Stuk 183
Onderwerp: Uitwerking samenwerkingsovereenkomsten
Delft,
Schipluiden
en Den Haag inzake de Harnaschpolder
cum annexis.
Aan de gemeenteraad
Geachte dames en heren,
Hiermee rapporteren wij over de stand van zaken van de samenwerkingsprojecten met Schipluiden en
Den Haag op grond van daartoe in de afgelopen jaren gesloten overeenkomsten.
Alle daarin betrokken onderdelen zullen successievelijk besproken worden. Deze
rapportage mondt tenslotte uit in enkele concrete voorstellen.
1.
Convenant Delft, Schipluiden
Op 28 september 2000 heeft uw raad
ingestemd met de samenwerkingsovereenkomst d.d. 22 augustus 2000 tussen Delft
en Schipluiden (stuk 141.I -nr. 00/021853). In deze overeenkomst is gekozen
voor een duurzame samenwerking met betrekking tot de ontwikkeling van de Harnaschpolder
en omgeving en een gezamenlijk beleid ten aanzien van het gebied
Midden-Delfland. In goed overleg tussen beide gemeenten is de voorbereiding van
uitwerking op de diverse onderdelen op voortvarende wijze ter hand genomen. Een
stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van beide colleges van
burgemeesters en wethouders geeft bestuurlijke leiding aan de uitvoering van
het convenant.
2.
Convenant Delft, Schipluiden, Den Haag
Ten tijde van het sluiten van de hiervoor genoemde
samenwerkingsovereenkomst was er reeds sprake van door derden verworven
grondposities in de Harnaschpolder en de Voordijkshoornsepolder.
Dit (de zogenoemde Verwelius-deal) heeft geleid tot het op
17 april 2001 door ons ondertekende convenant ‘Ontwikkeling bedrijventerrein
Harnaschpolder’ tussen Schipluiden, Delft en Den Haag. Dit convenant regelt
onder meer doorverkoop van gronden aan onder andere de gemeente Delft, alsmede
een afspraak over mede-participatie van de gemeente Den Haag in het toekomstig
bedrijfschap Harnaschpolder op grondgebied van Schipluiden. Dit convenant heeft
uw raad bij besluit van 15 mei 2001 (stuk 88.1 nr. 01/010275) bekrachtigd.
3. Wijziging gemeentegrens
In het convenant Delft-Schipluiden zijn afspraken gemaakt
over gefaseerde grenscorrecties tussen beide gemeenten al naar gelang de
ontwikkeling van bouwlocaties voor en onder regie van Delft op grondgebied van
Schipluiden (locaties VDD-terrein, Voordijkshoornsepolder en een deel van het
middengebied van de Harnaschpolder).
Dit onderdeel van het convenant is inmiddels ‘ingehaald’ door het lopende
grenswijzigingstraject ‘Herindeling Westland’. De in het convenant gemaakte
afspraken over de bij de grenscorrecties betrokken gebiedsdelen van beide
gemeenten, te weten: ruilen agrarisch grondgebied van Delft ter compensatie
voor het grondgebied voor Delftse bouwlocaties in Schipluiden, zijn in dat traject
integraal opgenomen,
zij het dat er nu geen sprake meer is van een gefaseerde
uitvoering. Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben bij besluit van 16
oktober 2002 over het herindelingstraject advies uitgebracht aan de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden. Indien het advies voor
dit herindelingstraject op rijksniveau, inclusief de beoogde termijnen haalbaar
blijkt, zullen de grenscorrecties voor beide gemeenten per 1 januari 2004 hun
beslag krijgen. In de raadsportefeuille ligt een overzichtstekening met o.a. de
betrokken gebiedsdelen van Delft en Schipluiden ter inzage.
4.
Structuurschets Harnaschpolder en omgeving 2002 en uitwerking
deelgebieden
In het geldende Streekplan Zuid-Holland West en in het
Regionaal Structuurplan Haaglanden wordt de in Schipluiden gelegen
Harnaschpolder aangewezen voor een gefaseerde ontwikkeling ten behoeve van een
afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI), woningbouw en ontwikkeling van
bedrijfsterreinen.
De gemeente Schipluiden heeft reeds in 1997 een convenant
gesloten met de provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat en het
Hoogheemraadschap van Delfland voor de ontwikkeling van de AWZI in de
Harnaschpolder. Dit is een belangrijke aanzet geweest voor de verdere ontwikkeling
van de Harnaschpolder. Bijlage bij dat convenant is de structuurschets
(Harnaschpolder e.o. 1997-2001) die op hoofdlijnen het ruimtelijke kader biedt
voor het transformatieproces voor de integrale ontwikkeling van het gebied.
De nadien gesloten samenwerkingsovereenkomst
Delft-Schipluiden en het convenant Schipluiden-Delft-Den Haag vormden de
noodzaak voor een meer verfijnde uitwerking cq. actualisering van de
structuurschets uit 1997. Dit ter voorbereiding van bestemmingsplannen voor de
deelgebieden waarvoor een bedrijfschap zal worden opgericht en voor de
deelgebieden Harnaschpolder-midden en Voordijkshoornsepolder waar Delft
woningbouw zal realiseren. De inmiddels goedgekeurde bestemmingsplannen voor
andere deelgebieden, Harnaschpolder-noord (voor de AWZI en bedrijfsterrein) en
Look-west nabij de kern Den Hoorn (voor woningbouw voor Schipluiden), zijn
daarbij een gegeven.
De nu voorliggende ‘Structuurschets Harnaschpolder e.o.
2002’ biedt naar onze mening een adequaat ruimtelijk kader voor de uitwerking
van concrete ruimtelijke plannen voor de diverse onderdelen van het gebied, te
weten voor woongebieden, bedrijfsterreinen, groen en water, voor recreatieve-
en ecologische verbindingen en voor de AWZI, alsmede voor de ontsluitingen voor
verkeer en openbaar vervoer.
Voor de duidelijkheid merken wij op dat de
Voordijkshoornsepolder hoewel gelegen buiten de Harnaschpolder, integraal
onderdeel uitmaakt van de structuurschets.
De Structuurschets past binnen het hiervoor genoemde
streekplan en regionaal structuurplan. Voor de volledigheid merken wij op dat
het gaat om een structuurschets in plaats van de in de ‘Wet op de
‘Ruimtelijke Ordening’ bedoelde formele figuur van een structuurplan.
Een structuurschets behoeft niet de door de wet vereiste (zware) procedure te
doorlopen. Bestuurlijk gezien is de schets uiteraard wel bindend voor de drie
betrokken gemeenten en is het de basis voor de uit
te werken plannen voor de deelgebieden. Het Bestuurlijk Overleg (BO), gevormd
door de eerstverantwoordelijke wethouders van de drie betrokken gemeenten,
heeft met de voorliggende structuurschets ingestemd.
Een exemplaar van de structuurschets ligt in de
raadsportefeuille voor u ter inzage.
Onder verantwoordelijkheid van Schipluiden zijn de eerste
stedenbouwkundige verkenningen verricht voor het deelgebied Look-West-Noord,
dit is het voor woningbouw voor Schipluiden beoogde deel van het middengebied
dat aansluit op het reeds door Schipluiden daadwerkelijk in ontwikkeling genomen woongebied Look-West.
In opdracht van Delft zijn eveneens stedenbouwkundige
verkenningen verricht voor haar toekomstige woningbouwlocaties Lookwatering-West
en Voordijkshoornsepolder. De gebieden zijn in dit stadium voorzien van
werknamen om eenduidigheid nu te kunnen borgen.
Parallel aan de actualisering van de structuurschets is
inmiddels in intensief overleg tussen de drie bij de Harnaschpolder betrokken
gemeenten een stedenbouwkundige studie “Bedrijvenpark Harnasch” opgesteld voor
het gebied dat voor bedrijventerrein aangewend zal worden, te weten de
deelgebieden Harnasch-Noord, Harnasch-midden en Weteringzone.
Een exemplaar ligt in de raadsportefeuille voor u ter inzage.
Onderlinge afstemming randen van de diverse deelgebieden:
Als algemeen vertrekpunt bij de stedenbouwkundige benadering
van de ruimtelijke en functionele herindeling van de Harnaschpolder is
geformuleerd dat de efficiëntie en flexibiliteit ten behoeve van het
bedrijventerrein samen op dient te gaan met de kwaliteitseisen voor een
hoogwaardig woon- en leefmilieu voor de direct naastgelegen woningbouwlocaties.
Voor het toekomstige ontwerpproces vereist dit in de betrokken randen -raakvlakken werken en wonen- bijzondere aandacht. In randvoorwaardelijke
zin zullen de diverse nog te maken bestemmingsplannen daarin voorzien.
5. Bedrijvenpark Harnasch en bedrijfschap
Vorming bedrijfschap:
In het samenwerkingsconvenant Delft, Schipluiden en Den Haag
is onder meer afgesproken dat de drie gemeenten op paritaire basis participeren
in een bedrijfschap dat een circa 90 ha groot bedrijventerrein in de
Harnaschpolder gaat ontwikkelen en exploiteren. Belangrijk onderdeel van de
afspraak is de ontwikkeling van een deel ter grootte van circa 30 ha (bruto uitgeefbaar)
in relatie met de verplaatsingsbehoefte van bedrijven uit het stedelijk gebied
van Den Haag en Delft.
Vooruitlopend op de vorming van een bedrijfschap in formele
vorm hebben de eerstverantwoordelijke wethouders van de drie gemeenten het hiervoor reeds genoemde Bestuurlijk Overleg (BO)
in het leven geroepen. In het bestuurlijk overleg bestaat overeenstemming
over de stedenbouwkundige opzet voor het bedrijvenpark. Over de grondexploitatie
en de bijbehorende financiële risico's is de discussie nog niet geheel
afgerond.
De mogelijkheden voor de formele vorm voor het oprichten van
een bedrijfschap voor de ontwikkeling, de acquisitie en het beheer van het
gehele gebied van het Bedrijvenpark Harnasch, zijn inmiddels verkend. Gedacht
wordt aan een rechtspersoonlijkheid bezittend orgaan op basis van de ‘Wet Gemeenschappelijke
Regelingen’. In de voorbereidende werkzaamheden voor de Harnaschpolder is
prioriteit gegeven aan planologische, exploitatieve en verwervingsvraagstukken.
Een concreet uitgewerkt
voorstel, met inbegrip van de financiële kaders, zullen wij te zijner tijd aan
uw raad voorleggen.
In dit verband wordt nog opgemerkt dat
Schipluiden in het BO de bereidheid heeft uitgesproken om ook de geplande
bedrijvenzone in het reeds geldende bestemmingsplan Look-West (1,3 ha) en in de
zogenoemde vastgoedzone (5 ha in de oksel van de Harnaschknoop naast de AWZI)
in te brengen in het toekomstige bedrijfschap.
Bestemmingsplan op basis studie “Bedrijvenpark
Harnasch”:
Het BO heeft op 30 oktober 2002 ingestemd met de in de
voorgaande paragraaf genoemde stedenbouwkundige studie ‘Bedrijvenpark
Harnasch’. Op basis van de daarin geformuleerde voorwaarden voor
stedenbouwkundige en ruimtelijk-functionele kwaliteit, zal het BO op korte termijn
(in 2003) opdracht geven voor het maken van een bestemmingsplan voor het gebied
van dit bedrijvenpark (voor het deelgebied Harnasch-Noord is reeds een bestemmingsplan
van kracht). Een beeldkwaliteitsplan zal tegelijk met het bestemmingsplan
worden opgesteld. Op basis van deze stedenbouwkundige studie valt reeds op te
maken dat ten aanzien van de raakvlakken tussen de randen van bedrijfsterrein
en woonlocaties, in kwalitatief opzicht inderdaad nadrukkelijk
eisen moeten worden gesteld.
Bedrijvenprofiel:
Parallel aan de verkenningen voor het bedrijfschap en de
voorbereiding van het convenant met Den Haag is uitwerking van de
bedrijfsprofielen aan de orde geweest, Dit heeft geresulteerd in de indeling
van het gebied in 61 ha bruto voor hoogwaardige bedrijven (Harnasch-Noord en
Weteringzone) en van 30 ha bruto voor standaard bedrijven (binnenzijde/middengebied).
Dit laatste zoals reeds hiervoor gesteld, ter tegemoetkoming aan verplaatsingsbehoefte
van bedrijven uit het stedelijk gebied van Den Haag en Delft en qua situering
zoals aangegeven op de kaartbijlage bij het convenant van 17 april 2001.
Bij het begrip hoogwaardige
bedrijvigheid wordt uitgegaan van ‘hoogwaardig, modern+’ waarbij wordt gedacht
aan bedrijven met een kantoorachtige uitstraling en/of paviljoenachtige opzet
met een hoge beeldkwaliteit. Optimalisatie zal om financieel-technische redenen
worden nagestreefd.
Bedrijven in de zogenoemde categorie 4 en hoger
(milieubelastend, extensief ruimtebeslag en laagwaardig van uitstraling) zullen
in de Harnaschpolder niet worden toegelaten, tenzij het bij uitzondering gaat
om bedrijven in categorie 4 die met categorie 3 vergelijkbaar zijn (zie tevens
concluderende bepaling 6 in het convenant van 17 april 2001).
Financieel-economische aspecten:
Vertrekpunt in het
samenwerkingsconvenant Delft-Schipluiden-Den Haag was een sluitende
exploitatieopzet te bereiken onder andere door optimalisering van de uitgangspunten
en door gebruikmaking van subsidiemogelijkheden. De (relatief) hoge
verwervingskosten (Verwelius-deal) en de standaardbedrijvenbestemming (30 ha)
zijn voor het BO aanleiding geweest om een specifieke risicoverdeling af te
spreken.
De werkzaamheden aan de exploitatieopzet van het bedrijventerrein zijn in een
vergevorderd stadium. De verkenningen naar verdere optimalisaties en subsidies
dienen in overleg tussen betrokken gemeenten nog te worden afgerond.
Optimalisaties hebben betrekking op intensivering van het ruimtegebruik,
maximalisering van grondopbrengsten in aansluiting op de beoogde kwalitatieve
ambities van het Bedrijvenpark en het streven naar opbrengsten uit voorgezet
gebruik van de kassencomplexen tot aan het moment van sloop.
Op basis van de huidige inzichten
en overleg verwachten wij thans dat een sluitende exploitatie niet geheel
mogelijk zal blijken. Vooralsnog wordt - afhankelijk van de uitkomsten van genoemde
verkenningen thans een resultaat voorzien dat gelegen is tussen ca. € 1,7 en €
9,3 mln. negatief.
Indien externe subsidiebronnen kunnen worden benut kan
wellicht een sluitende exploitatie worden bereikt. Ingevolge de in het
convenant overeengekomen risicoverdeling (tot
€ 5,44 mln. paritair; grotere surplus of deficit 35% Delft, 65 % Den Haag) wordt
voor rekening van Delft een risico voorzien dat zich bevindt in een bandbreedte
oplopend van budgettair-neutraal tot € 3,16 mln. negatief.
Overigens is bij het convenant in
2001 reeds onder ogen gezien dat de uitkomst van de grondexploitatie ook door
de gemeenten beďnvloed kan worden door tussentijdse bijstelling
(optimalisering) van de bedrijvenprofielen. Het ambtelijk coördinatieoverleg
(zie par. 8) heeft ingevolge het convenant opdracht het tekort verder terug te
dringen, zo dicht mogelijk naar een kostendekkende situatie voor het schap.
Voorshands stellen wij ons op het
standpunt dat de ontwikkeling van de Harnaschpolder als geheel voor Delft
tenminste budgettair-neutraal dient te verlopen en dat een eventueel deficit
voorkomend uit participatie in het Bedrijvenpark dient te worden gedekt uit de
exploitatieresultaten van de Delftse locaties Lookwatering-West en Voordijkshoornsepolder.
Realisatie:
De komende jaren zal veel
aandacht nodig zijn voor het treffen van de benodigde planologische
maatregelen (nemen voorbereidingsbesluiten, vaststellen bestemmingsplannen),
het parallel daaraan voeren van een actief verwervingsbeleid en het treffen van
voorbereidingen voor het bouwrijpmaken, inclusief de
verkeersontsluitingsstructuur. Het
gebied Harnasch-Noord heeft daarbij prioriteit. Van het gehele toekomstige
bedrijvenpark is inmiddels bijna de helft van de gronden verworven, daaronder
de zogenoemde Verwelius-deal uiteraard begrepen. Overeengekomen
is dat de in de Verwelius-deal begrepen gronden voorzover gelegen buiten het
bedrijventerrein t.z.t. op afroep door Den Haag zullen worden overgedragen aan
Schipluiden respectievelijk Delft (conform het convenant).
Met de uitgifte van
bedrijfsterrein zal begonnen kunnen worden in 2006 in het plangebied Harnasch-Noord.
Het streven is er op gericht met uitgifte van grond binnen het standaardbedrijfsterrein
in het middengebied eveneens te starten in 2006.
In dit verband merken wij
nog op dat het Hoogheemraadschap Delfland naar verwachting eind 2003 start met
de uitvoerende werkzaamheden in het plangebied voor de AWZI.
6. Delftse bouwlocaties
Lookwatering-West en Voordijkshoornsepolder:
Hierboven onder 4 hebben wij reeds gemeld dat in opdracht
van Delft stedenbouwkundige verkenningen zijn verricht voor de toekomstige
woningbouwlocaties Lookwatering-West en Voordijkshoornsepolder. Voor deze
locaties wordt uitgegaan van een bouwprogramma van 1100 ŕ 1200 woningen. Binnenkort
zal door ons college opdracht worden gegeven voor het maken van
bestemmingsplannen voor beide locaties.
Vooruitlopend op de wijziging van de gemeentegrens zal Delft
reeds zelf de regie voeren voor de voorbereidende werkzaamheden voor deze
bouwlocaties. Ten aanzien van de financieel-economische aspecten geldt dat
realisatie door Delft onder eigen financiële verantwoordelijkheid geschiedt.
Zolang de grenswijziging nog niet daadwerkelijk z’n beslag
heeft gekregen zal Schipluiden alle formeel noodzakelijke besluiten nemen. Zo
is afgesproken dat Schipluiden voor beide locaties voorbereidingsbesluiten als
bedoeld in artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening zal nemen.
Uiteraard zullen beide locaties als toekomstig grondgebied van Delft ruimtelijk
in onderlinge samenhang worden afgestemd. Het tussen de beide locaties gelegen
deel van de Lookwatering en de Dijkshoornseweg is in het traject voor de
grenswijziging betrokken, zodat er sprake wordt van een duidelijk
aaneengesloten grondgebied van Delft. Dit neemt niet weg dat de bestaande en te
handhaven bebouwingslinten van beide wegen voor betrokken gedeelten een gegeven
zijn bij de opdracht voor het maken van de bestemmingsplannen.
Met betrekking tot de locatie Voordijkshoornsepolder merken
wij voorts nog op dat wij in het voorjaar van 2001 samen met het college van
burgemeester en wethouders van Schipluiden de bewoners van het gebied hebben
ontvangen. Naast kennismaking heeft er een nuttige informatie uitwisseling
plaatsgevonden over de toekomstige ontwikkeling van dit gebied en wat betrokkenen globaal genomen kunnen
verwachten. Op vragen over stedenbouwkundige uitwerking, woningdichtheden, te
handhaven woningen en andere gebouwen binnen het gebied, realiseringstermijnen
en dergelijke, is namens ons college uiteraard nog slechts in indicatieve zin gesproken.
Fasering:
Hiervoor is vermeld dat het streven er op gericht is om met
de uitgifte van grond binnen het standaardbedrijfsterrein in het middengebied
te starten in 2006. Hiervoor moet tevoren de noodzakelijke ontsluitingsweg
richting Harnaschknoop worden aangelegd, hetgeen de nodige investering vergt.
In samenhang daarmee onderzoeken wij de mogelijkheden om de uitvoering van het
bouwprogramma in de beide woningbouwlocaties te versnellen en qua voorbereiding
en uitvoering gelijke tred te laten houden met de ontwikkeling
(grondverwerving, bouwrijpmaken en gronduitgifte) van het standaardbedrijfsterrein.
Aanleiding daartoe vormt dus een adequate ontsluitingsmogelijkheid van het
standaardbedrijfsterrein in samenhang met een gelijktijdige evenwichtige
ontwikkeling van de Delftse woningbouwlocaties waardoor langere tijd
braakliggend terrein voorkomen wordt. Renteverliezen als gevolg van
grondverwerving en van investeringen voor de ontsluiting van het
bedrijfsterrein moeten immers zo beperkt mogelijk worden gehouden.
In dit verband is het van belang op te
merken dat versnelling van de realisering van beide bouwlocaties er toe noopt
om dit binnen de taakstelling en fasering van het regionaal woningbouwprogramma
voor de periode 2005-2010 haalbaar te maken. Over dit laatste aspect zijn wij
in overleg met het Gewest Haaglanden.
Financieel-economische
aspecten locaties Lookwatering-West en Voordijkshoornsepolder:
Genoemde
stedenbouwkundige studies hebben tevens gediend als onderlegger voor het onderzoek
van de financieel-economische haalbaarheid van de beide plangebieden. Deze rekenexcercities
vertonen voor de beide woongebieden Voordijkshoornsepolder en Lookwatering West
ieder een bescheiden positief saldo van € 2,4 resp. € 1,4 mln.
Eerder
gedane aankopen welke verwerkt zijn in boekwaarden in relatie tot dit gebied
zijn inzichtelijk gemaakt en zullen ingebracht worden in de grondexploitatie.
Dit betreft in hoofdzaak Laan van Groenewegen 20.
Dergelijke omvangrijke
ontwikkelingen kennen doorgaans risico’s die o.m. beďnvloed worden door
marktontwikkelingen en aspecten van planning en fasering. Daarentegen staan
voor een belangrijk deel van de te verwerven gronden en opstallen
(Verweliusdeal) de verwervingskosten reeds vast.
De rentelasten van noodzakelijke
investeringen als gevolg van de plannen in grondverwerving en infrastructuur
(bouwrijpmaken, inclusief verkeersontsluitingsstructuur) vormen een belangrijke
risicofactor. Van groot belang is een tijdige start van de gronduitgifte t.b.v. woningbouw.
Deze wordt thans voorzien in 2006. Het streven is gericht op uitgifte van de
laatste kavels in 2009 en oplevering van de woongebieden in 2011. In het
voorgaande gaven wij reeds aan dat wij mede om die reden versnelling nastreven
van uitvoering van het woningbouwprogramma in de Delftse woningbouwlocaties.
Ter beperking van de risico’s is
voor de woongebieden een post onvoorzien gereserveerd van € 2,55 resp. € 1,66
mln.
De uitkomst van de
financieel-economische verkenningen rechtvaardigen de verwachting dat de
Harnaschpolder als geheel voor de gemeente budgettair-neutraal kan worden
ontwikkeld, mits tijdig (tussen 2005-2010) met de woningbouw binnen de
regionale kaders kan worden gestart.
Voorshands hoeft - mede in relatie tot de ontwikkeling van het
bedrijvenpark - geen aanspraak te worden gemaakt op de risicoreserve
Grondbedrijf.
Dit laat onverlet dat externe
omstandigheden (bv. marktgegevens) aanleiding kunnen zijn om toch te moeten
terugvallen op dekkingsbronnen. Vanuit deze optiek is een risicoreserve als
‘begrip’ een belangrijk gegeven binnen de Harnaschpolder.
Deze uitgangspunten dienen
nauwlettend te worden bewaakt binnen de opdracht van het projectteam.
Wij achten het derhalve
verantwoord de grondexploitaties voor deze deelgebieden te openen, teneinde
m.i.v. 2003 een actief grondbeleid te kunnen effectueren.
Overzicht resultaat per deelplan:
bedragen
in euro's x 1000 |
basisberekening |
na optimalisatie (incl. subsidies) |
|
|
|||
Voordijkshoornsepolder |
2.40 |
2.40 |
|
Lookwatering
West |
1.40 |
1.40 |
|
Bedrijvenpark
/ risico Delft |
3.16 (neg) |
0 |
|
|
0.64 |
3.80 |
|
Inbreng
complex Laan van Groenewegen is PM |
|||
Communicatie:
Op 10 december jl. heeft het college van burgemeester en
wethouders van Schipluiden de inwoners van het gehele gebied tijdens een
informatieavond nader geďnformeerd over de stand van alle ontwikkelingen in de
Harnaschpolder en omgeving. Ons college was bij die gelegenheid eveneens weer
vertegenwoordigd.
VDD-terrein:
Afspraken over deze locatie (Van Dijk Delft-terrein) zijn
weliswaar geregeld in de samenwerkingsovereenkomst met Schipluiden van augustus
2000, maar de uitwerking staat los van de ontwikkelingen van het gebied
Harnaschpolder en omgeving. De locatie zal na de grenswijziging tot het Delftse
grondgebied gaan behoren. Dit voor transformatie naar woningbouw bedoelde
terrein zal in particulier bezit (ca 80% Amstelland Vastgoed en ca 20% Haagse woningbouwvereniging
Staedion) worden ontwikkeld. Over het onzerzijds opgestelde concept voor de
stedenbouwkundige randvoorwaarden en uitgangspunten bestaat overeenstemming met
de gemeente Schipluiden; het overleg met de ontwikkelaars is echter nog niet
afgerond. De aanpak is er op gericht om medio 2004 op basis van een vooraf in
procedure te brengen bestemmingsplan een uitvoeringsplan voor woningbouw
operationeel te hebben. De formele procedure voor het bestemmingsplan zal in
afwachting van de afgesproken grenscorrectie voor zolang nodig worden gevoerd
door de gemeente Schipluiden.
7.
Groenfonds Midden Delfland
In de samenwerkingsovereenkomst Delft-Schipluiden zijn
principeafspraken gemaakt over een gezamenlijke ontwikkeling naar duurzaam
beheer van het gebied Midden-Delfland en aanpak van de randen met het stedelijk
gebied van Delft, alsmede over de vorming van een fonds daartoe (startkapitaal
van € 4.994.000,= waarvan Delft € 4.540.000,= en Schipluiden € 454.000,=). Op
grond van het nadien gesloten convenant Schipluiden-Delft-Den Haag zal ook de
gemeente Den Haag financieel bijdragen in het fonds (€ 2.269.000,=).
Naast het startkapitaal zal de verdere voeding van het fonds
plaatsvinden met gelden vanuit de toekomstige exploitatie van de gronden voor
bedrijven en woningbouw binnen de hierboven besproken deelgebieden van de
Harnaschpolder (Delftse bouwlocatie Voordijkshoornsepolder blijft in dit geval
buiten beschouwing), te weten € 1361,= per woning en € 4,54 per m2 bedrijfsgrond.
Inmiddels is een inrichtingsmodel voor het Groenfonds
uitgewerkt. Hoofdlijnen voor het ingaande 1 januari 2003 in werking te treden
fonds zijn:
Een inhoudelijk uitgewerkt voorstel en de financiering ervan
zal in januari 2003 separaat aan uw raad worden voorgelegd.
8. Interne
werkorganisatie Delft
Voor het werken aan de uitvoering
van de samenwerkingsovereenkomst is aan Delftse zijde gekozen voor een
projectmatige werkorganisatie. De uitwerking van de diverse onderdelen wordt in
deze fase voorbereid in een drietal werkgroepen, onder regie van het
projectteam. De trekkers van de werkgroepen zijn vertegenwoordigd in het projectteam
onder leiding van een projectleider. Hierin is tevens vertegenwoordigd de
procesmanager die formeel verantwoordelijk is voor de integrale processturing
en de afstemming met flankerende trajecten (grenswijziging, groenfonds)
Er is voorts een ambtelijk
coördinatieoverleg met Schipluiden en Den Haag waarin de projectleider namens
Delft is vertegenwoordigd. De projectleider en incidenteel de procesmanager
nemen deel aan de stuurgroep Delft-Schipluiden respectievelijk aan het
Bestuurlijk Overleg Delft, Schipluiden, Den Haag. Het organigram van de projectorganisatie
ligt voor u in de raadsportefeuille ter inzage.
9.
Middelen
Over een reeks van jaren zal er veel ambtelijke (interne
kosten: op jaarbasis € 318.000,= en externe capaciteit (opdrachten aan derden)
met dit project gemoeid zijn. In omvang en complexiteit kan het project
vergeleken worden met projecten als de Spoorzone en Technopolis. De ervaring
leert dat voor dergelijke projecten de kosten in verband met onderzoek,
overleg, afstemming, planvoorbereiding, procedures, juridisch en technisch
advies op specifieke aspecten/onderdelen, marktverkenning, voorbereiding
uitvoering, etc.zeer hoog zijn.
Zo is voor de financieel-economische begeleiding van het
planproces - mede ten behoeve van de op te dragen voorbereiding van
bestemmingsplannen- aan een extern bureau
opdracht verstrekt. Binnen de grondexploitaties is t.b.v. de in- en externe
voorbereidingskosten dekking voorzien met ingang van het jaar 2003. De reeds in
2001 en 2002 gemaakte voorbereidingskosten zullen eveneens ten laste hiervan
gebracht worden.
Inzet van middelen op basis van subsidiemogelijkheden is
vanzelfsprekend en zullen in het overzicht van de voorbereidingskosten tot
uitdrukking worden gebracht.
Bij nadere rapportages over de voortgang van het project
zullen wij u informeren over de bestedingen (aan de Delftse zijde) van het
project.
Tot
slot stellen wij u voor een bedrag van € 30.000,= beschikbaar te stellen
voorlopig eveneens t.l.v. de te openen grondexploitaties ten behoeve van de
startfase van de pilot GIS (Geo Informatie Systeem) voor de gehele Harnaschpolder. De uitvoeringskosten en
beheerskosten dienen op basis van cofinanciering mede door de andere betrokken
gemeenten te worden gedekt. Aan de hand van de pilot zal t.z.t. een voorstel
voor uitwerking inclusief definitieve financiële dekking aan de raad worden
voorgelegd.
10. Voorstel
Wij stellen u, onder voorbehoud van
gunstig advies van de commissie duurzaamheid, het volgende voor:
a)
de hiervoor beschreven voortgang van de projecten inzake de
uitwerking van de bovengenoemde samenwerkingsovereenkomsten tussen Delft,
Schipluiden en Den Haag voor kennisgeving aan te nemen
b)
in te stemmen met de Structuurschets “Harnaschpolder e.o.
2002” op basis waarvan in opdracht van Delft bestemmingsplannen voor de bouwlocaties
Voordijkshoornsepolder en Look-Watering-West zullen worden uitgewerkt
c)
In te stemmen met de stedenbouwkundige studie voor het
Bedrijvenpark als ruimtelijk functionele onderlegger voor de uitwerking van het
bestemmingsplan Bedrijvenpark
d)
Ingaande1 januari 2003 grondexploitaties voor de beide
Delftse bouwlocaties te openen alsmede de projectgroep (o.l.v. de procesmanager)
op te dragen de ontwikkeling en exploitaties van de deelgebieden onderling af
te stemmen binnen de uitgangspunten van een voor Delft budgettair-neutrale
ontwikkeling van de Harnaschpolder
e)
In te stemmen met het ten laste brengen van gemaakte en
komende voorbereidingskosten ten laste van de grondexploitaties.
f)
Het complex Laan van Groenewegen tegen boekwaarde in te
brengen in de grondexploitatie van het deelplan Voordijkshoornsepolder
g)
Een bedrag van € 30.000,= voorlopig ten laste te brengen van
de te openen grondexploitatie ’voor de startfase van de pilot GIS
Harnaschpolder”
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
Stuk 183 II
02/036164
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 3 december 2002;
b e s l u i t :
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19
december 2002.
,burgemeester.
,lo.secretaris.