Stuk 93 I
02/016238 Delft,
11 juni 2002
Onderwerp: Formatie-uitbreiding
vakteam
Bouwtoezicht
en monumenten (BTM)
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
In de Zomernota 2002-2005 (p.50) is een nader voorstel
aangekondigd om de bouwtoezicht-functie te versterken ten laste van de extra
bouwleges. Dit voorstel ligt thans voor. Werd in de Zomernota nog gesproken
over een incidentele meevaller in 2001 van ruim € 150.000, inmiddels is
duidelijk, dat in 2001 vooral als gevolg van de leges voor Zuidpoort veld 5 en
7 (waarvoor overigens over meerdere jaren werk moet worden uitbesteed) de
incidentele meevaller circa tien keer zo hoog is. De ”structurele extra bouwleges”
kan de komende jaren veilig op € 250.000 worden gesteld. In de Zomernota worden
overigens voorbeelden genoemd, die juist niet op de voorgestelde wijze mogen
gefinancierd (de PKVW-functionaris). Hiervoor is inmiddels een andere
dekkingsbron aangewezen: MR-ISV- en EZH-gelden (zie stuk 02/001294).
De laatste jaren lieten regelmatig een royaal hogere opbrengst
zien dan waarin de begroting voorzag, maar die werd mede veroorzaakt door de
economische hoogconjunctuur plus het te gelde maken van de waardestijging van
het onroerend goed. In de onderbouwing van genoemd bedrag rekenen we ons niet
rijker dan we zijn en anticiperen we op drie ontwikkelingen:
De noodzaak om de formatie van BTM uit te breiden is groot,
om meerdere redenen:
1
Voorspelbare “onvoldoende” bij VROM-inspectie;
2
Invloed gewijzigde Woningwet;
3
Toenemende maatschappelijk vraag om handhaving;
4
Verbetering klantgericht werken.
Binnen het werkveld van het vakteam zijn nog meer redenen
aan te dragen voor formatieve uitbreiding, maar deze blijven buiten het bestek
van deze nota, omdat het wettelijk niet is toegestaan werkzaamheden ten laste
te brengen van de legesopbrengsten voor een bepaald product (zoals de bouwvergunning),
als die werkzaamheden niet nodig zijn ter realisatie van dat product. Zo blijft
de legesvrije wijzigingsvergunning voor monumenten hier buiten beschouwing,
evenals de basisregistratie gebouwen etc. en valt zelfs handhaving van de verleende
vergunning niet onder deze noemer.
Begin 2000 kwam het Ministerie van VROM naar buiten met de
negatieve conclusies uit door de VROM-inspectie uitgevoerd onderzoek naar de kwaliteit
van het bouwtoezicht in Nederland. Vooral de bouwtechnische toetsing schiet
ernstig tekort. Voor eind 2003 zullen ook de nog niet onderzochte gemeenten
zoals Delft zo’n inspectiebezoek krijgen. Op basis van de bevindingen elders
(en de voorproef die Delft in 2001 heeft gehad inzake de asbestsloopvergunning
(2001) is aannemelijk, dat ook Bouwtoezicht Delft een onvoldoende tegemoet kan
zien.
Het voorspelbare slechte rapportcijfer is op zich geen
drama, omdat het vooral betekent, dat VROM in de bouwtoezichtdossiers
onvoldoende kan terugvinden of en hoe de aanvraag en de uitvoering
bouwtechnisch zijn getoetst. Dat de schriftelijke vastlegging onder de maat is
wil nog niet zeggen, dat toetsing en toezicht daadwerkelijk zouden
tekortschieten. Onder de druk om binnen de fatale termijn en het regime van
verouderde bestemmingsplannen vergunningen te verlenen, weten we echter, dat
het beter kan en ook beter moet om te bevorderen, dat de bouwproductie op een
verantwoord kwaliteitsniveau blijft en de legesbetaler waar voor zijn geld
krijgt.
Op drie fronten zijn maatregelen nodig: a.) optimalisering
van de bedrijfsvoering; b.) consistente houding inzake naleving regelgeving;
c.) uitbreiding van de formatie. Punt a.) krijgt nadrukkelijke aandacht in het
kader van de PuZa-brede aanpak van de bedrijfsvoering (en beleidscycli) met
inschakeling van de nieuw te vormen stafafdelingen. De komst van de gewijzigde
Woningwet dwingt tot het geheel herijken van de werkprocessen voor 1 juli 2002.
Punt b.) krijgt de nodige aandacht via werkoverleg, trainingen en opleidingen.
Punt c.) is in deze nota aan de orde.
Wijziging Woningwet (2)
Per 1 januari 2003 wordt de gewijzigde Woningwet van kracht.
Zodra de tekst bekend is van de Algemene Maatregel van Bestuur, waarin de
grenzen zijn geregeld tussen de vergunningvrij bouwen, de “lichte”
bouwvergunning en de “reguliere” bouwvergunning, kan het vakteam BTM zich
doelgericht voorbereiden op de implementatie van deze wetswijziging in publieksvoorlichting,
werkprocessen, automatisering, legesverordening*) en handhaving. Het gegeven,
dat meer bouwwerken vergunningvrij worden leidt gemakkelijk tot de misvatting,
dat dan wellicht ook minder personele inzet nodig is. Vooralsnog lijkt echter
het tegendeel het geval.
Niet alleen is actieve voorlichting nodig om het publiek
duidelijkheid te verschaffen, ook is voorspelbaar dat het minder toetsen vooraf
al dan niet via bezwaarprocedures zal leiden tot meer handhaving achteraf.
Daarnaast leidt het gegeven, dat in een beschermd stadsgezicht vrijwel elke
bouwkundige ingreep vergunningplichtig wordt tot toename van de werkdruk in de
binnenstad. Dit wordt nog eens versterkt doordat het dikwijls om een “lichte”
bouwvergunning zal gaan, waarop spoedig na ontvangst van de aanvraag beschikt
moet worden. Alhoewel deze vergunning een beperkter toetsingskader kent, zal
dit vooralsnog een aanzienlijke taakverzwaring betekenen: planologische en
welstandstoets binnen zes (in plaats van nu dertien) weken na ontvangst.
*) Voorzover deze opbrengstvermindering nu
valt te voorzien is deze verdisconteerd in de aan deze nota ten grondslag
liggende becijferingen.
Meer handhaving (3)
De maatschappelijke roep om meer handhaving is een reactie
op het doorgeschoten gedoogbeleid met de gebeurtenissen in Enschede (2000) en Volendam
(2001) als dramatische excessen. Effectieve handhaving begint evenwel met
gedegen vergunningverlening en idem toezicht op de naleving. De hierna (4) te
noemen “klassieke taken” van bouwtoezicht staan hier centraal. Meer nadruk op
handhaving als actieve “tak van sport” van o.a. BTM is aan bod in de separate
nota “Hand-in-handhaving”, die in
maart aan de commissie Leefbaarheid ter kennis is gebracht en die vooral
inzoomt op veiligheid. Nu beperken we ons tot de conclusies, die daaruit kunnen
worden getrokken voor de vergunningverlening zelf. Het is heel simpel: meer
kwaliteit vergt meer tijd en dus meer menskracht. Dat ook hierbij aandacht voor
bedrijfsvoering en werkhouding nodig is om de menskracht effectiever en
efficiënter in te zetten behoeft geen betoog.
Klantgericht werken (4)
De doelstellingen van Neon zijn samengebracht in de missie
om “extern georiënteerd en als één gemeente” op te treden. Deze missie komt bij
uitstek naar voren bij Publiekszaken, in het bijzonder BTM. Immers, in relatie
tot onze producten voegt de missie naast de klassieke borging van rechtszekerheid,
rechtsgelijkheid en veiligheid toe, dat het werk gedaan wordt op een wijze, die
– binnen de wettelijke mogelijkheden – inspeelt op de wensen van de klant en
die getuigt van interne afstemming en coördinatie. Als uitvloeisel hiervan
neemt onze digitale dienstverlening toe en behandelen we zoveel mogelijk
aanvragen in vooroverleg met als doel de kwaliteit van bouwvoornemen en
indieningsbescheiden te verhogen en zo de klant in dit adviestraject het
uitzicht te bieden op een snelle bouwvergunning. De groei van digitale
dienstverlening vertaalt zich overigens vooral in extra werk via de follow
up achter het cyberloket !
Ook de Neondoelstellingen nopen, naast het efficiënter maken
van werkprocessen en meer aandacht voor de werkhouding, tot uitbreiding van de
capaciteit. Bouwvergunningen e.d. zijn immers noch inhoudelijk, noch qua
planologisch toetsingskader of in welstandstermen standaardproducten. Het maatwerk,
dat dit met zich meebrengt in de behandeling en in de klassieke taken, kan
alleen klantgerichter (bijvoorbeeld sneller en duidelijker) worden gedaan, als
er “meer handjes bijkomen”.
De functies waar het om gaat zijn de volgende:
1
Applicatiebeheerder 1,0
(1,5) fte schaal (8 à) 9
Via “Neon” verdween het slechts als nevenactiviteit geregelde
applicatiebeheer uit het vakteam, werd de expertise gecentraliseerd in het
facilitaire vakteam ICT en werd het aantal gebruikers van de hoofdapplicaties
ruimschoots verdubbeld. Het vakteam BTM is twee keer zo groot als de voormalige
sectie BWT, terwijl ook het vakteam Toezicht Openbare Ruimte deels met dezelfde
applicatie werkt, eveneens zonder formatief over een applicatiebeheerder te
beschikken.
Ook spelen de fatale termijnen uit de Woningwet (die per 1 januari 2003 nog korter
worden) een grote rol in de werkprocessen. Automatisering is onmisbaar om het
werk verantwoord aan te kunnen, maar schept ook extra afhankelijkheid, die
alleen te ondervangen is met adequaat applicatiebeheer, continu en direct beschikbaar
voor de gebruikers. (Verlof, ADV en ziekte vergen minstens 0,5 fte extra; de
totale behoefte à 1,5 fte kan echter voor niet meer dan 1,0 fte aan de
bouwvergunning etc. worden gerelateerd; de overige capaciteit kan echter worden
gevonden door binnen de sector elkaars achtervang te zijn; de voor TOR in
ontwikkeling zijnde voorstellen voorzien hierin.)
2
2e constructeur 1,0 fte schaal
10
Tot 1982 had bouwtoezicht in Delft twee constructeurs (“controleur
sterkteberekeningen”) in dienst. Nadien is nog korte tijd een medewerker
parttime als 2e constructeur werkzaam geweest, maar al zeker 15 jaar
is er maar één beschikbaar, terwijl de bouwproductie met de conjunctuur mee
soms flinke pieken kende en de complexiteit van de bouwwerken steeds verder
toenam en nog verder zal toenemen: ondergronds bouwen, bijzondere
uitvoeringstechnieken, etc. Doorgaan met zo’n minimale capaciteit, die in
schril contrast staat met de formatieve situatie in een aantal omringende
kleinere gemeenten, is niet verantwoord.
3
Inspecteur binnendienst 1,0 fte schaal
10
Met name in de binnenstad c.q. het beschermd stadsgezicht (waarbinnen zelf
onderhoud vergunningplichtig is) neemt het aantal bouwaanvragen gegarandeerd
toe, terwijl de verruiming van het vergunningvrij bouwen elders dient te worden
benut voor meer tijd en aandacht voor de bouwtechnische toets etc. Een extra
plantoetser is zonder meer nodig om de wettelijk verplichte taken op
verantwoord niveau uit te voeren.
6 Uitrustingskosten inspecteur
buitendienst
Voor de extra inspecteur buitendienst te rekenen op de aanschaf en afschrijving
van veiligheidsuitrusting, gsm-toestel, digitale camera en electronische handpalm-agenda.
Samengevat wordt
voorgesteld, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie Duurzaamheid,
om ten aanzien van behoefte en budget als volgt te werk te gaan. (Bedragen in
€.)
Functie |
Salariskosten |
Werkplekkosten |
Uit leges |
1 (1,0 / 09) |
1) |
48.922 |
|
2 (1,0 / 10) |
*) 58.397 |
2) |
58.397 |
3 (1,0 / 10) |
54.408 |
13.987 |
68.395 |
4a (0,5 / 10) |
54.408 |
13.987 |
34.193 |
4b (0,5 / 10) |
|
||
5 (0,5 / 06) |
17.360 |
3) |
17.360 |
2.500 |
|||
Totaal
|
|
|
229.767 |
Dekking
|
|
|
250.000 |
2) reserve werkplek beschikbaar
3) betrokkene heeft reeds werkplek
*) rekening houdend
met evt. noodzaak arbeidsmarkttoeslag becijferd als schaal 10a
Burgemeester en wethouders
van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
Stuk 93 II
02/016238 II
De raad van de gemeente Delft,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11
juni 2002;
gelet op artikel 100 van de Woningwet;
b e s l u i t :
I Subfunctie 6.822.0 van de begroting
van de gemeente Delft te verhogen met € 229.767, zijnde extra legesopbrengst
voor bouwvergunningen;
II Subfunctie 6.822.0 van de begroting
van de gemeente Delft te verhogen met € 229.767, zijnde de lasten van de
uitbreiding van de formatie van het vakteam Bouwtoezicht en monumenten (cluster
Publiekszaken, sector Bouwen Toezicht Ondernemen), voorzover deze ten laste
mogen worden gebracht van de extra legesopbrengst, aan te wenden voor de in
genoemd voorstel beschreven functies;
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27
juni 2002.
,burgemeester
,secretaris