Delft, 5 december 2001.

01/021791

                       

Onderwerp:     Opstellen van een gemeentelijk Klimaatbeleidsplan.

                                  

Aan burgemeester en wethouders.

 

Inleiding

Met het vaststellen van het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 op 28 oktober 1999 heeft u ingestemd met het beschikbaar stellen van een krediet van ƒ 100.000,- (€ 45.378,-) voor het project ‘Klein Kyoto in Delft’ ten laste van het Milieutechnologiefonds. Hieronder volgt een voorstel voor verdere uitwerking van dit project.

 

1. Algemeen

1.1 Aanleiding

In de afgelopen jaren heeft de gemeente Delft gewerkt aan het opstellen en uitvoeren van het Energiebeleidsplan 1996 - 2000, via het GEA (Gemeentelijk Energie Aanpak)-programma van Novem. Op internationaal niveau zijn afspraken gemaakt over klimaatbeleid in Kyoto (1997). Een lokale aanzet voor de uitwerking hiervoor is gegeven met het formuleren van het  project ‘Klein Kyoto in Delft’ in 3D, het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003. Beoogde resultaten van dit project zijn:

·         bijdragen aan de vermindering van de CO2-uitstoot in Nederland;

·         verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen;

·         de mogelijkheden voor het toepassen van duurzame energiebronnen (per gebied) in Delft in beeld brengen .

 

In het Duurzaamheidsplan zijn algemene energiedoelstellingen opgenomen. ‘Klein Kyoto in Delft’ is een van de projecten die aan het behalen van deze algemene doelstellingen een bijdrage leveren. Het hebben van een algemeen Energie- c.q. Klimaatbeleidsplan is een belangrijke voorwaarde voor het behalen van zowel de algemene doelstelling uit het Duurzaamheidsplan als de beoogde resultaten van het project 'Klein Kyoto in Delft'.

 

1.2 Achtergrond

Achtergrond landelijke ontwikkelingen

Op landelijk niveau heeft CO2-reductie als gevolg van de Kyoto-afspraken een forse impuls gekregen (rijksnota’s: Actieprogramma Energiebesparing, Uitvoeringsnota Klimaatbeleid, Duurzame energie in Uitvoering). In het verlengde daarvan wordt ook van lokale en

regionale overheden een grotere inspanning verwacht. Immers, zij spelen een essentiële rol bij het bereiken van de gestelde doelen. Vanuit Nederlandse onderneming voor energie en milieu (Novem) wordt een door de rijksoverheid met gemeenten en provincies af te sluiten Klimaatconvenant voorbereid. Dit convenant is een uitwerking van het BestuursAkkoord Nieuw Stijl (BANS) en kenmerkt zich door prestatie-afspraken en beloning.

 

Klimaatconvenant
Uitgangspunt van het Klimaatconvenant is dat gemeenten (en provincies) zelf hun ambities m.b.t. klimaatbeleid kunnen bepalen, afhankelijk van de lokale situatie en mogelijkheden. Hiertoe is door Novem een menukaart ontwikkeld. Het ligt in de bedoeling dat gemeenten die het convenant ondertekenen m.b.v. van de menukaart individuele prestatie-afspraken gaan maken met de ministeries van EZ en VROM en deze openbaar maken via het Klimaatregister. De prestatie-afspraken zijn tweeledig. Aan de ene kant gaan gemeenten de verplichting aan om te streven naar bepaalde ambitieniveaus uit de menukaart. Aan de andere kant wordt van rijkszijde ondersteuning geboden in de vorm van financiële middelen, bestuurlijk-juridische instrumenten, procesbegeleiding, informatie- en kennisoverdracht.

 

Subsidieregeling BANS klimaatconvenant
Deze regeling heeft als doel de uitvoering van het lokale klimaatbeleid door gemeenten en provincies te stimuleren. De subsidiëring is gekoppeld aan uit te voeren activiteiten gericht op reductie van CO2. Voorwaarde voor het verkrijgen van subsidie is dat een gemeente minimaal de activiteiten uitvoert die nodig zijn om de ambities te realiseren die horen bij het basispakket. Dit basispakket bestaat uit ambities die het Rijk in het belang van CO2 –reductie prioritair acht. Voor een gemeente zijn dit de ambities die geformuleerd zijn op het niveau ‘actief’, zoals aangegeven op de Menukaart gemeenten voor de thema’s:
Woningbouw (zowel voor nieuwbouw als bestaande bouw)
Bedrijven (zowel inrichtingen als bedrijventerreinen)
Duurzame energie
De subsidieregeling gaat uit van 50-50 co-financiering. Dit betekent dat een gemeente minimaal de helft van de uitvoeringskosten voor eigen rekening zal moeten nemen. Alleen de kosten die gemaakt worden door het ambtelijke apparaat om uitvoering te geven aan het gemeentelijk klimaatbeleid komen voor subsidie in aanmerking.

 

Menukaart

Novem heeft in samenwerking met de VNG de gemeentelijke Menukaart ontwikkeld (zie bijlage 1). Hierin wordt op heldere wijze beschreven hoe gemeenten op verschillende gemeentelijke taakvelden een bijdrage aan het bereiken van de nationale klimaatdoelstellingen kunnen leveren. Het instrument is flexibel in die zin, dat per taakveld verschillende ambitieniveaus opgenomen zijn. De Menukaart maakt onderscheid naar acht thema’s: klimaat in beleid, gemeentelijke gebouwen en installaties, woningbouw, bedrijven, agrarische sector, verkeer en vervoer, duurzame energie en internationaal. Voor ieder thema zijn mogelijke maatregelen/doelstellingen geformuleerd op drie verschillende ambitieniveaus: actief, voorlopend en innovatief.

 

Achtergrond gemeentelijke ontwikkelingen

Om de tijdens de klimaatconferentie in Kyoto afgesproken reductie van broeikasgassen te bereiken, is een forse inspanning nodig. Ook op gemeenten zal daarvoor een groter beroep worden gedaan. Gemeenten kunnen door hun rol en contacten met lokale actoren op verschillende wijzen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van het klimaatbeleid. Zo kan bij nieuwe bouwlocaties aandacht worden besteed aan de mogelijkheden voor energiebesparing en het opwekken en gebruik van duurzame energie. In milieuvergunningen voor bedrijven kunnen energiebesparingseisen worden opgenomen en kan worden voorzien in de controle op naleving daarvan.

 

De planperiode van de nota ‘Energiebeleidsplan 1996 – 2000, Gemeente Delft’ en het bijbehorende Uitvoeringsplan is voorbij. Alle projecten zijn uitgevoerd. De gemeente Delft heeft in haar Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 ambitieuze energiedoelstellingen geformuleerd. Voor het realiseren van deze doelstellingen is inzicht nodig in de kansen voor energie in Delft.

 

Lange termijn energiedoelstellingen uit het Duurzaamheidsplan:

Ø       gemiddeld energieverbruik huishoudens ten behoeve van ruimteverwarming in 2020 is 60% t.o.v. 1999;

Ø       aandeel van duurzaam opgewekte energie in de totale hoeveelheid gebruikte elektriciteit is 15%.

Energiedoelstellingen van de Rijksoverheid

Ø       De afspraken in Kyoto hebben voor Nederland een reductiepercentage van 6% voor de belangrijkste broeikasgassen: kooldioxide (CO2), lachgas (N2O), methaan (CH4) en een aantal fluorverbindingen opgeleverd. De reductie met 6% moet in de periode 2008-2012 worden gerealiseerd ten opzichte van het jaar 1990.

Ø       De rijksoverheid heeft zich ten doel gesteld om in 2020, 10% van de dan benodigde energie duurzaam op te wekken.

 

Klein Kyoto in Delft tot nu toe

In het Duurzaamheidsplan zijn verschillende projecten opgenomen die in de planperiode de duurzame ontwikkeling van Delft (mede) gestalte zullen geven. Bij twee van deze projecten speelt het thema energie een belangrijke rol en zij leveren daardoor ook een bijdrage aan het realiseren van de lange termijn energiedoelstellingen. Het eerste project ‘Kansenkaart voor Delft’ heeft als doel het ontwikkelen van een instrument om het gebiedsgerichte duurzaamheidsbeleid te ondersteunen. Het tweede project is ‘Klein Kyoto in Delft’, het project heeft als doel om de nationale Kyoto-doelstellingen te vertalen naar lokaal niveau. Het afstudeerproject van Aalke Lida de Jong (werkzaam bij het vakteam Milieu in de periode mei 1999 – februari 2001) leverde een bijdrage aan beide projecten. Met als resultaat: ‘Een instrument om kansen voor duurzaamheid gebiedsgericht in kaart te brengen voor het thema energie’. Het instrument is aan de hand van twee voorbeeldbuurten- de Bomenwijk en de Buitenhof-Noord uitgewerkt.

 

Om de mogelijkheden voor energiebesparing in een bestaande wijk te inventariseren is door het bureau INBO in het najaar van 1999 een onderzoek verricht met de titel ‘Verdergaande energiebesparing in de wijk Voorhof te Delft’. Opschaling van dit onderzoek naar alle wijken van Delft is wenselijk . Om een beeld te krijgen van het Delftse potentieel voor de opwekking van duurzame energie is een ‘Duurzame Energiescan’ uitgevoerd door het bureau CEA uit Rotterdam, met als resultaat voor Delft een realiseerbare doelstelling voor het jaar 2005 van 3,1 %. Deze doelstelling is opgenomen in het Delfts OntwikkelingsProgramma (DOP).

 

Op dit moment verricht het bureau Piode in opdracht van Novem een onderzoek naar verdergaande energiebesparingsmogelijkheden in de wijken Tanthof en Poptahof volgens de methode ‘EnergiePrestatie op Locatie Bestaande Bouw’.

 

1.2 Probleemstelling

Van sectoraal energiebeleid naar integraal klimaatbeleid

In de afgelopen jaren heeft de gemeente Delft gewerkt aan het opstellen en uitvoeren van het Energiebeleidsplan 1996 – 2000, via het Gemeentelijke Energie Aanpak (GEA)- programma van Novem. In vervolg op de in Kyoto gemaakte klimaatafspraken is een extra impuls noodzakelijk. Voor het behalen van de landelijke klimaatdoelstellingen is het van essentieel belang om het nu nog sectorale energiebeleid te verbreden naar een integraal klimaatbeleid. Zo kan de gemeente Delft haar energiebeleid integreren en intensiveren, en zich committeren aan het genoemde Klimaatconvenant en de daarbij horende nationale subsidieregeling.

 

Klimaatbeleid

Klimaatbeleid reikt verder dan energiebesparingsbeleid. Bij klimaatbeleid zijn ook CO2 -reductie, toepassingen van duurzame energie, bouwen, duurzame mobiliteit en een beter beheer van de natuurlijke grondstoffen speerpunten. In het kader van BANS is afgesproken dat klimaatbeleid een intergraal onderdeel uitmaakt van het beleid. Dit houdt in dat elk onderdeel van de gemeentelijke organisatie bij beleidsvorming en -uitvoering rekening houdt met de aspecten van het klimaatbeleid.

 

Energiemasterplan

Het Delfts Energie Agentschap (DEA) heeft een Energiemasterplan voor het gebied Delft en Schipluiden ontwikkeld. In het Energiemasterplan is aangegeven welke natuurlijke momenten zich er in Delft de komende vijf jaar voordoen en hoe het Delftse Energie Agentschap hierop gaat inspelen. Het plan presenteert een duidelijk overzicht van de ambities en activiteiten van de voornaamste actoren m.b.t. afname energie in Delft, tevens leden van het algemeen bestuur van de Delftse Energie Agentschap. Het gaat hierbij om de volgende actoren: Eneco Energie Delfland, TU-Delft, Kamer van Koophandel, Woningbouwcorporaties, De Woonkoepel, Vereniging van Windenergie en de gemeente Delft. De gemeente Delft zal het Energiemasterplan gebruiken als input voor het gemeentelijke klimaatbeleidsplan 2001-2005.

 

2 Resultaat

Resultaat van het project is een ‘Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan 2001-2005’, een plan dat voortbouwt op de energiedoelstellingen uit het Duurzaamheidsplan 2000-2003 van de gemeente Delft en de ambities van de doelgroepen uit het Energiemasterplan van het DEA.

De gestelde doelstellingen en ambities zijn vastgelegd in de gemeentelijke Menukaart en vertaald in een realistisch en uitvoerbaar programma voor de komende jaren, waarin o.a. concrete projecten, acties en afspraken staan. Centraal daarbij staat de inzet vanuit de gemeentelijke organisatie om de gestelde doelstellingen te behalen.

 

2.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten

Uitgangsituatie

In het kader van het Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan 2001-2005 zullen de ambitieniveaus uit het Duurzaamheidsplan en het Energiemasterplan per thema worden vertaald in concrete projecten en acties. Hiervoor is informatie nodig die inzicht geeft in de mogelijkheden voor energiebesparing binnen de gemeente Delft. Met het inventariseren van technische en kwantitatieve zaken zoals woningtype, eigendom, aantal woningen etc. is  een begin gemaakt in met het INBO-rapport Voorhof, de Duurzame Energie-scan (bureau CEA) en het afstudeerwerk van Aalke Lida de Jong (Klein Kyoto Delft). Van kwalitatieve aard is de informatie in het Energiemasterplan van het Delfts Energie Agentschap (DEA). Deze gaat over natuurlijke veranderingsmomenten en de bereidheid van verschillende partijen om een bijdrage te leveren.

 

Om een volledig beeld te krijgen van de mogelijkheden voor energiebesparing wordt de reeds aanwezige informatie uitgebreid met een laatste aanvulling in de vorm van een Klimaatscan. Op dit moment voert de Novem een Klimaatscan uit binnen de gemeente Delft, deze scan brengt de huidige stand van zaken en de kansen en bedreigingen voor gemeentelijk klimaatbeleid in kaart. Het resultaat van deze Klimaatscan zal eind november beschikbaar zijn.

 

Klimaatscan

Via interviews binnen de gemeentelijke organisatie wordt informatie verzameld over uitgevoerde projecten, plannen en organisatorische sterke en zwakke aspecten. Het resultaat is een advies, waarin wordt toegelicht welke thema’s van de Menukaart interessant zijn en welke ambities haalbaar worden geacht voor de gemeente Delft als organisatie.

 

Voor de gemeente Delft dienen alle bovengenoemde rapporten en scans als input voor het Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan 2001-2005 om zo de ambitieniveaus per doelgroep te vertalen in concrete projecten en te bepalen wat de gemeentelijke inzet moet zijn om de gestelde doelstellingen te behalen.  

 

3. Projectbeschrijving

Fase 1:   Draagvlak

Extern draagvlak

Het Energiemasterplan is o.a. tot stand gekomen m.b.v. interviews met de leden van het algemeen bestuur van het Delfts Energie Agentschap, de voornaamste actoren m.b.t. energie in Delft. Het plan presenteert een duidelijk overzicht van de ambities en activiteiten van hen voor de komende 5 jaar.

Intern draagvlak

Om de uitgangssituatie te bepalen is de Novem gestart met het uitvoeren van een Klimaatscan, in de vorm van interviews met ambtenaren die vanuit hun werk een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de doelstellingen.

Fase 2: Ambitiebepaling

De doelstellingen en ambities uit o.a. de resultaten van de Klimaatscan, het ‘Duurzaamheidsplan 2000-2003’, de ambities uit het Energiemasterplan, de ervaringen met het ‘Energiebeleidsplan 1996 – 2000, Gemeente Delft’ en de actuele ontwikkelingen in het klimaatbeleid op rijks- en provinciaal niveau worden vertaald naar de gemeentelijke Menukaart. 

Fase 3: Concretiseren ambitie

De ambitieniveaus uit de Menukaart worden vertaald in een realistisch en uitvoerbaar programma voor de gemeentelijke organisatie in de vorm van concrete projecten, acties en afspraken. Centraal daarbij staat de vraag: “Welke activiteiten moet de gemeente Delft ondernemen om in de komende vijf jaar de vastgestelde ambities te realiseren?”

De consequenties van de geformuleerde projecten en ambities worden uitgedrukt in benodigd (extra) geld en benodigde (extra) menskracht.

Fase 4:  Klimaatbeleidsplan

De uitgewerkte ambities per thema worden vastgelegd in het Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan 2001-2005. Het conceptplan wordt in nader te bepalen werkvorm voorgelegd aan de hoofden van de betrokken vakteams. Vervolgens zal het plan ter besluitvorming voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

 

4 Projectorganisatie

4.1 Organisatie

Ambtelijk verantwoordelijk: milieuspecialist duurzaam bouwen/energie

Verantwoordelijke leidinggevende en budgetbeheerder: hoofd vakteam Milieu

Politiek verantwoordelijke: wethouder Duurzaamheid

Globale taakverdeling

Ø       Gemeente Delft:  stuurt, begeleidt, faciliteert en coacht het proces;

Ø       Extern bureau: organiseert en regelt en stelt het klimaatbeleidsplan op;

Ø       Betrokken vakteams: reageren op het conceptplan en gaan na of de voorgestelde planning van projecten en ambities passen binnen hun eigen planning en capaciteit.

Specifiek

Extern bureau:

Ø       De doelstellingen en ambities uit o.a. Duurzaamheidsplan en Energiemasterplan vertalen naar de ambitieniveaus van de gemeentelijke Menukaart;

Ø       Vervolgens deze vertalen naar een realistisch en uitvoerbaar programma voor de gemeentelijke organisatie in de vorm van concrete projecten, acties en afspraken;

Ø       vertaling programma naar benodigd (extra) geld en benodigde (extra) menskracht;

Ø       opstellen concept klimaatbeleidsplan;

Ø       inhoudelijk voorbereiden en voorzitten van bijeenkomst voor hoofden van de betrokken vakteams;

Ø       zorg dragen voor verslaglegging van de bijeenkomst;

Ø       aanpassen concept Klimaatbeleidsplan.

Vakteam Milieu:

Ø       input leveren voor het concept Klimaatbeleidplan;

Ø       organiseren bijeenkomst voor hoofden van de betrokken vakteams;

Ø       verzorgen van een inleiding tijden deze bijeenkomst;

Ø       Klimaatbeleidsplan definitief maken;

Ø       begeleiden besluitvormingstraject.

 

Reden voor het inhuren van een extern bureau is dat de werkzaamheden rond de totstandkoming van een gemeentelijk klimaatbeleidsplan niet uitgevoerd kunnen worden binnen de nu beschikbare formatie van het vakteam Milieu.


4.2 Tijd

Planning

 

Fase

Kernpunten

planning

extern bureau

vakteam Milieu

totaal

FASE 1: DRAAGVLAK

 

·       Klimaatscan

nov. 2001

Novem

25

25

 

·       Energiemasterplan

nov.  2001

DEA

10

10

FASE 2: AMBITIEBEPALING

 

·       Doelstellingen en ambities uit bestaande plannen vertalen naar de gemeentelijke Menukaart.

dec. 2001

70

20

90

FASE 3: CONCRETISEREN AMBITIE

 

·       ambitieniveaus concreet maken d.m.v. projecten of vastleggen van afspraken

jan. 2002

90

30

120

 

·       ambitieniveau vertalen in extra benodigd geld en menskracht

feb. 2002

35

5

40

 

·       opstellen concept Klimaatbeleidsplan

feb.2002

35

--

35

 

·       presentatie resultaten in een bijeenkomst

mrt. 2002

20

5

25

FASE 4: PLAN

 

·       opstellen definitief Klimaatbeleidsplan

mrt. 2002

10

20

30

 

·       besluitvorming

april 2002

--

25

25

TOTAAL aantal uren

 

260

140

400

 

 

4.3 Informatie

Met een klimaatbeleidsplan in voorbereiding is Delft in principe klaar om zich aan te sluiten bij het landelijk klimaatconvenant en klaar om in aanmerking te komen voor de landelijke ‘Subsidieregeling BANS klimaatconvenant’. De gemeentelijke ambities worden via een landelijk Klimaatregister openbaar gemaakt.

 

Klimaatregister

Het Klimaatregister heeft tot doel een structuur te bieden waarin de ambities, activiteiten en resultaten van elke gemeente die het Klimaatconvenant hebben ondertekend, op inzichtelijke en openbaar toegankelijke manier kan worden geregistreerd. Het Klimaatregister moet enerzijds een prikkelende en stimulerende werking hebben op gemeenten om aan de slag te gaan met klimaatbeleid. Anderzijds biedt het register bij het Klimaatconvenant betrokken partijen een overzicht van de voortgang en de inspanningen van gemeenten.

 

Communicatie

Het klimaatbeleidsplan moet tot stand komen via de weg van interactieve beleidsvorming: de verschillende partijen binnen de gemeente geven in samenwerking invulling en uitvoering aan het klimaatbeleid en de daarbij behorende projecten en acties.


4.4. Geld

Financiën

Aan diverse adviesbureaus zijn offertes gevraagd om een raming te geven voor de geplande externe werkzaamheden m.b.t. het tot stand komen van een Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan 2001-2005. Thans zijn hierop nog geen reacties op gekomen. Een globale inschatting van de kosten is echter wel te geven, op basis van het inhuren van een extern bureau bij de totstandkoming van het Duurzaamheidsplan. De kosten voor het inhuren van een extern bureau worden geschat op € 29.500,- (incl. BTW); dekking beschikbaar binnen het Milieutechnologiefonds-project ‘Klein Kyoto in Delft’.

 

4.5 Kwaliteit

Het klimaatbeleidsplan moet voldoen aan alle voorwaarden die voortvloeien uit de Subsidieregeling BANS klimaatconvenant. Als de gemeente Delft in aanmerking wil komen voor subsidie zal ze periodiek verantwoording moeten afleggen aan EZ/VROM over de door haar geleverde inspanningen en resultaten. Over de wijze waarop dit dient te gebeuren bestaat op dit moment geen duidelijkheid, maar er zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij bestaande monitoringsstructuren.

 

De vastgelegde ambitieniveaus moeten meetbaar (te monitoren) zijn. Dat wil zeggen dat de voornemens uit de projecten en het klimaatbeleidsplan systematisch van opzet moeten zijn en gekoppeld dienen te worden aan de Delftse Duurzaamheidsmonitor.

 

5. Documenten

Belangrijke documenten in dit kader zijn:

·       Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 Gemeente Delft, oktober 1999;

·       Duurzame Energie in Delft, CEA, oktober 1999;

·       Verdergaande energiebesparing wijk Voorhof, INBO, september 1999;

·       Kansenkaart voor energie Delft, afstudeer onderzoek Aalke Lida de Jong, maart 2001;

·       Energiemasterplan concept, Delfts Energieagentschap, 11 oktober 2001.

 

Voorgesteld wordt in te stemmen met:

Ø       het opstellen van een gemeentelijk klimaatbeleidsplan conform bovenstaand voorstel;

Ø       de kosten voor het inhuren van een extern bureau, nader te bepalen op basis van offertes, maar voorlopig geschat op € 29.500,- (incl. BTW) te dekken uit het Milieutechnologiefonds t.l.v. projectnummer 80.118 (Klein Kyoto in Delft).


Begrippen en definities

 

GEA                                                       De Gemeentelijk Energie Aanpak van de Novem is

                                                              een gefaseerde aanpak om samen met de betrokken

                                                              doelgroepen energiebeleid te ontwikkelen en uit te

                                                              voeren.          

Novem                                                    Nederlandse onderneming voor energie en milieu.

Fossiele brandstoffen                              Eindige energiebronnen, o.a. aardgas, aardolie,

                                                              bruinkool, steenkool en turf.

 

Duurzame energiebronnen                        Oneindige bronnen, o.a. zon, wind, waterkracht,

                                                              biomassa, aardwarmte, omgevingswarmte en

                                                              warmte/koude-opslag.

 

Klimaatconvenant                                    Het convenant waarin afspraken tussen het EZ,

                                                              VROM, IPO (Interprovinciaal Overleg) en VNG

                                                              (Vereniging van Nederlandse gemeenten) zijn

                                                              vastgelegd m.b.t. de inzet van provincies en

                                                              gemeenten en de ondersteuning die zij daarbij kunnen

                                                              verwachten met het oog op de uitvoering van het

                                                              klimaatbeleid.

 

BANS                                                     In 1999 is door het rijk, IPO en VNG het

                                                              BestuursAkkoord Nieuwe Stijl gesloten. Dit akkoord

                                                              heeft betrekking op uiteenlopende thema’s. Een van

            de thema’s is klimaatverandering.

 

Broeikasgassen                                      Een van de centrale punten van het klimaatbeleid is de

                                                              reductie van uitstoot van broeikasgassen, de

                                                              belangrijkste zijn: kooldioxide (CO2), lachgas (N20),

                                                              methaan (CH4) en een aantal fluorverbindingen.

 

Duurzaam opgewekte energie                   Energie opgewekt door duurzame energiebronnen.

 

Energiemasterplan                                   Het Energiemasterplan is opgesteld door het Delfts

                                                              Energieagentschap, hierin staan de ambities en

                                                              activiteiten van de belangrijkste doelgroepen in Delft

                                                              voor de komende 5 jaar.

 

Menukaart Gemeenten                             Het in bijlage 1 opgenomen overzicht van

                                                              taakstellingen met verschillende ambitieniveaus op het

                                                              gebied van klimaatbeleid voor gemeenten gericht op

                                                              CO2-reductie. 

 

Klimaatscan                                            De klimaatscan is een instrument waarmee op

                                                              gestructureerde wijze gegevens verzameld worden

                                                              m.b.t. de stand van zaken van het gemeentelijk

                                                              klimaatbeleid tot nu toe (nulsituatie).

 

Klimaatregister                                        Het klimaatregister registreert en presenteert ambities,

                                                              activiteiten (taakstellingen i.k.v. klimaatbeleid) en

                                                              resultaten van gemeenten op een inzichtelijk en

                                                              openbaar toegankelijke manier.