4  Ruimte, bouwen en energie

 

·       In 2001 werden de gemeente en IKEA het eens over uitbreiding van het concern. In de plannen rondom de uitbreiding is o.a. voorzien van (compenserende) maatregelen op het gebied van ecologie.

·       15% van het rioolstelsel is vervaardigd van minder-milieubelastend materiaal.

·       De bodem ter plaatse van de Asvest en het Vesteplein (Zuidpoortgebied) is gesaneerd.

·       In 2001 werden 11 locaties met ernstige bodemverontreiniging gesaneerd.

·       Een groot deel van alle ondergrondse tanks voldeed in 2001 aan het Besluit Opslag Ondergrondse Tanks.

·       De actie ‘100 Delftsblauwe Daken voor doe-het-zelvers’ was een ongekend succes en resulteerde in meer dan 1000 nieuwe zonnepanelen in Delft.

·       Voor de woningen en het utiliteitsgebouw die in het Zuidpoortgebied worden gerealiseerd (en waarvoor in 2001 een bouwvergunning is afgegeven), worden scherpe EPC’s nagestreefd.

 

4.1     Ruimte

4.1.1     Ontwikkelingen in 2001

 

Delftse Opknapkaravaan

In 2000 en 2001 trok een Opknapkaravaan door de Delftse wijken. Doel van de Opknapkaravaan was de wijken heel, schoon en veilig te maken. Dit gebeurde o.a. door de straten extra te vegen, het groen in de wijk te verzorgen, hondenpoep op te ruimen, losliggende stoeptegels recht te leggen en graffiti te verwijderen. Bewoners die vonden dat bepaalde zaken in hun wijk gerepareerd of opgeknapt moesten worden, konden een week lang de karavaan bezoeken op een vaste plek in de wijk. Het project werd bekostigd van het geld dat is vrijgekomen door de verkoop van aandelen van het Elektriciteitsbedrijf Zuid-Holland (EZH). De Opknapkaravaan blijft bestaan , maar in een andere vorm als onderdeel van het EZH-project ‘Investeren in de wijken’.

 

Uitbreiding IKEA

De gemeente Delft en IKEA werden het in 2001 eens over een uitbreiding van het concern in zuidelijke richting, op het terrein van de voormalige vuilstortplaats. Hiertoe wordt de bestemming van de locatie gewijzigd van een recreatiebestemming in een bedrijfsbestemming. Hiermee komt de gemeente tegemoet aan de wensen van IKEA zonder de omringende natuurgebieden aan te tasten. IKEA is voor Delft een belangrijke bron van economische activiteit.

In 1998 gaf IKEA aan te willen uitbreiden. Uit een eerste inventarisatie bleek dat de mogelijkheden in de directe omgeving zeer beperkt waren, omdat IKEA omringd wordt door natuurgebieden. Binnen de bestaande bedrijfsruimte bestonden voor IKEA echter ook te weinig mogelijkheden. De gemeente is daarop de mogelijkheid om uit te breiden op de voormalige vuilstort verder gaan onderzoeken. Uit milieutechnisch onderzoek bleek dat bouwen en parkeren op de voormalige vuilstort onder voorwaarden mogelijk is.

Bij het realiseren van het nieuwe bedrijfsterrein worden maatregelen genomen om het toekomstige deel van IKEA aan het zicht van het achtergebied te onttrekken. De bebouwing wordt ook voorzien van ecologische elementen als voorzieningen voor vogels en vleermuizen. Voor het verlies van de ongeveer 4 hectare natuur- en recreatiegebied worden elders in of rond Delft compenserende investeringen gedaan.

De daadwerkelijke uitbreiding van IKEA kan naar verwachting in 2005 starten. Na de uitbreiding is IKEA Delft anderhalf keer zo groot. Omdat het grote verkeersaanbod van de A13 momenteel een knelpunt is, zal met de uitbreiding ook de verkeersafwikkeling grondig worden aangepast.

 

 

4.1.2     Indicatoren

 

Beleid

 

·       Nationaal pakket duurzame stedenbouw

Het Ministerie van VROM vraagt gemeenten in het kader van de monitoring van overheidsprestaties in het milieubeleid om informatie over het aantal bestemmingsplannen dat is getoetst aan het Nationaal Pakket Duurzame Stedenbouw. Tot op heden worden bestemmingsplannen in de gemeente Delft niet getoetst aan dit pakket. Dit betekent niet dat duurzaamheidsaspecten niet worden verwerkt in de bestemmingsplannen. De toelichting op het bestemmingsplan bevat een duurzaamheidsparagraaf, waarin gemeentelijke eisen en wensen m.b.t. duurzaamheid zijn verwerkt. Basis hiervoor vormt de visie op een duurzame stedelijke ontwikkeling uit het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003. Deze visie omvat zes gidsprincipes die richting geven aan beleid, plannen en projecten.

 

·       Planmatige handhaving bestemmingsplannen buitengebied

Het Ministerie van VROM vraagt gemeenten in het kader van de monitoring van overheidsprestaties in het milieubeleid om informatie over de mate waarin bestemmingsplannen buitengebied planmatig worden gehandhaafd. In de gemeente Delft is hier slechts in beperkte mate sprake van. In situaties waarin geen sprake is van een bouwvergunning, bijvoorbeeld bij bestaande bebouwing en het buitengebied, wordt vrijwel alleen gecontroleerd naar aanleiding van klachten. Wanneer er wel sprake is van een bouwvergunning, hetzij voor nieuwbouw, hetzij voor verbouw, wordt intensief gecontroleerd op de naleving van deze vergunning. In de bouwvergunning speelt het bestemmingsplan een belangrijke rol.

 

 

Doelgroepen

 

·       Overtredingen bestemmingsplannen buitengebied

Het Ministerie van VROM vraagt gemeenten in het kader van de monitoring van overheidsprestaties in het milieubeleid om informatie over het aantal geconstateerde overtredingen van bepalingen in bestemmingsplannen buitengebied. Dergelijke overtredingen zijn niet geregistreerd.

 

 

Kwaliteit

Geen kwaliteitsindicatoren voor het thema Ruimte

 

 

4.2     Bouwen & Wonen

4.2.1     Indicatoren

 

Beleid

Geen beleidsindicatoren voor het thema Bouwen en Wonen.

 

 

Doelgroepen

 

·       Duurzame nieuwbouw

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duurzaam Bouwen in de Steigers, 1997): Duurzaam bouwen wordt de norm.

Resultaat

De gemeentelijke Verordening duurzaam bouwen is sinds 1 januari 2000 van kracht. Alle bouw­vergunning­aanvra­gen voor nieuw­bouw­­woningen die na deze datum zijn ingediend, zijn getoetst aan de verordening. Uiteindelijk voldeden alle ingediende bouwplannen.

 

Conclusie

100% van de bouwvergunning­aanvragen voor voldeed aan de Verordening duurzaam bouwen. Met het inwerking treden van de Verordening Duurzaam Bouwen is duurzaam bouwen (op een basisniveau) de norm geworden bij nieuwbouw.

 

 

·       Duurzame renovatie

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duurzaam Bouwen in de Steigers, 1997): Duurzaam bouwen wordt de norm. Standaard (ver)bouwt Delft milieubewust met aandacht voor woningen, gebouwen en de openbare ruimte op stedelijk, gebouw- en materiaalniveau.

 

Resultaat

Voor 90% van de renovatie-ingrepen is geen bouwvergunning vereist. Het is daarom moeilijk eisen te stellen aan de mate waarin een renovatie duurzaam wordt uitgevoerd. Om toch resultaten te boeken, werkt de gemeente aan een Convenant duurzaam renoveren/beheren met de woningcorporaties. In dit convenant worden afspraken gemaakt over duurzaam renoveren/beheren in brede zin (zie ook paragraaf 2.2.1).

 

Conclusie

-

 

 

·       Materiaalgebruik in rioolstelsel

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duurzaam Bouwen in de Steigers, 1997): bevorderen van het hergebruik van grondstoffen in de grond-, weg- en waterbouw (GWW).

 


Resultaat

De gemeente past in de riolering minder-milieubelastende materialen toe: gres (aardewerk) en gerecycled PVC. In 2001 bedroeg de totale lengte van het rioolstelsel in de woonomgeving ruim 329 kilometer. Hiervan bestond 37,8 kilometer uit gresrioolbuis en 11,1 kilometer uit rioolbuis vervaardigd van gerecycled PVC. In totaal was daarmee 15% van het rioolstelsel vervaardigd van minder milieubelastend materiaal.

 

Conclusie

Het percentage rioolbuis van minder-milieubelastend materiaal stijgt langzaam: van 13% in 1999 naar 15% in 2001.

 

 

Kwaliteit

Geen kwaliteitsindicatoren voor het thema Bouwen & Wonen.

 

 

4.3     Bodem

4.3.1     Ontwikkelingen in 2001

 

Zuidpoort

In het Zuidpoortgebied is een aanzienlijk herstructureringsproces aan de orde. Er is voorzien in de aanleg van winkels, woningen, een bioscoop en een discotheek. Verder komt er in het gebied een ondergrondse parkeergarage met ca. 840 bezoekersplaatsen. Een van de belangrijkste activiteiten in het Zuidpoortgebied in 2001 was de bodemsanering rondom theater de Veste. De voormalige gasfabriek heeft op gedeelten van de Asvest en het Vesteplein bodemverontreiniging achtergelaten. Voordat in dit gebied kabels en leidingen (om)gelegd konden worden voor de bouw van de parkeergarage, moest de bodem gesaneerd worden. Op de twee verontreinigde plekken werd de grond tot zo’n 5 meter diep uitgegraven.

In het najaar van 2001 was de sanering afgerond met als resultaat dat de door de gasfabriek veroorzaakte verontreiniging uit de bodem verwijderd was.

 

 

4.3.2     Indicatoren

 

Beleid

 

·       Sanering ondergrondse tanks

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Besluit Opslag Ondergrondse Tanks, 1998): Alle ondergrondse tanks die niet meer in gebruik zijn, zijn op 1 januari 1999 volgens de regels uit BOOT gesaneerd. Tanks die voor 1991 zijn gesaneerd, voldoen niet aan BOOT en moeten daarom gehersaneerd worden. Dit dient voor 1 juli 2001 afgerond te zijn.

 

Resultaat

Het aantal volgens BOOT gesaneerde tanks stijgt nog steeds. In 2001 zijn er 6 tanks gehersaneerd en 19 tanks verwijderd. Er zijn echter ook tanks aan de lijst van te saneren ondergrondse tanks toegevoegd. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om tanks waarvan het gebruik recentelijk is gestaakt, of waarvan niet bekend was dat ze niet meer in gebruik waren. Het percentage volgens BOOT gesaneerde tanks steeg daarom slechts 1% naar 87%. Alle nog te saneren tanks zijn voor 1991 al eens gesaneerd. De Actie Tankslag die in 1999 van start ging, richtte zich op de hersanering van deze tanks.


 


Conclusie

De actie Tankslag heeft het aantal nog te hersaneren aantal tanks verkleind. Een aantal tanks voldeed niet voor de gestelde termijn (1 juli 2001) aan het Besluit Opslag Ondergrondse Tanks. Per situatie bepaalt de gemeente of (handhavings)­actie ten aanzien van deze tanks noodzakelijk is.

 

 

doelgroepen

 

·       Hergebruik vrijgekomen grond

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duurzaam Bouwen in de Steigers, 1997): bevorderen van het hergebruik van grondstoffen in de grond-, weg- en waterbouw (GWW).

 


Resultaten

In 2001 is 2.359 m3 grond hergebruikt. 2.147 m3 hiervan was schone grond, 212 m3 was licht verontreinigde grond.

 

Conclusie

De totale hoeveelheid vrijgekomen grond is onbekend. Het is daarom niet mogelijk een uitspraak te doen over het percentage vrijgekomen grond dat is hergebruikt. Bovendien bepaalt de vraag naar grond de mogelijkheden voor hergebruik. Met andere woorden: als er geen behoefte is aan grond, kan het ook niet worden hergebruikt.

 

 

Kwaliteit

 

·       Bodemkwaliteitskaart

 

Doelstelling

De gemeente wil het hergebruik van licht verontreinigde of schone grond stimuleren. Hiertoe heeft de gemeenteraad in december 1999 een bodemkwaliteitskaart en een grondstromenplan vastgesteld. De bodemkwaliteitskaart geeft een globale indruk van de kwaliteit van de bovenste halve meter van de bodem. Het grondstromenplan geeft aan of en, zo ja, hoe deze bovengrond indien deze vrijkomt als bodem kan worden hergebruikt. De achtergrondkwaliteit van een zone bepaalt de kwaliteit van de grond die erin mag worden gebruikt: grond met een mindere kwaliteit dan de achtergrondkwaliteit mag er in principe niet worden toegepast. In de kaart zijn geen lokale, vaak ernstige bodemverontreinigingen (zie de volgende indicator) van inidividuele bronnen (bijvoorbeeld tankstations of bedrijven) verwerkt.

 

Resultaat

Zones waarbinnen de bovengrond sterk verontreinigd is, zijn de binnenstad en de omgeving van de Oostsingel en de Delfgauwseweg. Matige verontreiniging is aanwezig in de bovengrond rond de Rotterdamseweg, de Binnenwatersloot en het industriegebied Delft-Noord (Bodemkwaliteitskaart: zie volgende pagina).

 

 

                       

Conclusie

-

 

 

·       Locaties ernstige bodemverontreiniging

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Wet bodembescherming): de kwaliteit van de bodem voldoet aan de geldende normen. Locaties met meer dan 25 m3 sterk verontreinigde grond of meer dan 100 m3 sterk verontreinigd grondwater zijn gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Voor gevallen van ernstige bodemverontreiniging is de provincie bevoegd gezag.

 

Resultaten

In 2001 waren er 150 locaties met een geval van ernstige bodemverontreiniging bekend. Hierin zijn ook potentiële gevallen van ernstige bodemverontreiniging opgenomen. In 2001 zijn 11 locaties met ernstige bodemverontreiniging gesaneerd.

 

Conclusie

De gemeente streeft er naar nieuwe verontreinigingen van de bodem te voorkomen (stand-still-beginsel) en stimuleert, voorzover ze daar invloed op heeft, het saneren van verontreinigde locaties.

 

4.4     Energie

4.4.1     Ontwikkelingen in 2001

 

100 Delftsblauwe Daken voor doe-het-zelvers

Met het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 streeft de gemeente naar het realiseren van een zo groot mogelijke besparing op het energiegebruik in de stad. De resterende vraag naar energie tracht ze zo veel mogelijk te dekken uit duurzame bronnen. Een van die bronnen is zonne-energie. PV-zonnepanelen zetten zonlicht om in elektriciteit. Het koepelproject ‘100 Delftsblauwe daken’ heeft als doel de toepassing van PV-panelen in de bestaande bouw te stimuleren. In tien deelprojecten is dit concreet uitgewerkt op uiteenlopende manieren. Een van de deelprojecten is de actie ‘100 Delftsblauwe daken voor doe-het-zelvers’.De gemeente Delft, Eneco energie Delfland en het Delfts Energie Agentschap (DEA) namen in 2001 het initiatief voor deze actie. De actie startte begin juli 2001. Vanaf dat moment bestelden meer dan 1100 Delftse huishoudens het informatiepakket bij Beldezon, de organisatie die de actie grotendeels uitvoerde. Uiteindelijk bestelden binnen een maand 400 huishoudens samen meer dan 1000 zonnepanelen. Een voor Nederland ongekend succes. Bijna 3% van alle Delftse koopwoningen is door de actie voorzien van een Delftsblauw dak. De zonnepanelen hebben een gezamenlijk oppervlak van 1330 m2 en een totaal vermogen van 160 kWp. De verwachte totale jaaropbrengst komt hiermee uit op maar liefst 130 MWh aan elektriciteit. Bij de huidige tarieven komt dit neer op een gezamenlijke besparing van ongeveer € 22.000

 

 

4.4.2     Indicatoren

 

Beleid

 

Geen beleidsindicatoren voor het thema Energie

 

Doelgroep

 

·       Energieverbruik huishoudens

·       Energieverbruik bedrijven/instellingen

·       CO2-emmissies huishoudens, bedrijven/instellingen

·       Duurzame energie

·       Energieprofiel Delft

 

Het vergaren van informatie over het energieverbruik van doelgroepen vormt in toenemende mate een probleem, mede veroorzaakt door de het liberaliseren van de markt voor groene stroom en stroom voor grootverbruikers. Eneco energie Delfland kan geen verbruikscijfers aanleveren voor de jaren vanaf 2000.

 

Het Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan (besluitvorming: eind 2002) doet een voorstel voor de wijze waarop de gemeente in de komende jaren tracht te voorzien in een beeld van het energieverbruik in Delft, het aandeel van duurzame energie hierin en de resulterende CO2-uitstoot.

Voor het in beeld brengen van het aandeel duurzame energie wordt het volgende voorgesteld (zie ook paragraaf 2.2.6): het Delfts Energie Agentschap (DEA) opdracht verlenen om de hoeveelheid opgewekte duurzame energie in Delft in kaart te brengen als onderdeel van de (deels door de gemeente gefinancierde) doorstart van DEA.

 

 


·       EPN nieuwbouwwoningen

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling: alle nieuwbouwwoningen voldoen aan de geldende energieprestatienorm (EPN). In 2001 was de EPC voor nieuwbouwwoningen 1,0. De EPC (energieprestatie­coëfficiënt) is een maat voor de hoeveelheid energie die een gebouw of woning verbruikt. Via het duurzaam bouwen beleid stimuleert de gemeente bouwers te komen tot een lagere EPC.

 

Resultaat

In 2001 verleende de gemeente bouwvergunningen voor in totaal 107 nieuwbouw­woningen c.q. -wooneenheden. Voor 29 woningen is de opgegeven EPC 1,0. Voor 79 woningen (aan de Zuidwal) wordt gestreefd naar een scherpere EPC van 0,8. De gemiddelde EPC van alle nieuwbouwwoningen waarvoor een bouwvergunning is verleend in 2001 is daarmee 0,85.

 

Conclusie

De landelijke EPN wordt voor alle nieuwe woonruimten gehaald.

 

 

·       EPN nieuwbouw utiliteitsgebouwen

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling: alle nieuwe utiliteitsgebouwen voldoen aan de norm voor utiliteitsgebouwen. Bij utiliteitsbouw is meestal sprake van een verzameling van gebouwtypen. Getoetst wordt aan een samengestelde EPN-index op basis van de EPN’s voor de verschillende gebouwtypen. Eis is een EPN-index <1,0.

 

Resultaat

In 2000 werd een bouwvergunning verleend voor negen utiliteitsgebouwen. De energieprestatiecoëfficiënt van acht gebouwen voldeed precies aan de geldende norm. Voor de utiliteitsbouw in het Zuidpoortgebied wordt een scherpere EPC-index nagestreefd van 0,65. De gemiddelde EPC-index van alle utiliteitsgebouwen waarvoor een bouwvergunning is verleend in 2001 is daarmee 0,96.

 

Conclusie

De landelijke doelstelling wordt gehaald.

 

 

Kwaliteit

Geen kwaliteitsindicatoren voor het thema Energie.