Stuk 183

02/ 036164                                                                                          Delft, 3 december 2002.

 

Onderwerp:       Uitwerking samenwerkingsovereenkomsten Delft,

Schipluiden en Den Haag inzake de Harnaschpolder

cum annexis.

                   

 

Aan de gemeenteraad

 

Geachte dames en heren,

 

Hiermee rapporteren wij over de stand van zaken van de samenwerkingsprojecten met Schipluiden en Den Haag op grond van daartoe in de afgelopen jaren gesloten overeenkomsten. Alle daarin betrokken onderdelen zullen successievelijk besproken worden. Deze rapportage mondt tenslotte uit in enkele concrete voorstellen.

 

1. Convenant Delft, Schipluiden

 

Op 28 september 2000 heeft uw raad ingestemd met de samenwerkingsovereenkomst d.d. 22 augustus 2000 tussen Delft en Schipluiden (stuk 141.I -nr. 00/021853). In deze overeenkomst is gekozen voor een duurzame samenwerking met betrekking tot de ontwikkeling van de Harnaschpolder en omgeving en een gezamenlijk beleid ten aanzien van het gebied Midden-Delfland. In goed overleg tussen beide gemeenten is de voorbereiding van uitwerking op de diverse onderdelen op voortvarende wijze ter hand genomen. Een stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van beide colleges van burgemeesters en wethouders geeft bestuurlijke leiding aan de uitvoering van het convenant.

  

2. Convenant Delft, Schipluiden, Den Haag

 

Ten tijde van het sluiten van de hiervoor genoemde samenwerkingsovereenkomst was er reeds sprake van door derden verworven grondposities in de Harnaschpolder en de Voordijkshoornsepolder.

Dit (de zogenoemde Verwelius-deal) heeft geleid tot het op 17 april 2001 door ons ondertekende convenant ‘Ontwikkeling bedrijventerrein Harnaschpolder’ tussen Schipluiden, Delft en Den Haag. Dit convenant regelt onder meer doorverkoop van gronden aan onder andere de gemeente Delft, alsmede een afspraak over mede-participatie van de gemeente Den Haag in het toekomstig bedrijfschap Harnaschpolder op grondgebied van Schipluiden. Dit convenant heeft uw raad bij besluit van 15 mei 2001 (stuk 88.1 nr. 01/010275) bekrachtigd.

 

3. Wijziging gemeentegrens

 

In het convenant Delft-Schipluiden zijn afspraken gemaakt over gefaseerde grenscorrecties tussen beide gemeenten al naar gelang de ontwikkeling van bouwlocaties voor en onder regie van Delft op grondgebied van Schipluiden (locaties VDD-terrein, Voordijkshoornsepolder en een deel van het middengebied van de  Harnaschpolder). Dit onderdeel van het convenant is inmiddels ‘ingehaald’ door het lopende grenswijzigingstraject ‘Herindeling Westland’. De in het convenant gemaakte afspraken over de bij de grenscorrecties betrokken gebiedsdelen van beide gemeenten, te weten: ruilen agrarisch grondgebied van Delft ter compensatie voor het grondgebied voor Delftse bouwlocaties in Schipluiden, zijn in dat traject integraal opgenomen,

zij het dat er nu geen sprake meer is van een gefaseerde uitvoering. Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben bij besluit van 16 oktober 2002 over het herindelingstraject advies uitgebracht aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden. Indien het advies voor dit herindelingstraject op rijksniveau, inclusief de beoogde termijnen haalbaar blijkt, zullen de grenscorrecties voor beide gemeenten per 1 januari 2004 hun beslag krijgen. In de raadsportefeuille ligt een overzichtstekening met o.a. de betrokken gebiedsdelen van Delft en Schipluiden ter inzage.                  

 

4. Structuurschets Harnaschpolder en omgeving 2002 en uitwerking

    deelgebieden

 

Structuurschets, doelstelling en status:

In het geldende Streekplan Zuid-Holland West en in het Regionaal Structuurplan Haaglanden wordt de in Schipluiden gelegen Harnaschpolder aangewezen voor een gefaseerde ontwikkeling ten behoeve van een afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI), woningbouw en ontwikkeling van bedrijfsterreinen.

De gemeente Schipluiden heeft reeds in 1997 een convenant gesloten met de provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat en het Hoogheemraadschap van Delfland voor de ontwikkeling van de AWZI in de Harnaschpolder. Dit is een belangrijke aanzet geweest voor de verdere ontwikkeling van de Harnaschpolder. Bijlage bij dat convenant is de structuurschets (Harnaschpolder e.o. 1997-2001) die op hoofdlijnen het ruimtelijke kader biedt voor het transformatieproces voor de integrale ontwikkeling van het gebied.

De nadien gesloten samenwerkingsovereenkomst Delft-Schipluiden en het convenant Schipluiden-Delft-Den Haag vormden de noodzaak voor een meer verfijnde uitwerking cq. actualisering van de structuurschets uit 1997. Dit ter voorbereiding van bestemmingsplannen voor de deelgebieden waarvoor een bedrijfschap zal worden opgericht en voor de deelgebieden Harnaschpolder-midden en Voordijkshoornsepolder waar Delft woningbouw zal realiseren. De inmiddels goedgekeurde bestemmingsplannen voor andere deelgebieden, Harnaschpolder-noord (voor de AWZI en bedrijfsterrein) en Look-west nabij de kern Den Hoorn (voor woningbouw voor Schipluiden), zijn daarbij een gegeven.

 

De nu voorliggende ‘Structuurschets Harnaschpolder e.o. 2002’ biedt naar onze mening een adequaat ruimtelijk kader voor de uitwerking van concrete ruimtelijke plannen voor de diverse onderdelen van het gebied, te weten voor woongebieden, bedrijfsterreinen, groen en water, voor recreatieve- en ecologische verbindingen en voor de AWZI, alsmede voor de ontsluitingen voor verkeer en openbaar vervoer.

Voor de duidelijkheid merken wij op dat de Voordijkshoornsepolder hoewel gelegen buiten de Harnaschpolder, integraal onderdeel uitmaakt van de structuurschets.

De Structuurschets past binnen het hiervoor genoemde streekplan en regionaal structuurplan. Voor de volledigheid merken wij op dat het gaat om een structuurschets in plaats van de in de ‘Wet op de ‘Ruimtelijke Ordening’ bedoelde formele figuur van een structuurplan. Een structuurschets behoeft niet de door de wet vereiste (zware) procedure te doorlopen. Bestuurlijk gezien is de schets uiteraard wel bindend voor de drie betrokken gemeenten en is het de basis voor de uit te werken plannen voor de deelgebieden. Het Bestuurlijk Overleg (BO), gevormd door de eerstverantwoordelijke wethouders van de drie betrokken gemeenten, heeft met de voorliggende structuurschets ingestemd.                                                                                                                                                                                                              

Een exemplaar van de structuurschets ligt in de raadsportefeuille voor u ter inzage. 

 

Uitwerking deelgebieden:

Onder verantwoordelijkheid van Schipluiden zijn de eerste stedenbouwkundige verkenningen verricht voor het deelgebied Look-West-Noord, dit is het voor woningbouw voor Schipluiden beoogde deel van het middengebied dat aansluit op het reeds door Schipluiden daadwerkelijk in ontwikkeling genomen  woongebied Look-West.

In opdracht van Delft zijn eveneens stedenbouwkundige verkenningen verricht voor haar toekomstige woningbouwlocaties Lookwatering-West en Voordijkshoornsepolder. De gebieden zijn in dit stadium voorzien van werknamen om eenduidigheid nu te kunnen borgen.

Parallel aan de actualisering van de structuurschets is inmiddels in intensief overleg tussen de drie bij de Harnaschpolder betrokken gemeenten een stedenbouwkundige studie “Bedrijvenpark Harnasch” opgesteld voor het gebied dat voor bedrijventerrein aangewend zal worden, te weten de deelgebieden Harnasch-Noord, Harnasch-midden en Weteringzone. Een exemplaar ligt in de raadsportefeuille voor u ter inzage.

            

Onderlinge afstemming randen van de diverse deelgebieden:

Als algemeen vertrekpunt bij de stedenbouwkundige benadering van de ruimtelijke en functionele herindeling van de Harnaschpolder is geformuleerd dat de efficiëntie en flexibiliteit ten behoeve van het bedrijventerrein samen op dient te gaan met de kwaliteitseisen voor een hoogwaardig woon- en leefmilieu voor de direct naastgelegen woningbouwlocaties. Voor het toekomstige ontwerpproces vereist dit in de betrokken randen  -raakvlakken werken en wonen-  bijzondere aandacht. In randvoorwaardelijke zin zullen de diverse nog te maken bestemmingsplannen daarin voorzien.

 

5.  Bedrijvenpark Harnasch en bedrijfschap

 

Vorming bedrijfschap:

In het samenwerkingsconvenant Delft, Schipluiden en Den Haag is onder meer afgesproken dat de drie gemeenten op paritaire basis participeren in een bedrijfschap dat een circa 90 ha groot bedrijventerrein in de Harnaschpolder gaat ontwikkelen en exploiteren. Belangrijk onderdeel van de afspraak is de ontwikkeling van een deel ter grootte van circa 30 ha (bruto uitgeefbaar) in relatie met de verplaatsingsbehoefte van bedrijven uit het stedelijk gebied van Den Haag en Delft.

Vooruitlopend op de vorming van een bedrijfschap in formele vorm hebben de eerstverantwoordelijke wethouders van de drie gemeenten het hiervoor reeds genoemde Bestuurlijk Overleg (BO) in het leven geroepen. In het bestuurlijk overleg bestaat overeenstemming over de stedenbouwkundige opzet voor het bedrijvenpark. Over de grondexploitatie en de bijbehorende financiële risico's is de discussie nog niet geheel afgerond.

De mogelijkheden voor de formele vorm voor het oprichten van een bedrijfschap voor de ontwikkeling, de acquisitie en het beheer van het gehele gebied van het Bedrijvenpark Harnasch, zijn inmiddels verkend. Gedacht wordt aan een rechtspersoonlijkheid bezittend orgaan op basis van de ‘Wet Gemeenschappelijke Regelingen’. In de voorbereidende werkzaamheden voor de Harnaschpolder is prioriteit gegeven aan planologische, exploita­tieve en verwervingsvraagstukken.

Een concreet uitgewerkt voorstel, met inbegrip van de financiële kaders, zullen wij te zijner tijd aan uw raad voorleggen.

In dit verband wordt nog opgemerkt dat Schipluiden in het BO de bereidheid heeft uitgesproken om ook de geplande bedrijvenzone in het reeds geldende bestemmingsplan Look-West (1,3 ha) en in de zogenoemde vastgoedzone (5 ha in de oksel van de Harnaschknoop naast de AWZI) in te brengen in het toekomstige bedrijfschap.

 

Bestemmingsplan op basis studie “Bedrijvenpark Harnasch”:

Het BO heeft op 30 oktober 2002 ingestemd met de in de voorgaande paragraaf genoemde stedenbouwkundige studie ‘Bedrijvenpark Harnasch’. Op basis van de daarin geformuleerde voorwaarden voor stedenbouwkundige en ruimtelijk-functionele kwaliteit, zal het BO op korte termijn (in 2003) opdracht geven voor het maken van een bestemmingsplan voor het gebied van dit bedrijvenpark (voor het deelgebied Harnasch-Noord is reeds een bestemmingsplan van kracht). Een beeldkwaliteitsplan zal tegelijk met het bestemmingsplan worden opgesteld. Op basis van deze stedenbouwkundige studie valt reeds op te maken dat ten aanzien van de raakvlakken tussen de randen van bedrijfsterrein en woonlocaties, in kwalitatief opzicht inderdaad nadrukkelijk eisen moeten worden gesteld.

 

Bedrijvenprofiel:

Parallel aan de verkenningen voor het bedrijfschap en de voorbereiding van het convenant met Den Haag is uitwerking van de bedrijfsprofielen aan de orde geweest, Dit heeft geresulteerd in de indeling van het gebied in 61 ha bruto voor hoogwaardige bedrijven (Harnasch-Noord en Weteringzone) en van 30 ha bruto voor standaard bedrijven (binnenzijde/middengebied). Dit laatste zoals reeds hiervoor gesteld, ter tegemoetkoming aan verplaatsingsbehoefte van bedrijven uit het stedelijk gebied van Den Haag en Delft en qua situering zoals aangegeven op de kaartbijlage bij het convenant van 17 april 2001.

Bij het begrip hoogwaardige bedrijvigheid wordt uitgegaan van ‘hoogwaardig, modern+’ waarbij wordt gedacht aan bedrijven met een kantoorachtige uitstraling en/of paviljoenachtige opzet met een hoge beeldkwaliteit. Optimalisatie zal om financieel-technische redenen worden nagestreefd.

Bedrijven in de zogenoemde categorie 4 en hoger (milieubelastend, extensief ruimtebeslag en laagwaardig van uitstraling) zullen in de Harnaschpolder niet worden toegelaten, tenzij het bij uitzondering gaat om bedrijven in categorie 4 die met categorie 3 vergelijkbaar zijn (zie tevens concluderende bepaling 6 in het convenant van 17 april 2001).

 

Financieel-economische aspecten:

Vertrekpunt in het samenwerkingsconvenant Delft-Schipluiden-Den Haag was een sluitende exploitatieopzet te bereiken onder andere door optimalisering van de uitgangspunten en door gebruikmaking van subsidiemogelijkheden. De (relatief) hoge verwervingskosten (Verwelius-deal) en de standaardbedrijven­bestemming (30 ha) zijn voor het BO aanleiding geweest om een specifieke risicoverdeling af te spreken.
De werkzaamheden aan de exploitatieopzet van het bedrijventerrein zijn in een ver­gevorderd stadium. De verkenningen naar verdere optimalisaties en subsidies dienen in overleg tussen betrokken gemeenten nog te worden afgerond. Optimalisaties hebben betrekking op intensivering van het ruimtegebruik, maximalisering van grondopbrengsten in aansluiting op de beoogde kwalitatieve ambities van het Bedrijvenpark en het streven naar opbrengsten uit voorgezet gebruik van de kassencomplexen tot aan het moment van sloop.

Op basis van de huidige inzichten en overleg verwachten wij thans dat een sluitende exploitatie niet geheel mogelijk zal blijken. Vooralsnog wordt - afhankelijk van de uitkomsten van genoemde verkenningen thans een resultaat voorzien dat gelegen is tussen ca. € 1,7 en € 9,3 mln. negatief.

Indien externe subsidiebronnen kunnen worden benut kan wellicht een sluitende exploitatie worden bereikt. Ingevolge de in het convenant overeengekomen risicoverdeling (tot € 5,44 mln. paritair; grotere surplus of deficit 35% Delft, 65 % Den Haag) wordt voor rekening van Delft een risico voorzien dat zich bevindt in een bandbreedte oplopend van budgettair-neutraal tot € 3,16 mln. negatief.

 

Overigens is bij het convenant in 2001 reeds onder ogen gezien dat de uitkomst van de grondexploitatie ook door de gemeenten beďnvloed kan worden door tussentijdse bijstelling (optimalisering) van de bedrijvenprofielen. Het ambtelijk coördinatieoverleg (zie par. 8) heeft ingevolge het convenant opdracht het tekort verder terug te dringen, zo dicht mogelijk naar een kostendekkende situatie voor het schap.

Voorshands stellen wij ons op het standpunt dat de ontwikkeling van de Harnaschpolder als geheel voor Delft tenminste budgettair-neutraal dient te verlopen en dat een eventueel deficit voorkomend uit participatie in het Bedrijvenpark dient te worden gedekt uit de exploitatieresultaten van de Delftse locaties Lookwatering-West en Voordijkshoornsepolder.


Realisatie:

De komende jaren zal veel aandacht nodig zijn voor het treffen van de benodigde plano­logische maatregelen (nemen voorbereidingsbesluiten, vaststellen bestemmingsplannen), het parallel daaraan voeren van een actief verwervingsbeleid en het treffen van voorbereidingen voor het bouwrijpmaken, inclusief de verkeersontsluitingsstructuur.  Het gebied Harnasch-Noord heeft daarbij prioriteit. Van het gehele toekomstige bedrijvenpark is inmiddels bijna de helft van de gronden verworven, daaronder de zogenoemde Verwelius-deal uiteraard begrepen. Overeengekomen is dat de in de Verwelius-deal begrepen gronden voorzover gelegen buiten het bedrijventerrein t.z.t. op afroep door Den Haag zullen worden overgedragen aan Schipluiden respectievelijk Delft (conform het convenant).

Met de uitgifte van bedrijfsterrein zal begonnen kunnen worden in 2006 in het plangebied Harnasch-Noord. Het streven is er op gericht met uitgifte van grond binnen het standaardbedrijfsterrein in het middengebied eveneens te starten in 2006.

In dit verband merken wij nog op dat het Hoogheemraadschap Delfland naar verwachting eind 2003 start met de uitvoerende werkzaamheden in het plangebied voor de AWZI. 

 

6. Delftse bouwlocaties

 

Lookwatering-West en Voordijkshoornsepolder:

Hierboven onder 4 hebben wij reeds gemeld dat in opdracht van Delft stedenbouwkundige verkenningen zijn verricht voor de toekomstige woningbouwlocaties Lookwatering-West en Voordijkshoornsepolder. Voor deze locaties wordt uitgegaan van een bouwprogramma van 1100 ŕ 1200 woningen. Binnenkort zal door ons college opdracht worden gegeven voor het maken van bestemmingsplannen voor beide locaties.

Vooruitlopend op de wijziging van de gemeentegrens zal Delft reeds zelf de regie voeren voor de voorbereidende werkzaamheden voor deze bouwlocaties. Ten aanzien van de financieel-economische aspecten geldt dat realisatie door Delft onder eigen financiële verantwoordelijkheid geschiedt. 

Zolang de grenswijziging nog niet daadwerkelijk z’n beslag heeft gekregen zal Schipluiden alle formeel noodzakelijke besluiten nemen. Zo is afgesproken dat Schipluiden voor beide locaties voorbereidingsbesluiten als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening zal nemen. Uiteraard zullen beide locaties als toekomstig grondgebied van Delft ruimtelijk in onderlinge samenhang worden afgestemd. Het tussen de beide locaties gelegen deel van de Lookwatering en de Dijkshoornseweg is in het traject voor de grenswijziging betrokken, zodat er sprake wordt van een duidelijk aaneengesloten grondgebied van Delft. Dit neemt niet weg dat de bestaande en te handhaven bebouwingslinten van beide wegen voor betrokken gedeelten een gegeven zijn bij de opdracht voor het maken van de bestemmingsplannen.

Met betrekking tot de locatie Voordijkshoornsepolder merken wij voorts nog op dat wij in het voorjaar van 2001 samen met het college van burgemeester en wethouders van Schipluiden de bewoners van het gebied hebben ontvangen. Naast kennismaking heeft er een nuttige informatie uitwisseling plaatsgevonden over de toekomstige ontwikkeling van dit gebied  en wat betrokkenen globaal genomen kunnen verwachten. Op vragen over stedenbouwkundige uitwerking, woningdichtheden, te handhaven woningen en andere gebouwen binnen het gebied, realiseringstermijnen en dergelijke, is namens ons college uiteraard nog slechts in indicatieve zin gesproken.

 

Fasering:

Hiervoor is vermeld dat het streven er op gericht is om met de uitgifte van grond binnen het standaardbedrijfsterrein in het middengebied te starten in 2006. Hiervoor moet tevoren de noodzakelijke ontsluitingsweg richting Harnaschknoop worden aangelegd, hetgeen de nodige investering vergt. In samenhang daarmee onderzoeken wij de mogelijkheden om de uitvoering van het bouwprogramma in de beide woningbouwlocaties te versnellen en qua voorbereiding en uitvoering gelijke tred te laten houden met de ontwikkeling (grondverwerving, bouwrijpmaken en gronduitgifte) van het standaardbedrijfsterrein. Aanleiding daartoe vormt dus een adequate ontsluitingsmogelijkheid van het standaardbedrijfsterrein in samenhang met een gelijktijdige evenwichtige ontwikkeling van de Delftse woningbouwlocaties waardoor langere tijd braakliggend terrein voorkomen wordt. Renteverliezen als gevolg van grondverwerving en van investeringen voor de ontsluiting van het bedrijfsterrein moeten immers zo beperkt mogelijk worden gehouden.

In dit verband is het van belang op te merken dat versnelling van de realisering van beide bouwlocaties er toe noopt om dit binnen de taakstelling en fasering van het regionaal woningbouwprogramma voor de periode 2005-2010 haalbaar te maken. Over dit laatste aspect zijn wij in overleg met het Gewest Haaglanden.

 

Financieel-economische aspecten locaties Lookwatering-West en Voordijkshoornsepolder:

Genoemde stedenbouwkundige studies hebben tevens gediend als onderlegger voor het onderzoek van de financieel-economische haalbaarheid van de beide plangebieden. Deze rekenexcercities vertonen voor de beide woongebieden Voordijkshoornsepolder en Lookwatering West ieder een bescheiden positief saldo van € 2,4 resp. € 1,4 mln.

Eerder gedane aankopen welke verwerkt zijn in boekwaarden in relatie tot dit gebied zijn inzichtelijk gemaakt en zullen ingebracht worden in de grondexploitatie. Dit betreft in hoofdzaak Laan van Groenewegen 20.

Dergelijke omvangrijke ontwikkelingen kennen doorgaans risico’s die o.m. beďnvloed worden door marktontwikkelingen en aspecten van planning en fasering. Daarentegen staan voor een belangrijk deel van de te verwerven gronden en opstallen (Verweliusdeal) de verwervingskosten reeds vast.

De rentelasten van noodzakelijke investeringen als gevolg van de plannen in grondverwerving en infrastructuur (bouwrijpmaken, inclusief verkeersontsluitingsstructuur) vormen een belangrijke risicofactor. Van groot belang is een tijdige start van de gronduitgifte t.b.v. woningbouw. Deze wordt thans voorzien in 2006. Het streven is gericht op uitgifte van de laatste kavels in 2009 en oplevering van de woongebieden in 2011. In het voorgaande gaven wij reeds aan dat wij mede om die reden versnelling nastreven van uitvoering van het woningbouwprogramma in de Delftse woningbouwlocaties.

Ter beperking van de risico’s is voor de woongebieden een post onvoorzien gereserveerd van € 2,55 resp. € 1,66 mln.

De uitkomst van de financieel-economische verkenningen rechtvaardigen de verwachting dat de Harnaschpolder als geheel voor de gemeente budgettair-neutraal kan worden ontwikkeld, mits tijdig (tussen 2005-2010) met de woningbouw binnen de regionale kaders kan worden gestart.  Voorshands hoeft - mede in relatie tot de ontwikkeling van het bedrijvenpark - geen aanspraak te worden gemaakt op de risicoreserve Grondbedrijf.

Dit laat onverlet dat externe omstandigheden (bv. marktgegevens) aanleiding kunnen zijn om toch te moeten terugvallen op dekkingsbronnen. Vanuit deze optiek is een risicoreserve als ‘begrip’ een belangrijk gegeven binnen de Harnaschpolder.

Deze uitgangspunten dienen nauwlettend te worden bewaakt binnen de opdracht van het projectteam.

Wij achten het derhalve verantwoord de grondexploitaties voor deze deelgebieden te openen, teneinde m.i.v. 2003 een actief grondbeleid te kunnen effectueren.

 

Overzicht resultaat per deelplan:

 

bedragen in euro's x 1000

basisberekening

na optimalisatie (incl. subsidies)

 

Voordijkshoornsepolder

2.40

2.40

Lookwatering West

1.40

1.40

Bedrijvenpark / risico Delft

                   3.16 (neg)

0

 

0.64

3.80

Inbreng complex Laan van Groenewegen is PM

 

Communicatie:

Op 10 december jl. heeft het college van burgemeester en wethouders van Schipluiden de inwoners van het gehele gebied tijdens een informatieavond nader geďnformeerd over de stand van alle ontwikkelingen in de Harnaschpolder en omgeving. Ons college was bij die gelegenheid eveneens weer vertegenwoordigd.

 

VDD-terrein:

Afspraken over deze locatie (Van Dijk Delft-terrein) zijn weliswaar geregeld in de samenwerkingsovereenkomst met Schipluiden van augustus 2000, maar de uitwerking staat los van de ontwikkelingen van het gebied Harnaschpolder en omgeving. De locatie zal na de grenswijziging tot het Delftse grondgebied gaan behoren. Dit voor transformatie naar woningbouw bedoelde terrein zal in particulier bezit (ca 80% Amstelland Vastgoed en ca 20% Haagse woningbouwvereniging Staedion) worden ontwikkeld. Over het onzerzijds opgestelde concept voor de stedenbouwkundige randvoorwaarden en uitgangspunten bestaat overeenstemming met de gemeente Schipluiden; het overleg met de ontwikkelaars is echter nog niet afgerond. De aanpak is er op gericht om medio 2004 op basis van een vooraf in procedure te brengen bestemmingsplan een uitvoeringsplan voor woningbouw operationeel te hebben. De formele procedure voor het bestemmingsplan zal in afwachting van de afgesproken grenscorrectie voor zolang nodig worden gevoerd door de gemeente Schipluiden.

 

7. Groenfonds Midden Delfland

 

In de samenwerkingsovereenkomst Delft-Schipluiden zijn principeafspraken gemaakt over een gezamenlijke ontwikkeling naar duurzaam beheer van het gebied Midden-Delfland en aanpak van de randen met het stedelijk gebied van Delft, alsmede over de vorming van een fonds daartoe (startkapitaal van € 4.994.000,= waarvan Delft € 4.540.000,= en Schipluiden € 454.000,=). Op grond van het nadien gesloten convenant Schipluiden-Delft-Den Haag zal ook de gemeente Den Haag financieel bijdragen in het fonds (€ 2.269.000,=).

Naast het startkapitaal zal de verdere voeding van het fonds plaatsvinden met gelden vanuit de toekomstige exploitatie van de gronden voor bedrijven en woningbouw binnen de hierboven besproken deelgebieden van de Harnaschpolder (Delftse bouwlocatie Voordijkshoornsepolder blijft in dit geval buiten beschouwing), te weten € 1361,= per woning en € 4,54 per m2 bedrijfsgrond.

Inmiddels is een inrichtingsmodel voor het Groenfonds uitgewerkt. Hoofdlijnen voor het ingaande 1 januari 2003 in werking te treden fonds zijn:

  1. behoud en versterken van het open agrarisch natuurlandschap, met name waarden op het gebied van cultuurhistorie, natuur en landschap,  en
  2. het versterken van de gebruiks- en belevingswaarde van het gebied voor de inwoners van de omliggende gemeenten zodat de “stad-landrelatie” meer inhoud krijgt.

Een inhoudelijk uitgewerkt voorstel en de financiering ervan zal in januari 2003 separaat aan uw raad worden voorgelegd.

 

8. Interne werkorganisatie Delft

 

Voor het werken aan de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst is aan Delftse zijde gekozen voor een projectmatige werkorganisatie. De uitwerking van de diverse onderdelen wordt in deze fase voorbereid in een drietal werkgroepen, onder regie van het projectteam. De trekkers van de werkgroepen zijn vertegenwoordigd in het projectteam onder leiding van een projectleider. Hierin is tevens vertegenwoordigd de procesmanager die formeel verantwoordelijk is voor de integrale processturing en de afstemming met flankerende trajecten (grenswijziging, groenfonds)

Er is voorts een ambtelijk coördinatieoverleg met Schipluiden en Den Haag waarin de projectleider namens Delft is vertegenwoordigd. De projectleider en incidenteel de procesmanager nemen deel aan de stuurgroep Delft-Schipluiden respectievelijk aan het Bestuurlijk Overleg Delft, Schipluiden, Den Haag. Het organigram van de projectorganisatie ligt voor u in de raadsportefeuille ter inzage.

 

9. Middelen

 

Over een reeks van jaren zal er veel ambtelijke (interne kosten: op jaarbasis € 318.000,= en externe capaciteit (opdrachten aan derden) met dit project gemoeid zijn. In omvang en complexiteit kan het project vergeleken worden met projecten als de Spoorzone en Technopolis. De ervaring leert dat voor dergelijke projecten de kosten in verband met onderzoek, overleg, afstemming, planvoorbereiding, procedures, juridisch en technisch advies op specifieke aspecten/onderdelen, marktverkenning, voorbereiding uitvoering, etc.zeer hoog zijn.

Zo is voor de financieel-economische begeleiding van het planproces - mede ten behoeve van de op te dragen voorbereiding van bestemmingsplannen-  aan een extern bureau opdracht verstrekt. Binnen de grondexploitaties is t.b.v. de in- en externe voorbereidingskosten dekking voorzien met ingang van het jaar 2003. De reeds in 2001 en 2002 gemaakte voorbereidingskosten zullen eveneens ten laste hiervan gebracht worden.

Inzet van middelen op basis van subsidiemogelijkheden is vanzelfsprekend en zullen in het overzicht van de voorbereidingskosten tot uitdrukking worden gebracht.

Bij nadere rapportages over de voortgang van het project zullen wij u informeren over de bestedingen (aan de Delftse zijde) van het project.

 

Tot slot stellen wij u voor een bedrag van € 30.000,= beschikbaar te stellen voorlopig eveneens t.l.v. de te openen grondexploitaties ten behoeve van de startfase van de pilot GIS (Geo Informatie Systeem)  voor de gehele Harnaschpolder. De uitvoeringskosten en beheerskosten dienen op basis van cofinanciering mede door de andere betrokken gemeenten te worden gedekt. Aan de hand van de pilot zal t.z.t. een voorstel voor uitwerking inclusief definitieve financiële dekking aan de raad worden voorgelegd.

 

10. Voorstel

 

Wij stellen u, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie duurzaamheid, het volgende voor:

a)       de hiervoor beschreven voortgang van de projecten inzake de uitwerking van de bovengenoemde samenwerkingsovereenkomsten tussen Delft, Schipluiden en Den Haag voor kennisgeving aan te nemen

b)       in te stemmen met de Structuurschets “Harnaschpolder e.o. 2002” op basis waarvan in opdracht van Delft bestemmingsplannen voor de bouwlocaties Voordijkshoornsepolder en Look-Watering-West zullen worden uitgewerkt

c)       In te stemmen met de stedenbouwkundige studie voor het Bedrijvenpark als ruimtelijk functionele onderlegger voor de uitwerking van het bestemmingsplan Bedrijvenpark

d)       Ingaande1 januari 2003 grondexploitaties voor de beide Delftse bouwlocaties te openen alsmede de projectgroep (o.l.v. de procesmanager) op te dragen de ontwikkeling en exploitaties van de deelgebieden onderling af te stemmen binnen de uitgangspunten van een voor Delft budgettair-neutrale ontwikkeling van de Harnaschpolder

e)       In te stemmen met het ten laste brengen van gemaakte en komende voorbereidingskosten ten laste van de grondexploitaties.

f)         Het complex Laan van Groenewegen tegen boekwaarde in te brengen in de grondexploitatie van het deelplan Voordijkshoornsepolder

g)       Een bedrag van € 30.000,= voorlopig ten laste te brengen van de te openen grondexploitatie ’voor de startfase van de pilot GIS Harnaschpolder”

                                                                                        

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.

 

 

 

N. Roos                                   ,secretaris.




 

 

Stuk 183 II

02/036164

 

 

De raad der gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van het college van 3 december 2002;

 

b e s l u i t :

 

  1. de in het raadsvoorstel beschreven voortgang van de projecten inzake de uitwerking van de bovengenoemde samenwerkingsovereenkomsten tussen Delft, Schipluiden en Den Haag voor kennisgeving aan te nemen;
  2. in te stemmen met de Structuurschets “Harnaschpolder e.o. 2002” op basis waarvan in opdracht van Delft bestemmingsplannen voor de bouwlocaties Voordijkhoornsepolder en Lookwatering-West zullen worden uitgewerkt;
  3. in te stemmen met de stedebouwkundige studie voor het Bedrijvenpark als ruimtelijk functionele onderlegger voor de uitwerking van het bestemmingsplan voor het bedrijvenpark;
  4. ingaande 1 januari 2003 grondexploitaties te openen voor de bouwlocaties Voordijkhoornsepolder en Lookwatering-West, alsmede de daarvoor geďnstalleerde projectgroep (o.l.v. de procesmanager) op te dragen de ontwikkeling en exploitaties van de deelgebieden onderling af te stemmen binnen de uitgangspunten van een voor Delft budgettair-neutrale ontwikkeling van de Harnaschpolder;
  5. In te stemmen met het ten laste brengen van gemaakte en komende voorbereidingskosten ten laste van de grondexploitaties.
  6. het complex Laan van Groenewegen tegen boekwaarde in te brengen in de grondexploitatie van het deelplan Voordijkhoornsepolder;
  7. een bedrag van € 30.000,-- voorlopig ten laste te brengen van de te openen grondexploitatie “voor de startfase van de pilot GIS Harnaschpolder”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2002.

 

 

 

                                                           ,burgemeester.

 

 

 

                                                           ,lo.secretaris.