Stuk 31 I                                                                                             Delft, 5 februari 2002.

02/002470

 

Onderwerp: heroverwegingsbesluit verzoek om planschade Poelman

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

Op 19 februari 1999 hebben de heer D.H. Poelman en mevrouw C.M.C. Spiegels een verzoek ingediend om vergoeding van schade ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna te noemen WRO). Verzoekers stellen schade te lijden c.q. te zullen lijden als gevolg van verleende vrijstellingen ex artikel 19 WRO en aansluitend verleende bouwvergunningen ten behoeve van realisering van een appartementencomplex  tezamen met zes woningen op het terrein aan de Sint Jorisweg 3.

 

De gemeenteraad heeft op 23 december 1999 besloten het verzoek niet ontvankelijk te verklaren voorzover het betrekking heeft op beweerde schade als gevolg van bouwactiviteiten en ongegrond verklaard voor zover het betrekking heeft op vermeende waardevermindering van de woning waarbij privacy, rust en uitzicht zijn aangetast.

Tegen dit besluit hebben de heer D.H. Poelman en mevrouw C.M.C. Spiegels op 11 februari 2000 bezwaar gemaakt.

Wegens het uitblijven van een beslissing op bezwaar hebben de heer D.H. Poelman en mevrouw C.M.C. Spiegels bij brief van 4 januari 2001 beroep ingesteld.

Dit beroep is bij uitspraak van 29 maart 2001 gegrond verklaard.

Aan de Rechtbank hebben wij te kennen gegeven dat het primaire besluit van 23 december 1999 zal worden herroepen omdat dit besluit formeel niet correct tot stand is gekomen. Ten onrechte is verzuimd een onafhankelijk bureau om advies te vragen.

Alvorens het bezwaar te behandelen is daarom op12 januari 2001 de Stichting Advies Onroerende Zaken (hierna te noemen SAOZ) verzocht inzake de planschadeclaim advies uit te brengen. 

Het SAOZ heeft de heer D.H. Poelman, mevrouw C.M.C. Spiegels en de gemeente Delft op 1 mei 2001 in de gelegenheid gesteld tot een mondelinge toelichting.

Op 11 juni 2001 heeft het SAOZ geadviseerd de planschadeclaim af te wijzen.

Tijdens de zitting van de Commissie van Beroep- en Bezwaarschriften van  15 oktober 2001 zijn de heer D.H. Poelman en mevrouw C.M.C. Spiegels in de gelegenheid gesteld hun bezwaren mondeling toe te lichten. De heer D.H. Poelman heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Een verslag van de hoorzitting is aan het advies van de Commissie gehecht.

In haar advies gedateerd 17 december 2001 heeft de Commissie Beroep- en Bezwaarschriften het volgende geadviseerd:

1.         het bezwaar gegrond te verklaren voor zover het de motivering van het primaire besluit betreft;

2.         de motivering in heroverweging te herstellen in die zin dat aan het besluit het advies van de SAOZ ten grondslag ligt;

3.         de zinsnede in het besluit waarin is opgenomen dat indieners geen bedenkingen hebben ingediend tegen het besluit om vrijstelling te verlenen, door te halen.

 

Op grond van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat de motivering van het primaire besluit dient te worden hersteld maar dat, mede gelet op het advies van SAOZ geen sprake is van wijziging van planologische regimes en dat derhalve de grondslag voor een vergoeding op planschade ex artikel 49 WRO ontbreekt.

 

Onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie duurzaamheid stellen wij u voor te besluiten het bezwaar tegen het besluit tot afwijzing van verzoek om planschade onder verwijzing naar het advies van de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften gegrond te verklaren voor zover het bezwaar zich richt tegen de motivering van het besluit, het besluit te herroepen en in heroverweging te herstellen en de zinsnede in het besluit waarin is opgenomen dat indieners geen bedenkingen hebben ingediend tegen het besluit om vrijstelling te verlenen, door te halen.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.

 

 

N. Roos                        ,secretaris.

 

 

 


Stuk 31 II

02/002470

 

 

De raad der gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari 2002

 

gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en met inachtneming van de adviezen van de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften, Kamer I en de commissie Duurzaamheid;

 

b e s l u i t:

 

1.         het bezwaar gegrond te verklaren voor zover het de motivering van het primaire besluit betreft;

2.         de motivering in heroverweging te herstellen in die zin dat aan het besluit het advies van de SAOZ ten grondslag ligt;

3.         de zinsnede in het besluit waarin is opgenomen dat indieners geen bedenkingen hebben ingediend tegen het besluit om vrijstelling te verlenen, door te halen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 februari 2002.

 

 

                                               ,burgemeester.

 

 

                                               ,secretaris.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de Arrondissementsrechtbank ’s-Gravenhage, p/a Postbus 20302, 25000 EH  Den Haag.