Nota

 

Onderwerp

Startnota herontwikkeling Koepoortgebied

 


1. Inleiding

De nota kwaliteitsverbetering ‘Binnenstad-2 ligt ten grondslag aan de wens tot realisering van de Delftse parkeergarages.  In de nota autoluwe binnenstad, welke in juni 2000 door de gemeenteraad is goedgekeurd, is vastgelegd dat naast de Phoenix garage en de Zuidpoortgarage er ook een garage aan de oostzijde van de stad moet komen bij de Koepoortbrug.  In dezelfde nota is vastgelegd dat deze garage minimaal 320 bezoekersplaatsen moet tellen. In het collegeprogramma 2002-2006  wordt gesproken over ca. 300 bezoekersplaatsen. Bij het opstellen van deze startnota zijn locatie en aantal bezoekersplaatsen als gegeven beschouwd. Het aantal van 320 zal als streefgetal gehanteerd worden. Op basis van een eerste verkenning, kan voorzichtig geconcludeerd worden dat een tweelaagse ondergrondse parkeergarage op voornoemde locatie mogelijk is. In het collegeprogramma wordt uitgegaan van de start van de realisatie van de garage in het vierde kwartaal van 2004 en opening van de garage eind 2006.  Om de realisatie van de garage mogelijk te maken is herontwikkeling van het betreffende gebied noodzakelijk.

 

Het plangebied bestaat ruimtelijk gezien uit twee deelgebieden te weten de Maria Duystlaan locatie, waar de parkeergarage gepland is en de Koepoortplaats. De Maria Duystlaan locatie is het gebied tussen de Van Renswoudestraat , Stalpaert van der Wieleweg/Van Miereveltlaan, de Genestetstraat en de Oostsingel. Zie hiervoor ook onderstaande plankaart. De tweede locatie is de Koepoortplaats, gelegen aan de oostzijde van de Stalpaert van der Wieleweg / van Miereveldlaan en is nu in gebruik als parkeerterrein voor bussen. Ontwikkeling van de Koepoortplaats in samenhang met de Maria Duystlaanlocatie is om stedenbouwkundige redenen gewenst, maar is voor de realisatie van de garage niet noodzakelijk. Voorwaarde voor ontwikkeling van de deze locatie is in alle gevallen  dat de benodigde capaciteit voor busparkeren behouden blijft binnen het gebied.

Plankaart Koepoortgebied

 


In deze startnota zijn de belangrijkste uitgangspunten en randvoorwaarden voor de herontwikkeling van het Koepoortgebied en de ontwikkeling van de garage weergegeven. Daarnaast wordt ingegaan op het gekozen ontwikkelingsmodel, de fasering, de planning en de projectorganisatie.

 

De Maria Duystlaan locatie

De huidige situatie

Deze locatie is gelegen aan de oostzijde van de binnenstad en onderdeel van het gebied dat verkaveld is in stedenbouwkundige bouwblokken die hoofdzakelijk bestaan uit ééngezinswoningen van twee bouwlagen met een kap. De locatie wordt in oost-west richting doorsneden door de Maria Duystlaan die in het verlengde ligt van de Koepoortbrug en de Nieuwe Langendijk. De Nieuwe Langendijk is de aanlooproute naar het centrum, die bestaat uit afzonderlijke aaneengesloten panden met  op de begane grond hoofdzakelijk winkels en op de verdiepingen hoofdzakelijk woningen.

De Koepoortbrug is aan de oostkant de enige verbinding over het kanaal dat geschikt is voor alle soorten van verkeer. Hierdoor is de Maria Duystlaanlocatie de oostelijk toegang tot de binnenstad. De toren van de Nieuwe Kerk op de Markt is hier duidelijk zichtbaar en als oriëntatiepunt belangrijk.

De Maria Duystlaan overbrugt vanaf de Stalpaert van de Wieleweg /Van Miereveldlaan tot aan de Koepoortbrug een hoogteverschil van 2,30m.

 

Aan de noordzijde wordt  Maria Duystlaan locatie begrensd door de woningen aan de Van Renswoudestraat. Deze woningen hebben hun parkeergelegenheid in de Van Renswoudestraat en dateren uit het begin van de vorige eeuw. Ze zijn opgebouwd uit twee bouwlagen met een kap. Aan de noordzijde hebben deze woningen een plaatsje dat grenst aan de Gerard van Loonstraat. Deze straat is gesitueerd binnen het stedenbouwkundige bouwblok Van Renswoudestraat, Van Miereveldlaan, Koepoortstraat en Oostsingel. Voor de woningen aan de Van Renswoudestraat ligt een terreintje dat gebruikt wordt als speelplek. Alle woningen zijn particulier eigendom.

De tuinen van de woningen gelegen aan de Genestetstraat bepalen op het ogenblik aan de zuidzijde het beeld van de oostelijke entree van de binnenstad. Deze woningen zijn twee bouwlagen hoog en zijn eigendom van de woningbouwvereniging Vestia en zullen eerste helft 2003 worden gesloopt.  Na de sloop zullen op deze locatie en op het tegenover gelegen grasveldje tijdelijke parkeervoorzieningen gerealiseerd worden. Deze zullen gehandhaafd blijven tot de start van de bouwwerkzaamheden. De Genestetstraat wordt hierdoor de zuidelijk grens van deze locatie.

De woningen Oostsingel 65, 66 en 67 zijn particulier eigendom. Hoewel ze een monumentale uitstraling hebben zijn het geen gemeentelijke of rijksmonumenten en zijn als zodanig ook niet geïnventariseerd. Ruimtelijk gezien zou uitbreiding van het plangebied  met deze woningen (in overleg met de eigenaren) overwogen kunnen worden.

 

Ontwikkelingsmogelijkheden

Vanuit het parkeerbeleid voor de binnenstad is bepaald dat er aan de oostzijde van de Koepoortbrug een parkeergarage  met 320 bezoekersplaatsen gerealiseerd moet worden. De belangrijkste opgave is hierdoor: het realiseren van een aantrekkelijke entree van de binnenstad waarbij het voor bezoekers duidelijk is dat zij als voetganger de binnenstad bezoeken. Deze aantrekkelijkheid geldt zowel de ruimtelijke als de functionele invulling. Het zicht op de toren van de Nieuwe Kerk op de Markt moet hierbij als oriëntatiepunt gehandhaafd blijven.

 

Vanuit de ruimtelijke samenhang is het doorzetten van de stedebouwkundige bouwblokken in een gesloten verkavelingprincipe met een hoogte die aansluit op de bestaande bebouwing de meest gewenste. Hierbij moet rekening gehouden worden dat ontwikkelingen van de gebieden ten noorden en ten zuiden in de toekomst mogelijk blijven.

Na sloop van de woningen aan de noordzijde van de Van Renswoudestraat is de afmeting tussen de woningen aan de Van Renswoudestraat en de Genestetstraat ongeveer 66 mtr.


Programma

Ondergrondse parkeergarage

Een ondergrondse parkeergarage met minimaal 320 parkeerplaatsen voor bezoekers zal deel uitmaken van het plan. Daarnaast worden plaatsen gerealiseerd ten behoeve van de woningen die binnen het plan worden ontwikkeld, conform de geldende parkeernorm. Parkeren ten behoeve van de bestaande bebouwing  zal op straat opgelost  worden. De gemeente zal niet optreden als opdrachtgever voor de parkeergarage, maar stelt vanuit haar parkeerbeleid wel eisen aan de garage. De belangrijkste zijn:

·         De garage moet voldoen aan de ontwerpnormen vanuit de ‘NEN 2423: Parkeren en stallen van personenauto’s op terreinen en in garages’, aangevuld met de ‘European Parking Quality Standard’.

·         De in- en uitrit van de garage moet herkenbaar zijn vanaf de openbare weg en de toegang en uitgang autoverkeer van de garage zal duidelijk vormgegeven moeten worden t.b.v. de onbekende binnenstadsbezoeker.

·         De in- en uitgang voor de voetgangers zal moeten aansluiten op de bestaande looproutes.

·         De hoofdin-/uitgang voor voetgangers zal nabij de Koepoortbrug moeten zijn.

·         Gezien de omvang van de garage kan volstaan worden met 1 in-/uitrit. 

·         Bouwtechnisch zal als uitgangspunt genomen moeten worden dat het dak van de parkeergarage onder het laagste punt van het maaiveld blijft. Dit betekent 0,0 m. NAP (hoogte van Miereveltlaan).

·         Het bouwstramien zal 7,80 x 16,00 m. betreffen. Dit betekent dat 3 auto’s naast elkaar staan, met vervolgens een constructiepaal (= 7,80 m.) en er een ruime overzichtelijke en sociaal veilige ruimtes ontstaat (= 16,00 m.) 

Ten behoeve van het onderzoek naar de ruimtelijke haalbaarheid van een ondergrondse garage heeft een eerste verkenning plaats gevonden.  Hierbij is onder andere gekeken naar de omvang van het beschikbare plangebied.    Bij de bepaling van de contouren van de garage  is onder meer gekeken naar de bouwkundige beperkingen van de omgeving. Zo zijn de Koepoortbrug, en de woonbebouwing aan de Van Renswoudestraat en De Genestetstraat (oneven zijde) als vaststaand beschouwd, waarbij een zekere werkafstand tot de bebouwing is meegenomen.

Daarnaast zijn de (verticale) fysieke elementen geïnventariseerd. Zo heeft de kade van de Oostsingel een waterkerende functie en bevinden zich in de Oostsingel en de St. van der Wieleweg/Van Miereveltlaan een groot aantal kabels en leidingen waarbij fysieke ruimte noodzakelijk is om deze kabels en leidingen te bergen.

 

Verder heeft de verkeerskundige ontsluiting tijdens en na realisatie een belangrijke rol gespeeld. Zo heeft de St. van der Wieleweg/Van Miereveltlaan een doorgaande functie en zal zeer beperkt afgesloten kunnen worden. Ook zal de Koepoortbrug als ontsluiting van de oostelijke binnenstad altijd bereikbaar moeten blijven.

 

Bovengrondse bebouwing

Het programma voor de bovengrondse bebouwing zal opgesteld worden in samenwerking met de geselecteerde ontwikkelaar. Het ligt echter voor de hand dat gekozen zal worden voor woningbouw in combinatie met enkele commerciële functies op de begane grond. De vestiging van een supermarkt op deze lokatie wordt uitgesloten. Daarnaast dient onderzocht te worden of een dagopvang voor verslaafden op een goede manier zou kunnen worden ingepast in het programma.

 

Koepoortplaats

Huidige situatie

De Koepoortplaats ligt aan de oostzijde van de Van Miereveldlaan in het zicht van de Koepoortbrug en is ruimtelijk gezien onderdeel van het gebied met een singelachtig karakter.

Bebouwing met een hoogte van twee, drie tot vier bouwlagen zijn als losse elementen in een groene setting geplaatst.

Binnen de ruimtelijke structuur van dit gebied ligt de Koepoortplaats aan de kop in een oost-west georiënteerde strook waarin diagonaal bebouwing is geplaatst.  Deze strook wordt begrensd door water en groen. De bebouwing bestaat uit drie strookjes eengezinswoningen met tuin van drie bouwlagen en vier gebouwen met studentenhuisvesting in vier bouwlagen.

 

De Koepoortplaats is sinds maart 1998 ingericht als parkeerplaats voor elf touringcars. De touringcars worden op de Koepoortplaats geparkeerd nadat de toeristen in de binnenstad zijn afgezet en verblijven er meestal een korte periode, waardoor het belangrijk is dat de bussen niet op grote afstand van de binnenstad worden geparkeerd.

In de maanden april, mei en juni is de capaciteit van het parkeerterrein nauwelijks toereikend terwijl buiten deze periode het terrein voor een groot deel leeg tot helemaal leeg staat.

De aanwezigheid van parkeerplaatsen voor touringcars is van groot belang voor de Delftse binnenstad. Deze functie kan hooguit worden verplaatst binnen het plangebied, maar mag niet worden opgeheven en moet dezelfde capaciteit houden. Bij het zoeken naar oplossingen voor het busparkeren zal ook gekeken worden naar de mogelijkheden voor dubbelgebruik buiten het toeristenseizoen.

 

Ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden

Voor de Koepoortplaats is ruimtelijk gezien het volgende van belang:

·         het ligt op de kruising van twee structurerende lijnen, de Van Miereveldlaan en Maria Duystlaan,

·         De locatie ligt in het zicht van de ingang binnenstad Koepoortbrug.

·         het is onderdeel van het gebied met een singelachtig karakter waarin losse bebouwing is geplaatst,

·         hierbinnen ligt het aan de kop van een strook met diagonaal geplaatste bebouwing,

Gezien de toch unieke plek die de Koepoortplaats inneemt in de ruimtelijke structuur en de ligging tegenover de toegang van de binnenstad is een invulling met bebouwing ruimtelijk gezien gewenst. Een functie als bus parkeren dient echter behouden te blijven. Een andere locatie op een geringe afstand van de binnenstad is niet aanwezig. Een optie is dat de touringcars  binnen de locaties A en B een parkeerplek krijgen, hetzij in de openbare ruimte of geïntegreerd in de bebouwing of een combinatie van beide.

 

Een grotere hoogte van eventuele bebouwing op de Koepoortplaats wordt gelegitimeerd door de zichtlocatie vanaf de Koepoortbrug, de toegang tot de binnenstad. Hierdoor ontstaat een oriëntatiepunt als de binnenstad aan de oostzijde wordt verlaten. Dit is dan de  tegenhanger van de toren van de Nieuwe Kerk op de Markt, die als oriëntatiepunt werkt voor een ieder die de binnenstad vanaf het oosten binnenkomt.

 

De Koepoortplaats moet een groene sfeer uitstralen. Het bestaande wateroppervlak mag niet worden verkleind.  Bovenstaande zal verder uitgewerkt worden in ruimtelijke ontwikkelingsvoorwaarden.

 

Programma

Het programma zal in overleg met de projectontwikkelaar worden opgesteld. Woningbouw ligt op deze locatie echter voor de hand

 

Ontwikkelingsmodel

Uitgangspunt is dat beide deelgebieden (inclusief parkeergarage) door marktpartijen worden ontwikkeld. De stedenbouwkundige ontwikkelingsvoorwaarden worden echter opgesteld door de gemeente. Ook zal de gemeente nauw betrokken zijn bij het ontwikkelingsproces.  Aangezien de parkeergarage van groot belang is voor de bereikbaarheid van de binnenstad zal de gemeente voor deze functie beleidsuitgangspunten en minimum kwaliteitseisen opstellen. De gemeente houdt in het hele proces een regiefunctie omdat de gemeente een grondpositie heeft en het stedenbouwkundig ontwikkelingsplan opstelt dat nodig is voor de geplande ontwikkeling. Daarnaast zal de gemeente een programma van eisen opstellen voor de inrichting van de openbare ruimte.

 

De gemeente heeft niet alle grond in eigendom.  De grond onder de te slopen woningen aan de Genestetstraat is eigendom van Vestia. Om die reden zal in eerste instantie de projectontwikkelaar Ceres ( onderdeel van Vestia) de gelegenheid gegeven worden om in samenwerking met de gemeente een plan te ontwikkelen. Indien er voor eind april 2003 geen overeenstemming wordt bereikt over een samenwerkingsovereenkomst zal er een andere ontwikkelaar geselecteerd worden.

 

Het is twijfelachtig of de parkeergarage volledig op commerciële basis gerealiseerd kan worden. Het is daarom waarschijnlijk dat de gemeente daarin ook een faciliterende rol zal moeten spelen. De vorm waarin zal nader onderzocht moeten worden. Een vergelijkbare constructie als voor de Zuidpoortgarage ligt echter voor de hand.

 

Proces en planning

Onderstaand wordt het proces en planning in hoofdlijnen beschreven. 

 

Fase 1a (Definitiefase), gereed: feb 2003

1.       Aanvragen voorbereidingskrediet

2.       Opstellen / aanpassen startnotitie

3.       Onderzoek naar Europese regelgeving tav aanbesteding

4.       Opstellen gemeentelijke randvoorwaarden parkeergarage

5.       (Laten) opstellen exploitatieoverzicht parkeergarage (incl. investeringsraming)

6.       Opzetten grondexploitatie

7.       Opstellen intentie-overeenkomst

8.       Opstellen ruimtelijke ontwikkelingsvisie

9.       (laten) opstellen structuurplan met financiële onderbouwing (door Ceres)

10.   Laten uitvoeren aanvullend bodemonderzoek

Fase  1b  gereed april 2003

1.       Opstellen samenwerkingsovereenkomst met ontwikkelaar

Fase 2 (ontwerp) gereed: feb 2004

1.       Opstellen ontwikkelingsplan en inspraakprocedure

2.       Maken ontwerp (VO/DO) (door ontwikkelaar)

3.       Maken ontwerp aanpassing buitenruimte (VO/DO)

Fase 3 (voorbereiding)  gereed: eind 2004

1.       Maken bestek (door ontwikkelaar)

2.       Aanvraag bouwvergunning

3.       Aanbesteding (door ontwikkelaar)

4.       Grondoverdracht

Fase 4 (uitvoering) start: eind 2004, gereed: 2007

1.       Bouwrijp maken en aanleggen tijdelijke verkeerssituatie

2.       Bouwen en inrichting openbare ruimte.

 

 Bestuurlijke besluitvorming      

Op verschillende momenten tijdens het proces zullen (tussen)producten worden voorgelegd aan het bestuur. Dit zijn de volgende  : 


 

 


     Nov 2002             jan 2002               feb 2003               april 2003        nov 2003     feb 2004    nov  2004

 

 


         

Organisatie

Voor de realisatie van dit project zal een projectorganisatie worden ingericht bestaande uit een intern projectteam, een plan/ontwerpteam en een stuurgroep.

 

De volgende personen zullen deelnemen aan het projectteam:  

Naam                                                  Taak

Henk Twisk (projecten)                          Projectleider

Hans Waltman (grond)                           Opstellen grondexploitatie

                                                           Onderhandelingen en contractvorming met ontwikkelaar

David Visser (Ir buro)                             Onderzoek naar benodigde aanpassingen infra

                                                           Kostencalculatie bouwrijpmaken

                                                           Opstellen gemeentelijke randvoorwaarden parkeergarage

                                                           Kostencalculatie parkeergarage (tbv afspraken over evt

                                                           gemeentelijk bijdrage)

                                                           Uitvoeren technische risicoanalyse

Jan Nederveen (mobiliteit)                      Onderzoek verkeerskundige consequenties en ontwerp aanpassing verkeerssituatie

Sacha Koenes  (RO)                             Opstellen  stedenbouwkundig ontwikkelingsvisie, begeleiding planontwikkeling, coördinatie ontwerp openbare ruimte

Marlies van Arendonk                            Opstellen ontwikkelingsplan

Peter Rommens (milieu)                        Advies mbt vaststellen ambitieniveau en afspraken duza bouwen.

                                                           Grondonderzoek, bodemsanering, geluid, lucht, water,

                                                           milieuvergunning  (exacte inhoud in overleg ntb)

Adna Plak  (EZ)                                    Advies programma-invulling

Jan Keijlewer (mobiliteit)                        Advies parkeerbeleid

Paul Pattijn (op afroep)                          Advies communicatie

 

Naast het projectteam wordt er een plan/ontwerpteam ingesteld dat de planvorming door de ontwikkelaar zal begeleiden. Deelnemers aan  dit overleg zijn: de projectontwikkelaar, Sacha Koenes (RO), Henk Twisk (projectleider), Hans Waltman (grond) en anderen op afroep.

 

De aansturing van het project vindt plaats door een stuurgroep waarin zullen deelnemen: Geert Huizing (interne opdrachtgever gemeente), directie projectontwikkelaar, projectleiders gemeente en projectontwikkelaar  en wethouder Rik Grashoff.

 

Communicatie

Naast de communicatie met opdrachtgever en gemeentebestuur zullen ook andere belanghebbende betrokken worden bij het planproces en de voorbereiding van de uitvoering. Met name voor de bewoners van de van Renswoudestraat en de Genestetstraat zal het plan ingrijpende consequenties hebben. Met hen zal reeds in de definitiefase besproken worden op welke wijze zij bij het planproces betrokken willen en kunnen zijn.

 

Voorafgaand aan de vaststelling van het ruimtelijke ontwikkelingsvisie en het definitieve bouwplan  zullen er informatie- en discussieavonden georganiseerd worden voor alle belanghebbenden.  Daarnaast zullen er met betrekking tot het ontwikkelingsplan de normale inspraakmogelijkheden zijn zoals vastgelegd in de WRO.

 

Risico’s

Bij de ontwikkeling en realisatie van een  complex project als een parkeergarage en aanvullende bebouwing is het essentieel om de risico’s in een zo vroeg mogelijk stadium te onderkennen.  Deze zijn geïnventariseerd en worden hieronder kort weergegeven.

 

(Civiel) technisch  

Ondergronds bouwen in een stedelijke omgeving brengt altijd  risico’s met zich mee. Hierbij moet ondermeer gedacht worden aan mogelijke schade aan de omliggende bebouwing als gevolg van heiwerkzaamheden,  grondwateronttrekking en de noodzakelijke verankering van damwanden. Door aanpassing van de bouwmethodiek en monitoring kunnen deze risico’s beheerst worden. In  Delft  moet daarnaast rekening gehouden worden met de onttrekking van grondwater door DSM-gist. Specifiek voor deze locatie zijn de nabijheid van de Schie, de ondergrondse grondwaterstroming en de Koepoortbrug. Nader onderzoek is hier vereist.

 

Procedureel  

Binnen het vigerende bestemmingsplankader kan de garage niet gerealiseerd worden. Dit betekent dat er  vrijstelling  middels een art 19 WRO procedure moet worden verleend. Hiertoe zal een ontwikkelingsplan opgesteld dienen te worden dat fungeert als ruimtelijke onderbouwing voor de te verlenen vrijstelling en moet  rekening gehouden worden met  inspraak- en bezwaarprocedures.

 

Financiëel

In dit stadium van het project is er nog onvolledig inzicht in de financiële haalbaarheid van het project. De grondopbrengst is nog niet goed in te schatten, omdat de stedenbouwkundige randvoorwaarden nog niet bekend zijn. Daarnaast is er nog onvoldoende inzicht in de te verwachten saneringskosten. Aanvullend bodemonderzoek moet nog plaatsvinden.

 

De exploitatie van de parkeergarage  is een ander risico dat mogelijk indirect voor rekening van de gemeente komt. Uit de huidige gemeentelijke nota’s is de exploitatie (bedrijfsplan) onvoldoende inzichtelijk en zal zodoende nader gespecialiseerd onderzoek tot gevolg moeten hebben. 

 

Financiële haalbaarheid

De financiële haalbaarheid van het project staat beschreven in de vertrouwelijke bijlage 1.

 

Voorstel

 

Naar aanleiding van het bovenstaande wordt voorgesteld:

 

  1. In te stemmen met het gedefinieerde plangebied
  2. In te stemmen met de inhoud van de startnotitie als uitgangspunt voor de verdere planontwikkeling.
  3. Opdracht te geven te geven om de resterende onderdelen van definitiefase 1A uit te voeren.