Voor de besteding van de zogenaamde EZH-gelden
heeft het gemeentebestuur van Delft de burgerij gevraagd welke projecten naar
hun idee binnen het bestedingsplan zouden moeten worden opgenomen. Een veelheid
van voorstellen werd gedaan; de keuze van het gemeentebestuur binnen de
beleidstaak Verkeer en vervoer omvat drie genoemde onderwerpen, te weten:
-
investeren in fietsvoorzieningen (toegekend € 3,18 miljoen/ƒ7 miljoen)
-
verbetering van het openbaar vervoer, m.n. lijn 61 (toegekend € 1,70
miljoen/f 3,75 miljoen)
-
beperken autoverkeer (toegekend € 0,28 miljoen/f 0,625 miljoen).
In het navolgende is per project een voorstel gedaan voor
de besteding.
Onder
de noemer “investeren in fietsvoorzieningen” is een bedrag toegekend ad f 7 miljoen/€ 3,18 miljoen. Onder
deze noemer zijn een aantal projecten onderscheiden (de nummers zijn die van de
onderscheiden reacties van burgers):
101:
fietspaden: asfalteren huidige fietspaden, snelfietspad Delft – Den Haag, Delft
– nieuwe VINEX-locaties
102:
fietsinfrastructuur: opnieuw asfalteren hoofdroutes; goed fietsnetwerk met op
elkaar aansluitende noord-zuid en oost-west routes
103:
fiets-/voetgangerstunnel Tanthof Oost – Schieweg (recreatief)
108:
versnellen uitvoering fietspadenplan
Deze
projecten zijn terug te voeren op een aantal items die in het navolgende worden
bezien.
Er zijn diverse fietsroutes tussen Delft en Den
Haag. De routes aan beide zijden langs de Vliet liggen op het grondgebied van
de gemeente Rijswijk. De route langs de Provinciale weg/Prinses Beatrixlaan
ligt alleen ten zuiden van ’t Haantje op Delfts grondgebied en heeft een goede
kwaliteit. Alleen zijn er ter hoogte van de Westlandseweg en Ruys de
Beerenbrouckstraat/ Van Foreestweg gelijkvloerse kruisingen zijn, waarbij
vertragingen door de aanwezigheid van verkeerslichten onvermijdelijk is. Een
verbetering van deze route op Delfts grondgebied is niet mogelijk.
De verbindingen met de VINEX-locaties betreffen die
met Ypenburg en Delfgauw (Emerald).
Voor Ypenburg kan worden gesteld dat de ontbrekende
schakels zich buiten Delft bevinden; dan wel voorzien zijn bij de werken ter
ontsluiting van deze wijk (herinrichting op/afritcomplex Delft-noord). Het
stadsgewest Haaglanden beijvert zich ervoor om binnen Ypenburg meer prioriteit
voor fietsvoorzieningen te verkrijgen.
Voor Delfgauw Emerald is de geprojecteerde fiets- en
openbaar vervoerdoorgang onder de A13 ten zuiden van het TNO-complex van groot
belang. Een bijdrage voor versnelde aanleg zou kunnen worden gemotiveerd, zij
het dat voor de totale kosten een veelvoud van het beschikbare budget benodigd
is. Gelet op de beperkte bestedingsruimte in het kader van de EZH-gelden wordt
voorgesteld af te zien van een bijdrage voor deze tunnel in het EZH-project
“investeren in fietsvoorzieningen.
Delft kan in materiële zin nauwelijks iets bijdragen
aan de fietsontsluiting van VINEX-locaties omdat de te treffen voorzieningen
niet op Delfts grondgebied liggen dan wel zeer duur zijn. Een financiële
bijdrage uit de EZH-gelden kan dus achterwege blijven. Bovendien draagt Delft
via het regionale mobiliteitsfonds (de GDU) reeds bij aan realisatie van het
stadsgewestelijk fietsroutenet.
Dat hier een verbinding ontbreekt, is duidelijk. In
de huidige situatie is een verbinding tussen deze wijken er alleen via de
Kruithuisweg, waarbij de spoorbaan met een (hoog) viaduct wordt gekruist. Voor
bestemmingen in het zuidelijk deel van het gebied betekent dit echter altijd
(2x) ca 1,75 km omrijden. De wens tot een directe verbinding met kruising van
het spoor is daarom heel begrijpelijk.
In het Fietsplan 1979 was een tunnel tussen Schieweg
zuid en Tanthof zuid als optie opgenomen als onderdeel van een zuidelijke
stadsroute, maar beide gebieden waren toen nog slechts ten dele bebouwd. Binnen
het voor het uitvoeringsproject beschikbare (subsidie-)budget kon aan deze
verbinding geen prioriteit worden toegekend. Tanthof is echter inmiddels
voltooid en telt meer dan 16.000 inwoners. De bebouwing op het Schieweggebied
is eveneens snel gegroeid (nu meer dan 3000 arbeidsplaatsen) en wordt verder
geïntensiveerd, het deelplan Abtswoude van Midden Delfland (recreatie) is volop
in uitvoering.
Voor een fiets-/voetgangerstunnel onder de spoorbaan
tussen Tanthof Oost en het Schieweggebied wordt gedacht aan een verbinding
tussen de Dreeslaan en de Einsteinweg. Genoemd wordt met name de mogelijkheid
van een rondgaande recreatieve route door Midden Delfland.
In
principe zijn drie plaatsen voor de ligging mogelijk:
·
via de gereserveerde strook tussen de Makro en
de garage van ConneXXion. In dit geval moet worden aangesloten aan de kant van
Tanthof op het Hoogspanningspad, aan de andere zijde op de Schieweg. Het
oversteken van de Schieweg zal niet eenvoudig zijn (Makro-verkeer). Daarnaast
is de ruimte niet al te groot, zeker als voor de toekomst rekening moet worden
gehouden met een viersporige baan van de spoorweg.
·
tussen Dreeslaan en Einsteinweg. In principe
is hier meer ruimte beschikbaar, er is echter geen (r.o.) reservering. Qua te
kruisen verkeer ligt de tunnel hier gunstiger dan de voorgaande. Tevens kan
direct worden aangetakt op de geprojecteerde brug over de Schie. Ook voor
recreatief verkeer ligt de tunnel hier gunstiger. Aantakken aan het “plan
Norder” in het kader van de flankerende maatregelen voor de aanleg van de A4 is
voor deze ligging aannemelijker dan bij de meer noordelijke route.
·
een tunnel ter hoogte van station Zuid. In het
kader van de ontwikkeling van dit gebied is sprake van een mogelijke
voetgangerstunnel. Door deze ook voor fietsers geschikt te maken wordt de
barrierewerking van het spoor deels teniet gedaan (minder hoogteverschil,
verkorting van de omrijbeweging).
Zonder uitgebreide studie is geen redelijk exact
kostenbedrag te geven; een indicatie is echter dat er ca. € 7 miljoen aan
investering nodig zal zijn. Het project is aangemeld bij het stadsgewest
Haaglanden, maar verder niet in procedure gebracht.
De verbinding Tanthof – Schieweg is met name van
belang voor het woon-werkverkeer. Voor het recreatieve verkeer wordt immers in
het kader van Midden Delfland door de Dienst landelijk gebied ca 800m zuidelijk
van de Dreeslaan al een fietstunnel onder de (tweesporige) spoorbaan aangelegd
(en een tweede aan de Schiedamse kant) als onderdeel van het recreatieve
netwerk. Hiermee wordt aan de gedachte van de indiener van het plan reeds
goeddeels tegemoet gekomen. Het rendement van een meer noordelijke tunnel zoals
genoemd zou in combinatie met de gedachte brug over de Schie, die ook voor het
gebied TU-Zuid een functie zou kunnen vervullen, vele malen hoger worden. De
vraag is dus of het in het kader van de EZH-gelden te rechtvaardigen is nu zo’n
groot deel van het bedrag aan een tunnel op deze plaats te besteden.
Voorgesteld wordt nu om een haalbaarheidsstudie uit te voeren ad € 0,03
miljoen. Deze studie moet duidelijkheid geven over de meest wenselijke/haalbare
ligging en de daarmee samenhangende kosten en realisatietermijn. Tevens wordt
voorgesteld om een eerste reservering te doen voor kosten van realisatie van
deze tunnel ad € 0,30 miljoen.
Een
versnelde uitvoering van het fietsplan kan het meeste effect hebben als
projecten worden aangepakt waar wel een ontwerp voor is, overleg met de buurt
is gevoerd, doch waar nu (aanvullende) middelen ontbreken. Een voorbeeld
hiervan is:
De kruising Delfgauwseweg – Nassaulaan, met
aansluitend het fietspad langs Pauwmolen vormt een belangrijke knoop in het
netwerk van fietsverbindingen. De huidige configuratie is complex, de kruising
moet, bij ontbreken van alternatieven, een aantal stromen interlokaal
(auto-)verkeer verwerken die een grote aanslag doen op de capaciteit en ook
mogelijkheden voor fietsverkeer. Reden waarom in de afgelopen decennia slechts
in beperkte mate verbeteringen zijn aangebracht.
Bij overleg met wijkbewoners over de herinrichting
van de Delfgauwseweg is duidelijk de wens naar voren gekomen op korte termijn
verbeteringen aan te brengen. Ook een aantal externe factoren mag worden
meegerekend: het is duidelijk dat binnen een aantal jaren de aanleg van de N
470 (verlenging Kruithuisweg vanaf de A13 naar Pijnacker) de verkeersbelasting
op de Delfgauwseweg en de Nassaulaan zal doen afnemen. Daarbij komen de (goede)
ervaringen met het toepassen van “rotondes nieuwe stijl” voor dit soort
situaties.
De mogelijkheid om hier nu (eindelijk) iets aan te
verbeteren moet zeer positief worden beoordeeld. Voorzieningen op toeleidende
wegen zijn of worden getroffen. Dit betekent dat de baten van de reconstructie
vrijwel direct optreden. Daarnaast zijn in de Wippolder bij het Fietsplan begin
jaren ’80 (vrijwel) geen voorzieningen getroffen, de wijk fungeerde als
controlegebied. Thans zijn/worden er werken uitgevoerd rond het Oostplein en op
het westelijk deel van de Delfgauwseweg, maar de kruising Delfgauwseweg –
Nassaulaan is thans nog een wenspunt, evenals het ontworpen fietspad langs
Pauwmolen naar de parallelweg van de A13. Er is sprake van duidelijk een
laatste, belangrijk stuk van de totale puzzel. Het rendement wordt dus ook
direct ten volle verkregen. Dit dient de relaties van Delfgauw met Delft, de
binnenstad in het bijzonder en het langeafstandsfietsverkeer tussen Delft en
Rotterdam-Overschie. Voorgesteld wordt om de kosten ad € 2,0 miljoen (ƒ 4,5
miljoen) nu uit de EZH-gelden bij te dragen. Een subsidie van 50% op grond van
de GDU door het stadsgewest Haaglanden is mogelijk, maar nog niet aangevraagd.
Indien er een subsidie beschikbaar (ca. € 1 miljoen)
komt voor dit project worden de vrijvallende gelden toegevoegd aan de
reservering ten behoeve van de tunnel Tanthof/Schie-Oevers
Het
voorgaande leidt tot het volgende voorstel voor projecten:
-
kwaliteitsverbetering (bestaande) fietspaden/routes: € 0,85 miljoen
-
fietsverbinding Tanthof – Schieweg (tunnel onder het spoor): studie €
0,03 miljoen, eerste reservering realisatie € 0,30 miljoen)
-
kruispunt Delfgauwseweg – Nassaulaan en fietspad Pauwmolen: € 2,0
miljoen, waarvan na GDU-subsidiering 50% (ca. € 1 miljoen) kan worden
toegevoegd aan de reservering voor de tunnel Tanthof Schie-oevers.
De eenmalige bijdrage uit de EZH-gelden is hierbij
bezien op de termijn van effect/rendement: wordt na uitvoering van de werken
meteen het bedoeld resultaat bereikt. Wat dit betreft scoren de onderdelen
“kwaliteitsverbetering” en “kruispunt Delfgauwseweg – Nassaulaan - Pauwmolen”
duidelijk beter dan de fietstunnel Tanthof – Schieweg. Voor wat betreft de
verdeling van de gelden over de stad is dit voor de kwaliteitsverbetering
eenvoudig vast te stellen. Voor de andere projecten speelt mee dat in het
Fietsplan 1979 de Wippolder als controle-gebied fungeerde en dus nu goed een
“inhaalslag” kan maken.
Voor
dit project is een bedrag toegekend ad f 3,75 miljoen/€ 1,70 miljoen.
Met name is daarbij het voorstel gedaan om ook het trajectdeel Station –
Wippolder Zuid een kwartierdienst te geven, wat een verbetering betekent voor
de bediening van de binnenstad, het Heilige Land en de Wippolder (nr. 104).
Daarnaast vragen nog andere verbetermogelijkheden en knelpunten in het lokale
openbaar vervoer aandacht. Te denken valt aan haltevoorzieningen en gerichte
tariefacties. In het navolgende wordt op deze onderdelen ingegaan
Lijn 61 kent nu op het trajectdeel Station –
Wippolder Zuid een halfuurdienst. Het deel Station – Kuyperwijk heeft in
spitsen en de gehele middag een kwartierdienst, evenals de drukkere trajecten
verder van de stadsdienst. Het voorstel tot een verhoging van de frequentie van
lijn 61 komt neer op de inzet van EZH-gelden voor extra exploitatiekosten. De
EZH-gelden zijn in eerste aanleg bedoeld als een eenmalige bijdrage. Voor de
inzet van EZH-geld op langere termijn voor exploitatiekosten kan worden uitgegaan
van een jaarlijkse bedrag dat neerkomt op 1/20 van het investeringsbedrag (f
0.19 miljoen/€ 0,09 miljoen). Dit bedrag op zich is niet voldoende om de
jaarlijkse extra expliotatiekosten op lijn 61 te dekken.
Daarnaast kan het verhogen van de frequentie van
lijn 61 tot een kwartierdienst op het traject Station – Heilige Land –
Wippolder zuid leiden tot een stijging van het gebruik. De extra reizigers
van/naar de twee haltes in het Heilige Land en de drie in Wippolder Zuid moeten
echter een voldoende kostendekkingsgraad van de extra ritten waarborgen. Op
grond van de kostendekkingsgraad zal de (financieel) verantwoordelijke
opdrachtgever, het stadsgewest Haaglanden, de handhaving van de
kwartierfrequentie beoordelen. Of dit aantal extra reizigers gehaald wordt moet
ten zeerste worden betwijfeld. Het aantal reizigers was immers aanleiding om in
1997 over te gaan tot een beperking van het aantal ritten op dit deel van lijn
61. In de tussenliggende periode zijn er geen ontwikkelingen geweest waardoor
op dit deel van lijn 61 het aantal (potentiële) gebruikers fors zou zijn
toegenomen. Het gebied rond de Nassaulaan zal eerder profiteren van
verbeteringen op lijn 66 door de groei van het vervoer van/naar Emerald (meer
woningen). Door nu in te zetten op frequentieverhoging op lijn 61 in het kader
van de EZH wordt derhalve een voorziening geboden zonder garantie op
continuering ervan.
Voorgesteld wordt dit voorstel als PM te
benoemen.
In het algemeen zijn verbeteringen van haltes op
diverse plaatsen gewenst. Daarbij moet worden gedacht aan verbetering van de
haltevoorzieningen (meer abri’s, abri’s met meer comfort en uitstraling,
fietsenklemmen) en de halteperrons (verkleining verticale en horizontale
afstand tussen perron en vloer/trede van tram of bus).
Momenteel wordt in Haaglanden-verband gewerkt aan
het opwaarderen van haltes en een grotere eenduidigheid van de haltes en de
inrichting daarvan binnen Haaglanden. Vooruitlopend daarop is het niet zinvol
om in Delft op grote schaal aanpassingen te doen. Wel wordt voorgesteld een
bedrag ad € 0,27 miljoen te reserveren voor de verbeteringsslag (indicatief €
3.000/ halte).
Daarnaast zijn er een aantal plaatsen waar op korte
termijn plaatsing van een abri gewenst is maar dit binnen de afspraken met de
exploitant van de abri’s niet haalbaar blijkt (o.a. Wateringsevest, Nieuwe Plantage).
Voor deze situaties wordt nu voorgesteld om een bedrag ad € 0,03 miljoen te
reserveren om plaatsing van abri’s mogelijk te maken.
Een andere haltevoorziening is de
reizigersinformatie. Reeds in het VVP is opgenomen om het dynamische
reisinformatiesysteem zoals dat op het Stationsplein functioneert uit te
breiden naar een aantal andere druk gebruikte haltes (In de Hoven, de Veste).
Het systeem op het Stationsplein functioneert goed en kan relatief eenvoudig
worden uitgebreid. Door Haaglanden is ook hier het initiatief genomen tot een
regionale aanpak met het Delftse systeem als voorbeeld. Vooruitlopend op een
regionaal voorstel (en de financiering daarvan) is het niet wenselijk om in
Delft nu de dynamische reizigersinformatie uit te breiden. Wel wordt
voorgesteld een bedrag te reserveren voor deze uitbreiding als redelijkerwijs
te verwachten eigen aandeel in de kosten ad € 0,4 miljoen.
In
het kader van het bevorderen van het gebruik van de auto is in diverse verbanden
(3D, Binnenstadsconferentie, EZH) een tariefactie genoemd. Enerzijds moet door
een lager tarief het gebruik van het openbaar vervoer aantrekkelijker worden.
Anderzijds moet door een eenvoudiger kaartsoort de drempel tot het gebruik van
het openbaar vervoer verlaagd worden. Daarbij is het streven ook om regelmatige
gebruikers tot de “vaste klanten” van het openbaar vervoer te laten behoren.
De
ervaringen met tariefacties zijn echter minder eenduidig positief. Naast nieuwe
reizigers profiteren vele van de huidige gebruikers van een tariefactie. Voor
de opdrachtgever dalen de inkomsten en dus ook de opbrengstsuppletie (subsidie)
door het rijk. Deze te derven inkomsten worden veelal niet gecompenseerd door
de inkomsten ten gevolge van extra reizigers. Steden die dergelijke proeven de
afgelopen jaren hebben gedaan (met overigens succes voor het aantal gebruikers)
zijn nu bezig andere formules te vinden (bijv. “Piek-kaartje” wordt
“Euro-kaartje”, Apeldoorn, dat nu per jaar f 6 miljoen uit eigen
middelen bijpast). De ervaringen in Delft met het “binnenstadsretour” van 1998
toonden slechts een beperkt effect: voor de periode van de actie, december,
werden 5000 kaartjes gebruikt. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de
verstrekking nogal gecompliceerd was.
De
voorkeur heeft het dan ook om een tariefactie in haar opzet vooralsnog te
beperken tot een actie met een bekende en af te bakenen periode en te koppelen
aan een speciale situatie. Zo’n situatie doet zich in Delft zeer binnenkort
voor. Gedurende de bouw van Zuidpoort is er daar minder parkeergelegenheid. Dit
zal een periode van ongeveer drie jaar omvatten. Op piekuren kan het gebruik
van het openbaar vervoer gestimuleerd worden door het uitgeven van een speciaal
kaartje met aangepast tarief. Een beperking van het speciale tarief tot de
piekuren voorkomt een onevenredige grote kans op inkomstenderving zoals reeds
genoemd.
De
doelgroep moet in eerste instantie de Delftse bevolking zijn. Voor bezoekers
die van buiten Delft komen is de mogelijkheid tot parkeren in de TU-wijk en
gebruik van de Delftpendel interessanter. Daarnaast leidt een tariefactie
buiten Delft tot onevenredige grotere kostenconsequenties en is omslachtiger
voor wat betreft procedures en praktische aspecten als uitgifte van kaarten op
de bus, verrekeningen, e.d.
Connexxion
heeft reeds laten weten bereid te zijn om deel te nemen in een Delfts
initiatief en heeft reeds suggesties die nader moeten worden bezien. De gemeente zal de mogelijke derving aan
inkomsten en suppletie voor de betrokken periode voor haar rekening moeten
nemen. Een raming voor een periode van drie jaar waarin voor de koopavond en
zaterdag binnenstadsretourtjes voor bijv. € 1 worden aangeboden, geeft een
bijdrage voor de gemeente van ca. € 1 miljoen. Overleg en instemming is in ieder
geval nodig met het stadsgewest Haaglanden.
Bij
voortgangsrapportages zijn verder genoemd: bijdrage in de aanschaf van kleinere
bussen en bijv. de inbouw van roetfilters. In beide zaken wordt echter reeds
door de vervoerder voorzien bij de binnenkort voor de stadsdienst Delft in te
zetten bussen: deze zijn korter dan de huidige en hebben een zo schone motor
dat al zonder filters aan de nieuwe milieu-eisen wordt voldaan.
-
frequentieverhoging lijn 61 p.m.
-
verbeteringsslag haltevoorzieningen € 0,3 miljoen
-
dynamische reizigersinformatie € 0,4 miljoen
-
tariefactie tijdens bouw Zuidpoort € 1 miljoen
In
het kader van de EZH-gelden is voor het project “beperken autoverkeer een
bedrag toegekend ad f € 0,28
miljoen/ ƒ0,625. Daarvoor zijn de volgende voorstellen geselecteerd:
59/99a:
stadsdistributiecentrum: de maatrgelen in het kader van de autoluwe binnenstad
maken een meer efficiënt gebruik van de distributiefaciliteiten gewenst.
Daarbij kan (ook) worden gedacht aan een breng- en ophaal depot.
85:
auto-delen in Olofsbuurt en Westerkwartier kan een bijdrage leveren aan het
oplossen van de parkeerproblemen, ook voor bewoners onderling.
Hoewel
de meeste burgers individueel voordeel hebben van het bezit en gebruik van een
auto, komt voor de stad als totaliteit en haar inwoners en werkers de
hoeveelheid autoverkeer op diverse plaatsen als hinderlijk, gevaarlijk, te veel
ruimte vragend over. De wens tot beperken van het autoverkeer komt hieruit
voort. Hiervoor zijn allerlei maatregelen denkbaar. Het is gebleken dat
maatregelen aan de kant van het autobezit op zich geen effect hebben
(deze moeten liggen op het vlak van het bieden van alternatieven); autogebruik
wordt in de stedelijke omgeving wel sterk beïnvloed door het parkeerbeleid en
de daardoor geboden mogelijkheden zomede door een selectief toelatingssysteem
zoals thans gerealiseerd voor de binnenstad. De vraag is echter hoe ver men dit
kan uitbreiden.
Diverse
maatregelen, met name in het kader van het autoluw maken van de binnenstad,
lopen dus reeds, er zijn echter nog genoeg punten in Delft waar door gerichte
aanpak van de indeling van wegen en straten de overlast van autoverkeer kan
worden beperkt zonder de bereikbaarheid in het gedrang te laten komen. Wanneer
het door zulke maatregelen minder vanzelfsprekend wordt om “toch maar” de auto
te nemen, kan dit ook bijdragen aan beperking van het autoverkeer in
kwantitatieve zin. Gedacht kan worden aan bijv. herinrichting van de
Voorhofdreef waardoor de snelheden kunnen worden beperkt, de oversteekbaarheid
(veiligheid) wordt verbeterd etc.. Voorgesteld wordt allereerst een ontwerp te
(laten) maken en dit met belanghebbenden te bespreken. Voor realisatie zullen
echter gelden uit andere bronnen zijn nodig. Wanneer niet duidelijk is of deze
bronnen op korte termijn beschikbaar komen lijkt, planvorming niet zo passend,
mede gezien de communicatie naar de wijk. Voorgesteld wordt dergelijke ingrepen
in de verkeersstructuur vooralsnog als pm op te nemen.
Dat
(grote) vrachtauto’s een belemmering vormen voor een (meer) autoluwe
(binnen)stad is een feit. Dat andere vormen van goederendistributie verlichting
kunnen betekenen is ook bekend. Evenals echter dat diverse studies hebben
aangetoond dat voor steden als Delft een commercieel overlaadcentrum voor het
totale goederenverkeer van en naar het oude centrum niet haalbaar is. (zonder
blijvende subsidie). Het gros van het goederenvervoer rijdt nu reeds met “luxe
wagens”.
Meer
gerichte faciliteiten zoals voor de EZH-gelden genoemd kunnen een bijdrage
leveren tot het verminderen van autoverkeer in de binnenstad. Voorgesteld wordt
deze ideeën vooreerst nader uit te (laten) werken met een bijdrage van € 0,03
miljoen. Te verwachten is dat er in enige vorm een vervoersdienst zal worden
voorgesteld (bijvoorbeeld een haal- en brengdienst). Voorgesteld wordt om een
startsubsidie ad € 0,1 miljoen voor een dergbelijk dienst te reserveren.
Het
stadsgewest Haaglanden heeft inmiddels een nader onderzoek gestart naar de
problemen van de distributie en de mogelijke oplossingrichtingen.
Als
voorstel is met name genoemd: voorzieningen voor auto-delen om de parkeerdruk
in Olofsbuurt en Westerkwartier te beperken. “Greenwheels” heeft reeds een
vestiging op de Paardenmarkt, het inrichten van zulke plaatsen is op meer
plekken voorzien. In genoemde wijken kan een investering uit de EZH-gelden een
versnelling geven om ook hier deze voorziening te laten starten. Voorgesteld
wordt om een bijdrage ad. € 0,05 miljoen hiervoor te reserveren. Dit moet
worden beschouwd als een eenmalige of
startbijdrage (zoals auto-delen met bijbehorende voorzieningen).
In
aansluiting op de reconstructie van het kruispunt Nassaulaan – Delfgauwseweg –
Pauwmolen zou een gedacht doseerpunt op de parallelweg van de A13
(“Rijksstraatweg”) een goede verbetering zijn, die zowel het autoverkeer op
deze route beperkt (en dus de overlast van “sluipverkeer” op de Delfgauwseweg),
als ook ten goede komt aan de veiligheid en het comfort voor fietsers. Voor
onderzoek is bij de zomernota een bedrag opgenomen, de aan te brengen
voorzieningen zouden dan ten laste van de EZH-gelden kunnen komen. Overleg met
Pijnacker en Overschie is nodig omdat de weg deels (ook) in deze gemeenten ligt
(maar deze gemeenten hebben nauwelijks specifieke overlast van het sluipverkeer
omdat er slechts enkele panden aan de weg liggen). Wellicht zou een provinciale
subsidie mogelijk zijn. Voorgesteld wordt het vooralsnog resterende geld uit
het project “beperking autoverkeer” ad € 0,1 miljoen te reserveren voor deze
maatregelen.
-
ingrepen verkeersstructuur pm
-
ontwikkeling en startsubsidie breng/ophaal-dienst € 0,13 miljoen
-
versnelde aanleg punten voor “auto delen” € 0,05 miljoen
-
doseerpunt parallelweg A13 €
0,1 miljoen
Voor de projecten op het gebied van verkeer en vervoer
ontstaat na het voorgaande het volgende pakket bestedingsvoorstellen
-
kwaliteitsverbetering (bestaande) fietspaden/routes: € 0,85 miljoen
-
fietsverbinding Tanthof – Schieweg studie € 0,03 miljoen, eerste reservering realisatie €
0,30 miljoen
-
kruispunt Delfgauwseweg/Nassaulaan €
2,0 miljoen
waarvan na subsidiering 50% (ca. € 1 miljoen) toe
te
voegen aan reservering fietstunnel
Tanthof-Schie-oevers)
-
verbeteringsslag haltevoorzieningen €
0,3 miljoen
-
dynamische reizigersinformatie €
0,4 miljoen
-
tariefactie tijdens bouw Zuidpoort €
1 miljoen
Beperken autoverkeer € 0,28 miljoen
-
ontwikkeling en startsubsidie breng/ophaal-dienst € 0,13 miljoen
-
versnelde aanleg punten voor “auto delen” € 0,05 miljoen
-
doseerpunt parallelweg A13 €
0,1 miljoen
U
wordt voorgesteld om in te stemmen met bijgaande voorstellen en deze om advies
voor te leggen aan de raadscommissie Duurzaamheid