Stuk 32 I                                                                                             Delft, 5 februari 2002.

02/002682

 

Onderwerp:       Delftse Duurzaamheidsmonitor 2001

 

Aan de gemeenteraad,

 

Geachte dames en heren,

 

In oktober 1999 stelde de gemeenteraad 3D, het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 vast. Een van de projecten die in dit plan zijn geformuleerd is de Duurzaamheidsmonitor. In deze monitor dienen verschillende rapportages ondergebracht te worden, te weten de voormalige Milieumonitor, het Milieujaarverslag, de GIM (Gemeentelijke Interne Milieuzorg)-rapportage en de Voortgangsrapportage 3D. In 2001 verscheen de eerste geďntegreerde rapportage: de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2000 die rapporteerde over het jaar 1999.

 

In de voor u ter inzage gelegde rapportage de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2001, wordt verslag gedaan over het jaar 2000. Met het inzamelen van de gegevens voor de Duurzaamheids­monitor is ook de informatie verzameld die het Ministerie van VROM vraagt in het kader van de Monitoring van Overheidsprestaties in het Milieubeleid.

 

De Delftse Duurzaamheidsmonitor omvat onder andere de Voortgangs­rapportage 3D. In 3D is bepaald dat over de voortgang van de 3D-projecten jaarlijks aan de gemeenteraad wordt gerapporteerd. Het is daarom noodzakelijk dat de Delftse Duurzaamheidsmonitor behalve in het college van Burgemeester & Wethouders en de commissie Duurzaamheid ook in de gemeenteraad wordt behandeld.

 

Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie Duurzaamheid:

1.    de volgende constateringen vast te stellen:

-      Een aantal 3D-projecten verloopt niet volgens planning. Indien er sprake is van vertraging dan is dit steeds het gevolg van een (tijdelijk) gebrek aan personele capaciteit of van een proces dat meer tijd vergt dan voorzien. Een gebrek aan financiële middelen is in geen enkel geval aan de orde;

-      Een aantal ontwikkelingen verlopen positief, zoals de sanering van ondergrondse tanks en van verontreinigde bodemlocaties. Ook op het gebied van water en natuurwaarden zijn er positieve ontwikkelingen, betere waterkwaliteit in de Schie, minder ongerioleerde panden en een verhoging van de natuurwaarden. Op afvalgebied neemt het aantal ondergrondse afvalcontainers toe een stijgt de inzameling van klein WEB.  Er zijn meer bedrijven die bij een eerste controle aan de vergunningvoorschriften voldoen

-      Op het gebied van mobiliteit baart de toename van het gebruik van de auto en de afname van het gebruik van de fiets zorgen. In de komende jaren dienen extra beleidsinitiatieven te worden genomen om deze ontwikkeling om te buigen.

2.    akkoord te gaan met de onderstaande aanbevelingen, welke zijn overgenomen uit de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2001:

-      Het pas na evaluatie van de werking van de Veror­de­ning duurzaam bouwen beslissen over de even­tuele ontwikkeling van een Verordening duurzaam renoveren/beheren.

-      Het als afgerond beschouwen van het 3D-project Duurzaamheid in wijkplannen, aangezien het meenemen van duurzaam­heidsaspecten in wijkplan­nen en -program­ma’s geďntegreerd is in de reguliere werkzaamheden.

-      Het voorstel het project Water in Ecodus: EcoDusVer en Verder op te schalen naar de gehele ontpolderde polder.

-      Het in overleg met het Hoogheemraadschap van Delfland, organiseren van een systema­tische monitoring van het oppervlaktewater in het kader van het project Afkoppelen van regenwater in de Wippolder.

-      Het meer aan elkaar koppelen van de verschillende initia­tieven binnen de gemeentelijke organisatie om op wijkniveau locaties in te richten, waaronder het ontwikkelen van de informatiefunctie in Retourettes.

-      Het voorstel om in volgende jaren het energieverbruik van de gemeentelijke gebouwen te bepalen aan de hand van de betaalde energierekeningen en dit ook organisatorisch mogelijk te maken. Een voorwaarde hiervoor lijkt een centrale afhandeling van de energienota’s.

-      Wegens de gesignaleerde ontwikkelingen op het gebied van mobilieit in de komende jaren extra beleidsinitiatieven te nemen om deze ontwikkeling om te buigen.

Geen van bovenstaande aanbevelingen heeft financiële consequenties. Dit houdt in dat alle aanbevelingen met de bestaande budgetten uitgevoerd kunnen worden.

3.    de Voortgangsrapportage 3D (hoofdstuk 2 uit de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2001) vast te stellen;

4.    de samenvattende tabel Duurzaam Delft over de duim gemeten vast te stellen;

5.    kennis te nemen van de overige onderdelen van de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2001.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en Wethouders van Delft,

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.

 

 

 

N. Roos                        ,secretaris.


Stuk 32 II

02/002682

 

 

De Raad van de gemeente Delft,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari 2002;

 

b e s l u i t :

 

1.    de volgende constatering vast te stellen:

-      Een aantal 3D-projecten verloopt niet volgens planning. Indien er sprake is van vertraging dan is dit steeds het gevolg van een (tijdelijk) gebrek aan personele capaciteit of van een proces dat meer tijd vergt dan voorzien. Een gebrek aan financiële middelen is in geen enkel geval aan de orde;

-      Een aantal ontwikkelingen verlopen positief, zoals de sanering van ondergrondse tanks en van verontreinigde bodemlocaties. Ook op het gebied van water en natuurwaarden zijn er positieve ontwikkelingen, betere waterkwaliteit in de Schie, minder ongerioleerde panden en een verhoging van de natuurwaarden. Op afvalgebied neemt het aantal ondergrondse afvalcontainers toe een stijgt de inzameling van klein WEB.  Er zijn meer bedrijven die bij een eerste controle aan de vergunningvoorschriften voldoen

-      Op het gebied van mobiliteit baart de toename van het gebruik van de auto en de afname van het gebruik van de fiets zorgen. In de komende jaren dienen extra beleidsinitiatieven te worden genomen om deze ontwikkeling om te buigen.

2.    akkoord te gaan met de onderstaande aanbevelingen, welke zijn overgenomen uit de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2001:

-      Het pas na evaluatie van de werking van de Veror­de­ning duurzaam bouwen beslissen over de even­tuele ontwikkeling van een Verordening duurzaam renoveren/beheren.

-      Het als afgerond beschouwen van het 3D-project Duurzaamheid in wijkplannen, aangezien het meenemen van duurzaam­heidsaspecten in wijkplan­nen en -program­ma’s geďntegreerd is in de reguliere werkzaamheden.

-      Het voorstel het project Water in Ecodus: EcoDusVer en Verder op te schalen naar de gehele ontpolderde polder.

-      Het in overleg met het Hoogheemraadschap van Delfland, organiseren van een systema­tische monitoring van het oppervlaktewater in het kader van het project Afkoppelen van regenwater in de Wippolder.

-      Het meer aan elkaar koppelen van de verschillende initia­tieven binnen de gemeentelijke organisatie om op wijkniveau locaties in te richten, waaronder het ontwikkelen van de informatiefunctie in Retourettes.

-      Het voorstel om in volgende jaren het energieverbruik van de gemeentelijke gebouwen te bepalen aan de hand van de betaalde energierekeningen en dit ook organisatorisch mogelijk te maken. Een voorwaarde hiervoor lijkt een centrale afhandeling van de energienota’s.

-      Wegens de gesignaleerde ontwikkelingen op het gebied van mobilieit in de komende jaren extra beleidsinitiatieven te nemen om deze ontwikkeling om te buigen.

3.    de Voortgangsrapportage 3D (hoofdstuk 2 uit de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2001) vast te stellen;

4.    de samenvattende tabel Duurzaam Delft over de duim gemeten vast te stellen;

5.    kennis te nemen van de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2001.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 februari 2002.

 

 

 

                                               ,burgemeester.

 

 

 

                                               ,secretaris.