·
In 2001 werden
de gemeente en IKEA het eens over uitbreiding van het concern. In de plannen
rondom de uitbreiding is o.a. voorzien van (compenserende) maatregelen op het
gebied van ecologie.
·
15% van het
rioolstelsel is vervaardigd van minder-milieubelastend materiaal.
·
De bodem ter
plaatse van de Asvest en het Vesteplein (Zuidpoortgebied) is gesaneerd.
·
In 2001 werden
11 locaties met ernstige bodemverontreiniging gesaneerd.
·
Een groot deel
van alle ondergrondse tanks voldeed in 2001 aan het Besluit Opslag Ondergrondse
Tanks.
·
De actie ‘100
Delftsblauwe Daken voor doe-het-zelvers’ was een ongekend succes en resulteerde
in meer dan 1000 nieuwe zonnepanelen in Delft.
·
Voor de
woningen en het utiliteitsgebouw die in het Zuidpoortgebied worden gerealiseerd
(en waarvoor in 2001 een bouwvergunning is afgegeven), worden scherpe EPC’s
nagestreefd.
Delftse Opknapkaravaan
In 2000 en 2001 trok een
Opknapkaravaan door de Delftse wijken. Doel van de Opknapkaravaan was de wijken
heel, schoon en veilig te maken. Dit gebeurde o.a. door de straten extra te
vegen, het groen in de wijk te verzorgen, hondenpoep op te ruimen, losliggende
stoeptegels recht te leggen en graffiti te verwijderen. Bewoners die vonden dat
bepaalde zaken in hun wijk gerepareerd of opgeknapt moesten worden, konden een
week lang de karavaan bezoeken op een vaste plek in de wijk. Het project werd
bekostigd van het geld dat is vrijgekomen door de verkoop van aandelen van het
Elektriciteitsbedrijf Zuid-Holland (EZH). De Opknapkaravaan blijft bestaan ,
maar in een andere vorm als onderdeel van het EZH-project ‘Investeren in de
wijken’.
Uitbreiding IKEA
De gemeente Delft en IKEA
werden het in 2001 eens over een uitbreiding van het concern in zuidelijke
richting, op het terrein van de voormalige vuilstortplaats. Hiertoe wordt de
bestemming van de locatie gewijzigd van een recreatiebestemming in een
bedrijfsbestemming. Hiermee komt de gemeente tegemoet aan de wensen van IKEA
zonder de omringende natuurgebieden aan te tasten. IKEA is voor Delft een
belangrijke bron van economische activiteit.
In 1998 gaf IKEA aan te
willen uitbreiden. Uit een eerste inventarisatie bleek dat de mogelijkheden in
de directe omgeving zeer beperkt waren, omdat IKEA omringd wordt door
natuurgebieden. Binnen de bestaande bedrijfsruimte bestonden voor IKEA echter
ook te weinig mogelijkheden. De gemeente is daarop de mogelijkheid om uit te
breiden op de voormalige vuilstort verder gaan onderzoeken. Uit milieutechnisch
onderzoek bleek dat bouwen en parkeren op de voormalige vuilstort onder
voorwaarden mogelijk is.
Bij het realiseren van het
nieuwe bedrijfsterrein worden maatregelen genomen om het toekomstige deel van
IKEA aan het zicht van het achtergebied te onttrekken. De bebouwing wordt ook
voorzien van ecologische elementen als voorzieningen voor vogels en
vleermuizen. Voor het verlies van de ongeveer 4 hectare natuur- en
recreatiegebied worden elders in of rond Delft compenserende investeringen
gedaan.
De daadwerkelijke uitbreiding
van IKEA kan naar verwachting in 2005 starten. Na de uitbreiding is IKEA Delft
anderhalf keer zo groot. Omdat het grote verkeersaanbod van de A13 momenteel
een knelpunt is, zal met de uitbreiding ook de verkeersafwikkeling grondig
worden aangepast.
Beleid
· Nationaal pakket duurzame stedenbouw
Het Ministerie van VROM
vraagt gemeenten in het kader van de monitoring van overheidsprestaties in het
milieubeleid om informatie over het aantal bestemmingsplannen dat is getoetst
aan het Nationaal Pakket Duurzame Stedenbouw. Tot op heden worden
bestemmingsplannen in de gemeente Delft niet getoetst aan dit pakket. Dit
betekent niet dat duurzaamheidsaspecten niet worden verwerkt in de
bestemmingsplannen. De toelichting op het bestemmingsplan bevat een
duurzaamheidsparagraaf, waarin gemeentelijke eisen en wensen m.b.t.
duurzaamheid zijn verwerkt. Basis hiervoor vormt de visie op een duurzame
stedelijke ontwikkeling uit het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003. Deze visie
omvat zes gidsprincipes die richting geven aan beleid, plannen en projecten.
· Planmatige handhaving bestemmingsplannen
buitengebied
Het Ministerie van
VROM vraagt gemeenten in het kader van de monitoring van overheidsprestaties in
het milieubeleid om informatie over de mate waarin bestemmingsplannen
buitengebied planmatig worden
gehandhaafd. In de gemeente Delft is
hier slechts in beperkte mate sprake van. In situaties waarin geen sprake is
van een bouwvergunning, bijvoorbeeld bij bestaande bebouwing en het
buitengebied, wordt vrijwel alleen gecontroleerd naar aanleiding van klachten.
Wanneer er wel sprake is van een bouwvergunning, hetzij voor nieuwbouw, hetzij
voor verbouw, wordt intensief gecontroleerd op de naleving van deze vergunning.
In de bouwvergunning speelt het bestemmingsplan een belangrijke rol.
Doelgroepen
· Overtredingen bestemmingsplannen
buitengebied
Het
Ministerie van VROM vraagt gemeenten in het kader van de monitoring van
overheidsprestaties in het milieubeleid om informatie over het aantal
geconstateerde overtredingen van bepalingen in bestemmingsplannen buitengebied.
Dergelijke overtredingen zijn niet geregistreerd.
Kwaliteit
Geen kwaliteitsindicatoren voor het thema Ruimte
Beleid
Geen
beleidsindicatoren voor het thema Bouwen en Wonen.
Doelgroepen
· Duurzame nieuwbouw
Doelstelling
Doelstelling
gemeente (Duurzaam Bouwen in de Steigers, 1997): Duurzaam bouwen wordt de norm.
Resultaat
De gemeentelijke Verordening duurzaam bouwen is sinds 1 januari 2000 van
kracht. Alle bouwvergunningaanvragen voor nieuwbouwwoningen die na deze
datum zijn ingediend, zijn getoetst aan de verordening. Uiteindelijk voldeden
alle ingediende bouwplannen.
Conclusie
100% van de
bouwvergunningaanvragen voor voldeed aan de Verordening duurzaam bouwen. Met
het inwerking treden van de Verordening Duurzaam Bouwen is duurzaam bouwen (op
een basisniveau) de norm geworden bij nieuwbouw.
· Duurzame renovatie
Doelstelling
Doelstelling
gemeente (Duurzaam Bouwen in de Steigers, 1997): Duurzaam bouwen wordt de norm.
Standaard (ver)bouwt Delft milieubewust met aandacht voor woningen, gebouwen en
de openbare ruimte op stedelijk, gebouw- en materiaalniveau.
Resultaat
Voor 90% van de
renovatie-ingrepen is geen bouwvergunning vereist. Het is daarom moeilijk eisen
te stellen aan de mate waarin een renovatie duurzaam wordt uitgevoerd. Om toch
resultaten te boeken, werkt de gemeente aan een Convenant duurzaam
renoveren/beheren met de woningcorporaties. In dit convenant worden afspraken
gemaakt over duurzaam renoveren/beheren in brede zin (zie ook paragraaf 2.2.1).
Conclusie
-
· Materiaalgebruik in rioolstelsel
Doelstelling
Doelstelling
gemeente (Duurzaam Bouwen in de Steigers, 1997): bevorderen van het hergebruik
van grondstoffen in de grond-, weg- en waterbouw (GWW).
Resultaat
De gemeente past in
de riolering minder-milieubelastende materialen toe: gres (aardewerk) en
gerecycled PVC. In 2001 bedroeg de totale lengte van het rioolstelsel in de
woonomgeving ruim 329 kilometer. Hiervan bestond 37,8 kilometer uit
gresrioolbuis en 11,1 kilometer uit rioolbuis vervaardigd van gerecycled PVC.
In totaal was daarmee 15% van het rioolstelsel vervaardigd van minder
milieubelastend materiaal.
Conclusie
Het percentage
rioolbuis van minder-milieubelastend materiaal stijgt langzaam: van 13% in 1999
naar 15% in 2001.
Kwaliteit
Geen
kwaliteitsindicatoren voor het thema Bouwen & Wonen.
Zuidpoort
In het Zuidpoortgebied is
een aanzienlijk herstructureringsproces aan de orde. Er is voorzien in de
aanleg van winkels, woningen, een bioscoop en een discotheek. Verder komt er in
het gebied een ondergrondse parkeergarage met ca. 840 bezoekersplaatsen. Een van de belangrijkste activiteiten in het
Zuidpoortgebied in 2001 was de bodemsanering rondom theater de Veste. De
voormalige gasfabriek heeft op gedeelten van de Asvest en het Vesteplein
bodemverontreiniging achtergelaten. Voordat in dit gebied kabels en leidingen
(om)gelegd konden worden voor de bouw van de parkeergarage, moest de bodem
gesaneerd worden. Op de twee verontreinigde plekken werd de grond tot zo’n 5
meter diep uitgegraven.
In
het najaar van 2001 was de sanering afgerond met als resultaat dat de door de
gasfabriek veroorzaakte verontreiniging uit de bodem verwijderd was.
Beleid
· Sanering ondergrondse tanks
Doelstelling
Landelijke
doelstelling (Besluit Opslag Ondergrondse Tanks, 1998): Alle ondergrondse tanks
die niet meer in gebruik zijn, zijn op 1 januari 1999 volgens de regels uit
BOOT gesaneerd. Tanks die voor 1991 zijn gesaneerd, voldoen niet aan BOOT en
moeten daarom gehersaneerd worden. Dit dient voor 1 juli 2001 afgerond te zijn.
Het aantal volgens BOOT
gesaneerde tanks stijgt nog steeds. In 2001 zijn er 6 tanks gehersaneerd en 19
tanks verwijderd. Er zijn echter ook tanks aan de lijst van te saneren
ondergrondse tanks toegevoegd. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om tanks waarvan
het gebruik recentelijk is gestaakt, of waarvan niet bekend was dat ze niet
meer in gebruik waren. Het percentage volgens BOOT gesaneerde tanks steeg
daarom slechts 1% naar 87%. Alle nog te saneren tanks zijn voor 1991 al eens
gesaneerd. De Actie Tankslag die in 1999 van start ging, richtte zich op de
hersanering van deze tanks.
Conclusie
De
actie Tankslag heeft het aantal nog te hersaneren aantal tanks verkleind. Een
aantal tanks voldeed niet voor de gestelde termijn (1 juli 2001) aan het
Besluit Opslag Ondergrondse Tanks. Per situatie bepaalt de gemeente of
(handhavings)actie ten aanzien van deze tanks noodzakelijk is.
doelgroepen
· Hergebruik vrijgekomen grond
Doelstelling
Doelstelling
gemeente (Duurzaam Bouwen in de Steigers, 1997): bevorderen van het hergebruik
van grondstoffen in de grond-, weg- en waterbouw (GWW).
Resultaten
In 2001 is 2.359 m3
grond hergebruikt. 2.147 m3 hiervan was schone grond, 212 m3
was licht verontreinigde grond.
Conclusie
De totale
hoeveelheid vrijgekomen grond is onbekend. Het is daarom niet mogelijk een
uitspraak te doen over het percentage vrijgekomen grond dat is
hergebruikt. Bovendien bepaalt de vraag naar grond de mogelijkheden voor
hergebruik. Met andere woorden: als er geen behoefte is aan grond, kan het ook
niet worden hergebruikt.
Kwaliteit
· Bodemkwaliteitskaart
Doelstelling
De gemeente wil het
hergebruik van licht verontreinigde of schone grond stimuleren. Hiertoe heeft
de gemeenteraad in december 1999 een bodemkwaliteitskaart en een
grondstromenplan vastgesteld. De bodemkwaliteitskaart geeft een globale indruk
van de kwaliteit van de bovenste halve meter van de bodem. Het grondstromenplan
geeft aan of en, zo ja, hoe deze bovengrond indien deze vrijkomt als bodem kan
worden hergebruikt. De achtergrondkwaliteit van een zone bepaalt de kwaliteit
van de grond die erin mag worden gebruikt: grond met een mindere kwaliteit dan
de achtergrondkwaliteit mag er in principe niet worden toegepast. In de kaart
zijn geen lokale, vaak ernstige bodemverontreinigingen (zie de volgende
indicator) van inidividuele bronnen (bijvoorbeeld tankstations of bedrijven)
verwerkt.
Resultaat
Zones waarbinnen de
bovengrond sterk verontreinigd is, zijn de binnenstad en de omgeving van de
Oostsingel en de Delfgauwseweg. Matige verontreiniging is aanwezig in de
bovengrond rond de Rotterdamseweg, de Binnenwatersloot en het industriegebied
Delft-Noord (Bodemkwaliteitskaart: zie volgende pagina).
Conclusie
-
· Locaties ernstige bodemverontreiniging
Doelstelling
Landelijke
doelstelling (Wet bodembescherming): de kwaliteit van de bodem voldoet aan de
geldende normen. Locaties met meer dan 25 m3 sterk verontreinigde
grond of meer dan 100 m3 sterk verontreinigd grondwater zijn
gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Voor gevallen van ernstige
bodemverontreiniging is de provincie bevoegd gezag.
Resultaten
In 2001 waren er
150 locaties met een geval van ernstige bodemverontreiniging bekend. Hierin
zijn ook potentiële gevallen van ernstige bodemverontreiniging opgenomen. In
2001 zijn 11 locaties met ernstige bodemverontreiniging gesaneerd.
Conclusie
De gemeente streeft
er naar nieuwe verontreinigingen van de bodem te voorkomen
(stand-still-beginsel) en stimuleert, voorzover ze daar invloed op heeft, het
saneren van verontreinigde locaties.
100 Delftsblauwe Daken voor doe-het-zelvers
Met
het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 streeft de gemeente naar het realiseren
van een zo groot mogelijke besparing op het energiegebruik in de stad. De
resterende vraag naar energie tracht ze zo veel mogelijk te dekken uit duurzame
bronnen. Een van die bronnen is zonne-energie. PV-zonnepanelen zetten zonlicht
om in elektriciteit. Het koepelproject ‘100 Delftsblauwe daken’ heeft als doel
de toepassing van PV-panelen in de bestaande bouw te stimuleren. In tien
deelprojecten is dit concreet uitgewerkt op uiteenlopende manieren. Een van de
deelprojecten is de actie ‘100 Delftsblauwe daken voor doe-het-zelvers’.De
gemeente Delft, Eneco energie Delfland en het Delfts Energie Agentschap (DEA)
namen in 2001 het initiatief voor deze actie. De actie startte begin juli 2001.
Vanaf dat moment bestelden meer dan 1100 Delftse huishoudens het
informatiepakket bij Beldezon, de organisatie die de actie grotendeels
uitvoerde. Uiteindelijk bestelden binnen een maand 400 huishoudens samen meer
dan 1000 zonnepanelen. Een voor Nederland ongekend succes. Bijna 3% van alle
Delftse koopwoningen is door de actie voorzien van een Delftsblauw dak. De
zonnepanelen hebben een gezamenlijk oppervlak van 1330 m2 en een
totaal vermogen van 160 kWp. De verwachte totale jaaropbrengst komt hiermee uit
op maar liefst 130 MWh aan elektriciteit. Bij de huidige tarieven komt dit neer
op een gezamenlijke besparing van ongeveer € 22.000
Beleid
Geen beleidsindicatoren voor het thema Energie
Doelgroep
· Energieverbruik huishoudens
· Energieverbruik bedrijven/instellingen
· CO2-emmissies huishoudens,
bedrijven/instellingen
· Duurzame energie
· Energieprofiel Delft
Het vergaren van informatie over het energieverbruik van doelgroepen
vormt in toenemende mate een probleem, mede veroorzaakt door de het liberaliseren
van de markt voor groene stroom en stroom voor grootverbruikers. Eneco energie
Delfland kan geen verbruikscijfers aanleveren voor de jaren vanaf 2000.
Het Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan (besluitvorming: eind 2002) doet een
voorstel voor de wijze waarop de gemeente in de komende jaren tracht te
voorzien in een beeld van het energieverbruik in Delft, het aandeel van
duurzame energie hierin en de resulterende CO2-uitstoot.
Voor het in beeld brengen van het aandeel duurzame energie wordt het
volgende voorgesteld (zie ook paragraaf 2.2.6): het Delfts Energie Agentschap
(DEA) opdracht verlenen om de hoeveelheid opgewekte duurzame energie in Delft
in kaart te brengen als onderdeel van de (deels door de gemeente gefinancierde)
doorstart van DEA.
· EPN nieuwbouwwoningen
Doelstelling
Landelijke
doelstelling: alle nieuwbouwwoningen voldoen aan de geldende
energieprestatienorm (EPN). In 2001 was de EPC voor nieuwbouwwoningen 1,0. De
EPC (energieprestatiecoëfficiënt) is een maat voor de hoeveelheid energie die
een gebouw of woning verbruikt. Via het duurzaam bouwen beleid stimuleert de
gemeente bouwers te komen tot een lagere EPC.
Resultaat
In
2001 verleende de gemeente bouwvergunningen voor in totaal 107 nieuwbouwwoningen
c.q. -wooneenheden. Voor 29 woningen is de opgegeven EPC 1,0. Voor 79 woningen
(aan de Zuidwal) wordt gestreefd naar een scherpere EPC van 0,8. De gemiddelde
EPC van alle nieuwbouwwoningen waarvoor een bouwvergunning is verleend in 2001
is daarmee 0,85.
Conclusie
De
landelijke EPN wordt voor alle nieuwe woonruimten gehaald.
· EPN nieuwbouw utiliteitsgebouwen
Doelstelling
Landelijke
doelstelling: alle nieuwe utiliteitsgebouwen voldoen aan de norm voor
utiliteitsgebouwen. Bij utiliteitsbouw is meestal sprake van een verzameling
van gebouwtypen. Getoetst wordt aan een samengestelde EPN-index op basis van de
EPN’s voor de verschillende gebouwtypen. Eis is een EPN-index <1,0.
Resultaat
In 2000 werd een
bouwvergunning verleend voor negen utiliteitsgebouwen. De
energieprestatiecoëfficiënt van acht gebouwen voldeed precies aan de geldende
norm. Voor de utiliteitsbouw in het Zuidpoortgebied wordt een scherpere
EPC-index nagestreefd van 0,65. De gemiddelde EPC-index van alle
utiliteitsgebouwen waarvoor een bouwvergunning is verleend in 2001 is daarmee
0,96.
Conclusie
De landelijke
doelstelling wordt gehaald.
Kwaliteit
Geen
kwaliteitsindicatoren voor het thema Energie.