1.
Algemeen
1.1 Inleiding
In
het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 (3D) is een visie geformuleerd over een
duurzame stedelijke ontwikkeling van Delft. Duurzaam gaat verder dan alleen
milieubewust, een duurzame ontwikkeling betreft samenhang en evenwicht tussen
ecologische, economische en sociale aspecten. Om die visie concreet te maken
zijn in 3D verschillende projecten opgenomen, die de komende jaren uitgevoerd
gaan worden. Eén daarvan betreft het project “Milieuzorg en – educatie in het
voortgezet onderwijs”. Bedoeling hiervan is om de realisatie en het gebruik van
middelen, materialen en methoden om milieuzorg en milieueducatie in het voortgezet onderwijs (VO) in Delft te
bevorderen. In eerste instantie is een pilot uitgewerkt voor het thema afval.
Dit heeft geresulteerd in de afvalfietstocht in april 2001 waaraan door circa
150 leerlingen van de drie VO-scholen uit Delft is deelgenomen.
1.2 Probleemstelling
Tot
nu toe richt de natuur en milieucommunicatie haar activiteiten met name op het
basisonderwijs. Met het voortgezet onderwijs wordt nog maar weinig structureel
samengewerkt. Om de lessen uit het basisonderwijs niet verloren te laten gaan,
is het nodig ook deze doelgroep (volwassenen van de toekomst) direct te
benaderen. De onderwijs-methodieken voor het voortgezet onderwijs zijn de
laatste jaren erg veranderd. De komst van het studiehuis, met het meer
zelfstandig werken en meer vakoverstijgende projecten, vergt ook een andere
benadering en methodiek vanuit natuur- en milieucommunicatie.
De
ervaringen van de afvalfietstocht zijn positief, maar verdienen een vervolg
(continuïteit) en een bredere aanpak. Voor de VO-scholen is een tijdige
planning en inpassing in het jaarprogramma van belang.
Zwerfvuil
is vaak een groot probleem uit de schoolomgeving. Dit geldt ook voor Delft. Bij
het samenstellen van de wijkplannen, in het bijzonder die van Voordijkshoorn
waar zich een concentratie van VO scholen bevindt, blijken de bewoners zich te
ergeren aan het zwerfvuil.
1.3 Doel
Het
doel is om te komen tot een structurele verankering van natuur- en
milieueducatie in het voortgezet onderwijs, in nauwe samenspraak met het
onderwijsveld. Daarbij wordt:
·
Aansluiting gezocht bij de nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs,
waarbij zelfwerkzaamheid van leerlingen nadrukkelijker aan bod komt
(onderwijsprogramma onderwijs 2e fase, studiehuis).
·
Concreet een aanbod voor het thema afval ontwikkeld in de vorm van
excursies, apparatuur, lesmateriaal (schriftelijk, digitaal en in de vorm van
concrete activiteiten). In een vervolg zal dit ook voor andere milieuthema’s
(water, bodem, energie, lucht, geluid, mobiliteit, milieuzorg) uitgewerkt
kunnen worden.
·
Onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van voortgezet onderwijs
in Delft: onderbouw en bovenbouw, havo/vwo en vbo.
Belangrijke
subdoelen zijn:
·
Scholen stimuleren om naast milieueducatie ook maatregelen in het kader
van milieuzorg op school uit te voeren.
·
Zwerfvuil in de schoolomgeving aanpakken.
·
Continuïteit in het aanbod aan het VO realiseren.
2.
Resultaat
2.1 Resultaten
·
Een pakket aan educatieve activiteiten en materialen omtrent het thema
afval dat aansluit bij het onderwijsprogramma van het VO in Delft en aansluit
bij de belevingswereld en interesse van jongeren in de leeftijd van 13 tot 15
jaar (en later ook van 15 tot 18 jaar).
·
Structureel overleg tussen VO en de gemeente, waarbij ook milieuzorg en
educatie een terugkerend onderwerp van gesprek zal zijn.
·
Netwerk opbouwen met betrokken leerkrachten bij het VO en de
gemeentelijke aanbieders van het milieueducatieve aanbod.
2.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten
Tijdens
een inventarisatie en een rondje langs de VO-scholen in 2000 is gevraagd
waaraan een milieueducatief aanbod zou moeten voldoen. Daarnaast zijn er ook
vanuit de gemeente randvoorwaarden te noemen.
·
De te ontwikkelen materialen dienen aan te sluiten bij de herstructurering
van het voortgezet onderwijs. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen
algemene basisvorming en een meer gespecialiseerde 2e fase (studiehuis).
·
De te ontwikkelen materialen dienen aan te sluiten bij de eindtermen
van verschillende vakken. Bij voorkeur worden eindtermen gecombineerd zodat een
vakoverstijgend geheel ontstaat.
·
De te ontwikkelen materialen bieden ruimte voor zelfwerkzaamheid,
een centraal issue bij de nieuwe onderwijsaanpak. De leerlingen worden
gestimuleerd zelfstandig kennis te vergaren, te interpreteren en toe te passen.
Naast kennis staat het opdoen van vaardigheden voorop.
·
Het educatieve materiaal moet direct toepasbaar zijn, zonder veel
voorbereiding van de docent.
·
De activiteit moet inpasbaar zijn in het rooster, en dus
vroegtijdig worden aangeboden.
·
Het ontwikkelde materiaal moet gericht zijn op het vergroten van milieukennis
of het opdoen van milieubewuste vaardigheden.
·
De milieuactiviteit draagt bij aan een beter milieu, kortom heeft
daadwerkelijk milieurendement.
·
Het te ontwikkelen aanbod vormt onderdeel van een structureel aanbod.
Pas bij continuïteit in het aanbod richting het VO wordt de gemeente een
betrouwbare partner.
2.3 Afbakening
·
De activiteiten en materialen zijn bedoeld voor VO-scholen in Delft.
·
In de pilot staat het thema afval centraal. In het vervolgtraject komen
ook andere thema’s aan bod.
3.
Projectbeschrijving
3.1 Project tot nu toe
Als
voorbereiding op dit project zijn al een aantal activiteiten gestart. Hieronder
wordt eerst kort geschetst welke activiteiten tot nu toe hebben plaatsgevonden.
Inventarisatie
In
2000 heeft een stagiaire een inventarisatie uitgevoerd, die is weergegeven in
de rapportage “Voortgezet onderwijs en afval?! Een inventarisatie naar
bruikbare middelen op het gebied van natuur en milieuzorg en –educatie voor het
voortgezet onderwijs in Delft”.
De
stagiair heeft uitgezocht welke milieueducatieve middelen er landelijk en regionaal
zijn ontwikkeld voor het VO. Het aanbod is veel beperkter dan voor het
basisonderwijs, maar het zit wel duidelijk in de lift en heeft net als in Delft
landelijk grote belangstelling. Specifiek rond het thema afval is gekeken wat
er in Delft aanwezig is, wat bruikbaar zou zijn richting het voortgezet
onderwijs.
Een
ronde langs de scholen leverde een
beeld op van de nieuwe onderwijsstructuur bij het VO en de stand van zaken
m.b.t milieuactiviteiten van de drie middelbare scholen in Delft. Ook is een
overzicht samengesteld met juiste contactpersonen bij de scholen.
Analyse
Naar
aanleiding van de inventarisatie en omdat in de pilot ‘afval’ centraal staat,
leken de volgende projecten geschikt voor het voortgezet onderwijs in Delft:
De
bezoeken aan de scholen en de wensen van de gemeente leverde criteria op,
waarmee deze projecten konden worden getoetst. De meeste projecten zouden prima
passen bij de nieuwe aanpak op de scholen. Met name praktische overwegingen en
het succes in Gouda hebben de keus bepaald op het uitvoeren van een Delftse
afvalfietstocht.
Uitvoering eerste
onderdeel pilot
Een
volgende stagiair is aan de slag gegaan met het aanpassen van de Goudse afvalfietstocht
tot een Delftse variant. De afvalfietstocht is een fietstocht voor scholieren
uit de onderbouw langs Delftse bedrijven, die iets hebben te laten zien op
gebied van afval. Bedoeling is dat tijdens die fietstocht de diverse
raakvlakken met afval aan de orde komen.
De
scholen zijn benaderd over deelname, geschikte datum en afstemmen wie doet wat.
Maximaal
konden deze eerste keer 150 leerlingen deelnemen, beperkt tot de onderbouw van
HAVO/VWO. Een geschikte datum werd gevonden op 4 april. De gemeente heeft veel
van het inhoudelijke werk gedaan, door het maken van de werkbladen bij de
bedrijven en de achtergrondinformatie voor de docenten.
Geschikte
bedrijven zijn benaderd hieraan deel te nemen. Zij reageerden over het algemeen
erg enthousiast, en zo namen 11 bedrijven deel (Kringloopbedrijf Delft, Deurloo
Autoschade, Zwembad Kerkpolder, BFI, Supermarkt Plus, Mc Donalds, De
Natuurwinkel, De Papaver, Overlaadstation, Plantsoenpost en het Rioolgemaal).
Uit
de evaluatie van de eerste Delftse afvalfietstocht op 4 april, waren alle
deelnemers overwegend positief en is geconcludeerd dat dit zeker een vervolg
dient te hebben en bij voorkeur een jaarlijks terugkerend evenement zou moeten
zijn.
3.2 Vervolgaanpak project
Binnen
de mogelijkheden is tot nu toe met de afvalfietstocht een eerste stap gezet in
de uitvoering van het 3D-project “Milieuzorg en – educatie in het voortgezet
onderwijs”. Hieronder volgt een voorstel voor het vervolg.
a.
Opschaling afvalfietstocht
Het
is gewenst dat de afvalfietstocht zelf weer wordt herhaald, maar dan iets
uitgebreider van opzet (voor meer verschillende niveau’s en voor meer
leerlingen). Ook in de voorbereiding en na afloop zou de aandacht voor het
thema ‘afval’ in de lessen verbeterd kunnen worden.
Fase 1: Instellen
werkgroepje
Een
werkgroepje bestaande uit enkele betrokken docenten en een
gemeentelijke medewerker.
Een van de eerste zaken die dient te gebeuren is
het vaststellen van een
datum voor de volgende fietstocht in voorjaar 2002.
Fase 2: Contacten
met betrokkenen over opschaling van de fietstocht
Scholen, bedrijven en
gemeentelijke onderdelen worden benaderd om ideeën
te
verzamelen en afspraken te maken over het verbreden en vergroten van de
fietstocht.
Fase
3: Voorbereiding fietstocht
Het bestaande materiaal zal verder
geprofessionaliseerd worden, en aangepast n.a.v. eerdere ervaringen. Voor
nieuwe onderdelen zullen nieuwe werkbladen gemaakt worden. Daarnaast behelst de
opschaling vooral de fietstocht inrichten voor meer deelnemers en ook geschikt maken
voor andere klassen. Ook de randproducten (bijvoorbeeld lessen als
voorbereiding) zullen verder vorm krijgen.
Fase
4: Uitvoering fietstocht
Naast de dag van de
fietstocht zelf, gaat de uitvoering in, nadat de activiteiten
op
school in gang zijn gezet. De ‘fietstocht’ is pas afgelopen, na de afronding
(o.a.
evaluatie) op de scholen.
Fase
5: Evaluatie en vervolg
Op basis van de evaluatie
zal het draaiboek voor volgende jaren worden
samengesteld of aangepast.
b.
Meer aandacht voor milieuzorg
Het
3D-project heeft naast educatie ook tot doel milieuzorg te stimuleren op
scholen. Aanknopingspunt biedt hier het wijkplan van de Voordijkshoorn dat in
voorbereiding is, van elke middelbare school bevindt zich een dependance in dit
gebied. Voor de bewoners is het zwerfvuil, veelal veroorzaakt door scholieren,
een doorn in het oog.
Fase
1: Werkgroepje instellen ‘milieuzorg rond
de school’
Werkgroepje instellen met
vertegenwoordiging van scholen, wijkcoördinator,
reinigingsinspecteur,
Milieu.
Fase
2: Inventariseren
Op basis van de
wijkbesprekingen, besprekingen met de scholen en met de
betrokkenen
binnen de gemeente de knelpuntplekken in beeld brengen. Ook
zullen ervaringen elders worden nagevraagd. In deze
fase kunnen ook activiteiten worden bedacht, zo mogelijk gekoppeld aan of in
relatie tot de afvalfietstocht. Er kan hierbij gedacht worden aan milieuzorg
maatregelen op school (ook maatregelen op school (ludieke activiteit).
Fase
3: Voorbereiden activiteiten
Op basis van het overzicht uit de 2e fase
wordt een keus gemaakt van de activiteiten/maatregelen die worden uitgevoerd.
In deze fase zullen de verschillende ideeen worden uitgewerkt en voorbereid
(planning parallel met fietstocht).
Fase
4: Uitvoeren activiteiten
Doorvoeren maatregelen op
de school of in de schoolomgeving.
Fase
5: Evaluatie en vervolg
c.
Structureel overleg met het voortgezet onderwijs in Delft
Om
ook in de toekomst meer vraaggericht te kunnen werken, is het van belang dat
natuur en milieu regelmatig onderwerp van gesprek is tussen de scholen en de
gemeente.
Fase
1: inventariseren
In beeld brengen
bestaande overleggen tussen de VO-scholen en de
Gemeente,
de contactpersonen op de scholen. Ook in beeld brengen
waarvoor overleg nuttig is.
Fase
2: werkvoorstel
Invullen van efficiënte
overlegstructuur, waarbij aandacht voor structureel
overleg
op meer strategisch niveau en samenwerkingsverbanden op project
niveau.
Fase
3: overlegorganisatie
Netwerk van docenten,
waarmee de milieumedewerkers direct aan het werk
kunnen.
4.
Projectorganisatie
4.1 Organisatie
Politiek
verantwoordelijke: Dik
Rensen (onderwijs) / Rik Grashoff (Milieu)
Projectleider: vacature
(wordt najaar 2001 ingevuld), tot die tijd
Nathalie Thoonsen/Agnes van
der Linden
Werkgroep
‘fietstocht’ Betrokken
docenten van CLD, Stanislas en Grotius
College
en medewerker nmc
Werkgroep
‘milieuzorg op school’ Betrokken
medewerkers van CLD, Stanislas en Grotius
College,
reinigingsinspecteur, wijkcoördinator en medewerker nmc
Een
deel van de organisatie over langere tijd zal nog worden ingevuld.
4.2 Tijd
Dit
project is bedoeld als opzet voor een structurele aanpak richting voortgezet
onderwijs, dus in die zin is er geen tijdsgrens aan te geven. Per project is er
voor komend jaar wel een tijdsindicatie aan te geven:
Fietstocht
Fase
1 werkgroepje instellen oktober 2001
Fase
2 contacten betrokkenen nov – februari 2002
Fase
3 voorbereiden uitvoering jan t/m april 2002
Fase
4 uitvoering april/mei
2002
Fase
5 evaluatie mei/juni
2002
Milieuzorg
rond de school
Fase
1 werkgroepje instellen oktober 2001
Fase
2 inventarisatie knelpunten
en oplossingen nov – februari 2002
Fase
3 voorbereiding uitvoering jan t/m april 2002
Fase
4 uitvoering april/mei
2002
Fase
5 evaluatie en vervolg mei/juni
2002
Overlegstructuren
Fase
1 inventariseren huidige
overleggen september/oktober
2001
Fase
2 voorstel oktober/november
2001
Fase
3 uitvoering/overleggen november/december
2001
4.3 Informatie
M.b.t.
de fietstocht
Het
draaiboek van de fietstocht van april 2001 zal hierbij in eerste instantie de
belangrijkste input geven. Daarbij gaat het om informatie over de deelnemende
bedrijven en communicatie met de betrokken docenten om de juiste informatie op
de juiste manier aan de leerlingen over te brengen.
M.b.t.
milieuzorg rond de school
Het
wijkplan draagt een belangrijk deel aan van de aandachtspunten, die aangepakt
dienen te worden. Overige informatie zal aangedragen worden door de leden van
de werkgroep. Informatieoverdracht speelt ook hierin weer een cruciale rol voor
het welslagen van dit project.
M.b.t.
overlegstructuur
Omdat
vraaggericht werken hierbij een leidend princiep vormt, is juist dat
structurele overleg met de betrokken onderwijsinstellingen erg belangrijk om
informatie te vergaren.
4.4 Geld
Voor
dit project is € 45.378 (ƒ100.000,-) gereserveerd in het 3D Duurzaamheidsplan
2000-2003 ten laste van het Milieutechnologiefonds.
Uit
ervaring van het afgelopen jaar blijkt dat de kosten met name gaat zitten in
het (laten) ontwikkelen van materialen. Om structureel aandacht te kunnen
schenken aan het VO is ook continue menskracht noodzakelijk. Daarom wordt
voorgesteld genoemd 3D budget te benutten voor
4.5 Kwaliteit
Zowel
de fietstocht als de milieuzorg rond de school projecten zullen worden
geëvalueerd, waarbij vooral de nadruk ligt op de vraag of het naar de wens is
van de doelgroep/gebruiker.