Nota

 

Datum

28-01-2002

Ons Kenmerk

02/003774

Opsteller

Jeroen Huten

Bijlagen

2

Onderwerp

Polderwegen Midden Delfland

 

 


 

Geacht college,

 

Deze nota bevat een korte weergave van de gevolgde procedure tot op heden met betrekking tot het plan voor het beperken van het verkeer op de polderwegen in Midden Delfland. Daarnaast wordt ingegaan op een tweetal aspecten waarover duidelijkheid moet zijn alvorens over te kunnen gaan tot de voorbereiding van de technische realisatie, namelijk de handhaving en de financiering. Tenslotte wordt een aantal voorstellen gedaan om te komen tot besluitvorming en verdere voorbereiding.

Procedure 

Op 24-04-2001 is de (concept-)rapportage van AGV over de mogelijkheden tot beperking van het ongewenste verkeer over de polderwegen in Midden Delfland behandeld in de commissie Duurzaamheid. Men kon zich vinden in de daar uitgezette lijn. Het definitieve rapport heeft u op 17-05-01 vrijgegeven voor ter visie legging (periode 28-05 tot 25-06-01). Een en ander is in de pers aangekondigd (persbericht bijgevoegd), evenals het houden van een inspraakavond op 05-06-01. Deze avond werd door 8 insprekers bezocht. In Overschie, Schiedam, Vlaardingen en Schipluiden zijn ook zulke avonden gehouden. In Delft zijn naar aanleiding van de ter visie legging geen schriftelijke reacties ontvangen. Een verslag van de inspraakavond in Delft treft u bijgaand aan. Vanuit de andere gemeenten zijn wel inspraakreacties ontvangen.

 

De belangrijkste items in de reacties waren:

 

Met de hiervoor genoemde procedure is het proces van planontwikkeling voor Delft ten einde gekomen.

Het plan

Het nu voorgestelde plan is als volgt.

·        Op de Rotterdamseweg/Delftweg ter hoogte van De Zweth komen verkeerslichten die op het smalle deel van de Delftweg (in Overschie) alternerend eenrichtingverkeer regelen om te voorkomen dat het verkeer te dicht langs de gevels rijdt als men elkaar passeert. Aan de noordzijde zal dit verkeerslicht (nog juist) op Delfts grondgebied komen te staan.

·        Op de Schieweg wordt een doseerpunt ingericht juist ten zuiden van de gemeentegrens, bij de fietsbrug.

·        Op de route Abtswoude-Harreweg komt een doseerpunt ten zuiden van de Woudweg (gemeente Schiedam).

·        Tussen Schipluiden en Vlaardingen is ook een doseerpunt voorzien, op de Holyweg in Vlaardingen. De plaats hiervan is in tweede instantie nog opgeschoven na verzoeken van bewoners.

 

De laatste drie punten vormen een samenhangend geheel omdat de routes alternatieven voor elkaar vormen. De situatie in Maasland volgt een eigen traject, mede vanwege status van de route Schipluiden-Maasland (“N468”). Nadat er duidelijkheid is over de financiering en de handhaving (zie hieronder) kan worden overgegaan tot  de voorbereiding van de technische realisatie. De eerste stap daarin is het opstellen van bestekken voor het elektrotechnische en civieltechnische werk. Thans moet, om de betrokken maatregelen op korte termijn te kunnen uitvoeren, worden besloten tot het geven van een opdracht voor het maken van de bestekken. Schiedam zal als coördinator (blijven) optreden hiervoor. Delft zal moeten instemmen met het geven van de opdrachten bij de aangegeven financiering.

Handhaving

Voor de situatie bij de Zweth is uitdrukkelijk gekozen voor een  doseerinstallatie zonder een blokker. Een blokker moet, als fysieke voorziening, het verkeer weren dat de doseerregeling negeert (vgl. de pollers). Bij de Zweth is de situering een probleem (welke richting waar te blokkeren, middenscheiding om passeren te voorkomen nodig). Daarbij is het door de plaatsing van de lichten (grote onderlinge afstand aan beide zijden van De Zweth) minder waarschijnlijk dat verkeer in grote getale het doseren negeert (geen zicht op tegemoetkomend verkeer). Om deze redenen is de voorkeur gegeven aan handhaving door middel van camara’s als instrument om het negeren van de regeling tegen te gaan. Door politie en het OM van Rotterdam Rijnmond is hiermee ingestemd.

Aan de noordzijde van De Zweth staat de installatie en camera op grondgebied van Haaglanden. Door het OM Haaglanden is te kennen gegeven dat zij niet instemt met een dergelijke wijze van handhaving vanwege de benodigde inzet. Voorgesteld wordt om in nader overleg tussen het OM Haaglanden en het OM Rotterdam-Rijnmond te komen tot een oplossing.       

Financiering

Voor de totale kosten van realisering is € 1,90 miljoen (f 4,2 miljoen ) geraamd, waarvan 2 x € 0,45 miljoen voor het besteksgereed maken. In het totale bedrag is een “onvoorzien” van 40% geraamd, omdat er met name nog geen lokatie-gebonden grondonderzoek is uitgevoerd. Dit is wel voorzien in de kosten van het civiele deel van het besteksgereed maken; wellicht dat hiermee de marge kan worden verkleind.

 

Voorgesteld wordt om de deelnemende gemeenten zich naar rato van het aantal inwoners garant te laten stellen voor de kosten van voorbereiding (inclusief bestek). Deze kosten bedragen ca. 10%  van de totaal geraamde kosten, ca. € 0,19 miljoen. De gemeente Delft neemt hiervan volgens de aangegeven verdeling 35% voor haar rekening, zijnde ca. € 0,07 miljoen. Dekking hiervoor kan vooralsnog worden gevonden in het krediet “Uitvoering 30-km gebieden”. Dit krediet is nog niet volledig besteed gezien de periode van uitvoering (loopt door tot 2003). Deze dekking wordt beschouwd als voorfinanciering.

 

Voor de totale kosten mag verwacht worden dat de gemeentelijke bijdrage voor Delft € 0,67 miljoen zal bedragen (verdeling op basis van inwonertallen van de betrokken gemeenten).

 

Voorzien was dat de uitvoering van maatregelen in Midden Delfland via financiering door de z.g. BOR-gelden (via de kaderwetgebieden Haaglanden en SRR) vooruitlopend op de invoering van het Rekening Rijden zou kunnen geschieden. Inmiddels is het voorgenomen systeem van tolpoorten vervangen door de z.g. kilometerheffing, die vooralsnog algemeen zal zijn en geen differentiatie naar plaats zal kennen.

Bij de besluitvorming omtrent Rekening Rijden zijn er echter “harde” afspraken gemaakt omtrent deze financiering teneinde overeenstemming te krijgen tussen partijen (gemeenten, stadsgewest en rijk). Op basis van de toenmalige afspraak wordt getracht alsnog financiering te verkrijgen voor de doseermaatregelen.  

Indien geen (of een beperkte) bijdrage op grond van voorgaande afspraak kan worden verkregen kan het project via Haaglanden worden ingediend voor de normale subsidiering via de GDU (50%). Uitgaande van een positieve beschikking op de subisidieaanvraag komt dit neer op een eigen bijdrage van € 0,34 miljoen (50% van € 0,67 miljoen) voor de gemeente Delft. Een subsidieaanvraag kan echter pas plaatsvinden na de nadere uitwerking (als maatregelen en bedrag nauwkeuriger bekend zijn).

 

Voorgesteld wordt om na uitwerking een definitief voorstel aan de gemeenteraad voor te leggen waarna subsidie zal worden aangevraagd bij Haaglanden. In dat voorstel zal worden teruggemeld of en in hoeverre er nog een rijksbijdrage beschikbaar wordt gesteld op basis van de afspraken in het kader van Rekening Rijden. Bij dit voorstel zal een dekkingsvoorstel worden gedaan voor het gemeentelijk aandeel in de kosten. 

De eerder genoemde kosten van voorbereiding maken deel uit van de totale kosten ad € 1,9 miljoen. De bijdrage van de gemeente Delft in deze kosten van voorbereiding ad ca. € 0,07 miljoen dient te worden beschouwd als voorfinanciering en wordt betrokken bij het definitieve voorstel (en de dekking daarvoor) en de subisideaanvraag.

Voorstel

Voorgesteld wordt om: