Delft,
5 december 2001.
01/021791
Onderwerp:
Opstellen van een gemeentelijk
Klimaatbeleidsplan.
Aan burgemeester en
wethouders.
Inleiding
Met het vaststellen van het
Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 op 28 oktober 1999 heeft u ingestemd met het
beschikbaar stellen van een krediet van ƒ 100.000,- (€ 45.378,-) voor het
project ‘Klein Kyoto in Delft’ ten laste van het Milieutechnologiefonds.
Hieronder volgt een voorstel voor verdere uitwerking van dit project.
1. Algemeen
1.1 Aanleiding
In de afgelopen jaren heeft
de gemeente Delft gewerkt aan het opstellen en uitvoeren van het
Energiebeleidsplan 1996 - 2000, via het GEA
(Gemeentelijk Energie Aanpak)-programma van Novem. Op internationaal
niveau zijn afspraken gemaakt over klimaatbeleid in Kyoto (1997). Een lokale
aanzet voor de uitwerking hiervoor is gegeven met het
formuleren van het project ‘Klein Kyoto
in Delft’ in 3D, het Duurzaamheidsplan Delft
2000-2003. Beoogde resultaten van dit project zijn:
· bijdragen aan de
vermindering van de CO2-uitstoot in Nederland;
· verminderen van
het gebruik van fossiele brandstoffen;
· de mogelijkheden voor het
toepassen van duurzame energiebronnen (per gebied) in Delft in beeld brengen .
In het
Duurzaamheidsplan zijn algemene energiedoelstellingen opgenomen. ‘Klein Kyoto
in Delft’ is een van de projecten die aan het behalen van deze algemene
doelstellingen een bijdrage leveren. Het hebben van een algemeen Energie- c.q.
Klimaatbeleidsplan is een belangrijke voorwaarde voor het behalen van zowel de
algemene doelstelling uit het Duurzaamheidsplan als de beoogde resultaten van
het project 'Klein Kyoto in Delft'.
1.2 Achtergrond
Achtergrond landelijke ontwikkelingen
Op landelijk niveau heeft
CO2-reductie als gevolg van de Kyoto-afspraken een forse impuls
gekregen (rijksnota’s: Actieprogramma Energiebesparing, Uitvoeringsnota
Klimaatbeleid, Duurzame energie in Uitvoering). In het verlengde daarvan wordt
ook van lokale en
regionale overheden een
grotere inspanning verwacht. Immers, zij spelen een essentiële rol bij het
bereiken van de gestelde doelen. Vanuit Nederlandse onderneming voor energie en
milieu (Novem) wordt een door de rijksoverheid met gemeenten en provincies af
te sluiten Klimaatconvenant voorbereid. Dit convenant is een uitwerking van het
BestuursAkkoord Nieuw Stijl (BANS) en kenmerkt zich door prestatie-afspraken en
beloning.
Novem heeft in samenwerking met de VNG de
gemeentelijke Menukaart ontwikkeld (zie bijlage 1). Hierin wordt op heldere
wijze beschreven hoe gemeenten op verschillende gemeentelijke taakvelden een
bijdrage aan het bereiken van de nationale klimaatdoelstellingen kunnen
leveren. Het instrument is flexibel in die zin, dat per taakveld verschillende
ambitieniveaus opgenomen zijn. De Menukaart maakt onderscheid naar acht
thema’s: klimaat in beleid, gemeentelijke gebouwen en installaties, woningbouw,
bedrijven, agrarische sector, verkeer en vervoer, duurzame energie en
internationaal. Voor ieder thema zijn mogelijke maatregelen/doelstellingen
geformuleerd op drie verschillende ambitieniveaus: actief, voorlopend en
innovatief.
Achtergrond gemeentelijke ontwikkelingen
Om de tijdens de
klimaatconferentie in Kyoto afgesproken reductie van broeikasgassen te
bereiken, is een forse inspanning nodig. Ook op gemeenten zal daarvoor een
groter beroep worden gedaan. Gemeenten kunnen door hun rol en contacten met
lokale actoren op verschillende wijzen bijdragen aan het bereiken van de
doelstellingen van het klimaatbeleid. Zo kan bij nieuwe bouwlocaties aandacht
worden besteed aan de mogelijkheden voor energiebesparing en het opwekken en
gebruik van duurzame energie. In milieuvergunningen voor bedrijven kunnen
energiebesparingseisen worden opgenomen en kan worden voorzien in de controle
op naleving daarvan.
De planperiode van de nota
‘Energiebeleidsplan 1996 – 2000, Gemeente Delft’ en het bijbehorende
Uitvoeringsplan is voorbij. Alle projecten zijn uitgevoerd. De gemeente Delft
heeft in haar Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 ambitieuze
energiedoelstellingen geformuleerd. Voor het realiseren van deze doelstellingen
is inzicht nodig in de kansen voor energie in Delft.
Lange termijn energiedoelstellingen uit het Duurzaamheidsplan:
Ø
gemiddeld energieverbruik huishoudens ten behoeve van ruimteverwarming
in 2020 is 60% t.o.v. 1999;
Ø
aandeel van duurzaam opgewekte energie in de totale hoeveelheid
gebruikte elektriciteit is 15%.
Energiedoelstellingen
van de Rijksoverheid
Ø
De afspraken in Kyoto hebben voor Nederland een
reductiepercentage van 6% voor de belangrijkste broeikasgassen: kooldioxide
(CO2), lachgas (N2O), methaan (CH4) en een aantal fluorverbindingen opgeleverd.
De reductie met 6% moet in de periode 2008-2012 worden gerealiseerd ten
opzichte van het jaar 1990.
Ø
De rijksoverheid heeft zich ten doel gesteld om in 2020, 10% van de dan
benodigde energie duurzaam op te wekken.
Klein Kyoto in Delft tot nu toe
In het Duurzaamheidsplan
zijn verschillende projecten opgenomen die in de planperiode de duurzame
ontwikkeling van Delft (mede) gestalte zullen geven. Bij twee van deze
projecten speelt het thema energie een belangrijke rol en zij leveren daardoor
ook een bijdrage aan het realiseren van de lange termijn energiedoelstellingen.
Het eerste project ‘Kansenkaart voor Delft’ heeft als doel het ontwikkelen van
een instrument om het gebiedsgerichte duurzaamheidsbeleid te ondersteunen. Het
tweede project is ‘Klein Kyoto in Delft’, het project heeft als doel om de nationale
Kyoto-doelstellingen te vertalen naar lokaal niveau. Het afstudeerproject van
Aalke Lida de Jong (werkzaam bij het vakteam Milieu in de periode mei 1999 –
februari 2001) leverde een bijdrage aan beide projecten. Met als resultaat:
‘Een instrument om kansen voor duurzaamheid gebiedsgericht in kaart te brengen
voor het thema energie’. Het instrument is aan de hand van twee
voorbeeldbuurten- de Bomenwijk en de Buitenhof-Noord uitgewerkt.
Om de mogelijkheden voor
energiebesparing in een bestaande wijk te inventariseren is door het bureau
INBO in het najaar van 1999 een onderzoek verricht met de titel ‘Verdergaande
energiebesparing in de wijk Voorhof te Delft’. Opschaling van dit onderzoek
naar alle wijken van Delft is wenselijk . Om een beeld te krijgen van het
Delftse potentieel voor de opwekking van duurzame energie is een ‘Duurzame
Energiescan’ uitgevoerd door het bureau CEA uit Rotterdam, met als resultaat
voor Delft een realiseerbare doelstelling voor het jaar 2005 van 3,1 %. Deze
doelstelling is opgenomen in het Delfts OntwikkelingsProgramma (DOP).
Op dit moment verricht het
bureau Piode in opdracht van Novem een onderzoek naar verdergaande
energiebesparingsmogelijkheden in de wijken Tanthof en Poptahof volgens de
methode ‘EnergiePrestatie op Locatie Bestaande Bouw’.
1.2 Probleemstelling
In de afgelopen jaren heeft
de gemeente Delft gewerkt aan het opstellen en uitvoeren van het
Energiebeleidsplan 1996 – 2000, via het Gemeentelijke Energie Aanpak (GEA)-
programma van Novem. In vervolg op de in Kyoto gemaakte klimaatafspraken is een extra impuls noodzakelijk. Voor het behalen
van de landelijke klimaatdoelstellingen is het van essentieel belang om het nu
nog sectorale energiebeleid te verbreden naar een integraal klimaatbeleid. Zo
kan de gemeente Delft haar energiebeleid integreren en intensiveren, en zich committeren
aan het genoemde Klimaatconvenant en de daarbij horende nationale
subsidieregeling.
Klimaatbeleid
Klimaatbeleid reikt verder
dan energiebesparingsbeleid. Bij klimaatbeleid zijn ook CO2
-reductie, toepassingen van duurzame energie, bouwen, duurzame mobiliteit en
een beter beheer van de natuurlijke grondstoffen speerpunten. In het kader van
BANS is afgesproken dat klimaatbeleid een intergraal onderdeel uitmaakt van het
beleid. Dit houdt in dat elk onderdeel van de gemeentelijke organisatie bij
beleidsvorming en -uitvoering rekening houdt met de aspecten van het
klimaatbeleid.
Het Delfts Energie Agentschap (DEA) heeft een Energiemasterplan voor het
gebied Delft en Schipluiden ontwikkeld. In het Energiemasterplan is aangegeven
welke natuurlijke momenten zich er in Delft de komende vijf jaar voordoen en
hoe het Delftse Energie Agentschap hierop gaat inspelen. Het plan presenteert
een duidelijk overzicht van de ambities en activiteiten van de voornaamste
actoren m.b.t. afname energie in Delft, tevens leden van het algemeen bestuur
van de Delftse Energie Agentschap. Het gaat hierbij om de volgende actoren:
Eneco Energie Delfland, TU-Delft, Kamer van Koophandel, Woningbouwcorporaties,
De Woonkoepel, Vereniging van Windenergie en de gemeente Delft. De gemeente
Delft zal het Energiemasterplan gebruiken als input voor het gemeentelijke
klimaatbeleidsplan 2001-2005.
2 Resultaat
Resultaat van het project
is een ‘Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan 2001-2005’, een plan dat voortbouwt op
de energiedoelstellingen uit het Duurzaamheidsplan 2000-2003 van de gemeente
Delft en de ambities van de doelgroepen uit het Energiemasterplan van het DEA.
De gestelde doelstellingen
en ambities zijn vastgelegd in de gemeentelijke Menukaart en vertaald in een
realistisch en uitvoerbaar programma voor de komende jaren, waarin o.a.
concrete projecten, acties en afspraken staan. Centraal daarbij staat de inzet
vanuit de gemeentelijke organisatie om de gestelde doelstellingen te behalen.
2.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten
Uitgangsituatie
In het kader van het
Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan 2001-2005 zullen de ambitieniveaus uit het
Duurzaamheidsplan en het Energiemasterplan per thema worden vertaald in
concrete projecten en acties. Hiervoor is informatie nodig die inzicht geeft in
de mogelijkheden voor energiebesparing binnen de gemeente Delft. Met het
inventariseren van technische en kwantitatieve zaken zoals woningtype,
eigendom, aantal woningen etc. is een
begin gemaakt in met het INBO-rapport Voorhof, de Duurzame Energie-scan (bureau
CEA) en het afstudeerwerk van Aalke Lida de Jong (Klein Kyoto Delft). Van kwalitatieve
aard is de informatie in het Energiemasterplan van het Delfts Energie
Agentschap (DEA). Deze gaat over natuurlijke veranderingsmomenten en de
bereidheid van verschillende partijen om een bijdrage te leveren.
Om een volledig beeld te krijgen van de mogelijkheden voor
energiebesparing wordt de reeds aanwezige informatie uitgebreid met een laatste
aanvulling in de vorm van een Klimaatscan. Op dit moment voert de Novem een
Klimaatscan uit binnen de gemeente Delft, deze scan brengt de huidige stand van
zaken en de kansen en bedreigingen voor gemeentelijk klimaatbeleid in kaart.
Het resultaat van deze Klimaatscan zal eind november beschikbaar zijn.
Klimaatscan
Via interviews binnen de gemeentelijke organisatie wordt informatie
verzameld over uitgevoerde projecten, plannen en organisatorische sterke en
zwakke aspecten. Het resultaat is een advies, waarin wordt toegelicht welke
thema’s van de Menukaart interessant zijn en welke ambities haalbaar worden
geacht voor de gemeente Delft als organisatie.
Voor de gemeente Delft
dienen alle bovengenoemde rapporten en scans als input voor het Gemeentelijk
Klimaatbeleidsplan 2001-2005 om zo de ambitieniveaus per doelgroep te vertalen
in concrete projecten en te bepalen wat de gemeentelijke inzet moet zijn om de
gestelde doelstellingen te behalen.
3. Projectbeschrijving
Fase
1: Draagvlak
Extern draagvlak
Het
Energiemasterplan is o.a. tot stand gekomen m.b.v. interviews met de leden van
het algemeen bestuur van het Delfts Energie Agentschap, de voornaamste actoren
m.b.t. energie in Delft. Het plan presenteert een duidelijk overzicht van de
ambities en activiteiten van hen voor de komende 5 jaar.
Intern draagvlak
Om
de uitgangssituatie te bepalen is de Novem gestart met het uitvoeren van een
Klimaatscan, in de vorm van interviews met ambtenaren die vanuit hun werk een
bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de doelstellingen.
Fase
2: Ambitiebepaling
De doelstellingen en
ambities uit o.a. de resultaten van de Klimaatscan, het ‘Duurzaamheidsplan
2000-2003’, de ambities uit het Energiemasterplan, de ervaringen met het
‘Energiebeleidsplan 1996 – 2000, Gemeente Delft’ en de actuele ontwikkelingen
in het klimaatbeleid op rijks- en provinciaal niveau worden vertaald naar de
gemeentelijke Menukaart.
De ambitieniveaus uit de
Menukaart worden vertaald in een realistisch en uitvoerbaar programma voor de
gemeentelijke organisatie in de vorm van concrete projecten, acties en
afspraken. Centraal daarbij staat de vraag: “Welke activiteiten moet de
gemeente Delft ondernemen om in de komende vijf jaar de vastgestelde ambities
te realiseren?”
De consequenties van de
geformuleerde projecten en ambities worden uitgedrukt in benodigd (extra) geld
en benodigde (extra) menskracht.
De uitgewerkte ambities per
thema worden vastgelegd in het Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan 2001-2005. Het
conceptplan wordt in nader te bepalen werkvorm voorgelegd aan de hoofden van de
betrokken vakteams. Vervolgens zal het plan ter besluitvorming voorgelegd
worden aan de gemeenteraad.
4 Projectorganisatie
4.1 Organisatie
Ambtelijk verantwoordelijk:
milieuspecialist duurzaam bouwen/energie
Verantwoordelijke
leidinggevende en budgetbeheerder: hoofd vakteam Milieu
Politiek verantwoordelijke:
wethouder Duurzaamheid
Globale taakverdeling
Ø Gemeente Delft: stuurt, begeleidt, faciliteert en coacht het
proces;
Ø Extern bureau: organiseert
en regelt en stelt het klimaatbeleidsplan op;
Ø
Betrokken vakteams: reageren op het conceptplan en gaan na of de
voorgestelde planning van projecten en ambities passen binnen hun eigen
planning en capaciteit.
Specifiek
Extern
bureau:
Ø De doelstellingen en
ambities uit o.a. Duurzaamheidsplan en Energiemasterplan vertalen naar de
ambitieniveaus van de gemeentelijke Menukaart;
Ø Vervolgens deze vertalen
naar een realistisch en uitvoerbaar programma voor de gemeentelijke organisatie
in de vorm van concrete projecten, acties en afspraken;
Ø vertaling programma naar
benodigd (extra) geld en benodigde (extra) menskracht;
Ø opstellen concept
klimaatbeleidsplan;
Ø inhoudelijk voorbereiden en
voorzitten van bijeenkomst voor hoofden van de betrokken vakteams;
Ø zorg dragen voor
verslaglegging van de bijeenkomst;
Ø aanpassen concept
Klimaatbeleidsplan.
Vakteam Milieu:
Ø input leveren voor het
concept Klimaatbeleidplan;
Ø organiseren bijeenkomst
voor hoofden van de betrokken vakteams;
Ø verzorgen van een inleiding
tijden deze bijeenkomst;
Ø Klimaatbeleidsplan
definitief maken;
Ø begeleiden
besluitvormingstraject.
Reden
voor het inhuren van een extern bureau is dat de werkzaamheden rond de totstandkoming
van een gemeentelijk klimaatbeleidsplan niet uitgevoerd kunnen worden binnen de
nu beschikbare formatie van het vakteam Milieu.
4.2 Tijd
Planning
Fase |
Kernpunten |
planning |
extern bureau |
vakteam Milieu |
totaal |
FASE 1: DRAAGVLAK |
|||||
|
· Klimaatscan |
nov.
2001 |
Novem |
25 |
25 |
|
· Energiemasterplan |
nov. 2001 |
DEA |
10 |
10 |
FASE
2: AMBITIEBEPALING |
|||||
|
· Doelstellingen en
ambities uit bestaande plannen vertalen naar de gemeentelijke Menukaart. |
dec.
2001 |
70 |
20 |
90 |
FASE
3: CONCRETISEREN AMBITIE |
|||||
|
· ambitieniveaus concreet
maken d.m.v. projecten of vastleggen van afspraken |
jan.
2002 |
90 |
30 |
120 |
|
· ambitieniveau vertalen in
extra benodigd geld en menskracht |
feb.
2002 |
35 |
5 |
40 |
|
· opstellen concept
Klimaatbeleidsplan |
feb.2002 |
35 |
-- |
35 |
|
· presentatie resultaten in
een bijeenkomst |
mrt.
2002 |
20 |
5 |
25 |
FASE
4: PLAN |
|||||
|
· opstellen definitief
Klimaatbeleidsplan |
mrt.
2002 |
10 |
20 |
30 |
|
· besluitvorming |
april
2002 |
-- |
25 |
25 |
TOTAAL aantal uren |
|
260 |
140 |
400 |
4.3 Informatie
Met een klimaatbeleidsplan in voorbereiding is
Delft in principe klaar om zich aan te sluiten bij het landelijk
klimaatconvenant en klaar om in aanmerking te komen voor de landelijke
‘Subsidieregeling BANS klimaatconvenant’. De gemeentelijke ambities worden via
een landelijk Klimaatregister openbaar gemaakt.
Klimaatregister
Het
Klimaatregister heeft tot doel een structuur te bieden waarin de ambities,
activiteiten en resultaten van elke gemeente die het Klimaatconvenant hebben
ondertekend, op inzichtelijke en openbaar toegankelijke manier kan worden
geregistreerd. Het Klimaatregister moet enerzijds een prikkelende en
stimulerende werking hebben op gemeenten om aan de slag te gaan met
klimaatbeleid. Anderzijds biedt het register bij het Klimaatconvenant betrokken
partijen een overzicht van de voortgang en de inspanningen van gemeenten.
Communicatie
Het
klimaatbeleidsplan moet tot stand komen via de weg van interactieve
beleidsvorming: de verschillende partijen binnen de gemeente geven in
samenwerking invulling en uitvoering aan het klimaatbeleid en de daarbij
behorende projecten en acties.
4.4. Geld
Financiën
Aan
diverse adviesbureaus zijn offertes gevraagd om een raming te geven voor de
geplande externe werkzaamheden m.b.t. het tot stand komen van een Gemeentelijk
Klimaatbeleidsplan 2001-2005. Thans zijn hierop nog geen reacties op gekomen.
Een globale inschatting van de kosten is echter wel te geven, op basis van het
inhuren van een extern bureau bij de totstandkoming van het Duurzaamheidsplan.
De kosten voor het inhuren van een extern bureau worden geschat op € 29.500,-
(incl. BTW); dekking beschikbaar binnen het Milieutechnologiefonds-project
‘Klein Kyoto in Delft’.
4.5 Kwaliteit
Het
klimaatbeleidsplan moet voldoen aan alle voorwaarden die voortvloeien uit de
Subsidieregeling BANS klimaatconvenant. Als de gemeente Delft in aanmerking wil
komen voor subsidie zal ze periodiek verantwoording moeten afleggen aan EZ/VROM
over de door haar geleverde inspanningen en resultaten. Over de wijze waarop
dit dient te gebeuren bestaat op dit moment geen duidelijkheid, maar er zal
zoveel mogelijk worden aangesloten bij bestaande monitoringsstructuren.
De
vastgelegde ambitieniveaus moeten meetbaar (te monitoren) zijn. Dat wil zeggen
dat de voornemens uit de projecten en het klimaatbeleidsplan systematisch van
opzet moeten zijn en gekoppeld dienen te worden aan de Delftse
Duurzaamheidsmonitor.
5. Documenten
Belangrijke
documenten in dit kader zijn:
· Duurzaamheidsplan Delft
2000-2003 Gemeente Delft, oktober 1999;
· Duurzame Energie in Delft,
CEA, oktober 1999;
· Verdergaande
energiebesparing wijk Voorhof, INBO, september 1999;
· Kansenkaart voor energie
Delft, afstudeer onderzoek Aalke Lida de Jong, maart 2001;
· Energiemasterplan concept,
Delfts Energieagentschap, 11 oktober 2001.
Voorgesteld wordt in te
stemmen met:
Ø het opstellen van een
gemeentelijk klimaatbeleidsplan conform bovenstaand voorstel;
Ø de kosten voor het inhuren
van een extern bureau, nader te bepalen op basis van offertes, maar voorlopig
geschat op € 29.500,- (incl. BTW) te dekken uit het Milieutechnologiefonds
t.l.v. projectnummer 80.118 (Klein Kyoto in Delft).
Begrippen en definities
GEA De
Gemeentelijk Energie Aanpak van de Novem is
een
gefaseerde aanpak om samen met de betrokken
doelgroepen
energiebeleid te ontwikkelen en uit te
voeren.
Novem Nederlandse
onderneming voor energie en milieu.
Fossiele brandstoffen Eindige energiebronnen, o.a. aardgas,
aardolie,
bruinkool, steenkool en
turf.
Duurzame
energiebronnen Oneindige
bronnen, o.a. zon, wind, waterkracht,
biomassa,
aardwarmte, omgevingswarmte en
warmte/koude-opslag.
Klimaatconvenant Het
convenant waarin afspraken tussen het EZ,
VROM,
IPO (Interprovinciaal Overleg) en VNG
(Vereniging
van Nederlandse gemeenten) zijn
vastgelegd
m.b.t. de inzet
van provincies en
gemeenten
en de ondersteuning die zij daarbij kunnen
verwachten
met het oog op de uitvoering van het
klimaatbeleid.
BANS In 1999
is door het rijk, IPO en VNG het
BestuursAkkoord
Nieuwe Stijl gesloten. Dit akkoord
heeft
betrekking op uiteenlopende thema’s. Een van
de thema’s is klimaatverandering.
Broeikasgassen Een van de centrale punten
van het klimaatbeleid is de
reductie
van uitstoot van broeikasgassen, de
belangrijkste
zijn: kooldioxide (CO2), lachgas (N20),
methaan
(CH4) en een aantal fluorverbindingen.
Duurzaam opgewekte energie Energie
opgewekt door duurzame energiebronnen.
Energiemasterplan Het Energiemasterplan is
opgesteld door het Delfts
Energieagentschap,
hierin staan de ambities en
activiteiten
van de belangrijkste doelgroepen in Delft
voor de
komende 5 jaar.
Menukaart Gemeenten Het in
bijlage 1 opgenomen overzicht van
taakstellingen
met verschillende ambitieniveaus op het
gebied
van klimaatbeleid voor gemeenten gericht op
CO2-reductie.
Klimaatscan De klimaatscan is een
instrument waarmee op
gestructureerde
wijze gegevens verzameld worden
m.b.t.
de stand van zaken van het gemeentelijk
klimaatbeleid
tot nu toe (nulsituatie).
Klimaatregister Het klimaatregister registreert
en presenteert ambities,
activiteiten
(taakstellingen i.k.v. klimaatbeleid) en
resultaten
van gemeenten op een inzichtelijk en
openbaar
toegankelijke manier.