

Artikel 17. Kernwinkelgebied (KW)

Artikel 18. Gemengde doeleinden (GD)

Artikel 19. Maatschappelijke doeleinden (M)

Artikel 20. Nutsdoeleinden (N)

Artikel 21. Erf

Artikel 22. Tuin

Artikel 23. Groenvoorzieningen

Artikel 24. Wegverkeer (Vw)

Artikel 25. Verkeers- en verblijfsdoeleinden openbaar (Vbo)

Artikel 26. Verblijfdoeleinden privé (Vbp)

Artikel 27. Water

Artikel 28. Waterkering primair (I) en waterkering secundair (II)

Artikel 29. Straalverbindingstraject

 

HOODSTUK VI. OVERIGE BEPALINGEN

 

Artikel 30. Procedurebepalingen

Artikel 31. Algemene vrijstellingsbevoegdheid

Artikel 32. Gebruiksbepalingen

Artikel 33. Overgangsbepalingen

Artikel 34  Strafbaarheidsbepalingen

Artikel 35. Algemene wijzigingsbevoegdheden

Artikel 36. Nadere regels toepassing vrijstellingen

Artikel 37. Titel.

 

Bijlagen:         I. Lijst van Bedrijfsactiviteiten

                        Ia. Lijst van toegelaten bedrijven categorie 3.2 en 4

                        II. Historische Hoofdstructuur

III. Lijst van transformatielocaties

IV. FunctieLimiteringsSysteem: FLS-lijsten

V.  FunctieLimiteringsSysteem: FLS-stroken

VI. Stratenregister seksinrichtingen

VII. Lijst van monumentale bomen
HOOFDSTUK I.             ALGEMENE BEPALINGEN.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

 In deze voorschriften wordt verstaan onder:

 

a.   plan:

het bestemmingsplan Binnenstad, bestaande uit de onder b. genoemde plankaart, de van het plan deel uitmakende voorschriften met bijlagen en vergezeld gaande van een toelichting;

b.   plankaart:

de kaart met bijbehorende verklaring, bestaande uit 3 bladen, schaal 1: 1.000 waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen;

c.   bestemmingsvlak:

een op de plankaart aangegeven en als zodanig verklaard, gesloten vlak met eenzelfde bestemming;

d.   bebouwingsvlak:

een op de plankaart aangegeven en als zodanig verklaard gesloten vlak waarbinnen hoofdgebouwen, aanbouwen en bijgebouwen mogen worden geplaatst;

d. bestemmingsgrens:

een op de plankaart aangegeven en als zodanig verklaarde lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;

e.   voorgevelbouwgrens:

een op de plankaart aangegeven en als zodanig verklaarde lijn die de ligging van de voorgevel – of in voorkomend geval - een zij- en/of achtergevel van een hoofdgebouw aangeeft;

f.     verplichte voorgevelbouwgrens:

de op plankaart aangegeven en als zodanig verklaarde lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw moet worden geplaatst;

g.   verplichte zijgevelbouwgrens:

de op de plankaart aangegeven en als zodanig verklaarde lijn, waarin één of meer gesloten zijgevels van een hoofdgebouw moeten worden geplaatst;

h.   achtergevelbouwgrens:

de op de plankaart aangegeven en als zodanig verklaarde lijn die de achterste begrenzing van een hoofdgebouw vormt;

i.  bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

i.     bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond waarop één of meer hoofd- en/of bijgebouwen aanwezig zijn of gebouwd mogen worden;

j.     bebouwingspercentage:

de maximale procentuele verhouding tussen de bebouwde grondoppervlakte en de totale grondoppervlakte van een bouwperceel;

l.     gebouw:

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

m. pand:

een zelfstandige bouwkundige eenheid met een voorgevel die direct vanaf het openbaar gebied ontsloten is en twee zijgevels, dan wel een afzonderlijk deel van een hoofdgebouw of complex dat in bouwkundig opzicht als zelfstandige eenheid moet worden aangemerkt en direct toegankelijk is vanaf het openbaar gebied.

n. hoofdgebouw:

een gebouw of een functioneel en/of bouwkundig samenhangend complex van gebouwen dat/die op een bouwperceel door constructie, plaatsing, afmetingen en functie als belangrijkste aangemerkt moeten worden;

n.   bijgebouw:

een gebouw dat zich op een bouwperceel bevindt waarop tevens het hoofdgebouw aanwezig is en dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

o.   aanbouw:

een aan een hoofdgebouw aan- of uitgebouwd gedeelte in én of meer bouwlagen, toegankelijk vanuit dat hoofdgebouw, dat afzonderlijk herkenbaar is en in constructief en functioneel opzicht met het hoofdgebouw is verbonden zodat het daarmee een eenheid vormt;

p.  bouwlaag of verdieping:

een doorlopend horizontaal gedeelte van een gebouw dat door op ongeveer gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd met dien verstande dat:

1.         een zolder niet als bouwlaag wordt beschouwd, voorzover het ruimten betreft die in een kap zijn gelegen, mits de hoogte van een borstwering niet meer dan 1.50 m bedraagt;

2.         een kelder niet als bouwlaag wordt beschouwd voorzover deze zich onder het peil bevindt;

3.         een souterrain niet als bouwlaag wordt beschouwd;

4.         een terugliggend bovenste gedeelte van een gebouw, mits passend in het voorschreven kapprofiel en van een platte afdekking voorzien, niet als bouwlaag wordt beschouwd;

q.  kap:

een gesloten hellende bovenbeëindiging van een gebouw bestaande uit tenminste twee niet horizontale vlakken waarvan de hellingshoek tenminste 45° en ten hoogste 75°;

 

r.    peil:

a.         voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;

b.         in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

s.    souterrain:

een gedeelte van een hoofdgebouw dat grotendeels onder het peil is gelegen en voorzover boven het peil gelegen niet hoger is dan 1.50 meter;

t. woning:

een complex van ruimten uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;

t.     praktijk:

dienstverlenende werkzaamheden met een ruimtelijke uitwerking die met de woonfunctie in overeenstemming is die in een woning worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt;

u.   kantoor:

een bedrijf dat niet op het publiek gericht is dat zich richt op het administratieve, adviserende of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden;

v.   dienstverlening:

het op het publiek gerichte aanbieden, verkopen en/of leveren van commerciële en/of maatschappelijke diensten, zoals reisbureaus, kapsalons, uitzendbureaus, bankfilialen en makelaarskantoren;

w. detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen aan personen die die goederen koppen voor gebruik, verbruik of aanwending andere dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;

y.   seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;

z.    bedrijf:

het bedrijfsmatig vervaardigen of repareren van goederen, dan wel het verrichten van ambachtelijke diensten; 

aa. winkelondersteunend horecabedrijf:

een bedrijf met de volgende kenmerken:

bb. dag- en avondhoreca I:

een bedrijf met de volgende kenmerken:

·         beperkte invloed op het woon- en werkklimaat;

·         in hoofdzaak verstrekking van drank en/of etenswaren;

·         sluitingstijd: zondag t/m donderdag: uiterlijk 01.00 uur; vrijdag en zaterdag: uiterlijk 02.00 uur;

·         hieronder vallen de restaurants

cc. dag- en avondhoreca II:

Een bedrijf met de volgende kenmerken:

·         tamelijk grote invloed op het woon- en werkklimaat;

·         in hoofdzaak drinken en ontmoetingsgelegenheid;

·         sluitingstijd: zondag t/m donderdag: uiterlijk 01.00 uur; vrijdag en zaterdag: uiterlijk 02.00 uur, met de mogelijkheid van vrije sluitingstijd gedurende vier vooraf bepaalde dagen per week;

·         hieronder vallen voornamelijk cafés;

dd. disco’s en danscafé:

een bedrijf met de volgende kenmerken:

·         grote invloed op het woon- en werkklimaat;

·         bedrijfskenmerk: in hoofdzaak drinken en dansen;

·         sluitingstijd: geen vooraf vast te leggen dagen per week;

·         sluitingstijden per vestiging worden bepaald bij de afgifte van een exploitatievergunning waarbij gelet wordt op alle relevante omgevingsfactoren

·         hieronder vallen disco’s en danscafés met een dansvloer

 

ee. sociëteit of buurthuis:
            een niet openbaar toegankelijke voorziening voor leden of daarmee gelijk ter stellen          bezoekers met de volgende kenmerken:

·         tamelijk grote invloed op het woon- en werkklimaat;

·         in hoofdzaak drinken en ontmoetingsgelegenheid;

·         sluitingstijd: geen vooraf vast te leggen dagen per week;

·         sluitingstijden per vestiging worden bepaald bij de afgifte van een exploitatievergunning waarbij gelet wordt op alle relevante omgevingsfactoren

ff. hotel:

bedrijf met de volgende kenmerken:

·         beperkte invloed op het woon- en werkklimaat;

·         in hoofdzaak bieden van overnachtingsgelegenheid;

·         verstrekking van drank en etenswaren hoofdzakelijk functieondersteunend;

·         hieronder vallen: hotel, motel, pension, jeugdherberg of jeugdhotel.

  1. bestaand gebouw of bouwwerk - geen gebouw zijnde -                                                  

Een gebouw of bouwwerk - geen gebouw zijnde - dat aanwezig is op het tijdstip waarop het plan in ontwerp ter inzage is gelegd dan wel gebouwd kon worden krachtens een voor dat tijdstip verleende bouwvergunning.

hh. matrixlijn:

Een op de plankaart aangegeven en als zodanig verklaarde lijn die een aantal hoofdgebouwen met elkaar verbindt en die aangeeft hoeveel bouwlagen, welke goothoogte en welke pandbreedte minimaal en/of maximaal geldt voor de desbetreffende hoofdgebouwen alsmede welke functielimitering daarop van toepassing is;

     ii  museum:

     Een gebouw of complex van gebouwen dienend tot tentoonstelling van    

     voorwerpen die in cultureel opzicht van belang zijn met de daarbij

     behorende strikt functiegebonden uitoefening van horeca en detailhandel;

jj.       woonschip:

1.      elk vaartuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot woonverblijf voor een of meer personen;

2.      een vaartuig, als bedoeld onder 1. in aanbouw;

3.      een casco, dat tot vaartuig als bedoeld onder 1. kan worden opgebouwd;

kk.   ligplaats:

de ruimte die voor een woonschip is bestemd;

ll.       agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van landbouwhuishouddieren.

  mm. functiegebonden:

bedrijfsvoering in een gebouw met een daarvan afwijkende hoofdfunctie met dien    verstande dat die bedrijfsvoering complementair is aan de hoofdfunctie en zowel qua gebruikt vloeroppervlak als functioneel niet als zelfstandige activiteit aangemerkt kan worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2          Wijze van meten.

 

1.         Goothoogte:

            a.         de afstand van peil tot snijlijn van gevelvlak en dakvlak;

b.         tot de goothoogte voor hoofdgebouwen worden niet meegerekend: kapvormige bouwdelen, hoger dan de in sub a. toegelaten goothoogte maar vallend binnen het profiel van een denkbeeldige kap;

 

2.         (Totale) hoogte:

de afstand tussen de bovenkant van een bouwwerk, met uitzondering van antennes, kleine liftkokers, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen en het peil, tenzij elders in deze voorschriften anders is bepaald.

 

3.         Grondoppervlakte:

de oppervlakte van de grond die in beslag wordt genomen door de verticale projectie van een bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hartlijnen van de scheidingsmuur.

 

4.         Hoogte antennes:

de hoogte gemeten tussen de onderkant van de voet van de antenne en het hoogste punt van de antenne.

 

5.        Netto vloeroppervlakte van een horecabedrijf:

       de bedrijfsvloeroppervlakte van een horecabedrijf dat voor de bezoekers

toegankelijk is met inbegrip van ingangsportalen, verbindende gangen en

trappen, toiletten en een bar die zich in een voor de bezoekers toegankelijke ruimte bevindt, met dien verstande dat bergplaatsen, dienstruimten, (delen van) een bedrijfswoning en daarmee gelijk te stellen ruimten die niet voor bezoekers toegankelijk zijn, niet worden meegerekend;    

 

6.         Breedte van een gebouw:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of de harten van gemeenschappelijke zijmuren met dien verstande dat bij verspringingen of bij het niet evenwijdig lopen van deze muren het gemiddelde wordt genomen;

 

7.         Afstand tussen twee tegenover elkaar gelegen achtergevels:

bij de bepaling van de afstand tussen twee tegenover elkaar gelegen achtergevels van hoofdgebouwen wordt gemeten vanaf het dichtstbijzijnde punt van die achtergevels.

 

 

 


               HOOFDSTUK II            BELEID

 

Artikel 3. Algemene beschrijving in hoofdlijnen

 

1.       Strekking.

 

In dit artikel wordt beschreven op welke wijze en met behulp van welke middelen, waaronder begrepen ook die buiten het plan om, de plandoelstellingen worden nagestreefd.

 

De beschrijving in hoofdlijnen heeft in het plan een functie als instructienorm voor het gemeentebestuur en vormt geen rechtstreeks toetsingskader bij de vergunningverlening.

Bij het toepassen van vrijstellings-, uitwerkings- en wijzigingsbevoegdheden en het stellen van nadere eisen dient het gestelde in dit artikel wel in acht genomen te worden.

 

2.       Cultuurhistorie.

 

a.   Het bestemmingsplan is erop gericht de cultuurhistorische waarden van de binnenstad zoveel mogelijk te beschermen. Daarbij is de toelichting zoals deze is opgenomen bij de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht (1978) leidraad.

b.   Het onder a. omschreven doel wordt nagestreefd door:

n    het instandhouden van de hoofdstructuur;

n    het op verantwoorde wijze opvullen van gaten in de bebouwingswanden;

n    het aanwijzen van (gemeentelijke) monumenten;

n    het tegengaan van sloop van gebouwen die monumenten flankeren dan wel in ander opzicht waardevol zijn voor de cultuurhistorie;

n    het actief stimuleren van hergebruik van gebouwen;

n    het beschermen van stadstuinen, van monumentale bomen en ecologisch waardevolle structuren;

n    het herinrichten van het openbaar gebied met passende materialen;

 

3.       Detailhandel en publieksgerichte dienstverlening

 

a.   de binnenstad wordt beschouwd als het belangrijkste kernwinkelgebied van de stad;

b.   Het bestemmingsplan zal optimale voorwaarden bevatten voor een kleinschalig en gevarieerd winkelaanbod;

c.   de functiediversiteit is uitgangspunt met dien verstande dat een flexibele functionele invulling van panden wordt nagestreefd met duidelijke bovengrenzen teneinde te voorkomen dat één functie teveel uitgroeit ten koste van andere functies;

d.   het evenwicht van de detailhandel met de horeca en de publieksgerichte dienstverlening zal in stand moeten blijven;

e.   bij uitbreiding van winkels, horecabedrijven en van de publieksgerichte zakelijke dienstverlening mogen panden op de begane grond worden samengevoegd onder de volgende voorwaarden:
1.    na samenvoeging mag de maximale pandbreedte niet meer bedragen dan 18 meter;
2.    samenvoeging van twee of meer panden is toegestaan mits in voorafgaand overleg is 

vastgesteld dat uitbreiding van een winkel, horecabedrijf of publieksgerichte zakelijke dienstverlening niet mogelijk is op de begane grond van het bestaande bedrijf, in een kelder of op een entresol, op het erf achter het hoofdgebouw of op de eerste verdieping van het hoofdgebouw;

f.     er wordt naar gestreefd een aaneengesloten front van winkels, publieksgerichte dienstverlening en horeca in het kernwinkelgebied in stand te houden waarbij in dit gebied geen woonruimten op de begane grond gemaakt mogen worden;

g.   in de zone rond het kernwinkelgebied en in de aanloopstraten daar naartoe mogen tevens detailhandelsbedrijven en publieksgericht dienstverlening worden gevestigd in samenhing met andere functies waaronder wonen, horeca, ambacht en kantoren;

h.   ten aanzien van de branchering wordt zoveel mogelijk aangesloten bij hetgeen vermeld is op de desbetreffende deelkaart Brancheringsbeleid Binnenstad zoals opgenomen in de toelichting met dien verstande dat het als Funshops aangeven gebied ter hoogte van de Choorstraat ook als buurtwinkelgebied van belang blijft.

 

4.       Relaties met Zuidpoort en de Spoorzone

 

a.   de voorwaarden voor een goede aansluiting op het Spoorzonegebied dienen optimaal te zijn zodat met name de route vanuit het nieuwe station goed kan functioneren en een in toeristisch opzicht aantrekkelijk gebied ontstaat;

b.   er wordt naar gestreefd een goede aansluiting tot stand te brengen met het aangrenzende Zuidpoortgebied, zodat dit gebied goed geïntegreerd wordt in de binnenstad, een en ander overeenkomstig de in de toelichting opgenomen kaart;

c.   met name het tot stand brengen en behouden van  aaneengesloten winkelvoorzieningen is belangrijk;

 

5.       Wonen.

 

a.   de gehele binnenstad is woongebied met uitzondering van de begane grond in het kernwinkelgebied;

b.   het wonen boven winkels en andere voorzieningen wordt onverminderd bevorderd;

c.   woonruimten boven horecavoorzieningen - bestaand of nieuw - zullen zoveel mogelijk gehandhaafd moeten blijven;

d.   onder wonen wordt tevens verstaan de splitsing van hoofdgebouwen in appartementen;

e.   bestaande opgangen naar bovenwoningen worden zoveel mogelijk gehandhaafd, ontsluiting via binnenterreinen zijn ongewenst. Waar een pand aan een steeg of zijstraat grenst kan een bovenwoning via een zij-ingang bereikbaar worden gemaakt. Ook kunnen meerdere woningen via een zelfstandige opgang worden ontsloten.

 

6.       Toerisme.

 

a.   De binnenstad is in toeristisch opzicht het belangrijkste gebied in de gemeente;

b.   waar mogelijk dienen in het bestemmingsplan de voorwaarden voor aantrekkelijke routes en voorzieningen voor de toerist optimaal te zijn, met dien verstand dat:

n    het winkelaanbod in het kernwinkelgebied en de zone daaromheen tevens op de toerist gericht zal zijn;

n    de inrichting van het openbaar gebied van en naar parkeervoorzieningen en knooppunten van openbaar vervoer mede afgestemd moet zijn op de toerist;

n    het bestemmingsplan voorwaarden zal inhouden voor toevoeging van op de toerist gericht kleinschalige attractiepunten;

n    bij de bepaling van de omvang en de spreiding van horecavoorzieningen tevens rekening gehouden wordt met de toeristische functie van de horeca;

n    het bestemmingsplan de toevoeging van extra hotelaccommodatie voor toeristen mogelijk moet maken;

 

7.       Horeca.

 

    1. de horeca maakt een integraal onderdeel uit van het gevarieerd verblijfsklimaat in de binnenstad;
    2. er wordt naar gestreefd de diversiteit in de horecavestigingen te vergroten teneinde een kwalitatief hoogwaardig aanbod te verkrijgen;
    3. de uitgaansgebieden worden afzonderlijk bepaald waarbij per uitgaansgebied nagegaan wordt in hoeverre er ruimte is voor toevoeging van horecabedrijven;
    4. het onder c. vermelde is ook van toepassing op verbindingsroutes tussen uitgaansgebieden waarbij ernaar gestreefd wordt deze routes (beter) herkenbaar ter maken;
    5. horeca met een winkelondersteunend karakter maakt deel uit van het kernwinkelgebied met als uitgangspunt dat de openingstijden van de horecabedrijven afgestemd zijn op die van de winkels;
    6. horecabedrijven zullen qua milieubelasting moeten passen in de binnenstad; in het bijzonder zal de bedrijfsvoering geen negatieve invloed op de woonfunctie mogen hebben, in welk kader aan objectieve milieucriteria zal moeten worden voldaan, en zullen cultuurhistorische kwaliteiten moeten worden gerespecteerd;
    7. horeca met een grote invloed op het woon- en leefklimaat wordt van een specifieke (maat-)bestemming voorzien.

 

8.       Kantoren.

 

a.   de binnenstad heeft een beperkte kantorenfunctie met een accent op het kleinschalige en representatieve kantoor;

b.   toevoeging van kantoren kan plaats vinden op de Phoenixstraat, Westvest, het Noordeinde en de Oude Delft, mits niet meer dan één pand voor kantoordoeleinden wordt gebruikt en ieder kantoorpand ook geschikt blijft voor het wonen;

c.   er gelden maximale vloeroppervlakten per kantoorvestiging;

 

9.       Verkeer en parkeren

 

a.   het bestemmingsplan is erop gericht de implementatie van de beleidsnota “Een bereikbare stad” mogelijk te maken;

b.   in het bijzonder zullen in het autoluw plus gebied geen verkeersaantrekkende functies worden geprojecteerd;

c.   De functies van gebouwen aan openbare ruimten die niet langer voor parkeren zullen worden gebruikt zullen daarop worden afgestemd;

d.   bij herontwikkeling van daarvoor in aanmerking komende grotere locaties in de binnenstad zal parkeren op eigen terrein bevorderd worden mits dit niet leidt tot het parkeren op binnenterreinen of in tuinen, het maken van onder- of bovengrondse parkeervoorzieningen die afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden; een en ander met inachtneming van het onder a. bepaalde;

e.   een fijnmazig net van veilige langzaam verkeersverbindingen zal in stand gehouden worden en op enkele plaatsen worden uitgebreid;

 

10.    Beeldkwaliteit.

Bouw- en inrichtingsplannen zullen mede getoetst worden aan het   (concept)beeldkwaliteitsplan Nota Beeldregie Binnenstad.

 

 

                           Artikel 4                   Transformatielocaties.

 

1.   In het bestemmingsplan is een aantal transformatielocaties opgenomen met de

volgende kenmerken:

a.   Verwacht wordt dat gedurende de periode waarvoor het bestemmingsplan geldt veranderingen ten aanzien van de bebouwing en/of het gebruik zullen optreden;

b.   Deze veranderingen worden in principe positief benaderd voorzover deze binnen de kaders en begrenzingen plaats zullen vinden zoals deze in bijlage III (Lijst van Transformatielocaties) van de toelichting zijn beschreven;

c.   Behalve woningen mogen in de transformatielocaties ook kleinschalige detailhandels- en/of dienstverlenende bedrijven worden opgenomen alsmede sociaal-culturele of algemeen maatschappelijke instellingen, groenvoorzieningen, water, ontsluitingen voor verkeer, bouwwerken en voorzieningen van openbaar nut;

d.   Ten aanzien van de parkeerbehoefte wordt hetgeen in de toelichting in hoofdstuk VI onder 5.2. (parkeren en bouwen) als richtlijn aangehouden;

e.   Voorzover in transformatielocaties gemengde bestemmingen worden opgenomen worden de desbetreffende gebouwen en percelen begrepen in het FunctieLimiteringsSysteem van artikel 13;

f.     De gemeente zal niet actief optreden ten aanzien van het initiatief tot veranderingen zodat bouwactiviteiten en het bestaande gebruik binnen de bepalingen van het plan mogen worden voortgezet of worden gewijzigd;

g.   Alvorens medewerking verleend wordt aan een verandering zullen waarborgen moeten bestaan dat met de eventuele archeologische, en andere cultuurhistorische waarden van de locatie en de omgeving in voldoende mate rekening wordt gehouden;

h.   De transformatielocaties liggen binnen het beschermd stadsgezicht. Bij het ontwerpen van nieuwe hoofdgebouwen of bij functiewijziging van bestaande bebouwing wordt rekening gehouden met de daaruit voortvloeiende richtlijnen;

i.     Indien in de nabijheid van de transformatielocatie een (horeca-)bedrijf is gelegen wordt rekening gehouden met het in acht nemen van voldoende afstand voor nieuwe milieugevoelige objecten.

 

2.   Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om onder toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemmingen van de transformatielocaties te wijzigen in één of meer bestemmingen waarop nadat het wijzigingsplan rechtskracht heeft verkregen de overige voorschriften van dit plan van toepassing zullen zijn.

3.   De aanwijzingen en voorwaarden als bedoeld in bijlage III (Lijst van Transformatielocaties) van deze voorschriften worden geacht de regelen en grenzen te zijn als bedoeld in artikel 11, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

4.   Het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) is van toepassing.

 


HOOFDSTUK III.   VOORSCHRIFTEN INZAKE HET BOUWEN.

 

Artikel 5             Hoofdgebouwen

 

1.    Toepassingsbereik.

 

Het bepaalde in dit artikel is van toepassing op de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 15, 16, 17, 18, 19 en 21. 

 

2.    Plaatsing hoofdgebouwen.

 

a.   hoofdgebouwen mogen uitsluitend geplaatst worden binnen de op de plankaart aangegeven bebouwingsvlakken;

b.   de onder a. bedoelde bebouwingsvlakken mogen geheel worden bebouwd;

c.   hoofdgebouwen in de bebouwingsvlakken moeten aaneengesloten worden gebouwd tenzij in deze voorschriften anders is aangegeven;

 

3.     Plaatsing gevels.

 

a.   De voorgevel van een hoofdgebouw dient in de bebouwingsgrens geplaatst te worden die op de plankaart is aangeduid als “voorgevelbouwgrens, verplicht”;

b.   het bepaalde onder a. is tevens van toepassing als de aldaar bedoelde aanduiding niet voorkomt met dien verstande dat burgemeester en wethouders in dat geval bevoegd zijn vrijstelling te verlenen voor plaatsing van de voorgevel op een afstand van maximaal 3 meter achter en evenwijdig aan de op de plankaart voorkomende bebouwingsgrens, mits het desbetreffende hoofdgebouw niet gelegen is aan de grachten, straten of pleinen als bedoeld in bijlage II (Historische Hoofdstructuur) van deze voorschriften;

c.   de zijgevels van een hoofdgebouw dienen in de bebouwingsgrens geplaatst te worden indien op de kaart de aanduiding “zijgevelbouwgrens, verplicht” voorkomt;

d.   de achtergevel van een hoofdgebouw mag in of binnen de bebouwingsgrens geplaatst worden die op de plankaart is aangeduid als “achtergevelbouwgrens”.

e.   burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen, van het bepaalde in artikel 21 (erf), 22 (tuin) en met inachtneming van artikel 30 (procedurebepalingen) ten behoeve van het overschrijden van de achtergevelbouwgrens door een gedeelte van een hoofdgebouw, met dien verstande dat:

1.   ingeval van algehele vernieuwing een overschrijding van maximaal 2 meter plaats mag vinden mits de diepte van een hoofdgebouw na verlening van de vrijstelling niet meer dan 12 meter zal bedragen;

2.   indien sprake is van een bestaand hoofdgebouw met een diepte van 8 meter of minder een achterwaartse vergroting met maximaal 4 meter toegepast kan worden;

3.   indien bestaande bebouwing binnen de bestemming “Erf” en binnen de bestemming “Tuin”, hetzelfde bouwperceel betreffend, is verwijderd waarvan de grondoppervlakte meer bedraagt dan op grond van artikel 6 (bijgebouwen en aanbouwen) en artikel 22 (tuin) is toegelaten die grondoppervlakte gecompenseerd mag worden in de vorm van een achterwaartse uitbreiding van hoofdgebouw met maximaal 4 meter onder voorwaarde dat de totale vloeroppervlakte van die uitbreiding - inclusief de verdieping(en) met uitzondering van een zolder - niet meer bedraagt dan die van verwijderde bebouwing;

4.   indien de bouwdiepte van een bestaand hoofdgebouw minder bedraagt dan die van de beide aangebouwde aangrenzende hoofdgebouwen een achterwaartse vergroting toegepast mag worden tot gelijke diepte van het minst diepe aangrenzende hoofdgebouw met een maximum 4 meter;

5.   tevens vrijstelling van de bepalingen van artikel 21 (erf) verleend kan worden voor de overschrijding van de achtergevelbouwgrens door een kelder mist de overschrijding niet meer dan 4 meter zal bedragen,

een en ander onder voorwaarde dat de afstand tussen twee tegenover elkaar gelegen achtergevels tenminste 20 meter zal bedragen indien beide hoofdgebouwen één of twee bouwlagen hebben of mogen hebben en tenminste 25 meter als één of beide hoofdgebouwen drie bouwlagen hebben of mogen hebben.

 

4.     Breedte van hoofdgebouwen.

 

a.   de breedte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de bestaande breedte indien ter plaatse van de zijgevels op de plankaart de aanduiding “zijgevelbouwgrens, verplicht” voorkomt;

b.   indien deze aanduiding niet voorkomt mag de breedte van een hoofdgebouw niet meer bedragen dan op de plankaart in de desbetreffende matrix is aangegeven;

c.   burgemeester en wethouders zijn bevoegd  vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder a. en/of b. ten behoeve van de samenvoeging van twee of drie panden met dien verstande dat:

1.       deze samenvoeging uitsluitend de begane grond mag betreffen binnen de bestemming “Kernwinkelgebied” en “Gemengde doeleinden”;

2.       samenvoeging uitsluitend plaats mag vinden ten behoeve van winkels, horecabedrijven en dienstverlening;

3.       de pandbreedte na samenvoeging niet meer mag bedragen dan 18 m, tenzij, blijkens een op de plankaart voorkomende aanduiding, een grotere pandbreedte is toegestaan.

  

5.     Aaneengesloten bouwen.

 

De hoofdgebouwen dienen aaneengesloten te worden gebouwd tenzij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

a.   indien op de plankaart de aanduiding (onder)doorgang voorkomt moet ter plaatse van deze aanduiding een al dan niet overbouwde poort met een hoogte van tenminste 2.50 m aanwezig zijn waarvan de breedte overeenkomt met de op de plankaart aangeduide breedte;

b.   aaneengesloten bouwen van hoofdgebouwen is niet verplicht indien dit overeenkomstig de bestaande situatie geschiedt, zoals bij vrijstaande hoofdgebouwen of bij aanwezigheid van niet-overbouwde bestaande doorgangen;

 

6.     Goothoogten

 

a.   De goothoogte van ieder hoofdgebouw mag niet meer en niet minder bedragen dan op de plankaart door middel van de matrix is aangegeven;

b.   burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder a. voor het toepassen van een lagere goothoogte aan een zij- en/of achtergevel;

c.   indien een pand voorkomt op bijlage II (Historische Hoofdstructuur) dient de goothoogte van de voorgevel ten minste 0,30 meter te verschillen van die van het aangrenzende pand;

d.   burgemeester en wethouders zijn bevoegd  vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder c. voor het toepassen van gelijke goothoogten voor aan elkaar grenzende panden indien sprake is van een rijtje van ten hoogste drie gelijkvormige panden;

e.   het bepaalde in artikel 10 (molenbeschermingszone) is van toepassing.

 

7.     Bouwlagen.

 

a.   het aantal bouwlagen per hoofdgebouw mag niet meer en niet minder bedragen dan op de plankaart door middel van de matrix is aangegeven;

b.   indien het aantal bouwlagen van een bestaand hoofdgebouw tenminste één minder bedraagt dan hetgeen in de matrix is aangegeven mag, in afwijking van het bepaalde in dit lid onder a., een bouwlaag slechts worden toegevoegd indien daardoor het aantal bouwlagen gelijk wordt aan dat van het aangrenzend hoofdgebouw;

c.   de hoogte van de begane grondlaag van hoofdgebouwen aan de historische hoofdstructuur die als zodanig zijn opgenomen in bijlage II (Historische Hoofdsstructuur) van deze voorschriften dient meer te bedragen dan die van de overige bouwlagen met dien verstande dat deze hoogte tenminste 3.50 m moet bedragen;

d.   het bepaalde in artikel 10 (molenbeschermingszone) is van toepassing .

8.     Nokhoogte.

 

a.   de totale hoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de goothoogte vermeerderd met 4.50 m;

b.   burgemeester en wethouders zijn bevoegd een nadere eis te stellen inhoudende dat de totale hoogte minder bedraagt dan onder a. is aangegeven indien dit in verband met de aard en de afmetingen van het hoofdgebouw dan wel de omgeving gewenst is met dien verstande dat die hoogte altijd 3 m meer mag bedragen dan de goothoogte;

c.   burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder a. voor het toepassen van een grotere totale hoogte tot maximaal 5.50 m indien dit een gevolg is van eisen die voortvloeien uit cultuurhistorische aspecten, dan wel indien sprake is van een pand met een relatief grote grondoppervlakte, mits een en ander niet leidt tot het toevoegen van een extra bouwlaag in de kap;

d.   het bepaalde in artikel 10 (molenbeschermingszone) is van toepassing.

 

9.     Kappen en platte daken.

 

a.   ieder hoofdgebouw dient geheel afgedekt te worden door een kap, waarvan de dakhelling niet meer dan 75° en niet minder dan 45° mag bedragen;

b.   indien op de plankaart de aanduiding “platte afdekking verplicht” voorkomt is het toepassen van een kap niet toegestaan;

c.   burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder a. ten behoeve van het gedeeltelijk plat afdekken van hoofdgebouwen;

d.   burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) vrijstelling te verlenen ten behoeve van een terugliggende voor woondoeleinden bedoelde bovenste toevoeging voorzover een hoofdgebouw niet gelegen is aan openbaar gebied dat als zodanig is opgenomen in bijlage II (Historische Hoofdstructuur) bij deze voorschriften mits deze toevoeging past in het kapprofiel dat krachtens deze voorschriften mag worden toegepast aan voor- en achtergevel en de hoogte niet meer bedraagt dan 2.70 m gemeten vanaf de goothoogte.

 

10. Bestaande toestand.

 

Indien in een bestemmings- of bouwvlak de aanduiding “Afmetingen conform bestaande toestand” voorkomt mag bij verbouwing of nieuwbouw geen vergroting worden aangebracht ten opzichte van de bestaande situatie met dien verstande dat:

  1. de kapvorm en nokrichting gehandhaafd blijft;
  2. een afwijking ten aanzien van de hoogten toegepast mag worden van maximaal 5% ten opzichte van de bestaande maten met een maximum van 0,40 meter;
  3. het aantal bouwlagen niet mag worden gewijzigd;
  4. burgemeester en wethouders vrijstelling kunnen verlenen voor het afwijken van de bestaande afmetingen met maximaal 1 meter, uitsluitend teneinde te kunnen voldoen aan de bepalingen van het Bouwbesluit.

 

11. Ondergronds bouwen.

a. Een hoofdgebouw mag voorzien worden van een kelder in één laag;
b. De onder a. bedoelde kelder mag tevens gebruikt worden voor parkeerdoeleinden tenzij
parkeren in strijd is met het autoluw beleid en/of schade wordt toegebracht aan cultuurhistorische waarden van het gebouw en/of de omgeving.

Artikel 6           Bijgebouwen, aanbouwen en bouwwerken geen

                                   gebouwen zijnde

 

  1. Het bepaalde in dit artikel is van toepassing op de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 15, 16, 17, 18, 19 en 21.

 

2.    Bij ieder hoofdgebouw mogen op de voor “erf” bestemde gronden bijgebouwen en/of aanbouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

 

a.       ten hoogste 20% van de voor “erf” bestemde gronden mag worden bebouwd, met dien verstande dat bij ieder hoofdgebouw te allen tijde 20 m² aan bijgebouwen en/of aanbouwen mag worden gerealiseerd;

b.       de grondoppervlakte van bijgebouwen of aanbouwen mag niet meer bedragen dan 40 m² per hoofdgebouw;

c.       de goothoogte hoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer bedragen dan 2.70m.;

d.       de goothoogte van een aanbouw mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grond van het hoofdgebouw.

e.       indien op de plankaart de aanduiding “monumentale boom” voorkomt zal de afstand van een bijgebouw en/of aanbouw tot de stam van de boom tenminste 8 m bedragen;

f.         indien op de plankaart de aanduiding “hekwerk of muur” voorkomt mag als erfscheiding een hek worden geplaatst respectievelijk een muur worden gebouwd mits de hoogte niet meer bedraagt dan de bestaande hoogte;

g.       de hoogte van een hekwerk of schutting van een dakterras mag ten hoogste 1.80 m bedragen, gemeten vanaf de bovenzijde van het dakterras;

h.       tenzij in de deze voorschriften anders is bepaald mag de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m bedragen, met uitzondering van erfscheidingen, anders dan bedoeld onder f. van dit lid, waarvan de hoogte vóór (het verlengde van) de voorgevel niet meer dan 1 m mag bedragen en niet meer dan 2 m daarachter;

i.         Een aanbouw mag voorzien worden van een kelder in één laag mits
de kelder niet gebruikt wordt voor parkeerdoeleinden;

 

3.   Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2.:

 

a.   voor de bouw van een fietsenstalling of daarmee gelijk te stellen bouw van lichte constructie – niet zijnde een stallingsgelegenheid voor auto’s - bij een maatschappelijke voorziening, winkel, kantoor, dienstverlenend of horecabedrijf;

b.   voor de bouw van een aanbouw in ten hoogste twee lagen waarbij de grondoppervlakte van de begane grond en de eerste bouwlaag bij elkaar worden opgeteld.

c.   Voor het overschrijden van het bebouwingspercentage ten behoeve van de herbouw van een op hetzelfde perceel binnen de bestemming “Tuin” gesloopt bijgebouw mits de grondoppervlakte van het bijgebouw niet wordt vergroot ;

d.   voor het oprichten van aanbouwen ten behoeve van een winkel of horecabedrijf mits het betreft een aan drie zijden door gebouwen ingesloten open ruimte van maximaal 20 m²;

e.   voor de bouw van een erfscheiding met een hoogte van maximaal 4 m.

f.     onder i: voor de toevoeging van een kelderruimte, aansluitend aan een kelder onder een hoofdgebouw of aanbouw tot een afstand van maximaal 4 meter gemeten uit de achtergevel van een hoofdgebouw of aanbouw.


HOOFDSTUK IV. BESTAANDE TOESTAND

 

Artikel 7.                         Algemene legaliseringsregels

 

1.   Bebouwing.

 

Indien een bouwwerk dat bestaat op het tijdstip waarop het plan in ontwerp ter inzage wordt gelegd of dat gebouwd mag worden krachtens een voor dat tijdstip verleende bouwergunning en dat afwijkt van het plan zijn de volgende voorschriften daarop van toepassing:

a.   voorzover een gebouw een hogere goothoogte of totale hoogte heeft, het grondoppervlak en/of de breedte meer bedraagt dan krachtens het plan is toegelaten en de plaatsing afwijkt van hetgeen het plan voorschrijft, is ter plaatse gehele of gedeeltelijke vernieuwing toegestaan waarbij de uitwendige afmetingen en de vorm moeten worden aangehouden en waarbij de afwijkingen niet mogen worden vergroot;

b.   burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder a. ten behoeve van het wijzingen van de vorm en de plaatsing met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) mits de goothoogte, de totale hoogte en de inhoud van een gebouw niet worden vergroot;

c.   voorzover het aantal bouwlagen van een hoofdgebouw meer bedraagt dan krachtens het plan is toegestaan is het bepaalde onder a. eveneens van toepassing, doch zijn burgemeester en wethouders bevoegd om bij gehele vernieuwing als nadere eis te stellen dat alsdan het maximaal aantal ter plaatse toegelaten bouwlagen in acht wordt genomen;

d.   voorzover de plaatsing van een bouwwerk afwijkt van hetgeen het plan voorschrijft kunnen burgemeester en wethouders burgemeester en wethouders als nadere eis stellen dat het bouwwerk bij algehele vernieuwing (meer) voldoet aan de bepalingen van het plan indien daardoor een in stedenbouwkundig opzicht gunstiger plaatsing wordt gerealiseerd mits de gebruiksmogelijkheden niet in onevenredige mate worden verminderd.

 

2.   Bepaling bestaande bouwkundige toestand

 

Voor wat betreft de afmetingen, de kapvorm en de plaats van bouwwerken wordt uitgegaan van hetgeen de ondergrond van de plankaart aangeeft met de daarop voorkomende bestaande toestand per 11 april 2000 en de wijzigingen daarin tot het moment waarop het plan in ontwerp ter inzage is gelegd, met dien verstande dat:

a.   de op de plankaart aangegeven hoogtematen betrekking hebben op de goothoogte;

b.   bouwwerken met een oppervlakte van minder dan 5 m² buiten beschouwing blijven;

c.   ten aanzien van de plaats van gevels een marge van 0.50m is toegestaan.

 

3.   Gebruik

 

Het gebruik dat van gronden en bouwwerken wordt gemaakt op het tijdstip waarop het plan  rechtskracht heeft verkregen wordt en dat afwijkt van het gebruik dat krachtens de bestemming toelaatbaar is wordt geacht niet in strijd te zijn met het plan.  


HOOFDSTUK V     BIJZONDERE BEPALINGEN

 

     Artikel 8               Aanlegvergunning sloopwerkzaamheden

 

a.   Verbodsbepaling

 

Het is verboden de hoofdgebouwen en de daarbij behorende bouwwerken op het tot                       “ Verblijfsgebied privé (Vb(p))” bestemde gebied en die op de plankaart als zodanig zijn aangeduid geheel of gedeeltelijk te slopen zonder in het bezit te zijn van een schriftelijke aanlegvergunning van burgemeester en wethouders.

 

b.   Uitzonderingen.

 

Het bepaalde onder a. is niet van toepassing:

-     voorzover sloopwerkzaamheden noodzakelijk zijn ter uitvoering van een onherroepelijk van kracht zijnde bouwvergunning;

-     voorzover sloopwerkzaamheden uitgevoerd moeten worden ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;

-     voorzover sloopwerkzaamheden van geringe omvang noodzakelijk zijn ter uitvoering van op instandhouding gericht onderhoud.

 

c.   Toelaatbaarheid.

 

Een aanlegvergunning mag slechts verleend worden indien uit onderzoek en overleg is gebleken dat het bestaande hoofdgebouw niet geschikt is of geschikt te maken is voor aanpassing of hergebruik dan wel dat uit economische of daarmee gelijk te stellen overwegingen de aanlegvergunning in redelijkheid niet geweigerd kan worden en voldoende waarborgen bestaan dat de cultuurhistorische waarde van de omgeving niet in onevenredige mate zal worden aangetast.

 

Artikel 9.         Prostitutie

 

a. Verbodsbepaling.

 

Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en gebouwen te gebruiken voor uitoefening van een seksinrichting.

 

b. Vrijstellingen

 

1.   Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte toepassing van dit verbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

2.   Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het vestigen van maximaal twee seksinrichtingen met dien verstande, dat:

 

a.       de locatie niet mag voorkomen in de lijst van straten en pleinen binnenstad Delft als opgenomen in bijlage VI (Stratenregister Seksinrichtingen) van deze voorschriften;

b.       binnen het gehele gemeentelijk grondgebied nooit meer dan 2 seksinrichtingen gevestigd zijn;

c.       geen seksinrichting gevestigd mag worden binnen een straal van 250 meter rond NS-stations;

d.       geen seksinrichting gevestigd mag worden binnen een straal van 50 meter rond ingangen van gebedshuizen en scholen;

e.       de afstand tussen de seksinrichting en de dichtstbijzijnde woning van een derde meer dient te bedragen dan 10 meter;

f.         vestiging van de seksinrichting niet tot gevolg mag hebben dat twee seksinrichtingen op een afstand van minder dan 50 meter van elkaar zijn gevestigd;

g.       ten gevolge van het bezoek aan de seksinrichting in de directe omgeving van de seksinrichting geen onaanvaardbare parkeerdruk mag ontstaan;

h.       de seksinrichting niet mag worden uitgeoefend in de vorm van een raamprostitutiebedrijf.

 

Artikel 10                          Molenbeschermingszone.

 

  1. Binnen de hieronder bepaalde afstand tot molen De Hoop aan de Phoenixstraat mogen, in afwijking van hetgeen elders in de voorschriften is bepaald geen hogere bouwwerken worden gebouwd dan door middel van onderstaande formule wordt bepaald:

    X = n(H-CZ)                           waarbij:

    X = de minimale afstand van het (voorgenomen) bouwwerk tot de molen
    H =  de hoogte van het (voorgenomen) bouwwerk
    n  = 50 (de geldende coëfficiënt voor stedelijk gebied)
    C = 0,2 (een constante in verband met een windreductie van 5%)
    Z = de askophoogte (voor molen De Roos: 24,70 meter).

  2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen), vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor een grotere hoogte van bouwwerken –overeenkomstig de overige bepalingen van deze voorschriften – indien door onderzoek is vastgesteld dat geen onevenredige vermindering van windvang optreedt en vooraf de beheerder van de molen is gehoord.

  3. Het is verboden de in het plan begrepen gronden te gebruiken voor het planten van bomen indien daardoor een onevenredige vermindering van de windvang optreedt of tengevolge van de groei van bomen zal optreden waarvan in ieder geval sprake is als de hoogte van een boom meer bedraagt dan op grond van lid 1 is aangegeven.

 

Artikel 11. Archeologische waarden

 

  1. Het is ter bescherming van de in het plangebied aanwezige archeologische waarden verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

a.       graafwerkzaamheden;

b.       egaliseren of bodem verlagen;

c.       heiwerkzaamheden of op andere wijze in de bodem indrijven van voorwerpen;

d.       het aanleggen van kabels en leidingen;

e.       het aanleggen van waterpartijen of het veranderen van de ligging en de omvang van bestaande watergebieden;.

 

  1. Het in lid 1 bepaalde is mede van toepassing op werken en/of werkzaamheden
    1. die onderdeel uitmaken van of dienen ter voorbereiding van bouwwerkzaamheden
    2. die binnen of onder gebouwen worden uitgevoerd.

 

  1. Het bepaalde in lid 1 is van toepassing:
    1. voorzover werken en/of werkzaamheden 0,30 meter of meer beneden maaiveld worden  uitgevoerd en voorzover deze gronden op de kaart “Archeologie” niet zijn voorzien van een kleur;
    2. voorzover de werken en/of werkzaamheden 1 m of meer beneden maaiveld worden uitgevoerd voorzover deze gronden op de kaart “Archeologie” zijn aangegeven met een gele kleur
    3. voorzover de werken en/of werkzaamheden  2 m of meer beneden maaiveld worden uitgevoerd voorzover deze gronden op de kaart “Archeologie” zijn aangegeven met een bruine kleur;.

 

  1. Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
    1. voorzover die uitgevoerd worden binnen gebieden die op de kaart “Archeologie”met een groene kleur zijn aangegeven;
    2. voorzover die uitgevoerd worden op het tijdstip waarop het plan rechtskracht heeft verkregen;
    3. van geringe betekenis of omvang, waaronder:

·         het aanbrengen van erfafscheidingen in de vorm van schuttingen,

·         het aanbrengen van beplantingen;

·         het verwijderen van beplantingen en/of bomen;

·         het egaliseren ten behoeve van de aanleg van paden en terrassen;

·         het verwijderen of vervangen van bestaande kabels en leidingen;

·         het vervangen van bestaande bestratingen.

 

  1. Alvorens een vergunning als bedoeld in lid 1 te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het advies in van de gemeentelijke archeoloog of een daarmee gelijk te stellen deskundige.

 

  1. Aan een vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden gericht op het documenteren en/of het zoveel mogelijk veilig stellen van eventuele archeologische waarden;

 

  1.  Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) van deze voorschriften met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dit artikel te laten vervallen dan wel te veranderen indien en voorzover de bescherming van de archeologische waarden via wettelijke maatregelen gewaarborgd is.

 

Artikel 12. Monumentale bomen en tuin- of parkgebieden met monumentale bomen.

 

    1. Het is verboden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) binnen een cirkel met een straal van 8 meter, gemeten op 1 meter hoogte en uit het hart van de stam van de op de kaart aangeduide monumentale bomen de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
                 a. oppervlakteverhardingen aan te brengen;
                 b. kabels, leidingen of drainagesystemen in de grond aan te brengen;
                 c. voorwerpen in de grond in te drijven;
                 d. gronden in te richten als opslag- of bergplaatsen;
                 e. beplantingen en bodembegroeiing aan te brengen of te verwijderen;
                 f. wijzigingen aan te brengen in de toe- of afvoer van (regen)water;
                 g. gronden af te graven, te egaliseren of op te hogen;
                 h. verandering aan te brengen in de bodemsamenstelling;
                 i. parkeergelegenheden aan te leggen.

 

    1. Geen aanlegvergunning is vereist indien de werken en/of werkzaamheden:
      a. van geringe omvang zijn;
      b.een aanvang hebben genomen voordat het bestemmingsplan van kracht werd.
      c. passen in een beheersplan dat de instemming heeft van burgemeester en wethouders.

    2. De aanlegvergunning mag slechts verleend worden indien door of ten gevolge van het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden geen onevenredige verslechtering van de groeiomstandigheden van de desbetreffende boom optreedt.

    3. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 is van overeenkomstige toepassing op de gronden gelegen binnen de grens van de op de kaart aangeduide tuin- en parkgebieden met monumentale bomen.

Artikel 13.             Functielimitering.

 

  1. Algemene voorschriften.
    1. Indien een als zodanig verklaarde lijn op de plankaart is voorzien van een letteraanduiding betekent dit dat grenzen gesteld zijn aan het verlenen van vrijstellingen voor functieveranderingen zodat beperkingen gelden met betrekking tot het aantal afzonderlijke functies op de begane grond en/of de verdiepingen van de afzonderlijke panden;
    2. het aantal panden met eenzelfde functie mag na verleende vrijstelling niet meer bedragen dan in de bij deze voorschriften behorende FLS-stroken met bijbehorende nadere bepalingen, opgenomen in Bijlagen V (FunctieLimiteringsSysteem FLS-stroken) door middel van percentages per functie voor de desbetreffende bouwblokzijde is bepaald;
    3. de gehele begane grond van een hoofdgebouw met eventuele aanbouw(en) mag na verlening van de vrijstelling voor de toegelaten functie(s) worden gebruikt of verbouwd met dien verstande dat burgemeester en wethouders als nadere eis kunnen verlangen dat de grondoppervlakte waarop één functie wordt uitgeoefend niet meer dan 400m² zal bedragen indien dit gelet op de grondoppervlakte van vergelijkbare gebouwen in de omgeving, de voorgenomen functie en het bewaren van het evenwicht met andere functies redelijk of wenselijk is;
    4. het bepaalde onder a. tot en met c. is mede van toepassing op de verdieping(en) van gebouwen voorzover deze voor niet-woonfuncties (mogen) worden gebruikt; alsmede op de kantoorfunctie aan de Westvest, de Phoenixstraat, het Noordeinde en de Oude Delft.

 

  1. Volgordebepalingen
    1. Een pand als bedoeld in lid 1 wordt geacht voor een andere functie dan de bestaande functie gebruikt te worden indien de daarop betrekking hebbende bouwaanvraag en/of een verzoek om vrijstelling gepubliceerd is, vanaf de dag volgend op die der publicatie;
    2. indien een bouwvergunning en/of vrijstelling voor een functie in een pand als bedoeld onder a. wordt geweigerd, vernietigd, de aanvraag wordt ingetrokken, dan wel niet ontvankelijk wordt verkaard, is het bepaalde onder a. niet langer van toepassing vanaf het moment waarop respectievelijk de weigering, de vernietiging onherroepelijk is geworden of de intrekking schriftelijk is bevestigd dan wel de niet ontvanklijkverklaring onherroepelijk is geworden;
    3. de datum van ontvangst door de gemeente van een bouwaanvraag en/of verzoek om vrijstelling bepaalt de volgorde;
    4. indien een functieverandering is uitgevoerd en daarvoor is vooraf geen vrijstelling aangevraagd, wordt voorrang gegeven aan een later ingediend vrijstellingsverzoek voor een ander pand in dezelfde FLS-strook.

 

  1. Leegstand.
    1. Indien de uitoefening van een functie daadwerkelijk is beëindigd en indien de leegstand langer dan één jaar heeft geduurd kunnen burgemeester en wethouders door intrekking van de desbetreffende vrijstelling bepalen dat deze functie niet meer wordt meegeteld;
    2. het bepaalde onder a. is van overeenkomstige toepassing indien na het onherroepelijk worden van een bouwgunning en/of vrijstelling de (bouw)werkzaamheden niet zijn uitgevoerd, dan wel na uitvoering daarvan het beoogde gebruik binnen één jaar na gereedmelding niet wordt uitgeoefend;.

 

  1. Afronden van percentages.
    1. Bij de toepassing van de percentages worden gehele aantallen panden bepaald volgens de algemene regels inzake afronding;
    2. indien omrekening van het percentage op 0,50 uitkomt wordt naar beneden afgerond;

 

  1. Tellen van panden.
    1. Bij de bepaling van het aantal panden wordt uitgegaan van het aantal panden dat aanwezig is op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan en zoals weergegeven op de bij deze voorschriften behorende FLS-lijsten, opgenomen in Bijlage IV (FunctieLimiteringsSysteem: FLS-lijsten);
    2. indien een pand gesloopt is wordt dit pand voor de bepaling van het aantal als bestaand en leegstaand aangemerkt;
    3. indien een pand of perceel is gesplitst in twee of meer zelfstandige hoofdgebouwen worden deze met inachtneming van het daaraan voorafgaande gebruik meegeteld met dien verstande dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn om met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) van deze voorschriften en met toepassing van artikel 11 van de wet op de Ruimtelijke Ordening de FLS-lijst aan te passen;
    4. indien twee of meer panden na sloop en algehele vernieuwing over alle verdiepingen worden samengevoegd tot één zelfstandig hoofdgebouw is het bepaalde ten aanzien van het aanpassen van de desbetreffende lijst onder c. van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de lijsten met inachtneming van het bepaald onder c aangepast kunnen worden;
    5. wanneer twee of meer panden uitsluitend voor wat betreft de begane grond zijn samengevoegd worden deze geacht zelfstandige hoofdgebouwen te zijn gebleven en is het bepaalde onder d. niet van toepassing;
    6. indien sprake is van een (nieuwbouw)complex waarin de perceelsgewijze verdeling niet meer herkenbaar is zijn de voorschriften inzake de procentuele verdeling van functies van overeenkomstige toepassing gerelateerd aan de breedte van het gebouw of complex waarbij uitgegaan is van een eventuele latere opdeling van de begane grond;
    7. indien een niet-woonfunctie – bijvoorbeeld detailhandel - in meerdere met elkaar verbonden panden wordt uitgeoefend wordt het aantal functies geteld volgens het aantal panden waarin de desbetreffende functie wort uitgeoefend.

 

  1. Bijzondere vrijstellingen.                                                                                                                     Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) vrijstelling te verlenen van het bepaalde in:
    1. lid 1 onder b: ten behoeve van het afwijken van percentages mits het aantal panden met eenzelfde functie in een blokzijde daardoor met niet meer dan één wordt vergroot;
    2. lid 2, 3 en 4 onder b: indien toepassing van de aldaar gegeven voorschriften leidt tot onevenredige benadeling en door het verlenen van de vrijstelling de functiediversiteit, gelet op het in stand houden van evenwicht tussen de verschillende functies in het desbetreffende gedeelte van de binnenstad niet in gevaar komt.

 

  1. Wijzigingsbevoegdheden.
    1. De gemeenteraad is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de percentages als bedoeld in lid 1 onder b aan te passen waarbij deze percentages voor één of meer blokzijden mogen worden veranderd met dien verstande, dat de volgende marges gelden:
      5% mag worden gewijzigd in 0% tot 15%
      10% mag worden gewijzigd in: 0% tot 20%
      20% mag worden gewijzigd in: 0% tot 30%
      25% mag worden gewijzigd in: 10% tot 40%
      30% mag worden gewijzigd in: 20% tot 50%
      40% mag worden gewijzigd in: 25% tot 60%
      50% mag worden gewijzigd in: 30% tot 75%
      60% mag worden gewijzigd in: 40% tot 80%
      70% mag worden gewijzigd in: 50% tot 90%
      75% mag worden gewijzigd in: 60% tot 100%
      80% mag worden gewijzigd in: 60% tot 100%
      met dien verstande dat indien een percentage in de FLS-lijst eindigt op het cijfer 5 eveneens een wijziging mogelijk is waarbij de percentages waarin gewijzigd kan worden beide met het getal 5 worden verhoogd;
    2. de onder a. bedoelde bevoegdheid mag worden toegepast indien economische of maatschappelijke en andere, daarmee gelijk ter stellen ontwikkelingen daartoe aanleiding geven alsmede ten behoeve van het behoud van het cultuurhistorisch waardevolle karakter van de binnenstad en ter behoud van de functiediversiteit;
    3. voorts zijn burgemeester en wethouders bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te bepalen dat de functielimitering als bedoeld in lid 1 niet langer zal gelden voor één of meer functies indien blijkt dat de noodzaak van beperking niet langer aanwezig is op grond van economische of maatschappelijk andere, daarmee gelijk te stellen, ontwikkelingen of omstandigheden.

 

 Artikel 14.                   Bedrijven.

 

1.       Indien een gebouw op grond van het bepaalde in de artikelen 16 en 18 gebruikt mag worden voor bedrijfsdoeleinden zal het bedrijfsmatige gebruik moeten overeenstemmen met de categorieën 1 of  2 van de van deze voorschriften deel uitmakende Lijst van Bedrijfsactiviteiten (bijlage I).

2.       Voorzover de gronden op de plankaart nader zijn aangeduid met de letter B, zijn tevens de bedrijfsactiviteiten toegestaan binnen de categorieën 3.2 en 4 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten welke in bijlage Ia. zijn genoemd, doch uitsluitend op de aldaar aangegeven adressen in de per adres genoemde activiteit en met dien verstande dat de grondoppervlakte die per vestiging in gebruik was op het moment van het van kracht worden van het plan niet mag worden vergroot;

3.       Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor een wijziging van de bedrijfsvoering in een bedrijfsactiviteit in de categorie 3.1 als genoemd in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten mits dit gebruik naar aard en invloed op de omgeving een gelijkblijvend dan wel verminderd effect;

4.       Indien de bedrijfsvoering van een bedrijf in categorie 3.1. van Lijst van Bedrijfsactiviteiten plaats vindt en dat gebruik als bestaand moet worden aangemerkt op het tijdstip waarop het plan van kracht geworden is wordt de vrijstelling als bedoeld in lid 3 geacht te zijn verleend uitsluitend voor de bedoelde activiteit en de grondoppervlakte waarop deze wordt uitgeoefend.

 

 

 

 

HOOFDSTUK V   BESTEMMINGSBEPALINGEN

 

 

Artikel 15. Woondoeleinden  (UW)

 

A. Bestemmingsbepalingen

De gronden op de kaart aangewezen voor WOONDOELEINDEN (UW) zijn bestemd voor woningen, voorzieningen en bedrijven die passen binnen de woonomgeving, aanbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede voor straten, pleinen, ondergrondse parkeervoorzieningen, langzaamverkeersroutes, tuinen, erven en groenvoorzieningen.

 

B. Uitwerking.

 

Burgemeester en wethouders moeten deze bestemming overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening uitwerken met inachtneming van de volgende regels:

1.   Binnen het voor parkeerdoeleinden gebruikte gebied zal bebouwing worden geprojecteerd in maximaal drie bouwlagen;

2.   Er mogen ten hoogste 30 nieuwe woningen worden geprojecteerd in de vorm van appartementen en/of eengezinshuizen;

3.   Langs de Gasthuissteeg zal een nieuwe bebouwingswand tot stand komen met een bij de steeg passend profiel;

4.   Centraal in het gebied zal een openbaar  verblijfsgebied of groene ruimte worden opgenomen dat toegankelijk is vanaf de omliggende grachten en /of stegen;

5.   Er moet voldoende aandacht worden geschonken aan sociale veiligheid;

6.   Het gat in de gevelwand met de Brabantse Turfmarkt en de Koornmarkt zal worden gedicht met nieuwbouw waarin is toegestaan een poort te maken, in drie lagen met kap, in aansluiting op de bestaande hoofdgebouwen;

7.  De historisch bepaalde bebouwingsgrenzen langs de Brabantse Turfmarkt en de Koornmarkt moeten in acht genomen worden met die verstande dat hoekbebouwing van eventuele nieuwbouw ter plaatse van de Gasthuissteeg zal worden geprojecteerd in de huidige bebouwingsgrens zodat het steegprofiel zal worden gerespecteerd;

8.   Nader onderzoek zal worden uitgevoerd teneinde het bestaande gasthuisgebouw aan de Koornmarkt te verbouwen voor nieuwe functies op het gebied van wonen, kantoren, en dienstverlening met dien verstande dat, indien het onderzoek uitwijst dat het gebouw niet voor handhaving in aanmerking komt tot vervanging kan worden overgegaan en dat alsdan hoofdgebouwen langs de Koornmarkt mogen worden geprojecteerd waarop de in deze voorschriften opgenomen bepalingen inzake (goot)hoogte, breedte, diepte en kaptoepassing in acht genomen moeten worden 

9.   Het Congregatiegebouw aan de Brabantse Turfmarkt zal zo goed mogelijk worden ingepast met in de toekomstige structuur passende uitbreidingsmogelijkheid en met gebruiksmogelijkheden voor het pand op het gebied van maatschappelijke doeleinden en in beperkte mate kantoordoeleinden en niet op het publiek gerichte dienstverlening

10.  In het uitwerkingsplan zal een ondergrondse parkeergarage worden opgenomen ten minste ten dienste van bewoners;

11.  Tevens mogen in het uitwerkingsplan ook andere dan woonfuncties worden opgenomen, uitgezonderd winkels en horeca;

12.   Bij het ontwerpen van een uitwerkingsplan zal rekening gehouden worden met omgeving en de bestaande gebouwen en percelen, in het bijzonder de Synagoge, het hotel en de bestaande bebouwing aan de Brabantse Turfmarkt;

13.   Een uitwerkingsplan wordt niet eerder vastgesteld dan nadat een parkeergarage binnen het Zuidpoortgebied in gebruik genomen is.

 

C. Archeologie en cultuurhistorie.

 

Alvorens medewerking verleend wordt aan een uitwerkingsplan zullen waarborgen moeten bestaan dat met de eventuele archeologische, en andere cultuurhistorische waarden van de locatie en de omgeving in voldoenden mate rekening wordt gehouden;

 

D. Voorlopig bouwverbod.

 

Zolang en voorzover de in lid B bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd mits:

1.       het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp uitwerkingsplan;

2.       van gedeputeerde staten vooraf een verklaring van geen bezwaar terzake is ontvangen, tenzij:

  1. gedeputeerde staten hebben verklaard dat de uitwerking geen goedkeuring behoeft en gedurende de termijn van terinzagelegging geen zienswijzen tegen het ontwerp uitwerkingsplan zijn ingebracht, dan wel:
  2. het betreft bouwwerken, waarvoor ingevolge artikel 42 van de Woningwet geen bouwvergunning is vereist.

 

E. Procedure.

 

Op een uitwerkingsplan als bedoeld in lid B. is het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) van overeenkomstige toepassing.

 

 

Artikel 16.                   Woondoeleinden (W).

 

A. Bestemmingsbepalingen

 

1.       De gronden op de kaart aangewezen voor WOONDOELEINDEN (W) zijn bestemd voor woningen en de daarbij behorende nevenruimten zoals bergingen en garages alsmede voor nutsvoorzieningen.

a.       Waar op de kaart de aanduiding “Horeca I of II” of “Hho” voorkomt is de begane grond van de hoofdgebouwen tevens bestemd voor horecadoeleinden respectievelijk hotel overeenkomstig de desbetreffende aanduidingen;

b.       Voorzover op de plankaart de letter Ke voorkomen de desbetreffende gebouwen mede bestemd zijn voor religieuze doeleinden;

c.       Voorzover op de plankaart de letters Mu voorkomen zijn de desbetreffende hoofdgebouwen mede voor museum bestemd;

d.       Het is toegestaan woning te gebruiken voor de uitoefening van:

1.       een bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in artikel 14

2.       praktijk aan huis;

3.       detailhandel;

4.       dienstverlening;

5.       sociaal-culturele doeleinden;

met dien verstande dat tenminste tweederde deel van de totale vloeroppervlakte van de woning voor woondoeleinden in gebruik blijft;

d.   De begane grond van de hoofdgebouwen voorzover gelegen aan de hoofdgrachten   als bedoeld in bijlage II (Historische Hoofdstructuur) mag niet gebruikt worden voor parkeerdoeleinden, met uitzondering van de bestaande situatie op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

e.Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de oppervlakte van de onder b. bedoelde functies teneinde te bevorderen dat de woonfunctie gehandhaafd blijft dan wel indien de oppervlakte van een pand, de aard van het voorgenomen gebruik of de omgeving daartoe aanleiding geeft, met dien verstande dat, eventueel in afwijking van het bepaalde onder c. de vloeroppervlakte van een praktijkruimte altijd 50 m² mag bedragen

f.De grondoppervlakte van de onder a., b. en c. bedoelde horecabedrijven en bedrijven mag niet worden vergroot.

g.De inhoud van gebouwtjes ten behoeve van nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 50 m3.

 

B. Bebouwingsvoorschriften

 

Bebouwing dient te voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk III.

 

 

Artikel 17.          Kernwinkelgebied (KW)

 

A. Bestemmingsbepalingen.

 

  1. De gronden op de kaart aangewezen voor KERNWINKELGEBIED (KW) zijn voor wat betreft de begane grond bestemd voor winkels, met de daarbij behorende nevenruimten zoals bergingen, werkplaatsen en andere dienstruimten, alsmede voor nutsvoorzieningen, met dien verstande, dat:

1.       tevens dienstverlening, maatschappelijke doeleinden, horeca en kantoren per pand zijn toegestaan, uitsluitend voorzover het desbetreffende adres voorkomt op de bij deze voorschriften behorende FLS-lijsten als bedoeld in Bijlage IV bij deze voorschriften;.

2.       burgemeester en wethouders bevoegd zijn met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder 1. conform het FunctieLimiteringsSysteem, voor de vestiging van één of meer bedrijven voor dienstverlening, winkelondersteunende horeca of maatschappelijke doeleinden;

3.       burgemeester en wethouders bevoegd zijn als nadere eis te verlangen dat de grondoppervlakte van een detailhandelsbedrijf, een vestiging voor horeca of dienstverlening niet meer bedraagt dan 400m² indien dit in verband met het behoud van het kleinschalig karakter en cultuurhistorische waarden wenselijk is;

4.       horecabedrijven voorzover deze niet winkelondersteunend zijn, uitsluitend zijn toegestaan voorzover de bedrijfsvoering overeenkomt met de op de kaart geplaatste aanduidingen per bedrijf;

5.       de netto vloeroppervlakte van een functiegebonden horecabedrijf in een winkel mag niet meer bedragen dan 20% van de netto vloeroppervlakte van de desbetreffende winkel met een maximum van 250 m²;

6.       de inhoud van gebouwtjes ten behoeve van nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 50 m3.

7.       De begane grond van de hoofdgebouwen voorzover gelegen aan de hoofdgrachten   als bedoeld in bijlage II (Historische Hoofdstructuur) mag niet gebruikt worden voor parkeerdoeleinden, met uitzondering van de bestaande situatie op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

 

f.     De verdiepingen van de desbetreffende hoofdgebouwen zijn bestemd voor woondoeleinden waarop de bepalingen van artikel 15 van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande, dat:
1. bestaande opgangen naar bovenwoningen gehandhaafd worden,
2. ontsluiting niet via binnenterreinen mag plaats vinden.
3. indien een pand aan een steeg of zijstraat grenst een bovenwoning via een zij- ingang bereikbaar gemaakt mag worden.
4. meerdere woningen via één zelfstandige opgang mogen worden ontsloten als het bepaalde onder 1. en 3. niet toegepast kan worden vanwege bouwkundige of andere belemmeringen.

 

B. Bebouwingsvoorschrift

 

Bebouwing dient te voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk III.

 

C. Overige vrijstellingen:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid A onder b. ten behoeve van het verbouwen en/of gebruiken van de eerste verdieping voor de in lid A onder a.1 en a.2 genoemde doeleinden mits:

1.       de woonfunctie in het hoofdgebouw gehandhaafd blijft in de daarboven gelegen verdieping en ruimten in de kap indien deze aanwezig is;

2.    het hoofdgebouw tenminste drie bouwlagen heeft.

 

 

Artikel 18.                   Gemengde doeleinden (GD)

 

A. Bestemmingsbepalingen.

 

    1. De gronden op de kaart aangewezen voor GEMENGDE DOELEINDEN (GD) zijn voor wat betreft de begane grond bestemd voor woningen, met de daarbij behorende nevenruimten zoals bergingen, alsmede voor nutsvoorzieningen, met dien verstande dat:

 

1.       de desbetreffende panden tevens individueel bestemd zijn voor niet-woonfuncties, te weten: detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke doeleinden, kantoren, horeca, en – met inachtneming van het bepaalde in artikel 14 - bedrijven met de daarbij behorende nevenruimten, bergingen en werkplaatsen voorzover het desbetreffende adres voorkomt op de bij deze voorschriften behorende FLS-lijsten als bedoeld in Bijlage IV bij deze voorschriften;

2.       burgemeester en wethouders bevoegd zijn vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder 1. conform het FunctieLimiteringsSysteem (artikel 13), voor de vestiging van één of meer detailhandelsbedrijven, bedrijven voor dienstverlening, maatschappelijke doeleinden; kantoren, (winkelondersteunende) horeca of  bedrijfsdoeleinden;

3.       indien een adres niet voorkomt op een FLS-lijst het desbetreffende pand bestemd is voor woondoeleinden waarop de bepalingen van artikel 16 van overeenkomstige toepassing zijn, alsmede voor doeleinden conform het gebruik zoals dat plaats vond op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen met dien verstand dat indien de aanduiding Bv op de plankaart voorkomt de desbetreffende gebouwen bestemd zijn voor kleine bedrijven binnen de categorieën 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten en kleine kantoren mits de op het tijdstip van het van kracht worden van het plan bestaande vloeroppervlakte niet wordt vergroot 

4.       in afwijking van het bepaalde onder 1. en 3. de hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding TUb tevens voor maatschappelijke doeleinden, alsmede voor maximaal 75 % van de grondoppervlakte voor kantoren zijn bestemd;

5.       in afwijking van het bepaalde onder 1. en 3. de gronden ter plaatse van de aanduiding “Agrarisch bedrijf (Ab)” tevens voor de agrarische bedrijfsvoering zijn bestemd;

6.       burgemeester en wethouders bevoegd zijn vrijstelling te verlenen van het bepaalde onder 3. voor een ander gebruik conform de onder 1 vermelde doeleinden, - horeca uitgezonderd - mits het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) in acht genomen wordt;

7.       burgemeester en wethouders als nadere eis kunnen verlangen dat de grondoppervlakte van een detailhandelsbedrijf, een vestiging voor een maatschappelijke functie, horeca, dienstverlening of bedrijf niet meer bedraagt dan 400m² indien dit in verband met het behoud van het kleinschalig karakter en cultuurhistorische waarden wenselijk is;

8.       burgemeester en wethouders als nadere eis kunnen verlangen dat de grondoppervlakte van een nieuwe kantoorvestiging niet meer bedraagt dan 200m² indien dit in verband met het handhaven van de woonfunctie en het behoud van cultuurhistorische waarden wenselijk is;

9.       horecabedrijven uitsluitend zijn toegestaan voorzover de bedrijfsvoering overeenkomt met de op de kaart geplaatste aanduidingen per bedrijf ;

10.   de netto vloeroppervlakte van een functiegebonden horecabedrijf in een winkel mag niet meer bedragen dan 20% van de netto vloeroppervlakte van de desbetreffende winkel met een maximum van 250 m²;

11.   in afwijking van het bepaalde in de aanhef de hotelfunctie op alle bouwlagen mag worden uitgeoefend en kantoren ook op de verdiepingen mogen worden gevestigd;

12.   indien op de kaart de aanduiding “onderdoorgang” voorkomt op de begane grond ter plaatse van deze aanduiding geen bebouwing is toegestaan en de vrije hoogte niet mag worden verminderd

13.   ter plaatse waar op de plankaart de aanduiding “Parkeergarage, ondergronds” voorkomt, deze gronden, voorzover deze 0,50 m en meer beneden peil zijn gelegen bestemd zijn voor een stallingsgelegenheid voor voertuigen met de daarbij behorende bovengrondse dienstruimten  met dien verstande dat de grondoppervlakte en de hoogte daarvan ten hoogste 200 m2 respectievelijk 4 meter gemeten vanaf de vloer van de stallingsgelegenheid mogen bedragen;

14.   De begane grond van de hoofdgebouwen voorzover gelegen aan de hoofdgrachten   als bedoeld in bijlage II (Historische Hoofdstructuur) mag niet gebruikt worden voor parkeerdoeleinden, met uitzondering van de bestaande situatie op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

15.   de inhoud van gebouwtjes ten behoeve van nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 50 m3.

 

    1. De verdiepingen van de desbetreffende hoofdgebouwen zijn bestemd voor woondoeleinden waarop de bepalingen van artikel 15 van overeenkomstige toepassing zijn;

 

B. Bebouwingsvoorschrift

 

Bebouwing dient te voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk III.

 

C. Overige vrijstellingen

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid A onder b. ten behoeve van het verbouwen en/of gebruiken van de eerste verdieping voor winkels, horecabedrijven, maatschappelijke doeleinden en dienstverlening mits:

1.       de woonfunctie in het hoofdgebouw gehandhaafd blijft in de daarboven gelegen verdieping en ruimten in de kap indien deze aanwezig is;

2.       het hoofdgebouw tenminste drie bouwlagen heeft.

 

 

Artikel  19.              Maatschappelijke doeleinden (M)

 

A. Bestemmingsbepalingen

 

a.       De gronden op de kaart aangewezen voor MAATSCHAPPPELIJKE DOELEINDEN (M) zijn bestemd voor het openbaar bestuur, sociale, culturele, educatieve en religieuze doeleinden, met de daarbij behorende nevenruimten zoals bergingen en andere dienstruimten, alsmede voor nutsvoorzieningen,  met dien verstande dat:

1.       voorzover op de plankaart de letters Ke voorkomen de desbetreffende gebouwen uitsluitend voor religieuze doeleinden zijn bestemd;

2.       voorzover op de plankaarten de letters Sc voorkomen de desbetreffende gebouwen uitsluitend voor educatieve doeleinden zijn bestemd;

3.       voorzover op de plankaart de letters Mu voorkomen de desbetreffende gebouwen uitsluitend voor museum of daarmee gelijk te stellen gebruik zijn bestemd;

4.       voorzover op de plankaart de letters St voorkomen het desbetreffende gebouw uitsluitend voor stadhuis bestemd is;

5.       voorzover op de plankaart de letters Ho 1 voorkomen de desbetreffende gebouwen mede bestemd zijn voor een horecabedrijf conform artikel 1 (begripsbepalingen) onder bb;

6.       voorzover op de plankaart de letter W voorkomt mogen in het bestaande hoofdgebouw maximaal drie woningen worden ondergebracht.

7.       voorzover op de plankaart de letters Hsb voorkomen de desbetreffende gebouwen uitsluitend voor buurthuis of daarmee gelijk te stellen gebruik zijn bestemd.

8.       de netto vloeroppervlakte van een functiegebonden horecabedrijf in een museum of daarmee gelijk te stellen voorziening niet meer mag bedragen dan 20% van de netto vloeroppervlakte van de desbetreffende museum of daarmee gelijk te stellen voorziening met een maximum van 250 m²;

9.       de inhoud van gebouwtjes ten behoeve van nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 50 m3.

 

B. Bebouwingsvoorschrift

 

Bebouwing dient te voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk III.

 

C. Wijzigingsbevoegdheid

 

A.      Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemming van een kerk, school, museum of buurthuis te wijzigen ten behoeve van een ander gebruik voor maatschappelijke doeleinden mits dit gebruik past in de omgeving, het karakter van het gebouw – voorzover van belang - niet in onevenredige mate wordt aangetast en de verkeersaantrekkende werking niet zal toenemen;

B.      Op een wijzigingsplan als bedoeld onder A. is het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) van overeenkomstige toepassing.

Artikel  20.            Nutsdoeleinden (N)

 

De gronden op de kaart aangewezen voor NUTSDOELEINDEN (N) zijn bestemd voor gebouwen voor openbaar nut zoals transformatorhuisjes en gemaalgebouwen.

 

Artikel 21.               Erf

 

A. Bestemmingsbepalingen

 

De gronden op de kaart aangewezen voor ERF zijn bestemd voor tuin of  buitenruimte alsmede voor bijgebouwen en/of aanbouwen bij hoofdgebouwen, voor parkeren mits dit niet in strijd is met het autoluw beleid en cultuurhistorische waarden van het gebouw en de omgeving in acht genomen worden, alsmede voor nutsvoorzieningen, met dien verstande dat:

a.                           deze gronden niet mogen worden gebruikt voor parkeerdoeleinden, behoudens het parkeren in bijgebouwen of aanbouwen die aan de straatzijde zijn gelegen aanbouwen voor dezelfde doeleinden mogen worden gebruikt als de bijbehorende hoofdgebouwen;

b.                           ter plaatse waar op de plankaart de letter A het desbetreffende bijgebouw mede bestemd is als zelfstandige atelierruimte;

c.                           de inhoud van gebouwtjes ten behoeve van nutsvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 50 m3;

d.                           balkons aan de verdiepingen van hoofdgebouwen zijn toegestaan met een diepte van niet meer dan 1,5 m, gemeten vanuit de achtergevel van het desbetreffende hoofdgebouw.

 

 

B. Bebouwingsvoorschrift

 

Bebouwing dient te voldoen aan het bepaalde in Hoofdstuk III.

 

           

Artikel 22.               Tuin

 

De gronden op de kaart aangewezen voor TUIN zijn bestemd voor buitenruimte en voor het behoud van stadstuinen met de daarbij behorende beplanting, waaronder de op de kaart aangeduide monumentale bomen met dien verstande, dat:

a.       het gebruik voor parkeerdoeleinden niet is toegestaan;

b.       het gebruik als verhard terrein niet is toegestaan behoudens paden en een terras of vergelijkbare voorziening met een oppervlakte die niet meer bedraagt dan 40% van de per perceel als “Tuin” bestemde gronden met een maximum van  30 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² mag worden gerealiseerd.;

c.       ter plaatse waar op de plankaart de aanduiding “Parkeergarage, ondergronds” voorkomt deze gronden, voorzover deze 0,50 meter en meer beneden peil zijn gelegen bestemd zijn voor een stallingsgelegenheid voor voertuigen waarvan de oppervlakte niet mag worden vergroot;

d.       balkons aan de verdiepingen van hoofdgebouwen zijn toegestaan met een diepte van niet meer dan 1,5 m, gemeten vanuit de achtergevel van het desbetreffende hoofdgebouw.

e.       Burgemeester en wethouders bevoegd zijn vrijstelling te verlenen voor de toevoeging van een kelderruimte, aansluitend aan een kelder onder een hoofdgebouw of aanbouw tot een afstand van maximaal 4 meter gemeten uit de achtergevel van een hoofdgebouw of aanbouw mits het bepaalde in artikel 12 in acht genomen wordt.

     

Artikel 23.                Groenvoorzieningen

 

De gronden op de kaart aangewezen voor GROENVOORZIENINGEN zijn bestemd voor openbaar groen in de vorm van parken, speelgelegenheden, groenstroken, bermen en andere aaneengesloten groene openbare ruimten en water, voor nutsvoorzieningen, alsmede voor het behoud van de cultuurhistorische en natuurwaarden waaronder de op de kaart aangeduide monumentale bomen en de als zodanig begrensde parkgebieden met monumentale bomen met de bij deze bestemming behorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde met dien verstande, dat:

a.       hieronder niet wordt begrepen het gebruik voor parkeerdoeleinden;

b.       hieronder niet wordt begrepen het gebruik als verhard terrein behoudens paden en terrassen;

c.       de grondoppervlakte van een gebouw niet meer mag bedragen dan 50m²;

d.       de goothoogte van een gebouw niet meer mag bedragen dan 3.50m;

e.       geen bebouwing mag worden opgericht binnen een cirkel met een straal van 8 meter, gemeten op 1 meter hoogte en uit het hart van de stam van de op de plankaart als zodanig aangeduide monumentale bomen;

f.         ter plaatse waar op de plankaart de aanduiding “Parkeergarage, ondergronds” voorkomt deze gronden, voorzover deze 0,50 meter en meer beneden peil zijn gelegen bestemd zijn voor een stallingsgelegenheid voor voertuigen met de daarbij behorende bovengrondse dienstruimten met dien verstande dat de grondoppervlakte en de hoogte daarvan ten hoogste 200m², respectievelijk 4 meter gemeten vanaf de vloer van de stallingsgelegenheid mogen bedragen;

g.       de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal 5 m mag bedragen;

h.       ongeveer ter plaatse waar op de kaart de letter S voorkomt deze gronden tevens zijn bestemd voor een speelgelegenheid voor kinderen.

i.         de bouw van ondergrondse voorzieningen van openbaar nut zoals vuilcontainers toegestaan is met inachtneming van het bepaalde onder c.

           

Artikel 24.                         Wegverkeer (Vw)

 

De gronden op de kaart aangewezen voor WEGVERKEER (Vw) zijn bestemd voor hoofdontsluitingswegen met de daarbij behorende rijbanen, voet-en fietspaden, parkeer-, groen- en andere voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen, met dien verstande dat:

  1. de grondoppervlakte van een gebouw niet meer dan 25m² mag bedragen;
  2. de goothoogte van een gebouw niet meer dan 3m mag bedragen;
  3. de hoogte van bouwwerken –geen gebouwen zijnde – maximaal 8m mag bedragen;
  4. tevens ondergrondse voorzieningen met inachtneming van het bepaalde onder a. mogen worden gerealiseerd.

 

Artikel 25.                   Verkeers- en verblijfsdoeleinden, openbaar (Vb(o))

 

De gronden op de kaart aangewezen voor VERKEERS- EN VERBLIJFSDOELEINDEN OPENBAAR (Vb(o)) zijn bestemd voor verkeers- en verblijfruimten in de vorm van grachten, pleinen, straten, en stegen met de daarbij behorende rijbanen, voet- en fietspaden, parkeer-, groen-, speel- en andere voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen, alsmede voor het behoud van de cultuurhistorische waarden waaronder de op de kaart aangeduide monumentale bomen, met dien verstande dat:

  1. de grondoppervlakte van een gebouw niet meer dan 25m² mag bedragen;
  2. de goothoogte van een gebouw niet meer dan 3m mag bedragen;
  3. de hoogte van bouwwerken – geen gebouwen zijnde – ten hoogste 6m mag bedragen;
  4. indien op de kaart de aanduiding “brug of onderdoorgang” voorkomt een open ruimte vrijgehouden dient te worden conform het op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van het plan bestaande gebruik en de bestaande situatie als overkluizing van een (voormalige) gracht dan wel als route voor langzaam verkeer;
  5. voorzover deze gronden grenzen aan de voorgevels van hoofdgebouwen  als bedoeld in artikel 17 (Kernwinkelgebied) deze gronden mede bestemd zijn  voor eigen stoep – bestaand of te herstellen - met cultuurhistorische waarde;
  1. de bouw van ondergrondse voorzieningen van openbaar nut zoals vuilcontainers is toegestaan met inachtneming van het bepaalde onder a.
  1. Ongeveer ter plaatse waar op de kaart de letter S voorkomt deze gronden tevens zijn bestemd voor een speelgelegenheid voor kinderen.

 

Artikel 26.                             Verblijfsdoeleinden privé (Vb(p))

 

A. Bestemmingsbepalingen

 

De gronden op de kaart aangewezen voor VERBLIJFSDOELEINDEN PRIVÉ (Vb(p)) zijn bestemd voor particuliere buitenruimte in de vorm van parkeervoorzieningen, ontsluitingspaden en verharde terreinen met dien verstande dat:

  1. voorzover deze gronden zijn gelegen voor de voorgevels van hoofdgebouwen en grenzen aan de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 14, 15, 16, 17 en 18 zijn deze gronden bestemd voor eigen stoep met cultuurhistorische waarde;
  2. op de onder a. bedoelde gronden hekwerken, trappen en ingangspartijen mogen worden gebouwd passend bij het hoofdgebouw;
  3. op de overige gronden met deze bestemming uitsluitend bouwwerken - geen gebouwen zijnde - mogen worden opgericht met een hoogte van maximaal 2 m;
  4. de bouw van ondergrondse voorzieningen van openbaar nut zoals huisvuilcontainers is toegestaan.

 

B. Vrijstelling

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid A onder c. ten behoeve van bouwwerken - geen gebouwen zijnde - met een hoogte van niet meer dan 3 m, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken..

 

Artikel 27.                               Water

 

A. Bestemmingsbepalingen

 

De gronden op de kaart aangewezen voor WATER zijn bestemd voor grachten, vijvers, sloten en andere waterpartijen alsmede voor de waterhuishouding, de recreatie, het verkeer en het vervoer te water alsmede voor het behoud van de cultuurhistorische waarden met dien verstande, dat:

  1. ter plaatse waar op de kaart de aanduiding “Brug of onderdoorgang” voorkomt een oeververbinding gebouwd mag worden;
  2. indien op de kaart de aanduiding “Ligplaats woonschepen” voorkomt deze gronden tevens bestemd zijn voor woondoeleinden in de vorm van woonboten;
  3. het aantal woonboten aangegeven door het maximale aantal ligplaatsen per aanduiding als bedoeld onder b. niet mag worden vergroot;
  4. de grondoppervlakte en de hoogte van een brugwachterhuisje maximaal 10m², respectievelijk 3 m mogen bedragen;
  5. de hoogte van bruggen gemeten vanaf de gemiddelde hoogte van het water maximaal 5 meter mag bedragen;
  6. de hoogte van overige bouwwerken – geen gebouwen zijnde – gemeten vanaf de gemiddelde hoogte van het water ten hoogste 3 m mag bedragen;
  7. ter plaatse waar op de kaart de aanduiding “Waterkering, afsluiting” voorkomt een dam of daarmee gelijk te stellen waterkerende constructie mag worden gebouwd in verband met het reguleren van hoge waterstanden.

 

B. Wijzigingsbevoegdheid


Burgemeester en wethouders zin bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening nieuwe oeververbindingen te projecteren ter plaatse waar op de kaart de aanduiding “ eventuele toekomstige brug” staat aangegeven.

 

Artikel 28                     Waterkering primair (I) en waterkering secundair (II)

 

De gronden op de kaart aangewezen voor Waterkering primair (I) en Waterkering secundair (II) zijn, onverminderd het elders in deze voorschriften bepaalde, bestemd voor waterstaatsdoeleinden met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande, dat:

  1. de gronden met de bestemming Waterkering primair (I) primair zijn bestemd voor waterstaatsdoeleinden en secundair voor de elders in deze voorschriften bepaalde doeleinden;
  2. de gronden met de bestemming Waterkering secundair (II) primair de bestemming Water als bedoeld in artikel 27 hebben, en secundair voor waterstaatsdoeleinden zijn bestemd;
  3. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van waterstaatsdoeleinden niet meer mag bedragen dan 5 m;
  4. op de onder a. bedoelde gronden bebouwing en gebruik, welke ingevolge het elders in deze voorschriften bepaalde is toegelaten, uitsluitend is toegestaan indien en voorzover deze bebouwing het belang van de waterbeheersing niet in gevaar brengt, ter zake waarvan burgemeester en wethouders vooraf advies inwinnen bij de waterbeheerder.

 

Artikel 29.                    Straalverbindingstraject.

 

De gronden op de kaart aangegeven als STRAALVERBINDINGSTRAJECT zijn – voorzover zijn gelegen zijn op 45 m +NAP - bestemd voor de telecommunicatie.

Voorzover deze gronden onder 45 m +NAP zijn gelegen zijn zij bestemd voor de doeleinden als bedoeld in de artikelen 14 tot en met 28 van deze voorschriften.

 

 


HOOFDSTUK III           OVERIGE BEPALINGEN

 

 

Artikel 30. Procedurebepaling

 

Bij de toepassing van de in deze voorschriften opgenomen wijzigings-, uitwerkings- en vrijstellingsbevoegdheden ex artikel 11 respectievelijk artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dient, voor zover in deze voorschriften naar dit artikel wordt verwezen, de procedure als bedoeld in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te worden gevolgd. Bij de toepassing van de wijzigings- en uitwerkingsbevoegdheden wordt het bepaalde in hoofdstuk II (Beschrijving in hoofdlijnen) van deze voorschriften mede in acht genomen.

 

Artikel 31.        Algemene vrijstellingsbevoegdheid

 

1.       Burgemeester en wethouders zijn bevoegd - tenzij op grond van hoofdstuk II terzake reeds vrijstelling kan worden verleend – vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor:

  1. afwijkingen van maten (waaronder percentages en getallen) met ten hoogste 5%, waarbij voor de goot- en totale hoogte een afwijkingsmarge geldt van maximaal 0,5 meter;
  2. overschrijding van bouwgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 m bedragen en geen vergroting van bouwvlakken inhouden anders dan bedoeld onder a;
  1. de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten behoeve van nutsvoorzieningen dan wel om waterstaatkundige of verkeerstechnische redenen noodzakelijk zijn met een grondoppervlakte en een hoogte van maximaal 25m² respectievelijk 15.00 m;
  2. voor de bouw van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes ten dienste van nuts­voorzieningen: de inhoud van deze gebouwtjes mag ten hoogste 50 m³ en de hoogte ten hoogste 3.00 m bedragen;
  3. (vlaggen)masten, torentjes, en andere bouwwerken, die hun functie uitsluitend kunnen vervullen wanneer zij hoger zijn dan de gestelde maximum ­hoogten.

2.       Vrijstelling wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

Artikel 32. Gebruiksbepalingen

 

1.         Het is verboden, de in het plan begrepen gronden en de daarop overeenkomstig de uit het plan voortvloeiende bestemming(en) gebouwde opstallen te gebrui­ken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel strijdig met de be­stemming(en).

 

2.         Het op het moment van kracht worden van dit bestemmingsplan bestaande strijdige gebruik mag worden voortgezet en mag worden gewijzigd in een minder strijdig gebruik.

 

3.         Onder een in het eerste lid bedoeld strijdig gebruik van onbebouwde gronden wordt in ieder geval verstaan:

a.         het storten van puin en afvalstoffen;

b.         opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktui­gen, machines en onderdelen hiervan;

c.         opslag van onklare, dan wel aan hun normale bestemming onttrokken voer- of `     vaartuigen of onderdelen hiervan.

4.         Het in lid 3 onder a t/m c bepaalde is niet van toepassing op opslag van goederen ten be­hoeve van de krachtens het plan toegestane bedrijfsvoering, op het tijdelijk opslaan van mate­rialen en werktuigen, die nodig zijn voor de realisering of de handhaving van de in dit plan aan­gegeven bestemmingen, en op het opslaan of storten van puin, afval- en meststoffen, voorzover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen en open erven.

 

5.         Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik van de grond en de bebouwing, die niet om dringende reden gerechtvaardigd is.   

 

Artikel 33.      Overgangsbepalingen

 

            Bouwwerken die op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerp van dit plan reeds bestaan, in uitvoering zijn of gebouwd kunnen worden krachtens de Woningwet en die, hetzij door hun aard, hetzij door hun afmetingen, in strijd zijn met het plan, mogen behoudens de be­voegdheid tot onteigening overeenkomstig de wet:

a.         gedeeltelijk worden vernieuwd of gedeeltelijk worden veranderd, mits de bestaande afwij­kingen van het plan daarbij naar aard en afmetingen niet zullen worden vergroot en geen nieuwe afwijkingen ten opzichte van het plan zullen ontstaan;

b.         geheel worden vernieuwd, zonodig met overschrijding van de bebouwings- en bestemmingsgrenzen, ingeval zij zijn verwoest ten gevolge van een calamiteit, mits de bestaande afwijkingen niet zullen worden vergroot en een aanvraag om bouwvergunning voor de her­bouw wordt ingediend binnen 2 jaar nadat de calamiteit heeft plaatsgevonden.

 

Artikel 34.        Strafbepaling

 

Overtreding van het bepaalde in de artikelen:

8 lid a

9 lid a

10 lid 3

11 lid 1

15 lid D

21 lid a onder 1

22 onder a

32 lid 1

is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

 

Artikel 35.        Algemene wijzigingsbevoegdheden.

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in artikel 30 (procedurebepalingen) het plan met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:

1.       de openings- en sluitingstijden van horecabedrijven zoals bedoeld in artikel 1 indien deze aanpassing gewenst is in verband met de toepassing van de Exploitatieverordening Horeca 1998 of daarmee gelijk te stellen algemeen geldende maatregelen;

2.       de aanpassing van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten (bijlage I) indien aanpassing gewenst is in verband met technologische of andere ontwikkelingen;

3.       het tot stand brengen van één of meer hotelvestigingen mits:
a. het restaurantgedeelte in hoofdzaak functiegebonden zal zijn;
b. een bestaand pand hiervoor wordt aangewezen dan wel een hotelvestiging een  onderdeel vormt van een grotere transformatielocatie;
c. op eigen terrein voldoende parkgelegenheid wordt aangelegd dan wel een andere oplossing beschikbaar is.

4.       het tot stand brengen van een sociale of culturele of maatschappelijke instelling of daarmee gelijk te stellen voorziening in een pand of als onderdeel van een ontwikkelings- of transformatielocatie;

5.       het van de plankaart verwijderen van de aanduiding S (speelplaats) indien gebleken is dat de desbetreffende speelgelegenheid voor opheffing in aanmerking komt, dan wel het op de plankaart plaatsen van deze aanduiding als gebleken is dat behoefte bestaat aan een speelgelegenheid;

6.       het van de plankaart verwijderen van de aanduiding B (bedrijven) of  Ho I, Ho II, Hd, Hsb of Hho (horeca) en het dienovereenkomstig aanpassen van de desbetreffende FLS-strook of –lijst indien aan de bedrijfsvoering c.q. het horecabedrijf ter plaatse een einde is gekomen, vervangend gebruik overeenkomstig de bestemming is gerealiseerd en hervatting van het gebruik voor bedrijfs- respectievelijk horecadoeleinden niet te verwachten is, dan wel vanwege omgevingsbelangen, ongewenst is;

7.       het van de plankaart verwijderen of toevoegen van de aanduiding “afzonderlijke panden en beschermd monument” dan wel van de aanduiding “afzonderlijk pand en sloopregeling van toepassing” indien dit noodzakelijk is in verband met veranderingen in de lijst met beschermde Rijks– en/of gemeentelijke monumenten;

8.       het tot hoofdgebouw aanwijzen van een aanbouw indien gebleken is dat deze aanbouw abusievelijk ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan niet als hoofdgebouw is aangemerkt, dan wel indien uit nader (historisch of bouwkundig) onderzoek blijkt dat een aanbouw toch de status van hoofdgebouw verdient;

9.       het tot hoofdgebouw bestemmen van een aanbouw of bijgebouw aanwezig op een binnenterrein en het daaraan toekennen van een bestemming voor woon- of gemengde doeleinden mits een eigen ontsluiting op het openbaar gebied aanwezig is;

10.   het aanpassen van de FLS-lijsten indien blijkt dat één of meer panden niet op de juiste wijze geregistreerd zijn ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan en het dienovereenkomstig aanpassen van de daarmee corresponderende FLS-strook of –stroken;

11.   het (mede) bestemmen van gronden voor Waterkering primair (I) en Waterkering secundair (II) dan wel het verschuiven van die bestemmingen indien gebleken is dat verlegging van de op de kaart voorkomende bestemmingen noodzakelijk is;

12.   het op de plankaart aangeven van de aanduiding “brug” indien gebleken is dat een oeververbinding noodzakelijk of wenselijk is, deze past in de verkeersstructuur en geen aantasting betekent van de cultuurhistorische waarden van de binnenstad.

Artikel 36. Nadere regels toepassing vrijstellingen.

Bij de toepassing van de  in deze voorschriften opgenomen  bevoegdheden tot het verlenen van vrijstelling (artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) worden door burgemeester en wethouders de volgende nadere regels in acht genomen:

    1. De verlening van een vrijstelling is een bevoegdheid die in uitzonderingsgevallen wordt toegepast;
    2. Aan de verlening van een vrijstelling gaat een belangenafweging vooraf;
    3. Ieder vrijstellingsbeschikking wordt van een motivering voorzien, ook indien positief op een verzoek wordt beschikt en/of niet gebleken is van bezwaren;
    4. Het bepaalde onder 1, 2 en 3 is niet van toepassing op het FunctieLimiteringsSysteem overeenkomstig artikel 13 van deze voorschriften.

 

     Artikel 37.   Titel

 

     Dit plan kan worden aangehaald onder de titel:

 

     “Bestemmingsplan Binnenstad”


BIJLAGE I

 

Lijst van Bedrijfsactiviteiten.

 

SBI

VOLGNR

OMSCHRIJVING

GEUR

STOF

GELUID

 

C

Z

GEVAAR

VERKEER

VISUEEL

AFSTAND

 

CAT

B

D

L

01

-

LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0111, 0113

 

Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen)

10

30

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

B

 

L

0112

0

Tuinbouw:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0112

1

- bedrijfsgebouwen

10

30

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

B

 

L

0112

2

- kassen zonder verwarming

10

10

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

B

 

L

0112

3

- kassen met gasverwarming

10

10

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

B

 

L

0112

4

- champignonkwekerijen (algemeen)

30

10

30

 

C

 

30

1

1

30

 

2

B

 

 

0112

5

- champignonkwekerijen met mestfermentatie

100

10

30

 

C

 

30

1

1

100

 

3.2

B

 

 

0112

6

- bloembollendroog- en prepareerbedrijven

30

30

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

B

 

 

0121

 

Fokken en houden van rundvee

100

30

30

 

C

 

0

1

1

100

 

3.2

 

 

 

0122

0

Fokken en houden van overige graasdieren:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0122

1

- paardenfokkerijen

50

30

30

 

C

 

0

1

1

50

 

3.1

 

 

 

0122

2

- overige graasdieren

50

30

30

 

C

 

0

1

1

50

 

3.1

 

 

 

0123

 

Fokken en houden van varkens

300

30

50

 

C

 

0

1

1

300

 

4

 

D

 

0124

0

Fokken en houden van pluimvee:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0124

1

- legkippen

300

30

50

 

C

 

0

1

1

300

 

4

 

D

 

0124

2

- opfokkippen en mestkuikens

300

30

50

 

C

 

0

1

1

300

 

4

 

 

 

0124

3

- eenden en ganzen

300

50

50

 

C

 

0

1

1

300

 

4

 

 

 

0124

4

- overig pluimvee

100

30

50

 

C

 

0

1

1

100

 

3.2

 

D

 

0125

0

Fokken en houden van overige dieren:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0125

1

- nertsen en vossen

200

30

30

 

C

 

0

1

1

200

 

4

 

 

 

0125

2

- konijnen

100

30

30

 

C

 

0

1

1

100

 

3.2

 

 

 

0125

3

- huisdieren

30

0

50

 

C

 

10

1

1

50

 

3.1

 

 

 

0125

4

- maden, wormen e.d.

100

0

30

 

C

 

10

1

1

100

 

3.2

 

 

 

0125

5

- bijen

10

0

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

 

 

 

0125

6

- overige dieren

30

10

30

 

C

 

0

1

1

30

 

2

 

D

 

014

 

Dienstverlening t.b.v. de landbouw

30

10

50

 

 

 

10

2

1

50

 

3.1

 

D

 

0141.1

 

hoveniersbedrijven

10

10

10

 

 

 

10

1

1

10

 

1

 

 

 

0142

 

KI-stations

50

10

50

 

C

 

0

2

1

50

 

3.1

 

 

 

02

-

BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

 

Bosbouwbedrijven

10

10

50

 

 

 

0

1

1

50

 

3.1

 

 

 

05

-

VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0501.1

 

Zeevisserijbedrijven

100

0

100

 

C

 

50

2

2

100

 

3.2

 

 

 

0501.2

 

Binnenvisserijbedrijven

50

0

50

 

C

 

30

1

1

50

 

3.1

 

 

 

0502

0

Vis- en schaaldierkwekerijen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0502

1

- oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven

100

30

50

 

C

 

0

1

1

100

 

3.2

 

 

 

0502

2

- visteeltbedrijven

50

0

50

 

C

 

0

1

1

50

 

3.1

 

 

 

10

-

TURFWINNING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

103

 

Turfwinningbedrijven

50

50

100

 

C

 

10

2

2

100

 

3.2

 

 

 

11

-

AARDOLIE- EN AARDGASWINNING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

111

0

Aardolie- en aardgaswinning:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

111

1

- aardoliewinputten

100

0

200

 

C

 

200

1

2

200

 

4

B

 

L

111

2

- aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: < 100.000 N m3/d

30

0

500

 

C

 

200

1

1

500

 

5

B

 

 

111

3

- aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: >= 100.000 N m3/d

50

0

700

 

C

Z

200

1

1

700

 

5

B

 

 

14

-

WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1421

0

Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1421

1

- algemeen

10

100

200

 

 

 

10

2

1

200

 

4

 

D

 

1421

2

- steenbrekerijen

10

200

700

 

 

Z

10

2

2

700

 

5

 

 

 

144

 

Zoutwinningbedrijven

50

10

100

 

C

 

30

1

1

100

 

3.2

B

 

 

145

 

Mergel- en overige delfstoffenwinningbedrijven

10

200

500

 

C

 

50

3

3

500

 

5

 

 

 

15

-

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

151

0

Slachterijen en overige vleesverwerking:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

151

1

- slachterijen en pluimveeslachterijen

100

0

100

 

C

 

30

2

1

100

 

3.2

 

D

 

151

2

- vetsmelterijen

700

0

100

 

C

 

30

2

2

700

 

5

 

 

 

151

3

- bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval

300

0

100

 

C

 

30

2

2

300

 

4

 

 

 

151

4

- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken

100

0

100

 

C

 

50

2

2

100

 

3.2

 

 

 

151

5

- loonslachterijen

50

0

50

 

 

 

10

1

1

50

 

3.1

 

 

 

152

0

Visverwerkingsbedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

152

1

- drogen

700

100

200

 

C

 

30

2

2

700

 

5

 

 

 

152

2

- conserveren

200

0

100

 

C

 

30

2

2

200

 

4

 

 

 

152

3

- roken

300

0

50

 

C

 

0

1

2

300

 

4

 

 

 

152

4

- verwerken anderszins

300

10

50

 

C

 

30

2

2

300

 

4

 

D

 

1531

 

Aardappelprodukten fabrieken

300

30

200

 

C

 

50

2

2

300

 

4

 

 

 

1532, 1533

0

Groente- en fruitconservenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1532, 1533

1

- jam

50

10

100

 

C

 

10

1

1

100

 

3.2

 

 

 

1532, 1533

2

- groente algemeen

100

10

100

 

C

 

10

2

2

100

 

3.2

 

 

 

1532, 1533

3

- met koolsoorten

200

10

100

 

C

 

10

2

2

200

 

4

 

 

 

1532, 1533

4

- met drogerijen

300

10

200

 

C

 

30

2

2

300

 

4

 

 

 

1532, 1533

5

- met uienconservering (zoutinleggerij)

300

10

100

 

C

 

10

2

2

300

 

4

 

 

 

1541

0

Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1541

1

- p.c. < 250.000 t/j

200

30

100

 

C

 

30

3

2

200

 

4

B

 

 

1541

2

- p.c. >= 250.000 t/j

300

50

300

 

C

Z

50

3

3

300

 

4

B

 

 

1542

0

Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1542

1

- p.c. < 250.000 t/j

200

10

100

 

C

 

100

3

2

200

 

4

B

 

 

1542

2

- p.c. >= 250.000 t/j

300

10

300

 

C

Z

200

3

3

300

 

4

B

 

 

1543

0

Margarinefabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1543

1

- p.c. < 250.000 t/j

100

10

200

 

C

 

30

3

2

200

 

4

 

 

 

1543

2

- p.c. >= 250.000 t/j

300

10

300

 

C

Z

50

3

3

300

 

4

B

 

 

1551

0

Zuivelprodukten fabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1551

1

- gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u

200

100

500

 

C

Z

50

3

2

500

 

5

 

 

 

1551

2

- geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=

200

30

500

 

C

Z

50

3

2

500

 

5

 

 

 

1551

3

- melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j

50

0

100

 

C

 

30

2

1

100

 

3.2

 

 

 

1551

4

- melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j

100

0

300

 

C

Z

50

3

2

300

 

4

 

 

 

1551

5

- overige zuivelprodukten fabrieken

50

50

300

 

C

 

50

3

2

300

 

4

 

 

 

1552

 

Consumptie-ijsfabrieken

50

0

100

 

C

 

50

2

2

100

 

3.2

 

 

 

1561

 

Grutterswarenfabrieken

50

100

200

 

C

 

50

2

2

200

 

4

 

D

 

1561

0

Meelfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1561

1

- p.c. < 500 t/u

100

50

200

 

C

 

50

2

2

200

 

4

 

 

 

1561

2

- p.c. >= 500 t/u

200

100

300

 

C

Z

100

2

2

300

 

4

 

 

 

1562

0

Zetmeelfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1562

1

- p.c. < 10 t/u

200

50

200

 

C

 

30

1

2

200

 

4

 

 

 

1562

2

- p.c. >= 10 t/u

300

100

300

 

C

Z

50

2

3

300

 

4

 

 

 

1571

0

Veevoerfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1571

1

- destructiebedrijven

700

30

200

 

C

 

50

3

3

700

 

5

 

D

 

1571

2

- beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek

700

100

100

 

C

 

30

3

3

700

 

5

 

D

 

1571

3

- drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoed

300

100

200

 

C

 

30

2

2

300

 

4

 

 

 

1571

4

- drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoed

700

200

300

 

C

Z

50

3

3

700

 

5

 

 

 

1571

5

- mengvoeder, p.c. < 100 t/u

200

50

200

 

C

 

30

3

3

200

 

4

 

 

 

1571

6

- mengvoeder, p.c. >= 100 t/u

300

100

300

 

C

Z

50

3

3

300

 

4

 

 

 

1572

 

Vervaardiging van voer voor huisdieren

200

100

200

 

C

 

30

2

2

200

 

4

 

 

 

1581

0

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1581

1

- v.c. < 2500 kg meel/week

30

10

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

 

 

 

1581

2

- Brood- en beschuitfabrieken

100

30

100

 

C

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

 

1582

 

Banket, biscuit- en koekfabrieken

100

10

100

 

C

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

 

1583

0

Suikerfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1583

1

- v.c. < 2.500 t/j

500

100

300

 

C

 

100

2

2

500

 

5

B

 

 

1583

2

- v.c. >= 2.500 t/j

1000

200

700

 

C

Z

200

3

3

1000

 

5

B

 

 

1584

0

Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1584

1

- Cacao- en chocoladefabrieken

500

50

100

 

 

 

50

2

3

500

 

5

 

 

 

1584

2

- Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden

100

30

50

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

 

1584

3

- Suikerwerkfabrieken met suiker branden

300

30

50

 

 

 

30

2

2

300

 

4

 

 

 

1585

 

Deegwarenfabrieken

50

30

10

 

 

 

10

2

2

50

 

3.1

 

 

 

1586

0

Koffiebranderijen en theepakkerijen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1586

1

- koffiebranderijen

500

30

200

 

C

 

10

2

1

500

 

5

 

D

 

1586

2

- theepakkerijen

100

10

30

 

 

 

10

2

1

100

 

3.2

 

 

 

1587

 

Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden

200

30

50

 

 

 

10

2

1

200

 

4

 

 

 

1589

 

Vervaardiging van overige voedingsmiddelen

200

30

50

 

 

 

30

2

2

200

 

4

 

D

 

1589.1

 

Bakkerijgrondstoffenfabrieken

200

50

50

 

 

 

50

2

2

200

 

4

 

 

 

1589.2

 

Bakmeel- en puddingpoederfabrieken

200

50

50

 

 

 

30

2

2

200

 

4

 

 

 

1589.2

0

Soep- en soeparomafabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1589.2

1

- zonder poederdrogen

100

10

50

 

 

 

10

2

2

100

 

3.2

 

 

 

1589.2

2

- met poederdrogen

300

50

50

 

 

 

50

2

2

300

 

4

 

 

 

1591

 

Destilleerderijen en likeurstokerijen

300

30

200

 

C

 

30

2

2

300

 

4

 

 

 

1592

0

Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1592

1

- p.c. < 5.000 t/j

200

30

200

 

C

 

30

1

2

200

 

4

 

 

 

1592

2

- p.c. >= 5.000 t/j

300

50

300

 

C

 

50

2

3

300

 

4

B

 

 

1593 t/m 1595

 

Vervaardiging van wijn, cider e.d.

10

0

30

 

C

 

0

1

1

30

 

2

 

 

 

1596

 

Bierbrouwerijen

300

30

100

 

C

 

50

2

2

300

 

4

 

 

 

1597

 

Mouterijen

300

50

100

 

C

 

30

2

2

300

 

4

 

 

 

1598

 

Mineraalwater- en frisdrankfabrieken

10

0

100

 

 

 

10

3

2

100

 

3.2

 

 

 

16

-

VERWERKING VAN TABAK

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

 

Tabakverwerkende industrie

200

30

50

 

C

 

30

2

1

200

 

4

 

 

 

17

-

VERVAARDIGING VAN TEXTIEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

171

 

Bewerken en spinnen van textielvezels

10

50

100

 

 

 

30

2

1

100

 

3.2

 

 

 

172

0

Weven van textiel:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

172

1

- aantal weefgetouwen < 50

10

10

100

 

 

 

0

2

1

100

 

3.2

 

 

 

172

2

- aantal weefgetouwen >= 50

10

30

300

 

 

Z

50

3

2

300

 

4

 

 

 

173

 

Textielveredelingsbedrijven

50

0

50

 

 

 

10

2

2

50

 

3.1

B

 

 

174, 175

 

Vervaardiging van textielwaren

10

0

50

 

 

 

10

1

1

50

 

3.1

 

 

 

1751

 

Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken

100

30

200

 

 

 

10

2

2

200

 

4

B

 

L

176, 177

 

Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen

0

10

50

 

 

 

10

1

2

50

 

3.1

 

 

 

18

-

VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

181

 

Vervaardiging kleding van leer

30

0

50

 

 

 

0

1

1

50

 

3.1

 

 

 

182

 

Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

10

10

30

 

 

 

30

2

2

30

 

2

 

 

 

183

 

Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont

50

10

10

 

 

 

10

1

1

50

 

3.1

B

 

L

19

-

VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

191

 

Lederfabrieken

300

30

100

 

 

 

10

2

2

300

 

4

B

 

L

192

 

Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)

50

10

30

 

 

 

10

2

2

50

 

3.1

 

D

 

193

 

Schoenenfabrieken

50

10

50

 

 

 

10

2

1

50

 

3.1

 

 

 

20

-

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2010.1

 

Houtzagerijen

0

50

100

 

 

 

10

2

2

100

 

3.2

 

 

 

2010.2

0

Houtconserveringsbedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2010.2

1

- met creosootolie

200

30

50

 

 

 

10

2

2

200

 

4

B

 

L

2010.2

2

- met zoutoplossingen

10

30

50

 

 

 

10

2

1

50

 

3.1

B

 

 

202

 

Fineer- en plaatmaterialenfabrieken

100

30

100

 

 

 

10

3

2

100

 

3.2

B

 

 

203, 204

 

Timmerwerkfabrieken

0

30

100

 

 

 

0

2

2

100

 

3.2

 

 

 

205

 

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

10

30

30

 

 

 

0

1

1

30

 

2

 

 

 

21

-

VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2111

 

Vervaardiging van pulp

200

100

200

 

C

 

50

3

2

200

 

4

 

 

 

2112

0

Papier- en kartonfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2112

1

- p.c. < 3 t/u

50

50

50

 

C

 

30

1

2

50

 

3.1

 

 

 

2112

2

- p.c. 3 - 15 t/u

100

50

200

 

C

Z

50

2

2

200

 

4

 

 

 

2112

3

- p.c. >= 15 t/u

200

100

300

 

C

Z

100

3

2

300

 

4

 

 

 

212

 

Papier- en kartonwarenfabrieken

30

30

100

 

C

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

 

2121.2

0

Golfkartonfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2121.2

1

- p.c. < 3 t/u

30

30

100

 

C

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

 

2121.2

2

- p.c. >= 3 t/u

50

30

200

 

C

Z

30

2

2

200

 

4

 

 

 

22

-

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

221

 

Uitgeverijen (kantoren)

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

2221

 

Drukkerijen van dagbladen

30

0

100

 

C

 

10

3

2

100

 

3.2

B

 

L

2222

 

Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)

30

0

100

 

 

 

10

3

2

100

 

3.2

B

 

 

2222.6

 

Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen

10

0

30

 

 

 

0

1

1

30

 

2

B

 

 

2223

A

Grafische afwerking

10

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

2223

B

Binderijen

30

0

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

2224

 

Grafische reproduktie en zetten

30

0

10

 

 

 

10

2

1

30

 

2

B

 

 

2225

 

Overige grafische aktiviteiten

30

0

30

 

 

 

10

2

1

30

 

2

B

D

 

223

 

Reproduktiebedrijven opgenomen media

10

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

23

-

AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

231

 

Cokesfabrieken

1000

700

1000

 

C

Z

100

2

3

1000

 

5

B

 

L

2320.1

 

Aardolieraffinaderijen

1500

100

1500

 

C

Z

1500

3

3

1500

 

6

B

 

L

2320.2

A

Smeeroliën- en vettenfabrieken

50

0

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

 

L

2320.2

B

Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie

300

0

100

 

 

 

50

2

2

300

 

4

B

 

L

2320.2

C

Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.

300

0

200

 

 

 

50

2

2

300

 

4

B

D

L

233

 

Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven

10

10

100

 

 

 

1500

1

2

1500

 

6

B

D

 

24

-

VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2411

0

Vervaardiging van industriële gassen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2411

1

- luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht

10

0

700

 

C

Z

50

3

3

700

 

5

 

 

 

2411

2

- overige gassenfabrieken, niet explosief

100

0

500

 

C

 

50

3

3

500

 

5

 

 

L

2411

3

- overige gassenfabrieken, explosief

100

0

500

 

C

 

300

3

3

500

 

5

 

 

L

2412

 

Kleur- en verfstoffenfabrieken

200

0

200

 

C

 

200

3

3

200

 

4

B

D

L

2413

0

Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2413

1

- niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

100

30

300

 

C

 

300

2

3

300

 

4

B

D

L

2413

2

- vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

300

50

500

 

C

 

700

3

3

700

 

5

B

D

L

2414.1

A0

Organ. chemische grondstoffenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2414.1

A1

- niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

300

10

200

 

C

 

300

2

3

300

 

4

B

D

L

2414.1

A2

- vallend onder "post-Seveso-richtlijn"

1000

30

500

 

C

 

700

2

2

1000

 

5

B

D

L

2414.1

B0

Methanolfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2414.1

B1

- p.c. < 100.000 t/j

100

0

200

 

C

 

100

2

2

200

 

4

B

 

 

2414.1

B2

- p.c. >= 100.000 t/j

200

0

300

 

C

Z

200

3

3

300

 

4

B

 

 

2414.2

0

Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2414.2

1

- p.c. < 50.000 t/j

300

0

200

 

C

 

100

2

2

300

 

4

B

 

L

2414.2

2

- p.c. >= 50.000 t/j

500

0

300

 

C

Z

200

3

3

500

 

5

B

 

L

2415

 

Kunstmeststoffenfabrieken

500

300

500

 

C

 

500

3

3

500

 

5

B

 

L

2416

 

Kunstharsenfabrieken e.d.

700

30

300

 

C

 

500

3

3

700

 

5

B

 

L

242

0

Landbouwchemicaliënfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

242

1

- fabricage

300

50

100

 

C

 

1000

3

3

1000

 

5

B

 

L

242

2

- formulering en afvullen

100

10

30

 

C

 

500

2

2

500

 

5

B

D

 

243

 

Verf, lak en vernisfabrieken

300

30

200

 

C

 

300

3

2

300

 

4

B

D

L

2441

0

Farmaceutische grondstoffenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2441

1

- p.c. < 1.000 t/j

200

10

200

 

C

 

300

1

2

300

 

4

B

 

L

2441

2

- p.c. >= 1.000 t/j

300

10

300

 

C

 

500

2

2

500

 

5

B

 

L

2442

0

Farmaceutische produktenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2442

1

- formulering en afvullen geneesmiddelen

50

10

50

 

 

 

50

2

1

50

 

3.2

B

 

L

2442

2

- verbandmiddelenfabrieken

10

10

30

 

 

 

10

2

1

30

 

2

 

 

 

2451

 

Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken

300

100

200

 

C

 

100

3

2

300

 

4

B

 

 

2452

 

Parfumerie- en cosmeticafabrieken

300

30

50

 

C

 

50

2

2

300

 

4

 

 

 

2461

 

Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken

30

10

50

 

 

 

500

1

2

500

 

5

B

 

 

2462

0

Lijm- en plakmiddelenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2462

1

- zonder dierlijke grondstoffen

100

10

100

 

 

 

50

3

2

100

 

3.2

B

 

L

2462

2

- met dierlijke grondstoffen

500

30

100

 

 

 

50

3

2

500

 

5

B

 

 

2464

 

Fotochemische produktenfabrieken

50

10

100

 

 

 

50

3

2

100

 

3.2

B

 

L

2466

A

Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken

50

10

50

 

 

 

50

3

2

50

 

3.2

B

 

 

2466

B

Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.

200

30

100

 

C

 

200

2

2

200

 

4

B

D

L

247

 

Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken

300

30

300

 

C

 

200

3

3

300

 

4

B

 

L

25

-

VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2511

 

Rubberbandenfabrieken

300

50

300

 

C

 

100

2

2

300

 

4

B

 

 

2512

0

Loopvlakvernieuwingsbedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2512

1

- vloeropp. < 100 m2

50

10

30

 

 

 

30

1

1

50

 

3.1

 

 

 

2512

2

- vloeropp. >= 100 m2

200

50

100

 

 

 

50

2

2

200

 

4

B

 

 

2513

 

Rubber-artikelenfabrieken

100

10

50

 

 

 

50

1

2

100

 

3.2

 

D

 

252

0

Kunststofverwerkende bedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

252

1

- zonder fenolharsen

200

50

100

 

 

 

100

2

2

200

 

4

 

 

 

252

2

- met fenolharsen

300

50

100

 

 

 

200

2

2

300

 

4

B

 

L

26

-

VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

261

0

Glasfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

261

1

- glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j

30

30

100

 

 

 

30

1

1

100

 

3.2

 

 

L

261

2

- glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j

30

100

300

 

C

Z

50

2

2

300

 

4

 

 

L

261

3

- glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j

300

100

100

 

 

 

30

1

1

300

 

4

 

 

L

261

4

- glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j

500

200

300

 

C

Z

50

2

2

500

 

5

 

 

L

2615

 

Glasbewerkingsbedrijven

10

50

50

 

 

 

30

1

1

50

 

3.1

 

 

 

262, 263

0

Aardewerkfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

262, 263

1

- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

10

50

30

 

 

 

10

1

1

50

 

3.1

 

 

L

262, 263

2

- vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW

30

100

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

L

264

A

Baksteen en baksteenelementenfabrieken

30

200

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

 

 

L

264

B

Dakpannenfabrieken

50

200

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

 

 

 

2651

0

Cementfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2651

1

- p.c. < 100.000 t/j

10

300

500

 

C

 

30

2

2

500

 

5

 

 

 

2651

2

- p.c. >= 100.000 t/j

30

500

1000

 

C

Z

30

3

3

1000

 

5

B

 

 

2652

0

Kalkfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2652

1

- p.c. < 100.000 t/j

30

200

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

 

 

 

2652

2

- p.c. >= 100.000 t/j

50

500

300

 

 

Z

30

3

3

500

 

5

 

 

 

2653

0

Gipsfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2653

1

- p.c. < 100.000 t/j

30

200

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

 

 

 

2653

2

- p.c. >= 100.000 t/j

50

500

300

 

 

Z

30

3

3

500

 

5

B

 

 

2661.1

0

Betonwarenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2661.1

1

- zonder persen, triltafels en bekistingtrille

10

100

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

B

 

 

2661.1

2

- met persen, triltafels of bekistingtrillers,

10

100

300

 

 

 

30

2

2

300

 

4

B

 

 

2661.1

3

- met persen, triltafels of bekistingtrillers,

30

200

700

 

 

Z

30

3

3

700

 

5

B

 

 

2661.2

0

Kalkzandsteenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2661.2

1

- p.c. < 100.000 t/j

10

100

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

 

2661.2

2

- p.c. >= 100.000 t/j

30

300

300

 

 

Z

30

3

3

300

 

4

 

 

 

2662

 

Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken

50

100

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

 

2663, 2664

0

Betonmortelcentrales:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2663, 2664

1

- p.c. < 100 t/u

10

100

100

 

 

 

10

3

2

100

 

3.2

 

 

 

2663, 2664

2

- p.c. >= 100 t/u

30

200

300

 

 

Z

10

3

3

300

 

4

 

 

 

2665, 2666

0

Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2665, 2666

1

- p.c. < 100 t/d

10

100

100

 

 

 

100

2

2

100

 

3.2

 

 

 

2665, 2666

2

- p.c. >= 100 t/d

30

200

300

 

 

Z

200

3

2

300

 

4

B

 

 

267

0

Natuursteenbewerkingsbedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

267

1

- zonder breken, zeven en drogen

0

30

100

 

 

 

0

1

2

100

 

3.2

 

D

 

267

2

- met breken, zeven of drogen,   v.c. < 100.000 t/j

10

100

300

 

 

 

10

1

2

300

 

4

 

 

 

267

3

- met breken, zeven of drogen,   v.c. >= 100.000 t/j

30

200

700

 

 

Z

10

2

3

700

 

5

 

 

 

2681

 

Slijp- en polijstmiddelen fabrieken

10

50

50

 

 

 

10

1

2

50

 

3.1

 

D

 

2682

A0

Bitumineuze materialenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2682

A1

- p.c. < 100 t/u

300

100

100

 

 

 

30

3

2

300

 

4

B

 

L

2682

A2

- p.c. >= 100 t/u

500

200

200

 

 

Z

50

3

3

500

 

5

B

 

L

2682

B0

Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2682

B1

- steenwol, p.c. >= 5.000 t/j

100

200

300

 

C

Z

30

2

2

300

 

4

 

 

 

2682

B2

- overige isolatiematerialen

200

100

100

 

C

 

50

2

2

200

 

4

 

 

 

2682

C

Minerale produktenfabrieken n.e.g.

50

100

100

 

 

 

50

2

2

100

 

3.2

 

D

 

2682

D

Asfaltcentrales

100

50

200

 

 

 

30

3

2

200

 

4

B

 

L

27

-

VERVAARDIGING VAN METALEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

271

0

Ruwijzer- en staalfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

271

1

- p.c. < 1.000 t/j

700

500

700

 

 

 

200

2

2

700

 

5

B

 

 

271

2

- p.c. >= 1.000 t/j

1500

1000

1500

 

C

Z

300

3

3

1500

 

6

B

 

L

272

0

IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

272

1

- p.o. < 2.000 m2

30

30

500

 

 

 

30

2

2

500

 

5

B

 

 

272

2

- p.o. >= 2.000 m2

50

100

1000

 

 

Z

50

3

2

1000

 

5

B

 

 

273

0

Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

273

1

- p.o. < 2.000 m2

30

30

300

 

 

 

30

2

2

300

 

4

 

 

 

273

2

- p.o. >= 2.000 m2

50

50

700

 

 

Z

50

3

3

700

 

5

B

 

 

274

A0

Non-ferro-metaalfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

274

A1

- p.c. < 1.000 t/j

100

100

300

 

 

 

30

1

2

300

 

4

B

 

 

274

A2

- p.c. >= 1.000 t/j

200

300

700

 

 

Z

50

2

3

700

 

5

B

 

 

274

B0

Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

274

B1

- p.o. < 2.000 m2

50

50

500

 

 

 

50

2

2

500

 

5

B

 

 

274

B2

- p.o. >= 2.000 m2

200

100

1000

 

 

Z

100

3

3

1000

 

5

B

 

 

2751, 2752

0

IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2751, 2752

1

- p.c. < 4.000 t/j

100

50

300

 

C

 

30

1

2

300

 

4

B

 

 

2751, 2752

2

- p.c. >= 4.000 t/j

200

100

500

 

C

Z

50

2

3

500

 

5

B

 

L

2753, 2754

0

Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2753, 2754

1

- p.c. < 4.000 t/j

100

50

300

 

C

 

30

1

2

300

 

4

B

 

 

2753, 2754

2

- p.c. >= 4.000 t/j

200

100

500

 

C

Z

50

2

3

500

 

5

B

 

L

28

-

VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

281

0

Constructiewerkplaatsen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

281

1

- gesloten gebouw

30

30

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

 

 

281

2

- in open lucht, p.o. < 2.000 m2

30

50

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

B

 

 

281

3

- in open lucht, p.o. >= 2.000 m2

50

200

300

 

 

Z

30

3

3

300

 

4

B

 

 

2821

0

Tank- en reservoirbouwbedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2821

1

- p.o. < 2.000 m2

30

50

300

 

 

 

30

2

2

300

 

4

B

 

 

2821

2

- p.o. >= 2.000 m2

50

100

500

 

 

Z

30

3

3

500

 

5

B

 

 

2822, 2830

 

Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels

30

30

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

B

 

 

284

A

Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven

10

30

200

 

 

 

30

1

2

200

 

4

B

 

 

284

B

Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.

50

30

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

D

 

2851

0

Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2851

1

- algemeen

50

50

100

 

 

 

50

2

2

100

 

3.2

B

 

L

2851

2

- scoperen (opspuiten van zink)

50

50

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

D

L

2851

3

- thermisch verzinken

100

50

100

 

 

 

50

2

2

100

 

3.2

B

 

L

2851

4

- thermisch vertinnen

100

50

100

 

 

 

50

2

2

100

 

3.2

B

 

L

2851

5

- mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)

30

50

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

 

 

2851

6

- anodiseren, eloxeren

50

10

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

 

 

2851

7

- chemische oppervlaktebehandeling

50

10

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

 

 

2851

8

- emailleren

100

50

100

 

 

 

50

1

1

100

 

3.2

B

 

L

2851

9

- galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)

30

30

100

 

 

 

50

2

2

100

 

3.2

B

 

 

2851

10

- stralen

30

200

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

B

D

L

2851

11

- metaalharden

30

50

100

 

 

 

50

1

2

100

 

3.2

B

D

 

2851

12

- lakspuiten en moffelen

100

30

100

 

 

 

50

2

2

100

 

3.2

B

D

L

2852

 

Overige metaalbewerkende industrie

10

30

100

 

 

 

30

1

2

100

 

3.2

B

D

 

287

A0

Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

287

A1

- p.o. < 2.000 m2

30

50

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

B

 

 

287

A2

- p.o. >= 2.000 m2

50

100

500

 

 

Z

30

3

3

500

 

5

B

 

 

287

B

Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.

30

30

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

 

 

29

-

VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

29

0

Machine- en apparatenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

29

1

- p.o. < 2.000 m2

30

30

100

 

 

 

30

2

1

100

 

3.2

B

D

 

29

2

- p.o. >= 2.000 m2

50

30

200

 

 

 

30

3

2

200

 

4

B

D

 

29

3

- met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW

50

30

300

 

 

Z

30

3

2

300

 

4

B

D

 

30

-

VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

30

A

Kantoormachines- en computerfabrieken

30

10

50

 

 

 

30

1

1

50

 

3.1

 

 

 

31

-

VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

311

 

Elektromotoren- en generatorenfabrieken

200

30

30

 

 

 

50

1

2

200

 

4

B

 

L

312

 

Schakel- en installatiemateriaalfabrieken

200

10

30

 

 

 

50

1

2

200

 

4

B

 

L

313

 

Elektrische draad- en kabelfabrieken

100

10

200

 

 

 

50

2

2

200

 

4

 

D

L

314

 

Accumulatoren- en batterijenfabrieken

100

30

100

 

 

 

50

2

2

100

 

3.2

B

 

L

315

 

Lampenfabrieken

200

30

30

 

 

 

300

2

2

300

 

4

B

 

L

316

 

Elektrotechnische industrie n.e.g.

30

10

50

 

 

 

30

1

1

50

 

3.1

 

 

 

3162

 

Koolelektrodenfabrieken

1500

300

1000

 

C

Z

200

2

3

1500

 

6

B

 

L

32

-

VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

321 t/m 323

 

Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.

30

0

50

 

 

 

30

2

1

50

 

3.1

B

D

 

3210

 

Fabrieken voor gedrukte bedrading

50

10

50

 

 

 

30

1

2

50

 

3.1

B

 

 

33

-

VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

33

A

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d.

30

0

30

 

 

 

0

1

1

30

 

2

 

 

 

34

-

VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

341

0

Autofabrieken en assemblagebedrijven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

341

1

- p.o. < 10.000 m2

100

10

200

 

C

 

30

3

2

200

 

4

B

D

 

341

2

- p.o. >= 10.000 m2

200

30

300

 

 

Z

50

3

2

300

 

4

B

 

L

3420.1

 

Carrosseriefabrieken

100

10

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

B

 

 

3420.2

 

Aanhangwagen- en opleggerfabrieken

30

10

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

B

 

 

343

 

Auto-onderdelenfabrieken

30

10

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

 

35

-

VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

351

0

Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

351

1

- houten schepen

30

50

50

 

 

 

10

1

1

50

 

3.1

B

 

 

351

2

- kunststof schepen

100

50

100

 

 

 

50

1

1

100

 

3.2

B

 

 

351

3

- metalen schepen < 25 m

50

100

200

 

 

 

30

1

2

200

 

4

B

 

 

351

4

- metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW

100

100

500

 

C

Z

50

1

3

500

 

5

B

 

 

3511

 

Scheepssloperijen

100

200

700

 

 

 

100

1

3

700

 

5

B

 

 

352

0

Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

352

1

- algemeen

50

30

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

 

 

352

2

- met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW

50

30

300

 

 

Z

30

2

2

300

 

4

B

 

 

353

0

Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

353

1

- zonder proefdraaien motoren

50

30

200

 

 

 

30

2

2

200

 

4

B

 

 

353

2

- met proefdraaien motoren

100

30

1000

 

 

Z

100

2

2

1000

 

5

B

 

 

354

 

Rijwiel- en motorrijwielfabrieken

30

10

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

 

 

355

 

Transportmiddelenindustrie n.e.g.

30

30

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

D

 

36

-

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

361

 

Meubelfabrieken

50

50

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

D

 

362

 

Fabricage van munten, sieraden e.d.

30

10

10

 

 

 

10

1

1

30

 

2

B

 

 

363

 

Muziekinstrumentenfabrieken

30

10

30

 

 

 

10

2

2

30

 

2

 

 

 

364

 

Sportartikelenfabrieken

30

10

50

 

 

 

30

2

2

50

 

3.1

 

 

 

365

 

Speelgoedartikelenfabrieken

30

10

50

 

 

 

30

2

2

50

 

3.1

 

 

 

366

 

Vervaardiging van overige goederen n.e.g.

30

10

50

 

 

 

30

2

2

50

 

3.1

 

D

 

37

-

VOORBEREIDING TOT RECYCLING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

371

 

Metaal- en autoschredders

30

100

500

 

 

Z

30

2

3

500

 

5

B

 

 

372

A0

Puinbrekerijen en -malerijen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

372

A1

- v.c. < 100.000 t/j

30

100

300

 

 

 

10

2

2

300

 

4

 

 

 

372

A2

- v.c. >= 100.000 t/j

30

200

700

 

 

 

10

3

3

700

 

5

 

 

 

372

B

Rubberregeneratiebedrijven

300

50

100

 

 

 

50

2

2

300

 

4

 

 

 

372

C

Afvalscheidingsinstallaties

200

200

300

 

C

 

50

3

2

300

 

4

B

 

 

40

-

PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40

A0

Elektriciteitsproduktiebedrijven (vermogen >= 50 MW)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40

A1

- kolengestookt

100

700

700

 

C

Z

200

2

3

700

 

5

B

 

L

40

A2

- oliegestookt

100

100

500

 

C

Z

100

2

3

500

 

5

B

 

L

40

A3

- gasgestookt

30

30

500

 

C

Z

100

1

3

500

 

5

 

 

 

40

A4

- kerncentrales met koeltorens

10

10

500

 

C

 

1500

1

3

1500

 

6

 

D

 

40

A5

- warmte-kracht-installaties (gas)

30

30

500

 

C

Z

100

1

2

500

 

5

 

 

 

40

B0

Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40

B1

- < 10 MVA

0

0

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

B

 

 

40

B2

- 10 - 100 MVA

0

0

50

 

C

 

30

1

1

50

 

3.1

B

 

 

40

B3

- 100 - 200 MVA

0

0

100

 

C

 

50

1

2

100

 

3.2

B

 

 

40

B4

- 200 - 1000 MVA

0

0

300

 

C

Z

50

1

2

300

 

4

B

 

 

40

B5

- >= 1000 MVA

0

0

500

 

C

Z

50

1

2

500

 

5

B

 

 

40

C0

Gasdistributiebedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40

C1

- gascompressorstations vermogen < 100 MW

0

0

300

 

C

 

100

1

1

300

 

4

 

 

 

40

C2

- gascompressorstations vermogen >= 100 MW

0

0

500

 

C

 

200

1

2

500

 

5

 

 

 

40

C3

- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C

0

0

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

 

 

 

40

C4

- gasontvang- en -verdeelstations, cat. D

0

0

100

 

C

 

50

1

1

100

 

3.2

 

 

 

40

D0

Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40

D1

- stadsverwarming

30

10

100

 

C

 

50

1

2

100

 

3.2

 

 

 

40

D2

- blokverwarming

10

0

30

 

C

 

30

1

1

30

 

2

 

 

 

41

-

WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

41

A0

Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

41

A1

- met chloorgas

50

0

50

 

C

 

1000

1

2

1000

 

5

 

D

L

41

A2

- bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of   s

10

0

50

 

C

 

50

1

2

50

 

3.2

 

 

 

41

B0

Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

41

B1

- < 1 MW

0

0

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

 

 

 

41

B2

- 1 - 15 MW

0

0

100

 

C

 

10

1

1

100

 

3.2

 

 

 

41

B3

- >= 15 MW

0

0

300

 

C

 

10

1

2

300

 

4

 

 

 

45

-

BOUWNIJVERHEID

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

45

A

Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats

10

30

50

 

 

 

10

1

1

50

 

3.1

B

D

 

50

-

HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

501, 502, 504

 

Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven

10

0

30

 

 

 

10

2

1

30

 

2

B

 

 

5020.4

A

Autoplaatwerkerijen

10

30

100

 

 

 

10

1

1

100

 

3.2

 

 

 

5020.4

B

Autobeklederijen

10

10

10

 

 

 

10

1

1

10

 

1

 

 

 

5020.4

C

Autospuitinrichtingen

50

30

30

 

 

 

30

1

1

50

 

3.1

B

 

L

5020.5

 

Autowasserijen

10

0

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

503, 504

 

Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires

0

0

30

 

 

 

10

1

1

30

 

2

 

 

 

505

0

Benzineservisestations:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

505

1

- met LPG

30

0

30

 

 

 

100

3

1

100

 

3.2

B

 

 

505

2

- zonder LPG

30

0

30

 

 

 

30

3

1

30

 

2

B

 

 

51

-

GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

511

 

Handelsbemiddeling (kantoren)

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

5121

 

Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders

30

30

30

 

 

 

30

2

2

30

 

2

 

 

 

5122

 

Grth in bloemen en planten

10

10

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

5123

 

Grth in levende dieren

50

10

100

 

C

 

0

2

1

100

 

3.2

 

 

 

5124

 

Grth in huiden, vellen en leder

50

0

30

 

 

 

0

2

1

50

 

3.1

 

 

 

5125, 5131

 

Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen

30

30

30

 

 

 

30

2

1

30

 

2

 

 

 

5132, 5133

 

Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën

10

0

30

 

 

 

30

2

1

30

 

2

 

 

 

5134

 

Grth in dranken

0

0

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

5135

 

Grth in tabaksprodukten

10

0

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

5136

 

Grth in suiker, chocolade en suikerwerk

10

10

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

5137

 

Grth in koffie, thee, cacao en specerijen

30

10

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

5138, 5139

 

Grth in overige voedings- en genotmiddelen

10

10

30

 

 

 

30

2

1

30

 

2

 

 

 

514

 

Grth in overige consumentenartikelen

10

10

30

 

 

 

10

2

1

30

 

2

 

 

 

5151.1

0

Grth in vaste brandstoffen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5151.1

1

- klein, lokaal verzorgingsgebied

10

100

50

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

 

 

 

5151.1

2

- kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2

50

500

500

 

 

Z

100

3

3

500

 

5

B

 

 

5151.2

0

Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5151.2

1

- vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3

50

0

50

 

 

 

200

2

2

200

 

4

B

D

L

5151.2

2

- vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3

100

0

50

 

 

 

500

2

2

500

 

5

B

D

L

5151.2

3

- tot vloeistof verdichte gassen

50

0

50

 

 

 

300

2

2

300

 

4

 

D

 

5151.3

 

Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)

100

0

30

 

 

 

50

2

2

100

 

3.2

B

 

 

5152.1

0

Grth in metaalertsen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5152.1

1

- opslag opp. < 2.000 m2

30

300

300

 

 

 

10

3

3

300

 

4

B

 

 

5152.1

2

- opslag opp. >= 2.000 m2

50

500

700

 

 

Z

10

3

3

700

 

5

B

 

 

5152.2 /.3

 

Grth in metalen en -halffabrikaten

0

10

100

 

 

 

10

2

2

100

 

3.2

 

 

 

5153

 

Grth in hout en bouwmaterialen

0

10

50

 

 

 

10

2

2

50

 

3.1

 

 

 

5154

 

Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur

0

0

50

 

 

 

10

2

2

50

 

3.1

 

 

 

5155.1

 

Grth in chemische produkten

50

10

30

 

 

 

100

2

2

100

 

3.2

B

D

 

5156

 

Grth in overige intermediaire goederen

10

10

30

 

 

 

10

2

2

30

 

2

 

 

 

5157

 

Autosloperijen

10

30

100

 

 

 

30

2

2

100

 

3.2

B

 

 

5157.2 /.3

 

Overige groothandel in afval en schroot

10

30

100

 

 

 

10

2

2

100

 

3.2

B

D

 

5162

 

Grth in machines en apparaten

0

0

30

 

 

 

0

2

2

30

 

2

 

D

 

517

 

Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.

0

0

30

 

 

 

0

2

2

30

 

2

 

 

 

52

-

DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

52

A

Detailhandel voor zover n.e.g.

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

5211/2,5246/9

 

Supermarkten, warenhuizen, hypermarkten, bouwmarkten, tuincentra

0

0

10

 

 

 

30

3

1

30

 

2

 

 

 

5222, 5223

 

Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken

30

0

10

 

 

 

10

1

1

30

 

2

 

 

 

5224

 

Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel

30

10

10

 

C

 

10

1

1

30

 

2

 

 

 

5231, 5232

 

Apotheken en drogisterijen

0

0

0

 

 

 

10

1

1

10

 

1

 

 

 

5249

 

Detailhandel in vuurwerk

0

0

10

 

 

 

10

1

1

10

 

1

 

 

 

527

 

Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)

10

0

10

 

 

 

10

1

1

10

 

1

 

 

 

55

-

LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5511, 5512

 

Hotels en pensions met keuken

30

0

10

 

 

 

10

2

1

30

 

2

 

 

 

552

 

Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken)

30

0

50

 

C

 

10

2

1

50

 

3.1

 

 

 

553

 

Restaurants, cafetaria's, snackbars, viskramen e.d.

30

0

10

 

C

 

10

2

1

30

 

2

 

 

 

554

 

Café's, bars, discotheken

0

0

50

 

C

 

10

2

1

50

 

3.1

 

D

 

5551

 

Kantines

10

0

30

 

C

 

10

1

1

30

 

2

 

D

 

5552

 

Cateringbedrijven

30

0

10

 

C

 

10

1

1

30

 

2

 

 

 

60

-

VERVOER OVER LAND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

601

0

Spoorwegen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

601

1

- stations

0

0

100

 

C

 

50

3

2

100

 

3.2

 

D

 

601

2

- rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel)

30

30

300

 

C

 

300

3

2

300

 

4

 

D

 

6021.1

 

Bus-, tram- en metrostations en -remises

0

10

100

 

C

 

0

2

2

100

 

3.2

 

D

 

6022

 

Taxibedrijven, taxistandplaatsen

0

0

30

 

C

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

6023

 

Touringcarbedrijven

10

0

100

 

C

 

0

2

1

100

 

3.2

 

 

 

6024

 

Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks)

0

0

100

 

C

 

30

3

1

100

 

3.2

 

 

 

603

 

Pomp- en compressorstations van pijpleidingen

0

0

50

 

C

 

10

1

1

50

 

3.1

B

D

 

61, 62

-

VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

61, 62

A

Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)

0

0

10

 

 

 

0

2

1

10

 

1

 

 

 

63

-

DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6311.1

0

Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6311.1

1

- containers

0

10

500

 

C

 

100

3

3

500

 

5

 

 

 

6311.1

2

- stukgoederen

0

30

300

 

C

 

100

3

3

300

 

4

B

D

 

6311.1

3

- ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2

50

700

1000

 

C

Z

50

3

3

1000

 

5

B

 

 

6311.1

4

- granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u

100

500

500

 

C

Z

100

3

3

500

 

5

 

 

 

6311.1

5

- steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2

50

700

700

 

C

Z

100

3

3

700

 

5

B

 

 

6311.1

6

- olie, LPG, e.d.

300

0

100

 

C

 

1000

2

3

1000

 

5

B

 

L

6311.1

7

- tankercleaning

300

10

100

 

C

 

200

1

2

300

 

4

B

 

 

6311.2

0

Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6311.2

1

- containers

0

10

300

 

 

 

50

2

2

300

 

4

 

 

 

6311.2

2

- stukgoederen

0

10

100

 

 

 

50

2

2

100

 

3.2

B

D

 

6311.2

3

- ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000

30

200

300

 

 

 

30

2

2

300

 

4

B

 

 

6311.2

4

- ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000

50

500

700

 

 

Z

50

3

3

700

 

5

B

 

 

6311.2

5

- granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u

50

300

200

 

 

 

50

2

2

300

 

4

 

 

 

6311.2

6

- granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u

100

500

300

 

 

Z

100

3

3

500

 

5

 

 

 

6311.2

7

- steenkool, opslagopp. < 2.000 m2

50

300

300

 

 

 

50

2

2

300

 

4

B

 

 

6311.2

8

- steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2

50

500

500

 

 

Z

100

3

3

500

 

5

B

 

 

6311.2

9

- olie, LPG, e.d.

100

0

50

 

 

 

700

2

3

700

 

5

B

 

L

6311.2

10

- tankercleaning

300

10

100

 

 

 

200

1

2

300

 

4

B

 

 

6312

 

Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen

30

10

50

 

C

 

30

2

2

50

 

3.1

 

D

 

6321

 

Autoparkeerterreinen, parkeergarages

10

0

30

 

C

 

0

3

1

30

 

2

 

 

L

6322, 6323

 

Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)

0

0

10

 

 

 

0

2

1

10

 

1

 

 

 

6323

 

Luchthavens

200

50

1500

 

C

 

500

3

3

1500

 

6

B

D

L

633

 

Reisorganisaties

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

634

 

Expediteurs, cargadoors (kantoren)

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

D

 

64

-

POST EN TELECOMMUNICATIE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

641

 

Post- en koeriersdiensten

0

0

30

 

C

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

642

A

Telecommunicatiebedrijven

0

0

10

 

C

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

642

B

TV- en radiozendstations (zie ook tabel 2: zendinstallaties)

0

0

0

 

C

 

30

1

3

30

 

2

 

D

 

65, 66, 67

-

FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

65, 66, 67

A

Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen

0

0

30

 

C

 

0

1

1

30

 

2

 

 

 

70

-

VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

70

A

Verhuur van en handel in onroerend goed

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

71

-

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

711

 

Personenautoverhuurbedrijven

10

0

30

 

 

 

10

2

1

30

 

2

 

 

 

712

 

Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)

10

0

50

 

 

 

10

2

1

50

 

3.1

 

D

 

713

 

Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen

10

0

50

 

 

 

10

2

1

50

 

3.1

B

D

 

714

 

Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.

10

10

30

 

 

 

10

2

2

30

 

2

 

D

 

72

-

COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

72

A

Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

73

-

SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

731

 

Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk

30

10

30

 

 

 

30

1

1

30

 

2

 

 

 

732

 

Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

74

-

OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

74

A

Overige zakelijke dienstverlening: kantoren

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

D

 

747

 

Reinigingsbedrijven voor gebouwen

50

10

30

 

 

 

50

1

1

50

 

3.2

B

D

 

7481.3

 

Foto- en filmontwikkelcentrales

10

0

30

 

C

 

10

2

1

30

 

2

B

 

 

7484.3

 

Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten

50

30

200

 

C

 

10

3

2

200

 

4

 

 

 

7484.4

 

Veilingen voor huisraad, kunst e.d.

0

0

10

 

 

 

0

2

1

10

 

1

 

 

 

75

-

OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

75

A

Openbaar bestuur (kantoren e.d.)

0

0

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

7522

 

Defensie-inrichtingen

30

30

200

 

C

 

100

3

1

200

 

4

B

D

 

7525

 

Brandweerkazernes

0

0

50

 

C

 

0

1

1

50

 

3.1

 

 

 

80

-

ONDERWIJS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

801, 802

 

Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs

0

0

30

 

 

 

0

1

1

30

 

2

 

 

 

803, 804

 

Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs

10

0

30

 

 

 

10

1

1

30

 

2

 

D

 

85

-

GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8511

 

Ziekenhuizen

10

0

30

 

C

 

10

3

2

30

 

2

 

 

 

8512, 8513

 

Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven

10

0

10

 

 

 

0

2

1

10

 

1

 

 

 

8514, 8515

 

Consultatiebureaus

0

0

10

 

 

 

0

1

1

0

 

1

 

 

 

853

 

Verpleeghuizen

10

0

30

 

C

 

0

1

1

30

 

2

 

 

 

90

-

MILIEUDIENSTVERLENING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9000.1

0

RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9000.1

1

- < 100.000 i.e.

200

10

100

 

C

 

10

2

1

200

 

4

 

 

 

9000.1

2

- 100.000 - 300.000 i.e.

300

10

200

 

C

Z

10

2

1

300

 

4

 

 

 

9000.1

3

- >= 300.000 i.e.

500

10

300

 

C

Z

10

3

2

500

 

5

 

 

 

9000.2

A

Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.

50

30

50

 

 

 

10

2

1

50

 

3.1

 

 

 

9000.2

B

Gemeentewerven (afval-inzameldepots)

30

50

50

 

 

 

10

2

1

50

 

3.1

B

 

 

9000.3

A0

Afvalverwerkingsbedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9000.3

A1

- mestverwerking/korrelfabrieken

500

10

100

 

C

 

10

3

3

500

 

5

 

 

 

9000.3

A2

- kabelbranderijen

100

50

30

 

 

 

10

1

1

100

 

3.2

B

 

L

9000.3

A3

- verwerking radio-actief afval

0

10

200

 

C

 

1500

1

1

1500

 

6

 

 

 

9000.3

A4

- pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)

50

10

30

 

 

 

10

1

2

50

 

3.1

 

 

L

9000.3

A5

- oplosmiddelterugwinning

100

0

10

 

 

 

30

1

2

100

 

3.2

B

D

L

9000.3

A6

- afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW

300

200

300

 

C

Z

50

3

3

300

 

4

B

D

L

9000.3

A7

- verwerking fotochemisch en galvano-afval

10

10

30

 

 

 

10

1

1

30

 

2

B

 

L

9000.3

B

Vuilstortplaatsen

300

300

300

 

 

 

10

3

3

300

 

4

B

 

 

9000.3

C

Vuiloverslagstations

200

300

300

 

 

 

30

3

3

300

 

4

B

 

 

9000.3

D0

Composteerbedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9000.3

D1

- open

700

300

200

 

 

 

50

3

2

700

 

5

B

 

 

9000.3

D2

- gesloten

100

50

100

 

 

 

50

3

1

100

 

3.2

B

 

 

91

-

DIVERSE ORGANISATIES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9111

 

Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)

0

0

30

 

 

 

0

1

1

30

 

2

 

 

 

9131

 

Kerkgebouwen e.d.

0

0

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

9133.1

A

Buurt- en clubhuizen

0

0

50

 

C

 

0

2

1

50

 

3.1

 

D

 

9133.1

B

Hondendressuurterreinen

0

0

50

 

 

 

0

1

1

50

 

3.1

 

 

 

92

-

CULTUUR, SPORT EN RECREATIE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

921, 922

 

Studio's (film, TV, radio, geluid)

0

0

30

 

C

 

30

2

1

30

 

2

 

 

 

9213

 

Bioscopen

0

0

30

 

C

 

0

3

1

30

 

2

 

 

 

9232

 

Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen

0

0

3

 

C

 

0

3

1

30

 

2

 

 

 

9233

 

Recreatiecentra, vaste kermis e.d.

30

10

300

 

 

 

10

3

3

300

 

4

 

D

 

9234

 

Muziek- en balletscholen

0

0

30

 

 

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

9234.1

 

Dansscholen

0

0

30

 

C

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

9251, 9252

 

Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.

0

0

10

 

 

 

0

2

1

10

 

1

 

 

 

9253.1

 

Dierentuinen

100

10

50

 

C

 

0

3

1

100

 

3.2

 

 

 

9261.1

0

Zwembaden:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9261.1

1

- overdekt

10

0

50

 

C

 

10

3

1

50

 

3.1

 

 

 

9261.1

2

- niet overdekt

30

0

200

 

 

 

10

3

1

200

 

4

 

 

 

9261.2

A

Sporthallen

0

0

50

 

C

 

0

2

1

50

 

3.1

 

 

 

9261.2

B

Bowlingcentra

0

0

30

 

C

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

9261.2

C

Overdekte kunstijsbanen

0

0

100

 

C

 

100

2

1

100

 

3.2

 

 

 

9261.2

D

Stadions en open-lucht-ijsbanen

0

0

300

 

C

 

0

3

2

300

 

4

 

 

 

9261.2

E

Maneges

50

30

30

 

 

 

0

2

1

50

 

3.1

 

 

 

9261.2

F

Tennisbanen (met verlichting)

0

0

50

 

C

 

0

2

2

50

 

3.1

 

 

 

9261.2

G

Veldsportcomplex (met verlichting)

0

0

50

 

C

 

0

2

2

50

 

3.1

 

 

 

9261.2

H

Golfbanen

0

0

10

 

 

 

0

2

1

10

 

1

 

 

 

9261.2

I

Kunstskibanen

0

0

30

 

C

 

0

2

2

30

 

2

 

 

 

9262

0

Schietinrichtingen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9262

1

- binnenbanen: geweer- en pistoolbanen

0

0

200

 

C

 

10

2

1

200

 

4

 

 

 

9262

2

- binnenbanen: boogbanen

0

0

10

 

C

 

10

1

1

10

 

1

 

 

 

9262

3

- vrije buitenbanen: kleiduiven

0

0

200

 

 

 

300

2

1

300

 

4

 

 

L

9262

4

- vrije buitenbanen: schietbomen

0

0

500

 

 

 

1500

1

1

1500

 

6

 

 

 

9262

5

- vrije buitenbanen: geweerbanen

10

0

1500

 

 

 

1500

2

1

1500

 

6

 

 

 

9262

6

- vrije buitenbanen: pistoolbanen

10

0

1500

 

 

 

1500

2

1

1500

 

6

 

 

 

9262

7

- vrije buitenbanen: boogbanen

0

0

10

 

 

 

200

1

1

200

 

4

 

 

 

9262

8

- buitenbanen met voorzieningen: schietbomen

10

0

300

 

 

 

500

2

1

500

 

5

 

 

 

9262

9

- buitenbanen met voorzieningen: geweerbanen

10

0

1000

 

 

 

1500

2

1

1500

 

6

 

 

 

9262

10

- buitenbanen met voorzieningen: pistoolbanen

10

0

1000

 

 

 

200

1

1

1000

 

5

 

 

 

9262

11

- buitenbanen met voorzieningen: boogbanen

0

0

30

 

 

 

30

1

1

30

 

2

 

 

 

9262

B

Skelterbanen, < 8 uur/week in gebruik

50

30

500

 

C

 

30

2

1

500

 

5

B

 

 

9262

C

Skelterbanen, >=8 uur/week in gebruik

50

50

1000

 

C

Z

30

2

1

1000

 

5

B

 

 

9262

D

Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., < 8 uur/week in gebruik

100

50

700

 

 

 

50

3

1

700

 

5

B

 

 

9262

E

Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., >=8 uur/week in gebruik

100

100

1500

 

 

Z

50

3

1

1500

 

6

B

 

 

9262

F

Sportscholen, gymnastiekzalen

0

0

30

 

C

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

9262

G

Jachthavens met diverse voorzieningen

10

10

50

 

C

 

30

3

1

50

 

3.1

B

 

 

9271

 

Casino's

30

0

10

 

C

 

0

3

1

30

 

2

 

 

 

9272.1

 

Amusementshallen

0

0

30

 

C

 

0

2

1

30

 

2

 

 

 

9272.2

 

Modelvliegtuig-velden

10

0

300

 

 

 

100

1

1

300

 

4

 

 

 

9301.1

A

Wasserijen en strijkinrichtingen

30

0

50

 

C

 

30

2

1

50

 

3.1

 

 

 

9301.1

B

Tapijtreinigingsbedrijven

30

0

50

 

 

 

30

2

1

50

 

3.1

 

 

L

9301.2

 

Chemische wasserijen en ververijen

30

0

30

 

 

 

30

2

1

30

 

2

B

 

L

9301.3

A

Wasverzendinrichtingen

0

0

30

 

 

 

0

1

1

30

 

2

 

 

 

9301.3

B

Wasserettes, wassalons

10

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

9302

 

Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten

0

0

10

 

 

 

0

1

1

10

 

1

 

 

 

9303

0

Begrafenisondernemingen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9303

1

- uitvaartcentra

0

0

10

 

 

 

0

2

1

10

 

1

 

 

 

9303

2

- begraafplaatsen

0

0

10

 

 

 

0

2

1

10

 

1

 

 

 

9303

3

- crematoria

100

10

30

 

 

 

10

2

2

100

 

3.2

 

 

L

9304

 

Badhuizen en sauna-baden

10

0

30

 

C

 

0

1

1

30

 

2

 

 

 

9305

A

Dierenasiels en -pensions

30

0

100

 

C

 

0

1

1

100

 

3.2

 

 

 

9305

B

Persoonlijke dienstverlening n.e.g.

0

0

10

 

C

 

0

1

1

10

 

1

 

D

 

 

 

 

 


BIJLAGE  Ia.

 

 

Lijst van bedrijven binnen de categorieën 3.2 en 4 (van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten).

 

Onderstaande bedrijven zijn op de plankaart met de letter B aangeduid.

Categorie 3.2.:




BIJLAGE  II.

 

Historische Hoofdstructuur

 

1.       Achterom

2.       Beestenmarkt

3.       Binnenwatersloot

4.       Brabantse Turfmarkt

5.       Broerhuistraat

6.       Burgwal

7.       Choorstraat

8.       Gasthuislaan

9.       Jacob Gerritstraat

10.   Kolk

11.   Koornmarkt

12.   Korte Geer

13.   Lange Geer

14.   Markt

15.   Molenstraat

16.   Molslaan

17.   Nieuwe Langedijk

18.   Nieuwstraat

19.   Noordeinde

20.   Oosteinde

21.   Oude Delft

22.   Oude kerkstraat

23.   Oude Langedijk

24.   Paardenmarkt

25.   Peperstraat

26.   Rietveld

27.   Verwersdijk

28.   Vlamingstraat

29.   Voldersgracht

30.   Voorstraat

31.   Vrouw Juttenland

32.   Vrouwenregt

33.   Wijnhaven.

 


BIJLAGE   III.

 

Lijst van transformatielocaties.

 

1.   Zuidwal-Asvest.

  1. Situatie nu: achterkantsituatie na aanleg van de Zuidwal, rommelige structuur.
  2. Mogelijkheden: aanpassing in relatie tot Zuidpoort, door het realiseren van een heel bouwblok van afzonderlijke panden, met voorzijden aan de Zuidwal. Er is een stedenbouwkundige relatie met Zuidpoort die ook programmatische afstemming (kleinschalige horeca nabij het theater, wonen, dienstverlening, kleine kantoren; geen winkels) en het ontwerp van de infrastructuur (inpassing en/of herstructurering fietspaden, trottoirs) betreft. Stedenbouwkundig kader moet worden bepaald in relatie tot infrastructuurontwerp en het stedenbouwkundig plan Zuidpoort. Gewenst is een doorgaande voorgevelrooilijn, met een invulling van verschillende panden van maximaal 3 bouwlagen. Gezien de beperkte dieptematen is een mogelijkheid de panden aan het Achterom te verlengen en aldus een gevelfront aan de Zuidwal te creëren. Dit geldt met name de uiteinden van de locatie. Ter hoogte van de onderdoorgang onder de Zuidwal (Hamtunnel) zal een groen- en speelvoorziening gehandhaafd moeten worden. De gebouwen Zuidwal 22 t/m 28 mogen aan de voorzijde verlengd worden tot aan de rooilijn. Indien het gewenst wordt de huidige bomen (geen monumentale bomen) te handhaven kan de bebouwingsgrens aan de wegzijde achterwaarts verlegd worden.  
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO:
    1. Te bouwen panden worden met de voorgevel geplaatst in de begrenzing met de Asvest;
    2. Goothoogte bedraagt maximaal 9 meter;
    3. Ten minste 2 en ten hoogste 3 bouwlagen zijn toegestaan;
    4. De pandbreedte mag maximaal 8 meter bedragen;
    5. De hoofdgebouwen zullen zoveel mogelijk aaneengesloten worden opgericht;
    6. De bouwdiepte wordt afgestemd op de terreinomstandigheden met dien verstande dat ten behoeve van de bestaande panden aan het Achterom nog voldoende open ruimte beschikbaar blijft;
    7. Waar het bepaalde onder 6 niet mogelijk is mogen doorlopende hoofdgebouwen worden opgericht;
    8. Het bestaande speelterreintje mag geconstrueerd worden met behoud van het groene karakter.
    9. De bestemming zal zijn: Gemengde doeleinden onder toepassing van het FunctieLimiteringsSysteem;
    10. Eén pand mag voor horecadoeleinden worden bestemd, mits de netto vloeroppervlakte van het horecagedeelte niet meer dan 50 m² zal bedragen.
    11. Het wijzigingsplan zal bij voorkeur moeten passen in de in deze toelichting opgenomen schetsen, met inbegrip van de daarin voorkomende hoogten.

2.   Westvest, bedrijfscomplex Ribbelink.

a.       Situatie nu: bedrijfscomplex van bescheiden hoogte.

b.       Mogelijkheden: herontwikkeling van het complex is denkbaar met handhaving van de bedrijfsbestemming, maar ook zonder. Verhoging van de gevel aan de Westvest is gewenst, bijvoorbeeld om woonruimte mogelijk te maken.

c.       Bestemmingsplan: een grotere hoogte dan bestaand was reeds in het bestemmingsplan Komplan 1976 mogelijk. Bouwmogelijkheid voor de hoofdgebouwen aan de Westvest daarom direct bestemmen. Ten aanzien van het binnenterrein geldt dat de erfbestemming wordt voortgezet; wijziging daarvan naar woondoeleinden na toepassing van een wijzigingsbevoegdheid waarbij de hoogten van de gebouwen niet mogen worden vergroot.

 

3.   Oude Delft, naast nr 41.

  1. Situatie nu: open gat in grachtenwand.
  2. Mogelijkheden: voltooiing grachtenwand, met respect voor naastgelegen complex Oost-Indiëplaats. Via een poort kan toegang worden gegeven tot het binnenterrein. Mogelijkheid voor een gebouw met drie appartementen in maximaal drie bouwlagen.
  3. Bestemmingsplan: bouwmogelijkheid wordt direct bestemd. In het bestemmingsplan Komplan 1976 was een en ander reeds mogelijk.

 

4.   Korte Geer, museumcomplex inclusief entreegebouw.

  1. Situatie nu: vrijkomend museumcomplex t.b.v. nieuwe invulling.
  2. Mogelijkheden: er ligt een initiatief voor vestiging van een Aardewerkcentrum. Dit vereist een (bouwkundige) verandering van het gebouwencomplex (intern, met behoud van de monumentale waarden van het complex, dat Rijksmonument is). Denkbaar is de vervanging van het entreegebouw door meer passende bebouwing bij nieuwe invulling van het museumcomplex en gebruik van het terrein daarvoor. Herinrichting van de open ruimte kan ook aan de orde zijn, in relatie tot een nieuw aan te leggen brug naar de Lange Geer. Tevens moeten goede milieuvoorwaarden worden gecreëerd om productie van aardewerk goed in te passen in de bestaande bebouwing zonder hinder voor de omgeving. Geen ontsluiting voor touringcars. Ingang wordt verplaatst naar de zijde van de Lange Geer.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
    1. De bestaande gebouwen zullen gehandhaafd blijven; eventueel met uitzondering van het entreegebouw;
    3. Aan een gedeelte van het complex mag een bedrijfsbestemming worden toegekend conform categorie 3.2 van de bij deze voorschriften behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ten behoeve van een aardewerkfabriek onder voorwaarde dat het gehele complex tevens een museale functie krijgt;
    4. Alvorens toepassing te geven aan de wijzigingsbevoegdheid zal buiten de locatie zelf een goede oplossing beschikbaar moeten zijn voor het parkeren van touringcars en auto’s van bezoekers.

5.   Breestraat, naast Kantongerecht.

  1. Situatie nu: gat in straatwand, poort naar binnenterrein.
  2. Mogelijkheden: opvulling met nieuwbouw, wonen / kantoor.
  3. Bestemmingsplan: bouwmogelijkheid wordt bestemd. In het bestemmingsplan Komplan 1976 was een en ander reeds mogelijk.

 

6.   Gasthuissteeg.

  1. Situatie nu: detonerende loods achter nummer 6-8.
  2. Mogelijkheden: bedrijf verplaatsen, vervanging door 2 tot 3 woningen.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
    1. De bedrijfsbestemming van de bestaande loods mag vervangen worden door een woonbestemming;
    2. Op de locatie mogen ten hoogste drie woningen worden geprojecteerd; goothoogte bedraagt maximaal 9 meter;
    3. Ten minste 2 en ten hoogste 3 bouwlagen zijn toegestaan;
    4. De pandbreedte mag maximaal 6 meter bedragen;
    5. De hoofdgebouwen zullen zoveel mogelijk aaneengesloten worden gebouwd.

 

7.   Winkelgebied In de Veste, Pieterstraat/ Pieterstraat achter Paradijspoort, Achtersack.

  1. Situatie nu: expeditieterrein, (te behouden) speelterreintje, aanwezige loodsen in matige bouwkundige staat, gebied is sociaal onveilig, slechte visuele kwaliteit. Ten aanzien van het winkelgebied In de Veste: upgrading van het in de jaren ’70 gebouwde winkelgebied is noodzakelijk, mede in verband met de realisering van winkelvoorzieningen in Zuidpoort.
  2. Mogelijkheden: revitalisatie van het winkelgebied door bijvoorbeeld vernieuwing van gevels, verwijdering van arcades, visuele verhoging van de winkelpuien, etc. Het beeld van panden aan de gracht, straat of plein kan worden benaderd (eerste verkenningen zijn gedaan door de eigenaar van In de Veste). Nadere bestudering is nodig van de expeditieruimte, samen met studie naar mogelijkheden voor uitbreiding / vervanging van bebouwing aan het pleintje in de Paradijspoort. Woningbouw aan de Brabantse Turfmarkt (in aanbouw), aan te vullen met woningen aan de Pieterstraat en om de tuin. Verbetering van de openbare ruimte voor voetgangers, verkleinen gaten, aansluiten Pieterstraat en Congregatiehof. Mengfunctie op begane grond mogelijk. Rondom de tuin kan een hofje worden gemaakt. Het aantal te realiseren woningen bedraagt daar circa 14.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
    1. Er mogen maximaal 14 woningen worden geprojecteerd;
    2. Deze woningen mogen in de vorm van een hofje worden gesitueerd
    3. De goothoogte mag maximaal 6 meter bedragen;
    4. Het aantal bouwlagen bedraagt minimaal 1 en maximaal 2;
    5. Een speelvoorziening wordt gehandhaafd.

.

8.   Vijverstraat.

  1. Situatie nu: opslag, oud en nieuw door elkaar, rommelig en deels bouwvallig. Slechte buitenruimte bij recente wooncomplexen.
  2. Mogelijkheden: verbetering openbare ruimte en speelplekken, mogelijk toevoeging van kleinschalige woningbouw (ca. 8-12 eenheden), ook door verbouwing van bestaande schuren tot kleine woningen. Eventueel mag de hoofdbebouwing aan de Zuiderstraat via het erf verbonden worden met de bebouwing aan de Vijverstraat met behoud van een open buitenruimte. De toetreding van zonlicht en daglicht in bestaande tuinen en woningen mag niet in onevenredige mate verminderen.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
    1. Individuele of complexgewijze transformatie van bestaande bijgebouwen in de erfbestemming en de bestemming “verkeers- en verbijfsdoeleinden openbaar” naar woningen kan plaats vinden;
    2. De woningen zullen met voorgevel in de begrenzing met de Vijverstraat en/of Klooster en Spieringstraat worden geplaatst;
    3. De woningen zullen zoveel mogelijk aaneengebouwd worden;
    4. De goothoogte mag maximaal 4 meter bedragen;
    5. Het aantal bouwlagen aan de Vijverstraat bedraagt maximaal 1;
    6. Bestaande hoofdgebouwen aan de Zuiderstraat mogen via het erf doorverbonden worden met de bebouwing aan de Zuiderstraat op hetzelfde perceel.
    7. De toetreding van zonlicht en daglicht in bestaande tuinen en woningen mag niet in onevenredige mate verminderen.

      8. De pandbreedte wordt afgestemd op de perceelbreedte.
      9. Het wijzigingsplan zal bij voorkeur moeten passen in de in deze toelichting opgenomen     schetsen, met inbegrip van de daarin voorkomende hoogten.

9.   Zuiderstraat 314.

  1. Situatie nu: detonerend gebouw met opslagfunctie.
  2. Mogelijkheden: vervanging door 2 woningen, van maximaal 3 bouwlagen.
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor woondoeleinden. Dit was reeds mogelijk op basis van het bestemmingsplan Komplan 1976.

 

10. Oranjestraat achter Oranje Plantage 42.

  1. Situatie nu: garage en brede toegang tot binnenplaats.
  2. Mogelijkheden: vervanging door een woning met een poort als toegang naar de hof.
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor woondoeleinden met aanduiding “onderdoorgang”.

 

11.  Yperstraat achter Oosteinde 125.

  1. Situatie nu: garage.
  2. Mogelijkheden: vervanging door een woning.
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor woondoeleinden. Dit was reeds mogelijk op basis van het bestemmingsplan Komplan 1976.

 

12. Hopstraat, zijde Oosteinde.

  1. Situatie nu: open kavel met rommelige randen, slechte aanbouw.
  2. Mogelijkheden: verbetering van de ruimte, met mogelijke nieuwbouw van een woning en/of een bedrijfsruimte
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor woondoeleinden.

 

13.   Donkerstraat, zuidzijde west.

a.       Situatie nu: opslag, autostalling, bergingen en open plekken.

b.       Mogelijkheden: vervanging door nieuwbouw van woningen met geïntegreerde nieuwe oplossing van de bergingen. Te denken valt aan een vergelijkbare oplossing als de bestaande hofjes aan de Harmenkokslaan. Menging met kleinschalige bedrijfsruimte is denkbaar. Nieuwbouw hoeft niet de rooilijn te volgen; plaatselijke verbredingen van de straatruimte zijn mogelijk, alsmede hofjesachtige oplossingen op het binnenterrein. Gestreefd wordt naar meer groen.Bescheiden goothoogten: maximaal 2 lagen met kap.

c.       Bestemmingsplan:
1. wijziging van de bestemming is mogelijk naar “woondoeleinden en verkeers- en verblijfsdoeleinden openbaar”, alsmede naar “erf” en/of “tuin”.
2. De verkaveling zal afgestemd worden op hetgeen de schetsen aangeven.

 

14.Donkerstraat zuidzijde, midden.

a.       Situatie nu: opslagruimten, rommelige en vervallen indruk.

b.       Mogelijkheden: Vervanging door nieuwbouw met kleine woningen; eventueel met een plaatselijk verbreding van de Donkerstraat. Maximaal één of twee bouwlagen.

c.       Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO.
1. de bestemming “Erf”mag worden vervangen door de bestemming “Wonen” ten behoeve van de bouw van kleinschalige woningen;
2. De goothoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
3. Het aantal bouwlagen mag maximaal 2 bedragen;
4. De pandbreedte mag ten hoogste 6 meter bedragen.
5. Het wijzigingsplan zal bij voorkeur moeten passen in de in deze toelichting opgenomen schetsen, met inbegrip van de daarin voorkomende hoogten.

 

16.   Donkerstraat zuidzijde, oost.


a. Situatie nu: open gaten, gebruik voor bedrijfsdoeleinden, onduidelijke en verbrokkelde structuur.
b. Mogelijkheden: opvullen van de open plek in de gevelwand, verbetering van de stedenbouwkundige structuur door vervanging van bedrijfsruimten door kleine woningen aan een hofje, met oog voor respectvolle inpassing in de bestaande situatie.
c. Bestemmingsplan: opvulling gat in de gevelwand: directe bestemming voor woondoeleinden omdat in het bestemmingsplan Komplan 1976 ook een woonbestemming van kracht was; voor de bedrijfsgebouwen een wijzigingsbevoegdheid.
c. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
1. De bestemming “Wonen”, “Erf”en “Verkeers- en verblijfsdoeleinden, openbaar” mag gewijzigd worden in de bestemming “Wonen” ten behoeve van de bouw van kleinschalige woningen;
2. De goothoogte mag maximaal 5 meter bedragen;
3. Het aantal bouwlagen mag maximaal 2 bedragen;
4. De pandbreedte mag ten hoogste 6 meter bedragen;
5. Langs de Donkerstraat zullen de voorgevels in de begrenzing met de straat geplaatst worden.
6. Het wijzigingsplan zal bij voorkeur moeten passen in de in deze toelichting opgenomen schetsen, met inbegrip van de daarin voorkomende hoogten.

 

17.   Donkerstraat noordzijde.

 

a.       Situatie nu: bedrijfsgebouwen, opslagloodsen, slechte visuele kwaliteit, sociaal onveilig, beter gebruik van een gunstig gelegen locatie mogelijk.

b.       Mogelijkheden: bouw van kleine woningen. Maximaal twee lagen, zo goed mogelijk aansluiten op een eventuele ontwikkeling aan de zuidzijde van de Donkerstraat. Bebouwing mag terugliggend worden uitgevoerd met een plaatselijk verbreding van de straat.

c.       Bestemmingsplan: opvulling gat in de gevelwand: directe bestemming voor woondoeleinden omdat in het bestemmingsplan Komplan 1976 ook een woonbestemming van kracht was;

18.   Oranjeplantage

a.       Situatie nu: open gat in de gevelwand

b.       Mogelijkheden: opvullen door een woning

c.       Bestemmingsplan: bestemming voor Gemengde doeleinden. In het bestemmingsplan Komplan 1976 was reeds een bestemming voor hoofdgebouwen van kracht;

19.    Nieuwe Langendijk.

  1. Situatie nu: detonerende plek door hoogte en rooilijn.
  2. Mogelijkheden: vervanging door een hoger woon-winkelpand.
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor gemengde doeleinden.

 

20.   Koornmarkt 22-26.

a.       Situatie nu: garagebedrijf op binnenterrein, als onderdeel van een toekomstig monument.

b.       Mogelijkheden: vervanging van de parkeerfunctie door een nieuwe functie, bijvoorbeeld bedrijfjes, galeries, ateliers, e.d. Eventueel kantoren, zonder publieksfunctie.

c.       Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
1. De bestaande gebouwen zullen geheel of grotendeels gehandhaafd worden;
2. Functiewijziging mag mogelijk gemaakt worden in de richting van kleine bedrijven, kantoren, galeries en daarmee gelijk ter stellen functies die in de binnenstad passen.
3. Het FunctieLimiteringsSysteem zal van toepassing zijn.

21.   Voormalige sigarenfabriek (zgn. Spek-pand en schoolgebouw aan de Molstraat.

  1. Situatie nu: restruimte, maar wel (neven)entree school. Monumentale school op het binnenterrein, bereikbaar via een poort in een pand aan de Koornmarkt en via een rommelige restruimte aan de Molstraat. De school is onderdeel van Ipse, en zal op termijn als functie verdwijnen. De leegstaande sigarenfabriek is in gebruik als parkeermogelijkheid, bereikbaar via een toegang aan de Brabantse Turfmarkt
  2. Mogelijkheden: transformatie van fabriek tot woonlocatie (ca. 12 woningen) met behoud van de cultuurhistorische kwaliteiten. Verbetering van de openbare ruimte, met een verbinding naar de voormalige sigarenfabriek. Inpassing in het bouwblok, met routes langs de bestaande voorgevel van de school, en naar de Molstraat passen in de mogelijkheden. De bereikbaarheid van het complex vanaf de Brabantse Turfmarkt moet nader worden bezien. Privacy van de omgeving is een aandachtspunt.Het schoolgebouw kan een nieuwe bestemming krijgen, waarbij recente aanbouwen plaats kunnen maken voor open ruimte. Een combinatie tussen wonen, kleinschalige bedrijfsruimte en culturele voorzieningen is ook denkbaar. Een complexe opgave is de met herbestemming opkomende parkeerbehoefte.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
    1. De bestaand gebouwen worden gehandhaafd en kunnen verbouwd worden voor woondoeleinden mits voldoende rekening wordt gehouden met de bruikbaarheid van aangrenzende en nabijgelegen percelen;
    2. Een goede verbinding en ontsluiting voor langzaam verkeer naar de Molstraat zal worden opgenomen.
    3. Een wijzigingsplan mag pas worden vastgesteld als een oplossing bestaat voor de behoefte aan parkeervoorzieningen.

 

21. Poppesteeg, groentenhandel.

  1. Situatie nu: bouwvallige opslaggebouwen; hinder door bedrijfsvoering; openbaar gebied wordt gebruikt voor laden/lossen van vrachtauto’s; vervallen bedrijfsgebouwen in de steeg.
  2. Mogelijkheden: vernieuwing bedrijfsruimten, met gebruikmaking van de verdieping voor 3-4 woningen.Indien de woning aan de Westvest gesloopt wordt is meer mogelijk. Dan kan drie/vierlaagse bouw een optie zijn, met een invulling als kantoor of woon/werkwoningen. Bouwdiepte maximaal gelijk aan die van de bestaande bebouwing ten noorden van deze locatie.Geen winkels. In de steeg een bescheiden goothoogte. Maximaal twee lagen.  Bruikbaarheid van nabijgelegen gebouwen erven en tuinen respecteren.
  3. Bestemmingsplan: Directe bestemming voor gemengde doeleinden met mogelijkheid van kantoorgebruik langs de Westvest. Directe bestemming voor woondoeleinden aan de Poppesteeg.

 

22. Kloksteeg, loodsen.

  1. Situatie nu: drie locaties met opslagruimten in matige bouwkundige staat. Een paar loodsjes maken onderdeel uit van een Rijksmonument.
  2. Mogelijkheden: verbouwing door circa 6 wooneenheden met behoud van monumentenaspecten (er is reeds een plan voor één pand). Optimaal gelegen locatie nabij goede winkelvoorzieningen en het openbaar vervoer. Bescheiden bouwhoogten in verband met bestaande woningen.
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor woondoeleinden. In het bestemmingsplan Komplan 1976 kon hier ook hoofdbebouwing worden opgericht. Vooralsnog kunnen deze locaties niet benut worden in verband met spoorweglawaai en wegverkeerslawaai. Nadat een spoortunnel is aangelegd in het kader van het spoorproject kan bouwvergunning verleend worden.

 

23. De Vlouw.

  1. Situatie nu: bioscoop met groot gebouw op het binnenterrein en achterkant bioscoop: slechte visuele situatie aan de kant van de Vlouw, sociaal onveilig.
  2. Mogelijkheden: bouwkundige verbetering. Bij functiewijziging van de bioscoop herontwikkeling van de locatie met een duidelijke voorzijde naar de Vlouw. Maximale goothoogte dan twee lagen.
  3. Bestemmingspan: directe bestemming voor gemengde doeleinden. In het bestemmingsplan  Komplan 1976 kon ook reeds hoofdbebouwing worden opgericht. Afmetingen van de bioscoopzaal op het binnenterrein niet vergroten.

 

24. Halsteeg/Papenstraat. 

  1. Situatie nu: verouderde bedrijfsruimten van een drukkerijbedrijf dat verhuisd is.
  2. Mogelijkheden: vervanging bedrijfsruimte door woningen. Inpassing monumentaal pand aan de Papenstraat. Winkelruimte met bovenwoning aan de Oude Delft herontwikkeling naar vervangende winkels op de begane grond.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
    1. De bedrijfsruimten mogen worden vervangen door woningen en/of appartementen of zakelijke dienstverlening;
    2. Het bestaande monumentale pand in de Papenstraat zal worden gehandhaafd en worden ingepast;
    3. de goothoogte zal aan de zijde van de Halsteeg maximaal 6 meter en aan de zijde van de Papenstraat maximaal 9 meter mogen bedragen;
    4. Het aantal bouwlagen zal aan de zijde van de Halsteeg maximaal 2 en aan de zijde van de Papenstraat minimaal 2 en maximaal 3 bedragen.

 

25. Achterterrein postkantoor.

  1. Situatie nu: expeditieterrein in de open lucht en in loodsen.
  2. Mogelijkheden: invulling straatwand met enkele woningen en eventueel andere functies. Een verruiming in de straatwand ook denkbaar. Tevens kan het bestaande gebouw van het postkantoor in de ontwikkeling betrokken worden. Combinatie met locatie 24 (Halsteeg – Papenstraat) mogelijk. Maximale goothoogte is ca. 8 meter (drie lagen).
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO 
    1. Ter vervanging van de bestaande bedrijfsruimte mogen woningen worden geprojecteerd;
    2. Het openbaar gebied mag eventueel verruimd worden;
    3. De goothoogte mag maximaal 9 meter bedragen;
    4. Het aantal bouwlagen zal ten minste 2 en mag ten hoogste 3 bedragen.

 

26. Papenstraat, nabij hoek Choorstraat.

  1. Situatie nu: gat in de straatgevel t.b.v. bergingen en entree naar bestaand appartementencomplex op binnenterrein.
  2. Mogelijkheden: nieuwbouw met een woning met inpandige oplossing voor de bergingen. Zorgvuldige inpassing op binnenterrein punt van aandacht.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO 
    1. Herontwikkeling van de locatie is mogelijk, inclusief het bestaande appartementencomplex en de bestaande bergingen;
    2. Een nieuw hoofdgebouw zal in de voorgevelbouwgrens met de Papenstraat worden geplaatst;
    3. Eventueel mag aangebouwd worden aan het bestaande appartementencomplex;
    4. De goothoogte mag maximaal 9 meter bedragen;
    5. Het aantal bouwlagen zal ten minste 2 en mag ten hoogste 3 bedragen.

 

27. Papenstraat 20.

  1. Situatie nu: vrijkomend verpleeghuis, voormalig klooster.
  2. Mogelijkheden: herontwikkeling tot appartementencomplex. Het binnenterrein moet open blijven. Parkeren voor de appartementen moet binnen het plan georganiseerd worden. Ligging in het autoluw-plus gebied.
  3. Bestemmingsplan: verpleeghuis krijgt een directe woonbestemming. Binnenterrein wordt als “tuin “ bestemd.
     

28. De Vlouw-Voldersgracht 21.

  1. Situatie nu: vrijkomend schoolgebouw.
  2. Mogelijkheden: vervanging door winkels aan de Voldersgracht met bovenwoningen en woningen aan de zijde van de Vlouw. Maximale goothoogte is aan de Voldersgracht drie lagen met kap en aan de Vlouw twee lagen. Een parkeerfaciliteit moet worden gerealiseerd in relatie tot het autoluw plus beleid.
  3. Bestemmingsplan: een directe bestemming voor detailhandel langs de Voldersgracht en voor woondoeleinden langs de Vlouw. Binnenterrein voor erf te bestemmen. Diepte van de hoofdbebouwingszone langs de Voldersgracht 12 meter, overeenkomstig het bestemmingsplan Komplan 1976.

 

29. Rietveld 65-67.

a.        Situatie nu: bergingen garages in één laag.

b.       Mogelijkheden: vervanging door of verbouwing tot maximaal twee kleine woningen in maximaal twee bouwlagen.

c.        Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO 
1. Er mogen maximaal 2 woningen worden geprojecteerd;
2. Het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan 2.

 

30. Rietveld achter nrs 83-113.

  1. Situatie nu: deels leegstaand bedrijfscomplex (Loomans) en binnenterrein met opslagloodsen en een kerkruimte van het Leger des Heils.
  2. Mogelijkheden: vervanging door een woonhof met mogelijk kleinschalige bedrijfjes een parkeergarage en groenvoorziening. Mogelijk aantal woningen bedraagt ca. 10. Te denken valt aan een hofje zoals aan de Harmenkokslaan. Nieuwbouw moet de rooilijn volgen, maar een plaatselijke verbreding van de straatruimte is mogelijk ter ontsluiting van nieuwbouw (hofje) op het binnenterrein. Parkeeroplossing op / onder eigen terrein. Goothoogten aan de zijde van het Rietveld maximaal 6.50 meter (2 lagen met kap). Op het binnenterrein; bestaande hoogten aanhouden.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO 
    1. Binnen deze locatie mogen maximaal 15 woningen worden geprojecteerd;
    2. Het aantal bouwlagen op het binnenterrein bedraagt 1, aan de grachtzijde  maximaal 2;
    3. In de behoefte aan parkeervoorzieningen wordt op of onder eigen terrein voorzien;
    4. Aan het Rietveld moet in de voorgevelbouwgrens worden gebouwd, waarbij de pandbreedte maximaal 7 meter en het aantal bouwlagen ten hoogste 3 mag bedragen;
    5. Er moet rekening worden gehouden met de privacy en de bruikbaarheid van aangrenzende tuinen en woningen.

31. Rietveld 145, zuidzijde.

  1. Situatie nu: open gat, ontsluit binnentuin.
  2. Mogelijkheden: invulling met een woning, toegang tuin via een poort bewaren.
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor woondoeleinden; in het bestemmingsplan Komplan 1976 was ook hoofdbebouwing mogelijk. Aanduiding “onderdoorgang” om toegang tot tuingebied te garanderen.

 

32. Houthaak, garages

  1. Situatie nu: garages, bedrijfsbebouwing en een schuur naast een woning
  2. Mogelijkheden: gevarieerde bebouwing met ca. 6 kleine woningen ter vervanging van de garages en het bedrijfsgebouw. Rekening houden met privacyaspecten en de bereikbaarheid van bestaande bebouwing en de inpassing van gemeentelijke monumenten. Bebouwing in één, maximaal en incidenteel twee lagen. De schuur kan verbouwd worden tot woning in één laag met kap.
  3. Bestemmingsplan: directe woonbestemming. In het bestemmingsplan Komplan 1976 was ook hoofdbebouwing mogelijk.

 

 

    1. TU-bibliotheek.


a. Situatie nu: voormalige bibliotheek van de TU: herontwikkeling in samenhang met woningbouwproject De Doelen.

b. Mogelijkheden: herontwikkeling van het bestaande gebouw met appartementen, tevens is er ruimte voor maatschappelijke voorzieningen en kantoren. De bestemming is woondoeleinden.

c. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO 
1. Aan het bestaande gebouw kan een bestemming mede ten behoeve van kantoorgebruik worden toegekend mits:
2. Tevens een ruimte voor maatschappelijke doeleinden wordt gereserveerd waarvan de grondoppervlak ten minste 25% bedraagt van het kantoorvloeroppervlak met een minimum van 100 m².

 

34. Pluympot.

  1. Situatie nu: achterkant met op enkele plaatsen een hoofdgebouw (bedrijf).
  2. Mogelijkheden: nieuwbouw van woningen.
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor woondoeleinden omdat in het bestemmingsplan Komplan 1976 ook hoofdbebouwing mogelijk was.

 

35. Cellebroerstraat.

  1. Situatie nu: achterkantsituatie.
  2. Mogelijkheden: toevoeging van één woning.
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor woondoeleinden. In het bestemmingsplan Komplan 1976 was ook hoofdbebouwing mogelijk. 

 

36. Hoefijzersteeg

  1. Situatie nu: twee open plekken in steeg.
  2. Mogelijkheden: nieuwbouw van twee woningen mogelijk.
  3. Bestemmingsplan: directe bestemming voor woondoeleinden. In het bestemmingsplan Komplan 1976 was ook hoofdbebouwing mogelijk. Eén laag, maximale goothoogte 3.50 meter.

 

37. Dirklangenstraat-Roode Leeuwpoort.

  1. Situatie nu: te verbeteren ruimte, momenteel in gebruik voor parkeren en speelgelegenheid.
  2. Mogelijkheden: verbetering openbare ruimte, mogelijke nieuwbouw van 2 tot 4 woningen langs de straten, met geïntegreerde parkeervoorziening voor de buurt. Maximale goothoogte 2 lagen met kap. Bestaande speelvoorziening handhaven of op andere plaats inpassen.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
    1. De bestaande gaten in de gevelwanden langs de Bagijnestraat en de Dirklangenstraat mogen met woningen worden bebouwd;
    2. De verbinding tussen beide straten zal blijven bestaan;
    3. Het aantal bouwlagen van de woningen mag maximaal 2 bedragen;
    4. Een speelvoorziening voor de jeugd moet gehandhaafd blijven;
    5. De privacy van de nabijgelegen woningen, tuinen en erven mag niet worden aangetast.

 

38. Wateringsevest en Noordeinde, (binnen)terreinen Renaud / Nadorp.

  1. Situatie nu: bedrijfsruimten tuingebied, verhard binnenterrein en oudere bedrijfsgebouwen met uiteenlopend gebruik, in matige bouwkundige staat.
  2. Mogelijkheden: sluiting gevelwand Wateringsevest. Vervanging van bedrijfsbebouwing die na nog te verrichten onderzoek niet meer voor transformatie in aanmerking komt. De locatie behoeft een cultuurhistorische effectrapportage en een nadere analyse van bestaande en toekomstige groenvoorzieningen. Daarbij moeten de bestaande en toekomstige tuingebieden goed op elkaar worden aangesloten, en dienen de bestaande monumentale bomen zoveel mogelijk te worden ingepast. Gelijktijdige planvorming van beide eigendommen is gewenst. Onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een route (steeg) tussen Noordeinde en Wateringsevest. Langs de Wateringsevest is de goothoogte maximaal 12.50 meter (vier lagen), op het binnenterrein aansluitend bij de bestaande bebouwing tot maximaal drie bouwlagen. De bebouwingscapaciteit bedraagt circa 33 nieuwbouwwoningen en ca. 25 appartementen in de bestaande bebouwing, met in de begane grond mogelijkheid voor enige bedrijfsruimte. Onder het geheel moet een vanaf het Noordeinde te ontsluiten parkeervoorziening komen die tenminste de behoefte van het project dekt.
    In het noordelijk deel van de binnenstad kan op deze locatie tevens aan een hotel worden gedacht in de bestaande bebouwing en/of nieuwbouw. De ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer zal vanaf de Wateringsevest plaats vinden. Transformatie naar woningbouw kan pas plaats vinden als de locatie niet meer binnen de zone industrielawaai en spoorweglawaai gelegen is; derhalve na het van kracht worden van een revisievergunning voor het bedrijf DSM-Gist en nadat een spoortunnel is gerealiseerd in het kader van het spoorproject.
  3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
    1. Binnen deze locatie mag bebouwing worden geprojecteerd waaraan de bestemmingen “Gemengde doeleinden” en ”Woondoeleinden” mag worden toegekend;
    2. De onbebouwd blijvende terreinen zullen bestemd worden voor “Erf”, “Tuin” en (Verkeers- )en verblijfsdoeleinden openbaar en/of privé”;
    3. Binnen deze locatie mag een hotel worden opgenomen.
    4. De bestaande gebouwen voorzover van cultuurhistorische waarde zullen ingepast worden in het wijzigingsplan.
    5. Er moet rekening worden gehouden met bestaande en als zodanig aangeduide monumentale bomen;
    6. Het wijzigingsplan zal bij voorkeur moeten passen in de in deze toelichting opgenomen schetsen, met inbegrip van de daarin voorkomende hoogten.
    7. Een wijzigingsplan mag pas vastgesteld worden als voldaan wordt aan de grenswaarden voor wat betreft het industrielawaai en het spoorweglawaai.

 

39. Wateringsevest, openbaar gebied.

    1. Situatie nu: hoofdontsluitingsroute met trambaan. Tevens een parkgebiedje ten noorden daarvan met monumentale bomen en een gemaalgebouwtje.
    2. Mogelijkheden: herinrichting van het openbaar gebied in het kader van of in samenhang met de uitvoering van het spoorproject waarbij een gracht wordt geprojecteerd met een of meer bruggen en/of overkluizingen waarbij een aansluiting gemaakt wordt met de Watertorengracht.
    3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
      1. Aan de bestemmingen mag de bestemming “water” worden toegevoegd;
      2. De onderlinge verdeling tussen de bestemmingen mag worden aangepast in verband met de aanleg van een gracht die aansluit op de Watertorengracht.
      3. Er moet rekening gehouden worden met de bestaande en als zodanig op de kaart aangegeven monumentale bomen.

 

40. Wateringsevest, watertoren.

d.       Situatie nu: watertoren met status van Rijksmonument, niet meer als zodanig in gebruik.

e.       Mogelijkheden: herontwikkeling met behoud van de cultuurhistorische waarden tot atelier, kantoor, winkel, dienstverlenend bedrijf, maatschappelijke functie of daarmee gelijk te stellen “rustige” functie die past bij het gebouw en niet in onevenredige mate autoverkeer genereert, een en ander met uitzondering van een woonfunctie in verband met de ligging binnen de zone industrielawaai.

f.         Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO
1. De bestemming voor “Gemengde doeleinden”, blijft gehandhaafd;
2. Verder kan gebruik voor kantoordoeleinden, dienstverlening, maatschappelijke doeleinden en voor (gespecialiseerde) mogelijk gemaakt worden.
3. Wonen en horeca zal niet mogelijk zijn.

41. Molenstraat-Hoefijzersteeg, zeepfabriek Bousquet.

  1. Situatie nu: bedrijfspanden in matige bouwkundige staat.
  2. Mogelijkheden: vervanging (en restauratie van de Rijksmonumenten) tot woningbouw met mogelijk kleinschalige bedrijfsruimte. Mogelijk aantal woningen  nader te bepalen aan de hand van een capaciteitsstudie met inachtneming van de belangen van de omgeving.Te denken valt aan een hofje, met langs de Molenstraat woningen in de monumenten, en nieuwbouw langs de Hoefijzersteeg (maximaal twee lagen). Nieuwbouw hoeft aan de steeg niet de rooilijn te volgen; plaatselijke verbredingen van de straatruimte zijn mogelijk, alsmede verdichtingen op het binnenterrein. Handhaving van de hoeveelheid open ruimte is gewenst. Tevens is denkbaar een gedeelte van de gebouwen te behouden en een museale functie te geven.
  1. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO 
    1. De bestaande monumentale pakhuizen langs de Molenstraat zullen ingepast moeten worden met een woon- eventueel bedrijfs- of kantoorfunctie;
    2. In de behoefte aan parkeerplaatsen moet op eigen terrein voorzien worden;
    3. Aan de zijde van Hoefijzersteeg mag een profielverbreding worden toegepast.
    4. Het aantal bouwlagen van de op het binnenterrein te projecteren woningen bedraagt maximaal 2;
    5. zo mogelijk zal een groenvoorziening worden opgenomen.
    6. De privacy van de nabijgelegen woningen, tuinen en erven mag niet worden aangetast.
    7. Het wijzigingsplan zal bij voorkeur moeten passen in de in deze toelichting opgenomen schetsen, met inbegrip van de daarin voorkomende hoogten.
    8. Nader onderzoek zal worden uitgevoerd naar de cultuurhistorische waarde van oude bedrijfsbebouwing;
    9. Er wordt naar gestreefd deze een passende nieuwe functie te geven.
     

42. Paardenmarkt-Oostplantsoen, artilleriekazerne

a.       Situatie nu: voormalige kazerne doet dienst als opslag voor legermuseum.

b.      Mogelijkheden: nader te bepalen invulling. Het betreft thans opslagmagazijnen voor het legermuseum die voor herontwikkeling in aanmerking komen. De bestaande bebouwing met binnenterrein is Rijksmonument. Dienstwoningen moeten worden gehandhaafd. Het complex is niet geschikt voor wonen, maar meer voor atelierruimten voor kunstenaars, of als bedrijfsverzamelgebouw (als broedplaats voor kleine bedrijven, of voor een project van meer allure: hergebruik museale functie, of iets anders voor kunst en cultuur).

c.       Bestemmingsplan: Aan het geheel is een bestemming voor “Gemengde doeleinden” toegekend waarbinnen voldoende mogelijkheden voor herontwikkeling bestaan.
 

43. Oude Delft, Meisjeshuis.

    1. Situatie nu: voormalig weeshuis met de status van Rijksmonument. Lange tijd geheel als kantoor gebruikt. Historisch interieur nog grotendeels aanwezig.Tevens een fraaie tuin met monumentale bomen en een monumentaal hekwerk.
    2. Mogelijkheden: herontwikkeling naar nieuwe kantoorfunctie eventueel in combinatie met horeca mits deze geen overlast veroorzaakt alsmede wonen. De tuin zal behouden moeten blijven evenals het cultuurhistorisch waardevolle interieur.
    3. Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO 
      Bestemmingsplan:
      1. De uitwendige afmetingen van de hoofdgebouwen mogen niet worden gewijzigd;
      2. In een wijzigingsplan kan een functie voor kantoordoeleinden of voor maatschappelijke doeleinden worden toegekend met eventueel een functiegebonden gebruik voor horeca.
      3. De binnenplaats mag overdekt worden.
      4. Een trappenhuis mag aangebouwd worden mits dit geen onevenredige benadeling voor het monument oplevert.

 

44. Phoenixstraat Delftstede, de Beukenboom.

a.       Situatie nu: De locatie ligt in de hoek gevormd door de haaks op elkaar staande gebouwen van Delfstede. Deze gebouwen hebben ieder een goothoogte van circa 14,50 meter. Voorheen stond hier een houten gebouw van de kleuterschool De Beukenboom. Voor het overige is er een groot open binnengebied met enkele fraaie bomen.

b.       Mogelijkheden. Uitbreiding van Delftstede met een kinderdagverblijf op de beganegrond en op de eventuele verdieping bedrijfsruimten.Bepalend voor de maat van de uitbreiding is de monumentale boom midden op het huidige buitenterrein van Delfstede. Deze heeft een kroon van circa 16 meter. Dit is tevens de minimale afstand die de nieuwbouw tot deze boom zal moeten hebben. De afstand van deze boom tot het naastgelegen pand op het binnenterrein bedraagt circa 16 meter. Dit houdt in dat aansluitend aan dit gebouw geen nieuwe bebouwing kan worden geplaatst.Uitbreiding van Delftstede aansluitend aan de bestaande bebouwing is mogelijk tot aan de lijn op circa 16 meter afstand van de monumentale boom. Deze lijn valt tevens samen met de gevel c.q. het begin van het pand op het naastgelegen terrein. De hoogte van de nieuwe bebouwing bedraagt één, incidenteel twee bouwlagen. De nieuwbouw beslaat maximaal 400 m2.

c.       Juridische begrenzing toepassing wijzigingsbevoegdheid.

    1. binnen de begrenzing mag aangebouwd aan Delftstede  maximaal 400 m2 bebouwing worden gerealiseerd;
    2. de goothoogte mag niet meer dan 3 meter; incidenteel 6 meter bedragen;
    3. de op de plankaart aangegeven monumentale boom moet gerespecteerd worden.
    4. De bestemming zal zijn: gemengde doeleinden waarbinnen een kinderdagverblijf of een daarmee gelijk te stellen voorziening, uitsluitend op de begane grond te realiseren. Bedrijfsbestemming op de verdieping past eveneens daarbinnen.
    5. De bedrijfsvoering van de bedrijven moet plaats vinden binnen de categorieën 1 en 2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten.

 

45. Phoenixstraat, Hoogheemraadschap.

a.       Situatie nu: binnenterrein tussen de sociëteit Phoenix en de kantoren van het hoogheemraadschap van Delfland. In 1997 zijn afspraken gemaakt omtrent een laatste toevoeging aan het kantorenbestand. Op grond van het bestemmingsplan Komplan 1976 mocht nog bijgebouwd worden. Er is afgesproken dat in principe maximaal 800 m² bruto kantoorvloeroppervlak bijgebouwd kan worden.

b.       Mogelijkheden: De exacte plek later te bepalen binnen een terrein aansluitend aan de kantoren van het Hoogheemraadschap aan de Oude Delft. Bebouwing in maximaal drie lagen is mogelijk, met eventueel een verdiepte begane grondlaag. Wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast om de eventuele uitbreiding van de kantoren van het Hoogheemraadschap van Delfland mogelijk te maken. Zou de locatie in andere handen geraken ontstaat eren nieuwe situatie.

c.       Juridische begrenzing toepassing wijzigingbevoegdheid art. 11WRO:
1. De bruto kantoorvloeroppervlakte mag niet meer dan 800 m² bedragen;
2. De goothoogte mag niet meer dan 8 meter bedragen;
3. Het aantal bouwlagen bedraagt maximaal 3;
4. De regels ten aanzien van monumentale bomen moeten in acht genomen worden.   


BIJLAGE IV.
 
FunctieLimiteringsSysteem:  FLS-lijsten

BIJLAGE V.

 

FunctieLimiteringsSysteem: FLS-stroken


BIJLAGE VI.

 

FunctieLimiteringsSysteem: FLS-stroken

Nadere bepalingen

 

Nr.

Bepaling

 

 

1

Percentage bestaand hoger. Functie kan op adres van vestiging gehandhaafd blijven. Wijzigingsbevoegdheid van toepassing om de functie aan te passen.

2

Alleen de bestaande horeca toegestaan, conform de aanduiding op de plankaart in het bestaande pand.

3

Uitsluitend Horeca I of II

4

Uitsluitend bestaande horeca toegestaan conform aanduiding op de plankaart in het bestaande pand, alsmede winkelondersteunende horeca tot het toegelaten percentage, gerekend naar het aantal detailhandelsbedrijven op het tijdstip van het vrijstellingsverzoek.

5

Uitsluitend Horeca I of II ((verbindingsroute) uitgaansgebieden)

6

Uitsluitend Horeca I of II met uitzondering van Markt 60 en 62

7

Met uitzondering van Markt 55/55A en 57

8

Uitsluitend de even nummers 134 t/m 178 en de oneven nummers 79 t/m 109

9

Uitsluitend de oneven nummers 97 t/m 101 en de even nummers 74 t/m 78

10

Uitsluitend de even nummers 4 t/m 8a

11

Uitsluitend de oneven nummers 1 t/m 19

12

Uitsluitend de even nummers 4 t/m 16

13

Uitsluitend de even nummers 26 t/m 44

 

 

 

 

Indien de gezamenlijke percentages “bestaand” per FLS-strook minder dan 100% bedragen is er sprake van leegstand of van functies die niet onder de definities vallen.


BIJLAGE VII.

 

Stratenregister seksinrichtingen.

 

Vestiging van een seksinrichting in de binnenstad is niet toegestaan op of aan:

 

1.       Markt

2.       Beestenmarkt

3.       Burgwal

4.       Doelenplein

5.       Sint Agathaplein

6.       Bagijnhof

7.       Oude Delft – Noordeinde

8.       Korte Geer – Lange Geer – Koornmarkt – Wijnhaven – Hippolytusbuurt – Voorstraat

9.       Achterom – Brabantse Turfmarkt

10.   Hofje van Pauw

11.   Jacob Gerritstraat

12.   Oosteinde – Vrouwenregt – Vrouw Juttenland – Dertienhuizen – Verwersdijk

13.   Barbarasteeg

14.   Binnenwatersloot

15.   Waagsteeg

16.   Schoolstraat

17.   Breestraat

18.   Molstraat

19.   Kromstraat

20.   Peperstraat

21.   Nieuwstraat

22.   Boterbrug

23.   Heilige Geestkerkhof

24.   Oude Kerkstraat

25.   Kolk

26.   Oude Langendijk – Nieuwe Langendijk

27.   Halsteeg – De Vlouw – Papenstraat

28.   Choorstraat

29.   Molslaan

30.   Kerkstraat

31.   Hoefijzersteeg

32.   Visstraat

33.   Drieakerstraat

34.   Molenstraat.


BIJLAGE VIII              

 

Lijst met monumentale bomen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verzamellijst van inventarisatiegegevens momumentale bomen

 

 

versie 06-06-2001

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

nr.

 

straatnaam of lokatie

 

opmerkingen

karakteristiek

aantal

soort

vorm

eigenaar

toestand

check

 

 

 

 

 

 

 

 

nat/lei/ka/kn

voor/achter

 

nodig

1

1202-01

Oostsingel

 

 

groep

5

Ulmus hollandica

x

g

 

nee

2

1202-02

Oostsingel 203

 

 

solitair

1

Ailanthus altissima

x

p

 

nee

3

1101-01

Nieuwe plantage 97

 

 

solitair

1

Aesculus hippocastanum

x

p

 

nee

 

1101-02

Nieuwe plantage 84-94

 

 

solitair

1

Tilia (tomentosa?)

x

g

 

nee

4

1101-K-01

Kalverbos

 

als park

 

 

divers o.a:

 

 

 

nee

 

 

 

 

 

groep

17

Ulmus hollandica

x

g

 

nee

4

 

 

 

 

groep

3

Plantanus acerifolia

x

g

 

nee

4

 

 

 

 

groep

2

Robina pseudoacacia

x

g

 

nee

4

 

 

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica

x

g

 

nee

4

 

 

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

g

 

nee

4

 

 

 

 

solitair

1

Acer negundo

x

g

 

nee

5

1101-W-01

Wallertuin

 

als park

 

 

divers o.a:

 

 

 

?

 

 

 

 

 

groep

1

Juglans regia

x

p

 

 

5

 

 

 

 

groep

1

Acer saccharium

x

p

 

?

5

 

 

 

 

groep

2

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

p

 

?

5

 

 

 

 

groep

1

Fagus sylvatica 'Pendula'

x

p

 

?

5

 

 

 

 

groep

7

Aesculus hippocastanum

x

p

 

?

5

 

 

 

 

groep

2

Fagus sylvatica

x

p

 

?

5

 

 

 

 

groep

2

Tilia vulgaris

x

p

 

?

5

 

 

 

 

groep

1

Quercus rubra

x

p

 

?

5

 

 

 

 

groep

1

Fraxinus ornus

x

p

 

?

5

 

 

 

 

groep

6

Acer pseudoplatanus

x

p

 

?

5

 

 

 

 

groep

1

Liriodendron tulipifera

x

p

 

?

6

1101-03

Klein vrijenban

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

p

 

nee

7

1101-04

Nieuwe plantage 9

 

 

solitair

1

Fraxinus excelsior

x

p

 

nee

8

1101-N-01

Nieuwe plantage

 

als park

 

 

divers o.a:

 

 

 

nee

 

 

 

 

 

solitair

1

Aesculus hippocastanum

x

g

 

 

9

 

 

 

 

solitair

1

Tilia tomentosa

x

g

 

nee

10

 

 

 

 

solitair

1

Platanus acerifolia

x

g

 

nee

11

 

 

 

 

groep

2

Platanus acerifolia

x

g

 

nee

12

 

 

 

 

solitair

1

Pterocarya fraxinifolia

x

g

 

nee

13

 

 

 

 

groep

3

Platanus acerifolia

x

g

 

nee

14

 

 

 

 

solitair

1

Platanus acerifolia

x

g

 

nee

15

1101-05

Vrijenbansekade 3

 

 

solitair

1

Pterocarya fraxinifolia

x

p

 

nee

16

1101-06

Koningsplein 83

 

 

solitair

1

Catalpa binonioides

x

p

 

nee

16

1101-07

Koningsplein 83

 

 

solitair

1

Aesculus hippocastanum

x

p

 

nee

17

1101-08

Anna Boogerd

 

 

solitair

1

Taxodium distichum

x

g

 

nee

18

1101-09

Anna Boogerd

 

 

solitair

1

Aesculus hippocastanum

x

g

 

nee

19

1101-10

Binnen Boogerd

 

 

solitair

1

Aesculus hippocastanum

x

g

 

nee

20

1102-01

Noordeinde 12

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

p

 

nee

21

1102-02

Noordeinde 31

 

 

groep

2

Aesculus hippocastanum

x

p

 

nee

21

1102-03

Noordeinde 31

 

 

groep

1

Tilia vulgaris

x

p

 

nee

21

1102-04

Noordeinde 31

 

 

groep

1

Fagus sylvatica

x

p

 

nee

21

1102-05

Noordeinde 31

 

 

groep

1

Quercus robur

x

p

 

nee

22

1102-06

Noordeinde 29

 

 

groep

1

Tilia vulgaris

x

p

 

nee

22

1102-07

Noordeinde 21

 

 

groep

2

Fraxinus excelsior

x

p

 

nee

22

1102-08

Noordeinde 21

 

 

groep

1

Aesculus hippocastanum

x

p

 

nee

22

1102-09

Noordeinde 21

 

 

groep

1

Fagus sylvatica 'Pendula'

x

p

 

nee

22

1102-10

Noordeinde 21

 

 

groep

1

Taxodium distichum

x

p

 

nee

23

1102-11

Oude Delft 214

 

 

soitair

1

Aesculus hippocastanum

x

p

 

nee

25

1102-12

Wateringsevest 12

 

 

solitair

1

Aesculus hippocastanum

x

p

 

nee

26

1103-01

Kantoorgracht / C. Musiushof

 

 

groep

1

Aesculus hippocastanum

x

p

 

nee

26

1103-02

Kantoorgracht / C. Musiushof

 

 

groep

1

Tilia plathyllos

x

p

 

nee

27

1103-03

V/d Mastenstraat 36

 

 

solitair

1

Robina pseudoacacia

x

p

 

nee

28

1103-04

Van der Woudestichting

 

 

solitair

1

Tilia vulgaris

x

g

 

nee

29

1102-13

Verwersdijk 63

 

 

solitair

1

Tilia vulgaris

x

p

 

nee

30

1102-14

Verwersdijk 65

 

 

solitair

1

Aesculus hippocastanum

x

p

 

nee

31

1102-15

Verwersdijk 71

 

 

solitair

1

Castanea sativa

x

p

 

nee

32

1102-16

Oude Delft 243

 

 

groep

1

Taxus baccata

x

p

 

nee

32

1102-17

Oude Delft 243

 

 

solitair

1

Ginkgo biloba

x

p

 

nee

33

1102-18

Oude Delft 233

 

 

groep

1

Ailanthus altissima

x

p

 

nee

33

1102-19

Oude Delft 233

 

 

groep

1

Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'

x

p

 

nee

33

1102-20

Oude Delft 233

 

 

groep

1

Acer pseudoplatanus

x

p

 

nee

33

1102-21

Oude Delft 233

 

 

groep

1

Acer negundo

x

p

 

nee

33

1102-22

Oude Delft 233

 

 

groep

1

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

p

 

nee

34

1102-23

Oude Delft 205

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

p

 

nee

34

1102-24

Oude Delft 205

 

 

solitair

1

Platanus acerifolia

x

p

 

nee

35

1102-25

Oude Delft 201

 

 

solitair

1

Aesculus carnea

x

p

 

nee

36

1102-26

Lambert van Meerten

 

 

groep

3

Acer pseudoplatanus

x

p

 

nee

36

1102-27

Lambert van Meerten

 

 

groep

1

Sophora japonica

x

p

 

nee

37

1102-28

Trefcentrum

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

g

 

nee

 

 

Voorstraat 19

 

 

solitair

1

Taxus baccata

x

p

 

nee

 

 

Voorstraat 19

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica

x

p

 

nee

39

1102-29

Phoenixstraat 52

 

 

solitair

1

Quercus rubor

x

p

 

nee

40

1102-30

Prinsenhof

 

 

rij

2

Fraxinus excelsior

x

g

 

nee

40

1102-31

Prinsenhof

 

 

rij

1

Acer pseudoplatanus

x

g

 

nee

41

1102-32

Sint Agathaplein

 

 

rij

4

Aesculus hippocastanum

x

g

 

nee

41

1102-33

Sint Agathaplein

 

 

rij

2

Aesculus carnea

x

g

 

nee

42

1102-34

Minderbroerstraat

 

 

solitair

1

Carpinus betulus

x

g

 

nee

43

 

Verwersdijk

 

 

groep

2 + 5

Tilia tomentosa

x

g

 

nee

44

1103-D-01

Doelentuin

 

als park

 

 

divers o.a:

 

 

 

?

 

 

 

 

 

groep

2

Platanus orientalis

x

g

 

 

44

 

 

 

 

groep

1

Platanus acerifolia

x

g

 

?

44

 

 

 

 

groep

3

Acer negundo

x

g

 

?

44

 

 

 

 

groep

6

Tilia vulgaris

x

g

 

?

44

 

 

 

 

groep

7

Aesculus hippocastanum

x

g

 

?

44

 

 

 

 

groep

3

Alnus glutinosa

x

g

 

?

44

 

 

 

 

groep

1

Carpinus betulus

x

g

 

?

44

 

 

 

 

groep

1

Acer saccharinum

x

g

 

?

44

 

 

 

 

groep

1

Acer campestre

x

g

 

?

45

1204-01

Parkje Oostsingel

 

 

solitair

1

Aesculus hippocastanum

x

g

 

nee

46

1103-06

Oostplantsoen

 

 

solitair

2

Tilia tomentosa

x

g

 

nee

48

1103-07

Vrouw Juttenland

 

 

solitair

1

Juglans regia

x

p

 

nee

49

1108-01

Vlamingstraat 39

 

 

solitair

1

Juglans regia

x

p

 

nee

49

1108-02

Vlamingstraat 39

 

 

solitair

1

Tilia vulgaris

x

p

 

nee

50

1104-01

Nieuwe kerk

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

g

 

nee

51

1104-02

Boterbrug

 

 

solitair

1

Platanus acerifolia

x

g

 

nee

52

1102-35

Phoenixstraat 32

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

p

 

nee

53

1102-36

Phoenixstraat 30

 

 

groep

1

Ulmus hollandica

x

p

 

nee

53

1102-37

Phoenixstraat 30

 

 

groep

1

Robina pseudoacacia

x

p

 

nee

57

1102-38

Oude Delft 126

 

 

solitair

1

Morus nigra

x

p

 

nee

57

1102-39

Oude Delft 126

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica 'Purpurea'

x

p

 

nee

58

1102-40

Oude Delft 132

 

 

solitair

1

Juglans regia

x

p

 

nee

59

1104-03

Beestenmarkt

 

 

groep

23

Platanus acerifolia

x

g

 

nee

60

1108-03

Oranjestraat

 

 

rij

3

Aesculus carnea

x

g

 

nee

61

1108-04

Oranje Plantage

 

 

solitair

1

Tilia vulgaris

x

g

 

nee

62

1108-05

Oostpoort

 

 

solitair

1

Fraxinus excelsior

x

g

 

nee

63

1107-01

Zuiderstraat

 

 

solitair

1

Acer pseudoplatanus

x

g

 

nee

63

1107-02

Zuiderstraat

 

 

solitair

4

Aesculus hippocastanum

x

g

 

nee

63

1107-03

Zuiderstraat

 

 

2x grp + 1x sol.

3

Quercus robur

x

g

 

nee

67

1106-01

Westvest 47

 

 

solitair

1

Pyrus communis

x

g

 

nee

68

1106-02

Oude Delft 53

 

 

solitair

1

Fagus sylvatica

x

g

 

nee

68

1106-03

Oude Delft 53

 

 

solitair

1

Aesculus hippocastanum

x

g

 

nee