Nota

 

Datum

29-10-2002

Ons Kenmerk

02/031398

Opsteller

Peter Rommens

Bijlagen

1      

Onderwerp

Optimale Energie Infrastructuur (OEI) Spoorzone[1]

 

 


Inleiding

 

De gemeente Delft wil een optimale energie-infrastructuur ontwikkelen bij de herstructurering van de Spoorzone. Als eerste stap hiervoor is een OEI-traject (Optimale Energie Infrastructuur) doorlopen. De resultaten van het  traject zijn verwerkt in een energievisie met daarin  de mogelijkheden en het draagvlak om op korte termijn (2005-2010) tot realisatie van een besparing van 25% op de CO2-emissie .

De gemeentelijk energieambities zijn gebaseerd op de Trias energetica, de energiedoelstellingen uit het Delfts
            Duurzaamheidsplan en minimaal het energieambitieniveau van het kerngebied Zuidpoort:

1.       Streven naar een Energie Prestatie op Locatie (EPL) van minimaal 8.

2.       Streven een deel van het plan in 2015 geheel ‘energieneutraal’ (EPL=10) te krijgen.

3.       Mogelijke toepassing van restwarmte van DSM Gist.

De Delftse ambities gaan hiermee verder dan het nationaal beleid.

Binnen het OEI-traject zijn een aantal varianten voor de energievoorziening ontwikkeld die kunnen leiden tot het bereiken van de genoemde ambities.

Welke variant optimaal is hangt af van de effecten op het energieverbruik, de CO2-emissie, EPL alsmede flexibiliteit, zekerheid en totale investeringskosten.

 

De volgende varianten zijn onderzocht:

Referentie:        - EPC woningen en kantoren op het wettelijke nationale niveau

- energielevering (gas en elektriciteit) individueel

Autonoom:        Beperking van de vraag door EPC-verlaging:

20% lager dan de wettelijke waarde uit het bouwbesluit op

dat moment

- energielevering (gas en elektriciteit) individueel.

Progressief:      Beperking van de vraag door EPC-verlaging:

20% lager dan de wettelijke waarde uit het bouwbesluit

- elektriciteitslevering conventioneel

            Subvarianten:

                        - restwarmtelevering DSM Gist temperatuurniveau 70/40°C

                        - restwarmtelevering DSM Gist temperatuurniveau 35/20°C

                        - wijkverwarming met WKK

Ambitieus:        Beperking van de vraag door verdere EPC-verlaging:

40% lager dan de wettelijke waarde uit het bouwbesluit

- restwarmte levering laag temperatuurniveau 35/20°C

- 25% van de elektriciteitslevering duurzaam opwekken

 

 

Referentie

 

Autonoom

 

Progressief

70/40

Progressief

35/20

Progressief WKK

Ambitieus

EPL ≥ 8

-/-

-

+

+

-

+/+

25% CO2 reductie

-/-

-/-

0

0

-

+

Restwarmte DSM Gist

-

-

+

+

0

+

Kosten (totaal)

0

0

0

0

-

-/-

Flexibiliteit

-

-

+

+/+

0

+/+

Zekerheid

0

0

+

+

+

+

 

De ambitie voor een EPL van minimaal 8 blijkt mogelijk te zijn bij zowel de progressieve varianten met warmtelevering als bij de ambitieuze variant. Op basis van totale kosten zijn de progressieve varianten het meest haalbaar. De erg zware EPC eis en de kosten van duurzame bronnen voor elektriciteit bij de variant ‘ambitieus’ maakt deze aanzienlijk duurder. Derhalve ligt een keuze voor een van de varianten ‘progressief’ in de rede.

 

Om de ambitie van EPL≥8 te behalen zijn dus de volgende maatregelen noodzakelijk:

·         EPC-verlaging: blijven stellen van verscherpte EPC-eis van 20% tov landelijk heeft consequenties voor de verschillende partijen. De aanscherping kan in principe niet zomaar opgelegd worden, maar zal met betrokken ontwikkelaars besproken moeten worden en tevoren vastgelegd in de Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten Spoorzone. In technisch oogpunt zullen de gevraagde maatregelen steeds vernuftiger moeten worden, maar altijd haalbaar blijven. De kosten van de maatregelen zullen verhoudingsgewijs bij een verzwaring van de wettelijke eisen steeds hoger worden. In het vervolgtraject zullen dus nog afspraken gemaakt moeten worden hoe om te gaan met deze meerkosten.

·         Restwarmte DSM Gist: uit een 1e inventarisatie bij DSM Gist is gebleken dat hier een ruime hoeveelheid restwarmte potentieel beschikbaar is. In principe is de winning hiervan technisch realiseerbaar en inpasbaar in de toekomstige energievoorziening. Restwarmtelevering kent in principe een hoge mate van bedrijfszekerheid, mits in de levering en distributie waarborgen zijn ingebouwd.

 

Conclusies Energievisie

De belangrijkste conclusie van het OEI-traject was dat varianten met restwarmtelevering DSM Gist de hoogste potentie hebben. Zowel op het terrein van EPL en CO2 emissie als  op kosten.

 

Op relatief korte termijn is het moeilijk volledige energieneutraliteit (EPL=10) in een deelzone te bereiken. Op langere termijn is dit het beste te bereiken met de variant progressief 35/20 om dat deze variant de meeste mogelijkheden voor de inzet van duurzame energie biedt.

 

Energievisie Poptahof

Voor de herstructurering van de Poptahof is in het voorjaar 2002 een OEI-traject doorlopen. Uit de resultaten blijkt dat verregaande energie en CO2 besparing ook in dit project technisch mogelijk zijn. Daarbij is warmtelevering  DSM Gist een van de opties. Een vaststelling van het ambitieniveau en mogelijke keuze voor een energie-infrastructuur dienen nog door de stuurgroep Poptahof gemaakt te worden. In deze afweging spelen de financiële consequenties en consequenties voor de betrokken externe partijen (Delftwonen en Van der Vorm Bouw) een rol.

 


Vervolgtraject

1.       Door de gemeente zullen keuzes gemaakt moeten worden over de te kiezen ambitieniveau (de EPL) en de uit te werken energie-infrastructuur. Deze ambitie en de daaruit voortkomende eisen dienen opgenomen te worden in de Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten Spoorzone.

 

2.       Daarnaast is een haalbaarheidstudie restwarmtelevering bij DSM Gist geïnitieerd noodzakelijk

 

3.       In een volgende fase dient een keuze gemaakt te worden op welke wijze de energievoorziening wordt gegund: middels de AMvB BAEI of binnen de PPS of andere aanbestedingsvorm Spoorzone. De basis is in beide gevallen de vastgelegde ambitie en eisen in de Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten Spoorzone.

 

Ad 1: Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten Spoorzone: in de gebouwde omgeving draagt een verdere EPC-verlaging positief bij aan de gestelde ambities. Om de ambitie van EPL≥8 te bereiken dienen de volgende eisen in de Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten op gebouwniveau te worden opgenomen:

·         EPC-eis 20% lager als de rijksnorm.

·         Toepassen van laagtemperatuurverwarming is in het geval van restwarmtelevering op laag temperatuurniveau 35/20°C noodzakelijk en bij restwarmtelevering op hoog temperatuurniveau 70/40°C wenselijk. Deze eis zal dus op basis van de haalbaarheidstudie nog worden gedefinieerd.

·         Warmtelevering.

 

Ad 2: Haalbaarheidstudie restwarmtelevering DSM Gist. Het is aan te bevelen de technische en economische mogelijkheden van restwarmtelevering nader te onderzoeken. In deze studie wordt bepaald welke temperatuurtraject bij warmtelevering uiteindelijk de beste resultaten levert. Daarin is tevens aandacht voor: gevolgen voor de omgeving, de fasering van de aanleg, de mate van robuustheid van het ontwerp en de kosten voor investeerders en eindgebruikers. Hierbij komen globaal ook de alternatieve manieren van warmteopwekking aan de orde die nodig mochten zijn als DSM Gist zou stoppen met een van de productieprocessen. Het onderzoek specificeert wel de eisen aan de bebouwing, maar specificeert hiervan niet de kosten. Naast toepassing van warmtelevering in de Spoorzone dient uitbreiding naar de wijk Poptahof en mogelijke andere locaties in de stad in deze studie te worden opgenomen.

           
De studie geeft ook de verder te nemen procedurele stappen weer.

 

De geraamde kosten  bedragen maximaal € 41.000. Mogelijk kunnen een deel van deze kosten zijnde € 14.000 middels een subsidie via Novem, programma OEI, bekostigd worden. Gezien de onzekerheid over de subsidie ligt (voor)financiering via het Energiefonds voor de hand.

 

De raadsvoorstellen zijn dus:

o        Vooralsnog akkoord te gaan met een EPL ambitie ≥8 voor het gebied Spoorzone met restwarmtelevering als uitgangspunt.

o        Akkoord te gaan met een haalbaarheidsonderzoek restwarmtelevering DSM Gist, en ten behoeve hiervan een bijdrage van maximaal €41.000 te reserveren uit de ‘reserve energiebesparende maatregelen’ en de 58e begrotingswijziging van het dienstjaar 2002 vast te stellen.

 


 



[1] Voor uitleg van de gebruikte afkortingen OEI, EPL, EPC, BAEI, zie bijlage