Ten
behoeve van de evaluatie van het effect van het in oktober 2001 in Olofsbuurt –
Westerkwartier ingevoerde parkeerbeleid, zijn drie onderzoeken uitgevoerd:
·
Rapport o.b.v. enquête “Vergunning parkeren West schil 2002”, augustus
2002, gemeente Delft, vakteam Onderzoek en Statistiek;
·
Bewonersenquête “Parkeren toen en nu”, september 2002,
Belangenvereniging Olofsbuurt – Westerkwartier (BVOW);
·
“Parkeeronderzoek Westerkwartier en Olofsbuurt 2000, nameting”, juli
2002, Grontmij (in opdracht van de gemeente Delft).
Het
college van burgemeester en wethouders heeft op 17 september 2002 besloten deze
rapporten, te samen met het gespreksverslag van het gemeentelijk overleg met de
BVOW ter kennisname toe te zenden aan
de raad. Daarnaast heeft het college
besloten dat de gemeente samen met de BVOW de eigenlijke evaluatie opstelt en
deze in december 2002 ter kennisname brengt van de raadscommissie Duurzaamheid.
Reeds
vooruitlopend op deze gezamenlijke evaluatie heeft het college op 17 september
ook vastgelegd dat de gemeente zich zeer zal inspannen om de extra parkeerplaatsen voor einde 2003
gerealiseerd te hebben, voor zover dit gezien de daadwerkelijke acceptatie bij
direct belanghebbenden en de vereiste zorgvuldigheid mogelijk is; alsmede dat
met de BVOW het voorstel tot intrekking van het ochtendblok en de introductie
van een blok op zaterdagmiddag zal worden besproken en de resultaten van dit
gesprek bij de bespreking van de evaluatie in de commissie Duurzaamheid zal
worden betrokken. Tenslotte heeft het college besloten om na de bespreking van
de evaluatie in de commissie Duurzaamheid, welke gepland staat voor december
aanstaande, het raadsvoorstel voor aanpassing van de parkeerverordening op te laten
stellen.
Op
1 oktober 2002 zijn de onderzoeksrapporten alsmede het collegebesluit besproken
in de raadscommissie Duurzaamheid. De commissie, behoudens de raadsfracties van
FRIS en CDA adviseerde overeenkomstig het collegebesluit.
Op
2 oktober jl. hebben ambtenaren van de gemeente Delft (vakteams Mobiliteit en
TOR, alsmede de wijkcoördinator) overleg gevoerd met het bestuur van de belangenvereniging BVOW. In
dit overleg is overeengekomen dat de evaluatie zal bestaan uit de drie eerder
genoemde onderzoeksrapporten, voorzien van een oplegnotitie met gezamenlijk te
formuleren conclusies en aanbevelingen ter verbetering. Tevens is besloten dat
de oplegnotitie in concept door de gemeente wordt opgesteld en vervolgens met de
BVOW wordt besproken en vastgesteld. Ter voorbereiding van de conceptnotitie is
in het gesprek van 2 oktober het functioneren van het parkeerbeleid inhoudelijk
besproken. Daarnaast heeft wethouder Grashoff op 27 september samen met enkele
ambtenaren, bestuursleden van BVOW en belangstellende buurtbewoners een
rondgang door de buurt gemaakt om ter plaatse de problematiek en consequenties
rond de feitelijke realisatie van de
extra parkeerplaatsen vast te stellen.
Op
basis van de drie rapporten stellen de belangenvereniging BVOW en voornoemde
vakteams van de gemeente Delft het volgende vast:
1.
De drie rapporten geven gezamenlijk een getrouw beeld van de feitelijke
parkeersituatie in de Olofsbuurt en Westerkwartier.
2.
Over het geheel genomen heeft het vergunningparkeren een positief effect
op de parkeersituatie voor bewoners. De navolgende enquêtecijfers (rapport
gemeente Delft, diverse staatjes) zijn hiertoe een indicatie:
Het percentage autobezitters dat
·
vindt dat er voldoende parkeerplaatsen zijn is toegenomen van 16% naar
50%;
·
minder dan 100 meter van huis kan parkeren is toegenomen van 49% naar
59%
·
tussen 1 en 5 minuten een parkeerplaats heeft gevonden is toegenomen van
55% naar 74%
Het percentage huishoudens dat
·
vindt dat de stoep dagelijks moeilijk begaanbaar is, is afgenomen van
47% naar 34%;
·
last heeft van geparkeerde auto’s op de stoep is afgenomen van 59% naar
35%
In het evaluatierapport van BVOW blijkt het
positieve effect op de parkeersituatie van de bewoners wat minder sterk.
3.
Voor de situatie overdag heeft de invoering van het regime tot een
aanmerkelijke verbetering van de parkeersituatie gezorgd. (rapport Grontmij,
blz. 19). De invoering van het parkeerregime heeft overdag een duidelijke
daling van de parkeerdruk opgeleverd, vooral in gebieden (nabij station) waar
voorheen overdag een hoge parkeerdruk gold. Echter geconcludeerd dient te
worden dat de parkeerdruk in de avond toeneemt. In de avond en de nacht heeft
het parkeerregime geen significante verlaging van de parkeerdruk opgeleverd.
4.
Geconcludeerd moet worden dat een groot aantal voertuigen tijdens de
geldigheidstijden toch zonder kaartje parkeren; dat de bezoekerskaart
regelmatig wordt gebruikt doch dat dit gebruik slechts een zeer beperkt aandeel
van de beschikbare parkeercapaciteit vereist; en dat het gebruik van
mixplaatsen door voertuigen met een kaartje gering is en eveneens een zeer
beperkt aandeel van de beschikbare parkeercapaciteit vereist. (rapport
Grontmij, blz. 19 ). De bewoners zijn van mening dat er onvoldoende
gecontroleerd wordt in de wijk.
5.
Hoewel de meerderheid der bewoners neutraal tot positief denkt over de
proef, is de beleving van de effecten van het vergunningparkeren verschillend
per deelgebied. Het eindoordeel over het vergunningparkeren per deelgebied
(rapport BVOW, grafiek 58) is hiertoe een indicatie:
“Voorkant” Olofsbuurt 20% is negatief over de proef;
“Achterkant” Olofsbuurt 40% is negatief over de proef;
“Voorkant” Westerkwartier 45% is negatief
over de proef;
“Achterkant” Westerkwartier 50% is negatief
over de proef;
waarbij met ‘de proef’ het parkeerregime in huidige
vorm bedoeld wordt.
6.
Alleen in deelgebied ‘“Voorkant”
Olofsbuurt’ bestaat volgens de enquête van de BVOW een meerderheid om het
systeem zonder aanpassing voort te zetten. Aanpassing van het systeem op de
onderdelen: herziening bloktijden en flexibilisering en verbetering van de
handhaving, kan er toe leiden dat een groter gedeelte van OBWK een positieve
houding ten opzicht van het parkeerregime krijgt.
7.
BVOW is van mening dat het parkeerregime overdag een positief effect
heeft. In de avonduren werkt het echter niet goed. Dit is tevens het grootste
grief van de bewoners. Immers een van de voornaamste redenen om vóór het
systeem te zijn is een oplossing voor de parkeerdruk in de avonduren.
De conclusie uit het onderzoek van BVOW is dan ook
dat het systeem marginaal werkt. Er is daarom geen meerderheid te vinden voor
afschaffing van het systeem, maar ook geen meerderheid voor handhaving. De
buurtbewoners wachten af tot duidelijk is gebleken of het regime wel of niet
werkt.
De
belangenvereniging BVOW en de genoemde vakteams van de gemeente Delft doen op
basis van de drie rapporten, alsmede de eerder getrokken conclusies aan het
college alsmede de raad der gemeente de volgende aanbevelingen:
1.
Het verdient aanbeveling de aanpassing van de bloktijden en wijziging
van de handhavingstrategie reeds tijdens de voortzetting van de proef (periode
1 januari 2003 – 1 oktober 2003), door te voeren en eventuele resultaten van
deze wijziging in de afweging tot wijziging van de verordening te betrekken.
2.
Het verdient aanbeveling het ochtendblok te laten te laten vervallen,
het avondblok op te trekken naar 22.00 uur en een zaterdagmiddagblok in te
voeren. Daarom is in het raadsvoorstel van oktober al voorgesteld de volgende
bloktijden te hanteren:
maandag t/m vrijdag van 16.00 uur tot 22.00 uur,
zaterdag van 12.00 uur tot 20.00 uur.
3.
Aanbevolen is om inzake de handhaving over te gaan tot projectmatige
controle, deze controle moet goed zichtbaar zijn en strikt worden uitgevoerd.
Hierbij moeten meerdere mensen gelijktijdig in worden gezet. Een afgevaardigde
van de BVOW zal een aantal malen met de controleurs meelopen. Verwacht wordt
dat dit naar de buurt toe draagvlak vergrotend werkt.
4.
Aanbevolen wordt de genoemde vakteams van de gemeente en de BVOW
gelegenheid te bieden voorafgaand aan de bestuurlijke besluitvorming inzake de
verordeningwijziging gezamenlijk een advies te laten formuleren inzake het
eventueel toepassen van wachtlijsten, het op bepaalde plaatsen en gedurende
bepaalde tijden toestaan van parkeren met twee wielen op het trottoir, de wijze
van vaststelling van een kostendekkend en maatschappelijk aanvaardbaar tarief,
het al dan niet invoeren van een tweede bezoekerspas alsmede de eventuele
condities waaronder, het definitief vast te stellen aantal mixplaatsen en het
al dan niet differentiëren in tarief van een eerste en tweede vergunning.
5.
Aanbeveling van de BVOW is dat om de parkeerdruk in het OBWK te
verminderen het noodzakelijk is om:
-
meer parkeerplaatsen aan te leggen
-
en/ of de handhaving te verbeteren
5. Extra parkeerplaatsen
Op
basis van de rondgang door de buurt met wethouder Grashoff op 27 september,
alsmede de uitkomsten van de rapporten in het bijzonder de groslijst van
potentiële parkeerplaatsen uit het rapport van de BVOW (Bijlage 1) wordt inzake
de realisatie van extra parkeerplekken tussen de genoemde vakafdelingen van de
gemeente en de belangenvereniging BVOW overeengekomen om:
·
alle locaties die in de genoemde bijlage 1 staan langs te gaan en zo
nodig in samenspraak met direct belanghebbenden tot een oordeel te komen;
·
tevens aan de hand van brief 01/015485 locaties door te spreken en
standpunt te bepalen over welke plekken al dan niet in aanmerking komen;
·
open en creatief te blijven ten aanzien van andere locatiemogelijkheden;
·
te blijven streven naar de realisatie van zoveel mogelijk extra
parkeerplaatsen;
·
zo snel en zo veel als mogelijk is de parkeerplaatsen feitelijk te
realiseren;
·
het proces van realisatie van plaatsen door te voeren met respect voor
iedereen uit de buurt en een duidelijk standpunt inzake de belangen van direct
omwonenden.
In
maart of april wordt door de commissie duurzaamheid een besluit genomen ten
aanzien van de extra aan te leggen parkeerplaatsen. Voor die tijd moet er een
voorstel liggen dat tot stand is gekomen in samenwerking met BVOW.
Naast
vorenstaande afspraken over de parkeerplaatsen
zijn tussen de vorengenoemde gemeentelijke vakteams en de BVOW nog de volgende
afspraken gemaakt:
·
Het aantal van 2800 á 3000 vergunningen is het maximum dat gezien de
parkeercapaciteit in de Olofsbuurt – Westerkwartier uitgegeven kan worden. Afgesproken
is dat bij overschrijding van 3000 vergunningen een gesprek met de
belangenvereniging volgt over invoering van een ‘wachtlijst’.
·
Kostendekking en maatschappelijke acceptatie bepalen de hoogte van de
prijs van een vergunning wordt na invoering van het definitief systeem. Het
model dat d.z.v. Deloitte en Touche thans ontwikkeld wordt zal goed inzicht
geven in de kostendekking. De BVOW zal inzage krijgen in het model van D&T.
·
In december 2002 wordt de buurt in een door gemeente en BVOW gezamenlijk
op te stellen nieuwsbrief over de voortgang geïnformeerd.
·
De definitieve keuze inzake invoering parkeerregime wordt in mei 2003
gemaakt. De opties zijn: 1) Ongewijzigde invoering, 2) invoering met
wijzigingen, 3) afschaffen. In het voorjaar wordt ten behoeve van dit besluit
nog een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder de bewoners.
Op
2 oktober is naar aanleiding van de evaluatie OBWK ambtelijk overleg gevoerd
met het bestuur van de
belangenvereniging BVOW. In dit overleg is vastgesteld dat de tijden waarop het
parkeervergunningregime in Olofsbuurt –Westerkwartier van toepassing is (de
bloktijden) wijziging behoeven en is de noodzaak vastgesteld deze wijziging
reeds tijdens de voortzetting van de proef door te voeren.
In verband met de noodzakelijke
bestellingen ter aanpassing van de bebording en de productie- en
leveringsperiode van deze materialen is de overeengekomen procedure inzake
evaluatie en herziening verordening op dit punt technisch niet mogelijk. Om
deze reden is het voorstel voor wijziging van de bloktijden in oktober al in de
raad geweest. Concreet ging het daarbij om het volgende:
Voorgesteld is:
-
de wijziging van de artikelen 6 en 9 van de bijlage bij de
parkeerverordening/ verordening parkeerbelasting vast te stellen
-
deze wijziging te doen laten ingaan op 1 januari 2003
-
vast te stellen de 57e wijziging van de gemeentebegroting
voor het dienstjaar 2002
De
raad heeft op deze voorstellen op 31 oktober 2002 inhoudelijk met instemming
gereageerd Door een wetstechnische
fout is het voorstel echter aangehouden
en wordt het in de raadsvergadering van 19 december ter besluitvorming
geagendeerd..