Aan: College van B&W gemeente
Delft
Van: O. Toepoel
De gemeente
heeft in een collegebesluit van B&W de voorkeur uitgesproken voor de inkoop
van elektriciteit op basis van één van de drie onderstaande inkoopvarianten:
Variant I 84,5% grijze elektriciteit voor
vrije aansluitingen (perceel A)
9,5% certificaten
windenergie (perceel B2)
15,5% beschermd Eneco
dan wel duurzame elektriciteit (perceel B1)
Variant II 80% waterkrachtenergie
9,5% windenergie
10,5% biomassa
Variant III 50% waterkrachtenergie
9,5% windenergie
40,5% biomassa
De gemeente
streeft naar het realiseren van één van deze varianten. De gemeente zal voor
variant II en III op basis van de aanbiedingen een optimale verdeling van de
groencertificaten maken over de aansluitingen.
Het
gunningscriterium is voor perceel A de economisch voordeligste aanbieding voor
de gemeente Delft, als volgt gespecificeerd in volgorde van belangrijkheid:
1. De
laagst gesommeerde kosten voor de gemeente Delft voor de elektriciteitslevering
over de periode 01-01-2003 tot en met 31-12-2003, inclusief de gevraagde
diensten. (wegingsfactor middel)
2. De
mate van acceptatie van het bij het bestek gevoegde model leveringsovereenkomst
(wegingsfactor laag).
3. De compleetheid van de aanbieding
(wegingsfactor laag).
Het
gunningscriterium is voor perceel B de economisch voordeligste aanbieding voor
de gemeente Delft, als volgt gespecificeerd in volgorde van belangrijkheid:
1. De
laagst gesommeerde kosten voor de gemeente Delft voor de elektriciteitslevering
over de periode 01-01-2003 tot en met 31-12-2003, inclusief de gevraagde
diensten (wegingsfactor middel).
2. De mate van vergroening van de vrije
elektriciteitsaansluitingen (wegingsfactor laag).
3. De
mate van acceptatie van het bij het bestek gevoegde model
leveringsovereenkomst. (wegingsfactor laag).
4. De compleetheid van de aanbieding
(wegingsfactor laag).
Er zal één
leverancier voor de levering van grijze elektriciteit en één leverancier voor
de levering van duurzame elektriciteit worden gekozen. De gemeente geeft er de voorkeur aan dat er
gegund wordt aan één leverancier voor beide percelen. Bij gunning aan meerdere
leveranciers dient dit te leiden tot substantieel lagere kosten.
De
berekening van de laagst gesommeerde kosten is op basis van de leveringskosten
inclusief kosten voor regulerende energiebelasting.
Wegingsfactor
laag houdt in een weegfactor van 1 tot 3 punten, wegingsfactor middel houdt in
een weegfactor van 4-6 punten.
Voorbehoud 1 De gemeente Delft behoudt zich het
recht voor de levering voor één of meerdere aansluitingen niet te gunnen indien
er juridische problemen rijzen ten aanzien van de overdracht van de
programma-verantwoordelijkheid. De leverancier kan hier geen rechten aan
verlenen.
Geen
gevolgen voor vergelijking aanbiedingen.
Voorbehoud 2 De gemeente Delft behoudt zich het
recht voor de levering van Duurzame Elektriciteit (deels) niet te gunnen indien
de leveringskosten hoger zijn dan de huidige beschermde tarieven voor
niet-duurzame elektriciteit van Eneco Energie voor beschermde aansluitingen
voor het jaar 2002 (perceel B1).
De totale leveringskosten voor de
beschermde aansluitingen Eneco bedragen over het jaar 2002 € 67.000,-. Alle
leverancier bieden voor duurzame elektriciteit een lager bedrag aan. Derhalve
worden de beschermde aansluitingen meegenomen.
Voorbehoud 3 De gemeente Delft behoudt zich het
recht voor de levering van groencertificaten (deels) niet te gunnen, indien de
netto kosten voor de gemeente hoger zijn dan 1,2 €cent per kWh of indien er nog
onvoldoende duidelijkheid is over de REB in het jaar 2003. (perceel B2)
Van de
aanbiedingen voor variant I (9,5% windenergie) voldoet alleen bij leverancier 4
aan dit voorbehoud. Bij andere aanbieders bedragen meerkosten ongeveer € 0,02.
Overigens is de aanbieding van leverancier 4 voor variant II lager dan voor
variant I. Derhalve wordt variant I niet verder meegenomen in de vergelijking
van de aanbiedingen.
Voorbehoud 4 De gemeente Delft behoudt zich het
recht voor de levering van groencertificaten indien de kosten voor de levering
van groencertificaten meer bedragen dan:
In variant I ten hoogste € 9.000,-
In variant II ten hoogste € 37.000,-
In variant III ten hoogste €
100.000,-