Programma: Nieuwe gemeentelijke gebouwen

 

Programma

Nieuwe gemeentelijke gebouwen

Programma

1

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

>2012

 

 

 

 

Dossier

 

programmamanager

vakteam Milieu: Peter Rommens

                     

 

Projectbeschrijving

 

De gemeente Delft ontwikkelt diverse gebouwen. De komende jaren is een deel hiervan bestemd voor eigen functies (brandweerkazerne, plantsoenposten). Daarnaast ontwikkelt de gemeente voor andere functies: gezondheidscentra, scholen, buurthuizen en sporthallen (zie bijlage bouwprojecten).  Het totaal is 20.000 m2 BVO. Het energiegebruik van deze gebouwen dient innovatief te zijn tov normale ontwikkelingen. De energiebesparing komt tot stand vanuit de gedachte van de Trias Energetica:

  1. Beperk het gebruik.
  2. Zet duurzame bronnen in (relatie met programma 9)
  3. Zet niet-duurzame bronnen efficiënt in.

De keuze voor de te nemen maatregelen is de verantwoordelijkheid van de betreffende projectleider. Hoogte en terugverdientermijn van meerinvesteringen zijn bepalend.

Voor eigen functies wordt het energiegebruik na ingebruikname onderdeel van het project energiebeheer (project 7c).

Inhoudelijke activiteiten

·         Globale check van initiatief.

·         Dialoog met initiatiefnemer

·         Verwijzen naar relevante voorbeelden, partijen

·         Tijd/geld organiseren t.b.v. inbreng klimaat binnen planvorming

·         Kennisuitwisseling organiseren (organisatie van) technische advisering binnen ontwerpfasethemabijeenkomsten

·         Communicatie over maatregelen en effecten

Aandachtspunten

Opdrachtgevers dienen voldoende op de hoogte te zijn van gemeentelijke ambities.

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Milieu

300 uur/jaar;

totaal 3000

 

(meegenomen in Totaal)

 

Totaal

Meerinvesteringen

 

Uren

k€ 150 t/m 2010

 

3000

·         5% uit nationale regelingen + 50% REM+ rest regulier investeringsbudget

·         25% BANS+ 50% regulier Milieu+ 25% nader te bepalen

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Ambitie een EPC die 12% scherper en min. 40% van de energie afkomstig van duurzame bronnen.

Monitoring

Projectleider rapporteert op basis van de bouwaanvraag de EPC inclusief de genomen maatregelen (conform nationaal pakket). Daarbij wordt een eenvoudige terugverdientermijn benoemd.

Communicatie (informatie)

Verschilt per project

Projectteam (organisatie)

Verschilt per project, zie hoofdtekst.

Risico’s

Groter aantal of grotere waardoor dekking vanuit REM aandachtpunt wordt.

Besluitvorming

Per ontwikkeling.

 


Projectdocument: Nieuw gemeentelijk stadskantoor

Duurzaamheid en kennis gebundeld

 

Project

Nieuw gemeentelijk stadskantoor: Duurzaamheid en kennis gebundeld

Projectnummer

1a

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2008

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleider

Harry van Dongen (Beheer Onroerende zaken (BOZ))

                       op:

 

Projectbeschrijving:

 

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

 

· Eindresultaat

 

· Afbakening

De projectgroep HNK geeft voor dit project sturing en oefent de controle uit op uitvoering en invulling van het project.

·         Als gemeente met een ambitieuze doelstelling op het gebied van duurzaamheid is het stadskantoor, zeker als dat nieuw gebouwd wordt, dé mogelijkheid om die ambitie aan de buitenwereld te tonen. Het uitgangspunt voor dit project zal zijn ‘factor 20’ Hiermee wordt het streven bedoeld om in 2030 met 20x minder milieubelasting per eenheid welvaart te voorzien in de behoefte. Deze doelstelling kan onder meer worden bereikt door toepassing van fundamenteel vernieuwende milieumaatregelen. Dat vraagt om expliciete aandacht voor duurzaamheid in alle fasen van het project en binnen de procesorganisatie van het nieuwe Stadskantoor.

·         Het nieuwe stadskantoor is een innovatief voorbeeldproject voor duurzaamheid met een (inter)nationale uitstraling die de duurzaamheidsambitie van Delft recht doet.

·         Het betreft hier uitsluitend het onderdeel duurzaamheid in het nieuwe stadskantoor waar de gemeente vergaande maatregelen treft. Dit is niet de lijn die voor alle gemeentelijke gebouwen gevolgd gaat worden.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase

·       Vaststellen van de doelstelling voor duurzaamheid. Dat kan gaan in de richting van een energie- of CO2-neutraal gebouw. (zie het vastgestelde globale PvE)

Ontwerpfase/Voorbereidingsfase

Realisatiefase

·       Uitvoering bouwproject

Aandachtspunten

·         Subsidiëring

Planning (tijd)

·         Zie vastgesteld globaal PVE

·         Ontwerp-/ voorbereidingsfase: 2003-2006

·         Realisatiefase: afhankelijk planning project Spoorzone (2008)

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Initiatief

 

 

 

 

Definitie

Afgerond (?)

 

 

 

Ontwerp/ Voorbereiding

 

 

 

 

Realisatie

 

 

 

 

Nazorg/ Beheer

 

 

 

Totaal in €

Meerinvestering

€ 500.000,-

 

 

Randvoorwaarden (kwaliteit)

 

Monitoring

 

Communicatie (informatie)

 

Projectteam (organisatie)

·         Deelprojectgroep Dubo/ Arbo is onderdeel van de projectorganisatie HNK.

·         Projectleider: S.P.J.C. Dreef                     (Beheer Onroerende Zaken BOZ)

-        W. Smaal                                               (BOZ; projectsecretariaat)               

-        M.M. de Wit                                            (Milieu)

-        A. van der Linden                                  (Milieu

-        H. Rienstra                                             (BTM)

-        L. van der Marel                                     (ARBO)

Risico’s

 

Besluitvorming

Najaar 2002 besluit B&W:vastgesteld Globaal  PVE Nieuw Kantoorgebouw

 

 


Programma: Aanpak energiegebruik bestaande gemeentelijk gebouwen

 

Programma

Aanpakenergiegebruik  bestaande gemeentelijk gebouwen

Programma

2

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

    

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

>2012

 

 

 

 

Dossier

 

Programmamanager

BOZ / evt HSM (energiecoordinator)

                     

 

Projectbeschrijving

 

De gemeente Delft beheert en herontwikkelt diverse gebouwen voor zowel voor eigen functies als voor anderen (gezondheidscentra, bibliotheek, scholen, buurthuizen en sporthallen (zie bijlage bouwprojecten)).  Het totaal is …. m2 BVO. Grootschalige ingreep in eigen gebouwen vindt de komende jaren weinig plaats. Bij incidentele ingrepen bestaat weinig ruimte voor energiebepalende maatregelen. Hiervoor wordt wel een proefproject gestart om ervaring op te doen met dit soort ingrepen (proefproject 2a).

Een andere kans wordt geboden door renovaties voor functies van derden.

 

Het energiegebruik dient voorlopend te verbeteren tov normale ontwikkelingen. De energiebesparing komt tot stand vanuit de gedachte van de Trias Energetica:

  1. Beperk het gebruik.
  2. Zet duurzame bronnen in (relatie met programma 9)
  3. Zet niet-duurzame bronnen efficiënt in.

De keuze voor de te nemen maatregelen is de verantwoordelijkheid van de betreffende projectleider. Hoogte en terugverdientermijn van meerinvesteringen zijn bepalend.

Voor eigen functies wordt het energiegebruik na (her)ingebruikname onderdeel van het project energiebeheer (project 7c).

Inhoudelijke activiteiten

·         Globale check van initiatief.

·         Dialoog met initiatiefnemer

·         Verwijzen naar relevante voorbeelden, partijen

·         Tijd/geld organiseren t.b.v. inbreng klimaat binnen planvorming

·         Kennisuitwisseling organiseren (organisatie van) technische advisering binnen ontwerpfasethemabijeenkomsten

·         Communicatie over maatregelen en effecten

Aandachtspunten

Opdrachtgevers dienen voldoende op de hoogte te zijn van gemeentelijke ambities.

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Milieu / BOZ

50 uur/jaar

 

(meegenomen in Totaal)

Totaal

Meerinvesteringen

 

uren

k€ 950

 

500 uur

10-25% nationale subsidies+ 35% REM + 40-55% regulier investeringsbudget

25% BANS (t/m 2006) + 75% regulier Milieu

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Zie menukaart.

Monitoring

Projectleider rapporteert op basis van genomen maatregelen (conform nationaal pakket). Daarbij wordt een eenvoudige terugverdientermijn benoemd.

Communicatie (informatie)

Verschilt per project

Projectteam (organisatie)

Verschilt per project, zie plantekst.

Risico’s

Houding externe partij.

Besluitvorming

Per ontwikkeling.

 

 


Projectdocument Renovatie 2 bestaande gemeentelijke gebouwen

 

Project

Pilotproject: planmatig benaderen van bestaande gemeentelijke gebouwen

Projectnummer

2a

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

2003

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2004

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

Harry van Dongen (Beheer Onroerende zaken (BOZ))

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

· Eindresultaat

· Afbakening

 

§         Begin jaren negentig is een start gemaakt met energiebesparing bij de bestaande gemeentelijke gebouwen o.a. door het uitvoeren van een energiescans en het realiseren van energiebesparende maatregelen. De verwachting is dat door technische innovaties en ontstane natuurlijke momenten (renovatie, planmatig onderhoud) bij alle bestaande gemeentelijke gebouwen opnieuw kansen kunnen worden benut waarbij energiebesparing wordt uitgebreid met duurzame energie, dubo-maatregelen en energie binnen de interne milieuzorg. Naast een initiële actie zal vooral klimaatbeleid structureel in het vastgoedbeleid en de daarbij horende middelen van gemeentelijke gebouwen verankerd moeten worden. Helaas zijn op dit moment  de reguliere onderhoudsbudgetten al jaren te laag, waardoor het onderhoud beperkt wordt tot het voorkomen van onveilige situaties en (indien budgettair nog mogelijk) het voorkomen van gevolgschade. Echter om een begin te maken zal  gestart zal worden met 2 projecten, als pilot, waarbij per maatregel zal worden bekeken wat energetisch de beste keuze is.

§         Het gemeentelijke vastgoed  is verbeterd op het gebied van energiebesparing, duurzame energie.

§         Alleen gebouwen, waarvan bekend is dat ze na 2008 nog steeds in eigendom van de gemeente zijn. De gemeente zal wettelijk moeten voldoen aan de verruimde reikwijdte en de energiezorgplicht.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase

§       selecteren van 2 gemeentelijke gebouwen als pilot op basis van de onderhoudsplannen

§       formuleren van een kwantitatieve doelstelling per gebouw bv:

o        bij renovaties uitvoering van alle energiemaatregelen met een terugverdientijd < 10 jaar

Ontwerpfase/Voorbereidingsfase

§         Uitvoeren onderzoek naar de treffen maatregelen en daarnaast wat energetisch de beste keuze is.

Aandachtspunten

Economische haalbaarheid

Relatie met duurzame energieinkoop project 18

Planning (tijd)

·         Definitiefase: voorjaar 2003

·         Ontwerp-/ voorbereidingsfase: 2003:

·         Realisatiefase: 2003/ 2004

·         Evaluatiefase: 2004

·         Vervolgfase: 2005

 

 

Raming

Bron

dekking

Financiën/begroting

 

 

 

 

Geld

 

 

 

 

 

Totaal in €

 

 

 

Randvoorwaarden (kwaliteit)

 

Kosten voor de realisatiefase zijn niet opgenomen.

Monitoring

 

Communicatie (informatie)

Terugkoppelen resultaten pilot naar de politiek

Projectteam (organisatie)

Geen projectteam

Risico’s

 

Besluitvorming

2003 aanvraag Energiefonds

 

 

 


Projectdocument: Openbare installaties: Schoon- en vuilwatergemalen

 

Project

openbare installaties: Schoon- en vuilwatergemalen

Projectnummer

2b

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

2003

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2012

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

 

 

 Projectleiders

Stadsbeheer; Technische Dienst: AElse Ruiter

 

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

· Eindresultaat

 

· Afbakening

·  De gemeente Delft beheert een groot aantal gemalen ten behoeve van het droog houden van de stad en omgeving. Vanuit het al aanwezige klimaat zijn de meeste van deze gemalen al uitgevoerd met energiezuinige motoren. De enige mogelijkheid om nog verder bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen is door de installaties uit te rusten met PV panelen of kleine windmolens. Het potentieel is op dit moment nog onduidelijk. Bovendien is er geen ervaring met het toepassen van DE opties. Een zorgvuldige inventarisatie en een proefproject vormen daarom een hoofdonderdeel van dit project.

·  Alle pompen en installaties waarvan de vervangingsperiode langer is dan 5 jaar zijn energie-efficiënt en voorzien van DE opties.

·  In de uitvoering zal door jaarprogramma’s alle haalbare pompen en gemalen voorzien zijn van DE opties.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase: bepalen van huidige en toekomstig eigendom en verantwoordelijkheid aan installaties. Hierbij wordt ook de vervangingstermijn en de huidige energie efficiency in beeld gebracht. Dit resulteert in een ook in een vast te stellen potentiële CO2 reductie.

Ontwerpfase: op basis van de inventarisatie worden de mogelijkheden voor toepassing DE en eventuele verbetering efficiëntie pompen in beeld gebracht. Hierbij wordt ook de financiële haalbaarheid in beeld gebracht. Daarnaast spelen locatiespecifieke kenmerken een rol (bv gevoeligheid vandalisme, beschaduwing, etc). Dit resulteert in een programma tot de periode 2005.

Proefproject: een aantal gemalen worden voorzien van DE opties.

Realisatiefase: een groter aantal gemalen wordt voorzien van DE opties. Bij vervanging wordt daar waar nog noodzakelijk efficiëntere gemalen toegepast.

Nazorgfase/ Beheer: jaarlijkse evaluatie.

Aandachtspunten

Er loopt binnen de gemeente nog een discussie over het herpolderen van bepaalde gebieden. Het besluit hierover valt waarschijnlijk op zijn vroegst eind 2003. Dit is van invloed op het potentieel te bereiken CO2 winst.

Planning (tijd)

·         Definitiefase: januari – mei 2003

·         Ontwerp-/ voorbereidingsfase:me- november 2003

·         Proefproject: november 2003 – februari 2004

·         Realisatiefase: vanaf maart 2004

·         Nazorgfase: jaarlijks

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

 

10 uur/ jaar

inschatting

100% TD

 

Definitie

k€ 15

 

(zie kopje Totaal)

 

Ontwerp

k€ 15

 

Proefproject

k€ 10

 

Realisatie

pm ( op basis van inventarisatie te geven)

10-25% nationale subsidie+ 20% REM en MTF + 20% TD+ 35-50% ander budget

 

Nazorg/ beheer

beperkt

 

eigen middelen TD

Totaal

Onderzoek

 

Meerinvestering proef

 

 

Uren

k€ 30

 

k€ 10 + pm

 

 

100 uur

·         10-25% nationale subsidie + rest REM en MTF

·         10-25% nationale subsidie+ 20% REM en MTF + 20% TD+ 35-50% ander budget

·         NB: 1e proef afwijkend verdeeld!

·         100% TD

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Functioneren van de gemalen op huidig of hoger niveau

Monitoring

Tot aan de uitvoering vindt monitoring plaats via voortgangsrapportages. In de uitvoeringsfase wordt het totaal opgesteld DE vermogen jaarlijks gemonitiord. Daarbij wordt ook aangegeven hoe gebruik gemaakt is van externe subsidies.

Communicatie (informatie)

Evt. via vakbladen

Projectteam (organisatie)

TD met ondersteuning vanuit Milieu op gebeid van externe financiering.

Risico’s

 

Besluitvorming

Uitvoeringsprogramma

 

 


Projectdocument: Energie-efficiëntie verbetering openbare verlichting

 

Project

Energie-efficiëntie verbetering openbare verlichting

Projectnummer

2c

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2004

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

Vakteam Mobiliteit: Paul Kokx

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

· eindresultaat

 

· afbakening

 

§         De gemeente is verantwoordelijk voor het aanleggen, functioneren en in stand houden van een groot deel van de openbare installaties, zoals o.a. openbare verlichting en verkeersregelinstallaties. De kwaliteit van de openbare verlichting is van groot belang voor de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid. Daarnaast wordt o.a. gekeken naar de energie-efficiëntie van deze installaties. Uitgangspunt bij aanleg en vervanging van de openbare verlichting is al vele jaren dat waar mogelijk een lamptype met een hoger rendement wordt toegepast. Nieuwe technische ontwikkelingen worden op de voet gevolgd, zoals energiezuinige lampen en armaturen, zie verder beleidsplan openbare verlichting ‘Licht op Delft’ d.d. 25 september 1997. Dankzij dit beleid  is het gemiddelde energieverbruik per lichtpunt van de openbare verlichting de laatste tientallen jaren fors omlaag gegaan, oa. door:

  •  bij verkeersinstallaties de lampen (70-100W) te vervangen door laagspanningslampen (27-38W);
  • een proefproject langs het Kerkpolderpad met aanwezigheidsdetectie en daaraan gekoppeld variabele verlichtingssterkte.

Het energiebeheersysteem van de openbare verlichting en verkeersinstallatie heeft de gemeente Delft in eigen handen. Kortom er is al veel gedaan, maar toch ziet Delft nog mogelijkheden om energie te besparen in de openbare verlichting. 

Ondanks de vele energiebesparende maatregelen die er al zijn getroffen ziet Delft nog mogelijkheden van energiebesparing in de openbare verlichting

§         De energie-efficiency van de openbare verlichting is verbeterd door uitvoering van de voorgestelde maatregelen en eventuele extra maatregelen met een terugverdientijd van minder dan 10 jaar.

§         Alle openbare verlichting en verkeersinstallaties die in bezit zijn van de gemeente Delft.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Initiatief

§       Inventariseren mogelijkheden/ ideeën voor verdergaande energiebesparing bij openbare verlichting, b.v. door:

o        brainstorm sessie (al plaats gevonden)

o        uitvoeren OV-scan gericht op efficiencyverbetering en met aandacht voor DE toepassingen

§       Het verder uitwerken van de mogelijkheden/ ideeën, o.a.

o        beperking lichtniveaus tunnels tijdens nachtelijke uren

o        dimmen verlichting bij in- en uitvalswegen tijdens verkeersluwe uren, mogelijk door meting verkeersintensiteit

o        schakelbaar maken verwarming opschakelkasten

Voorbereidingsfase

§       formuleren Plan van Aanpak

§       vaststellen eindresultaat

§       financiële dekking zoeken voor de voorgestelde maatregelen

Realisatiefase

§       uitvoeren van de voorgestelde maatregelen

§       uitvoeren van alle energiemaatregelen met een terugverdientijd van < 10 jaar

Evaluatiefase

§       monitoren energieverbruik

Aandachtspunten

openbare verlichting: afstemmen met 'Licht op Delft' 1997-2001, nieuw beleidsplan?

Planning (tijd)

·         Initiatieffase: 2002-2003

·         Voorbereidingsfase: 2003:

·         Realisatiefase: 2003/ 2004

·         Evaluatiefase: 2004

 

 

Raming

Bron

dekking

Financiën/begroting

Initiatief

Mobiliteit: 100 uren

Mobiliteit begroting

(zie onder kopje Totaal)

 

Voorbereidingsfase

Mobiliteit: 150 uren

 

 

Realisatie

Onderzoek k€ 10

Investeringen: pm

Inschatting

 

Onderzoek uit MTF

 

 

Evaluatie

Mobiliteit: 50 uur

 

Totaal

Onderzoek

Meerinvesteringen

 

Uren

k€ 10

pm

 

300 uur

·         MTF (onderzoek)

·         30% nationale subsidies+ 35% REM en MTF + 35% ander gemeentelijk budget

·         50% BANS + 50% REM

Randvoorwaarden (kwaliteit)

De verhouding kosten van de maatregel versus energiebesparing moet in balans zijn, uitzondering die maatregelen die innovatief zijn

Monitoring

Totaal verbruik openbare verlichting en verkeersinstallaties t.o.v. huidig verbruik (jaar 2002)

Communicatie (informatie)

Aandacht geven aan de communicatie naar de bewoners van Delft mbt de getroffen maatregelen, b.v. via de Stadskrant

Projectteam (organisatie)

Projectleider: Mobiliteit

Werkgroepleden: IB, eventueel Milieu

Risico’s

Sociale veiligheid en verkrijgen BANS- subsidie

Besluitvorming

Op basis Plan van Aanpak

 


Programma Nieuwbouwprojecten woningen

 

Programma

Nieuwbouwprojecten woningen

Programma

3.1

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

2003

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

einddatum

>2012

 

 

 

 

 

 

 Projectleider

Milieu, doorlopende activiteiten: Margreet de Wit en Peter Rommens; evaluatie Instrumentarium Peter Rommens

                      

 

Projectbeschrijving

In de planperiode worden in Delft  circa 3.925 nieuwbouwwoningen gebouwd. Deze blijven een interessant onderdeel van Klimaatbeleid. Voor nieuwbouwwoningen ligt de ambitie hoger dan de nationale bouwregelgeving: 20% verscherping. Het vakteam Milieu ondersteunt gemeentelijke projectleiders. De wijze van inbreng is sterk afhankelijk van de grote en ambities van het bouwplan en daarmee divers van aard. Dit kan er toe leiden dat er een apart project wordt geformuleerd.

Inhoudelijke activiteiten

Dit programma omvat ten eerste doorlopende activiteiten:

·         Milieu initieert en beheert kennisbank met voorbeelden en subsidieregelingen.

·         Bij regulier bouwplanadvisering adviseert het Vakteam Milieu specifiek op het thema energie.

·         Op verzoek en of grotere bouwplannen vormt het Vakteam Milieu onderdeel van de projectgroep of AWG. De inbreng kan hierbij ook plaatsvinden via een andere dan energie vakspecialist.

·         Bij projecten >250 woningen initieert en begeleidt het Vakteam OEI studie (Optimale Energie Infrastructuur.  De uitkomsten worden als Energievisie opgenomen in bestemmingsplannen. Daar waar noodzakelijk en zinvol vindt een Openbare Aanbesteding plaats. In dit kader is overlap met het Project restwarmtelevering DSM Gist te verwachten

·         Het Vakteam BTM monitort bij alle bouwplannen de EP van nieuwbouwwoningen en rapporteer t deze richting het vakteam Milieu.

 

Daarnaast vindt een eenmalige evaluatie plaats van het bestaande instrumentarium Duurzaam bouwen.Deze evaluatie heeft tot doel om zowel het huidig instrumentarium te toetsen op effect, als de mogelijkheid dit te verruimen naar de doelstellingen uit het Klimaatplan. Bij start van de evaluatie zal een los projectvoorstel worden geformuleerd. De resultaten van de evaluatie worden meegenomen in de jaarlijkse aanpassing van de ‘Algemene planinformatie Woningbouw’

Aandachtspunten

De betrokkenheid van Vakteam Milieu is itt tot BTM meer adviserend dan toetsend van karakter.

Planning (tijd)

o           Alle activiteiten vinden doorlopend plaats.

o           Onderzoek herijking Instrumentarium: Zomer 2003; besluitvorming najaar 2003.

 

 

Raming

Bron

dekking

Financiën/begroting

Milieu

200 u/jaar

 

regulier Milieu

 

Evaluatie instrumentarium

k€ 15 (stelpost)

 

 

 

Meerinvestering en onderzoek

k€ 11.775 (stelpost)

 

 

Totaal in €

Meerinvestering

 

Uren

k€ 11.775 (stelpost)

 

2000 uur

·         25% nationale subsidies+ 25% REM+ 50% te verdelen tussen betrokken partijen

·         regulier Milieu

Randvoorwaarden (kwaliteit)

  1. Bij bouwplantoetsing vindt expliciete EPC-monitoring plaats.
  2. Voor Nieuwbouwlocaties met meer dan 250 woningen wordt een Energievisie opgesteld. De ambitie is een EPL van minimaal 7,5. Bij een vastgestelde ambitie van EPL>7.5 vindt een openbare procedure energie-infrastructuur incl randvoorwaarden duurzame energie plaats.
  3. Verder wordt bij bouwplan advisering uitgegaan van het Nationaal Pakket Stedenbouw.
  4. Nieuwbouwwoningen voldoen aan de volgende eisen:

o           EPC 15-20% scherper dan Bouwbesluit.

o           alle vaste en kostenneutrale maatregelen, 50% van alle (niet-kostenneutrale) variabele maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzame  Woningbouw ·

  1. Er is een streven naar dat alle nieuwe woningen worden uitgerust met LTV.
  2. Binnen Delft wordt tenminste 1 innovatief voorbeeld-project  gerealiseerd.

 

Doel is CO2 reductie van 1.500 ton CO2.

Communicatie (informatie)

afh. project.

Projectteam (organisatie)

nvt

Risico’s

Kleinere en individuele bouwplannen vallen buiten invloedssfeer.

Besluitvorming

o           Per bouwplan, structuurplan, bestemmingsplan.

o           Evaluatie Instrumentarium najaar 2003.

 

 


Programma Nieuwbouwprojecten Utiliteitsbouw

 

Programma

Nieuwbouwprojecten utiliteitsbouw

Programma

3.2

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

2003

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

einddatum

>2012

 

 

 

 

 

 

 Projectleider

Milieu, doorlopende activiteiten: Margreet de Wit en Peter Rommens; evaluatie Instrumentarium Peter Rommens

                     

 

Projectbeschrijving

In de planperiode wordt in Delft  112.500 m2 BVO utiliteitsbouw gerealiseerd (exclusief bedrijventerreinen, Spoorzone, Zuidpoort, en Technopolis). De gestelde ambitie is 10% EPC verscherping.. Het vakteam Milieu ondersteunt gemeentelijke projectleiders. De wijze van inbreng is sterk afhankelijk van de grote en ambities van het bouwplan en daarmee divers van aard. Dit kan er toe leiden dat er een apart project wordt geformuleerd.

Inhoudelijke activiteiten

Dit programma omvat ten eerste doorlopende activiteiten:

·         Milieu initieert en beheert kennisbank met voorbeelden en subsidieregelingen.

·         Bij regulier bouwplanadvisering adviseert het Vakteam Milieu specifiek op het thema energie.

·         Op verzoek en of grotere bouwplannen vormt het Vakteam Milieu onderdeel van de projectgroep of AWG. De inbreng kan hierbij ook plaatsvinden via een andere dan energie vakspecialist.

 

Daarnaast vindt een eenmalige evaluatie plaats van het bestaande instrumentarium Duurzaam bouwen.Deze evaluatie heeft tot doel om zowel het huidig instrumentarium te toetsen op effect, als de mogelijkheid dit te verruimen naar de doelstellingen uit het Klimaatplan. Bij start van de evaluatie zal een los projectvoorstel worden geformuleerd. De resultaten van de evaluatie worden meegenomen in gesprekken over Dubo in de gronduitgifte (3D).

Aandachtspunten

 

Planning (tijd)

o           Alle activiteiten vinden doorlopend plaats.

o           Onderzoek herijking Instrumentarium: Zomer 2003.

 

 

Raming

Bron

dekking

Financiën/begroting

Milieu

200 u/jaar

 

regulier Milieu

 

Evaluatie instrumentarium

reeds opgenomen in programma 3.

 

reeds opgenomen in programma 3.

 

Meerinvestering en onderzoek

k€ 563

 

(zie onder kopje Totaal)

Totaal

Meerinvestering

 

Uren

k€ 563

 

2000

·         40% nationale subsidies+ 10% REM+ 50% te verdelen tussen betrokken partijen

·         Regulier Milieu

Randvoorwaarden (kwaliteit)

o           Bij nieuwbouw een verscherping van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) met 10%.

o           Uitvoeren van alle vaste en kostenneutrale maatregelen plus 30% van de variabele (niet-kostenneutrale) energiemaatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzame Utiliteitsbouw.

Communicatie (informatie)

afh. project.

Projectteam (organisatie)

nvt

Risico’s

 

Besluitvorming

o           Per bouwplan..

o           Evaluatie Instrumentarium najaar 2003.

 

 


Projectdocument: Naar een duurzame planontwikkeling Spoorzone

 

Project

Naar een duurzame planontwikkeling Spoorzone

Projectnummer

3a

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

> 2012

 

 

 

 

Dossier

 

Projectleider

 DPP: Edith Bijleveld

                    

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

· Eindresultaat

 

 

 

· Afbakening

 

In de Spoorzone wordt tijdens en na bouw van de spoortunnel circa 300.000 m2 BVO gerealiseerd. Op dit moment is 250.000 m2 woningbouw en 50.000 m2 kantoren, waarvan circa 24.000 m2 voor eigen gemeentelijke huisvesting en aanverwante publieksfuncties geraamd. Het gehele project wordt PPS uitgevoerd op basis van een projectbesluit van de minister V&WS en de Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten.

De gemeentelijke ambitie is een EPL van minimaal 8, uitgaande van restwarmtelevering DSM Gist..

Daarbij dienen voor de ontwikkelde bouwpartijen de voorwaarden en consequenties op gebouwniveau vastgelegd worden in de Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten en het onderliggende Stedenbouwkundige Masterplan.

De gemeente start een BAEI procedure voor de separate of gecombineerde aanbesteding van de energie-infrastructuur. Het resultaat daarvan is een kaderovereenkomst met een realisator van een energie-infrastructuur. Hierbij wordt ook de combinatie gemaakt met de herstructurering Poptahof.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase: uitwerking van de Energievisie en bestuurlijke vaststelling van ambitieniveau (EPL).

Ontwerpfase/Voorbereidingsfase:

o           Formuleren van onderdelen Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten. Consequenties in ruimtelijke inrichting (compactheid, oriëntatie, ruimte voor voorzieningen, ) en op gebouwniveau (gebouwkwaliteit, installatie-eisen, aansluitvoorwaarden, toepassing daglicht)

o           Deelname in de werkgroep stedelijke ontwikkeling Spoorzone ten behoeve van Masterplan.

Realisatiefase:

Koppelen van kaderovereenkomst energie-infrastructuur met gebouwontwikkelaars in deelovereenkomsten en PPS overeenkomst..

Nazorgfase/ Beheer

Aandachtspunten

Communicatie met ontwikkelende marktpartijen en voortgang ontwikkeling energievisie.

Planning (tijd)

·         Definitiefase: medio 2002 – maart 2003

·         Ontwerp-/ voorbereidingsfase: maart 2003 - ?

·         Realisatiefase: na projectbesluit – voor aangaan PPS overeenkomsten

·         Nazorgfase:


 

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Initiatief

 

 

 

 

Definitie+ ontwikkeling

300 uur / jaar

onderzoek: k€ 85

Directie P&P

Voor 2003 en verder nog vast te stellen met voorkeur voortzetting huidige dekking  + deel BANS

 

Realisatie

300 uur/ jaar

meerinvestering:

Directie P&P

k 8.000 zie OEI-studie door W/E adviseurs  p.28

(zie onder kopje Totaal)

 

Nazorg/ Beheer

pm

 

 

Totaal

Onderzoek

Meerinvesteringen

 

 

 

Uren

k€ 85

k€ 1.250

 

 

 

3000

·         40% nationale subsidies + 15% REM + MTF+ rest verdeelsleutel betrokken partijen (Energiebedrijf, DSM Gist en vastgoed ontwikkelaars)

·         idem

·         75% DPP + 25% BANS

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Vastgelegde randvoorwaarden op gebouwniveau en stedelijke om gewenste energie infrastructuur optimaal te benutten.

Bijkomende kwaliteit zijn op gebouwniveau en gekoppeld aan Nationaal pakket of prestatie-afspraken.

Monitoring

Via voortgangsrapportage Klimaatbeleidsplan: project monitoring en monitoring nieuwbouw.

Na realisatie gerealiseerde EPL en EPC.

Communicatie (informatie)

pm

Projectteam (organisatie)

Vakteam Milieu neemt deel aan voorbereidingsgroep van Werkgroep Stedelijk ontwikkeling Spoorzone als input Projectgroep Nota van randvoorwaarden en Uitgangspunten.  (Hfd) sector duurzaamheid is lid projectgroep randvoorwaarden en Uitgangspunten.

Risico’s

Houding marktpartijen in PPS.

Besluitvorming

PvE stedenbouwkundig plan: oktober 2002.

EPL Spoorzone: november 2002.

Nota van randvoorwaarden en uitgangspunten: Externe Stuurgroep Spoorzone: november 2002.

Projectbesluit: maart 2003.

 

 


Projectdocument Zuidpoort

 

Project

Een duurzaam gebouwd Zuidpoort (3D plan)

Projectnummer

3b

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2008

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

vakteam W&P: Henk Twisk

                       op:

 

Projectbeschrijving:

 

 

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

· Eindresultaat

 

· Afbakening

Voor het gebied Zuidpoort zijn de energieambities net als de andere ambities hoog. Er is sprake van verschillende ontwikkelaars, diverse soorten opgave’s en een gespreide planontwikkeling en uitvoering.

·         Het ambitieniveau voor het woningen, winkels, bioscoop complex in het kerngebied is 30% EPC-verlaging. Hiervan circa de helft door bouwkundige energiebesparende maatregelen en de helft in installaties. Kern van het laatste is een energiesysteem met koude-warmte-opslag en een collectieve warmtepomp. Dit zet het na te streven niveau en mogelijke techniek ook voor andere deelplannen. Voor de herontwikkeling het Hoogovenpand en eventuele andere deelplannen zijn individuele ambities op te stellen.

·         Met de ontwikkelaars worden de ambitieniveaus inclusief te nemen maatregelen in een overeenkomst vastgelegd.

·         Naast energie worden ook andere dubo maatregelen vastgelegd. Basis hiervoor is de bestaande verordening Duurzaam bouwen woningbouw.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

De diverse deelplannen verkeren in divers stadium van initiatief tot realisatie. Hieronder staan de basisactiviteiten weergegeven. Afhankelijk van de derde partij is uitwerking verschillend.

Definitiefase

·       Vaststellen van ambitieniveau op basis van haalbaarheidsstudie. Initiatief ligt hiervoor bij de gemeente.

·       Uitwerken van concept.

·       Vastleggen van ambitie en maatregelen in een overeenkomst.

Ontwerpfase/Voorbereidingsfase

·       Uitwerking van concept en maatregelen door ontwikkelaar. Hierbij vervult de gemeente een ondersteunende rol.

·       Eneco energie wordt betrokken ivm warmte/koude levering of andere concepten.

·       Werven van externe financiering door gemeente Delft.

Realisatiefase

·       Toetsing van met name bouwkundige maatregelen. Dit loopt mee in normale activiteiten van Bouwtoezicht.

·       Communicatie richting toekomstige bewoners en gebruikers.

Nazorgfase/ Beheer

·       Communicatie activiteiten extern.

·       Na realisatie plan werkelijk CO2-reductie berekenen adhv gerealiseerde EPC.

Aandachtspunten

Verscherping van nationale regelgeving en de verrekening met derden.

Planning (tijd)

2008

inspanning Milieu met name tot 2006

 

 

Raming meerinvestering

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Begeleiding

400 uur per jaar (gemiddeld)=

4 x 400 = 1600

grondexploitatie en BANS

 

Veld 5/7

Onrendabele top 1.152 k€

Meerinvestering: 1.000 k€

EIA/Vamil: 258 k€

Novem: 227 k€

MAB: 137 k€

Eneco: 227 k€

REM: 227 €

nog vast te stellen:  75 k€

 

Veld 9

900 k€

REM: 300 €

Vidomes: 300 k€

Subsidies: 300 k €

 

Veld 10

200 k€

REM + MTF: 75 k€

Geelen bouw: 75 k€

Subsidies: 50 k€

 

Hoogovenpand

stelpost: 30 k€

Ntb

 

Theater

43-96 k€ aansluitbijdrage

Subsidie: 13 – 29 k€

REM 13-29 k€

Totaal in

Meerinvesteringen

 

 

uren

k€ 2.400

 

 

1600

·         (verdeelsleutel zie boven) 864 nat.sub+512 proj.ontw+227 eneco+702 REM/MTF +95 nog vast te stellen

·         50% Zuidpoort + 50% BANS

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Deelplan

Functie

Ambitie

CO2

Veld 5/7

woningen, winkels, bioscoop

30% EP verlaging

besparing: 80 ton woningen; 160 ton utiliteit

energiesysteem: 220 ton

Veld 9

woningen, zorg

30% EP verlaging

120 ton

Veld 10

woningen, bedrijfsruimte

30% EP verlaging

25 ton

Hoogovenpand

bibliotheek/mediatheek5.500 m2 BVO

30% EP verlaging voor nieuwe functie

37 ton

Veld 2

winkels, woningen

30% EP verlaging

pm

Theater de Veste

theater

aansluiting op koeling energiesysteem

70% tov traditionele koeling (337 kW): stel 5 ton

huidige bibliotheek

nog onbekend

30% EP verlaging

 

Haakpand

woningen, winkels

30% EP verlaging voor nieuwe functie en/of aansluiting op koeling energiesysteem (70% tov traditionele koeling)

pm

Veld 12

woningen

geen inzet

0 ton

Totaal

 

 

 

580 ton

Communicatie (informatie)

Rondom Zuidpoort wordt een specifiek communicatieplan gemaakt. Hiervoor wordt aangesloten bij algehele communicatie Zuidpoort en andere Milieu onderdelen (Stad&Milieu en bodem).

Projectteam (organisatie)

Milieu is onderdeel van projectgroep Zuidpoort en de ontwerpteam Veld 9 en veld 10, en de regiegroep Hoogovenpand. Voor nog te starten deelprojecten wordt nader de wijze van inzet bepaald.

Risico’s

Welwillendheid van ontwikkelaar.

Besluitvorming

Elke overeenkomst met ontwikkelaar inclusief aanvraag REM en/of MTF wordt bestuurlijk vastgesteld.

 

 


Programma Bestaande woningvoorraad

 

Programma

Bestaande woningvoorraad

Programma

4

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

2003

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

einddatum

>2012

 

 

 

 

 

 

 Projectleider

Milieu, doorlopende activiteiten: Margreet de Wit en Peter Rommens; evaluatie Instrumentarium Peter Rommens

                     

 

Projectbeschrijving

In de planperiode worden in Delft  ruim 3770 woningen gerenoveerd. Deze zijn een interessant onderdeel van het Klimaatbeleid. De gestelde ambitie is 20% besparing tov het huidige energiegebruik. In de planperiode wordt in Delft  70.000 m2 BVO utiliteitsbouw gerenoveerd tot op een niveau dat een Bouwvergunning noodzakelijk is. De gestelde ambitie is 10% EPC verscherping. Een deel hiervan valt buiten grote projecten zoals herstructurering Schie-oevers en zal worden ondergebracht in dit programma. Het vakteam Milieu ondersteunt gemeentelijke projectleiders. De wijze van inbreng is sterk afhankelijk van de grote en ambities van het bouwplan en daarmee divers van aard. Dit kan er toe leiden dat er een apart project wordt geformuleerd.

Inhoudelijke activiteiten

Dit programma omvat ten eerste doorlopende activiteiten:

·         Milieu initieert en beheert kennisbank met voorbeelden en subsidieregelingen.

·         Bij regulier bouwplanadvisering adviseert het Vakteam Milieu specifiek op het thema energie.

·         Op verzoek en of grotere bouwplannen vormt het Vakteam Milieu onderdeel van de projectgroep of AWG. De inbreng kan hierbij ook plaatsvinden via een andere dan energie vakspecialist.

·         Bij projecten >250 woningen initieert en begeleidt het Vakteam OEI studie (Optimale Energie Infrastructuur.  De uitkomsten worden als Energievisie opgenomen in structuurplan of bestemmingsplannen. Daar waar noodzakelijk en zinvol vindt een Openbare Aanbesteding plaats. In dit kader is overlap met het Project restwarmtelevering DSM Gist te verwachten

 

Daarnaast vindt een eenmalige evaluatie plaats van het bestaande instrumentarium Duurzaam bouwen.Deze evaluatie heeft tot doel om zowel het huidig instrumentarium te toetsen op effect, als de mogelijkheid dit te verruimen naar de doelstellingen uit het Klimaatplan. Bij start van de evaluatie zal een los projectvoorstel worden geformuleerd. De resultaten van de evaluatie worden meegenomen in de jaarlijkse aanpassing van de ‘Algemene planinformatie Woningbouw’

 

Een deel van de activiteiten vinden plaats als specifiek project:

o            Project 4b: Convenant bestaande woningen.

o            Project 4c: Bestaande stad bespaart energie door DEA       worden ± 2400 EPA’s uitgevoerd.

o            Programma 5: verruimde reikwijdte en zorgplicht bij bedrijven

Verder wordt indien relevant expliciet ingezet op Duurzaam energie (programma 9).

Aandachtspunten

 

Planning (tijd)

o           Alle activiteiten vinden doorlopend plaats.

o           Onderzoek herijking Instrumentarium: Zomer 2003.

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Milieu

100 uur/jaar

 

regulier Milieu

 

Evaluatie instrumentarium

reeds opgenomen in programma 3.

 

reeds opgenomen in programma 3.

 

Meerinvestering en onderzoek

k€ 7.364 (stelpost)

 

(zie onder kopje Totaal)

Totaal

Meerinvestering

 

Uren

k€ 7.364 (stelpost)

 

800 uur

·         40% nationale subsidies+ 10% REM

+ 50% te verdelen tussen betrokken partijen

·         regulier Milieu

 

Randvoorwaarden (kwaliteit)

  1. Energievisie opgesteld en opgenomen in bestemmingsplan voor alle renovatie- of herstructureringsprojecten met meer dan 250 woningen.
  2. Toepassen van een Energie Prestatie op Locatie (EPL) van minimaal  6.0  bij renovatie- en herstructureringsprojecten met meer dan 250 woningen. Bij een vastgestelde ambitie vindt een openbare procedure energie-infrastructuur incl randvoorwaarden duurzame energie plaats.
  3. Verder wordt bij renovatie- en herstructureringsplannen advisering uitgegaan van het Nationaal Pakket Stedenbouw.
  4. Bij nieuwbouw utiliteitsbouw een verscherping van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) met 10%.
  5. Uitvoeren van alle vaste en kostenneutrale maatregelen plus 30% van de variabele (niet-kostenneutrale) energiemaatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzame Utiliteitsbouw.

Communicatie (informatie)

afh. project.

Projectteam (organisatie)

nvt

Risico’s

Kleinere en individuele bouwplannen vallen buiten invloedssfeer.

Besluitvorming

o           Per bouwplan, structuurplan, bestemmingsplan.

o           Evaluatie Instrumentarium najaar 2003.

 

 


Projectdocument Energieprestatie op locaties Poptahof

 

Project

Energieprestatie op locaties  Poptahof

Projectnummer

4a

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

 

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2015

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

 B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

Vakteam W&P: Allard Stroo

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

· Eindresultaat

· Afbakening

 

o        In de gemeente Delft wordt de komende jaren gewerkt aan de herstructurering van de wijk de Poptahof. Deze wijk staat bekend om zijn hoogbouw, de vele nationaliteiten onder zijn bewoners en om de noodzaak van een grootschalige renovatie. Het ingreepniveau varieert van planmatig onderhoud tot sloop/ nieuwbouw of grootschalige renovatie. De gemeente Delft wil een optimale energie-infrastructuur ontwikkelen als onderdeel van deze herstructurering. Als eerste stap hiervoor is een energievisie opgesteld. In het ontwerp Masterplan Poptahof wordt een ambitie voor het realiseren van een EPL=6 aangegeven, met het zichtjaar 2015. Om de doelstelling EPL=6 te halen komen de varianten met warmtelevering (b.v. van DSM-Gist) en 40% energiebesparing of verlaging van de EPC waarde in aanmerking. Op basis van de gekozen variant dienen voor de betrokken partijen de randvoorwaarden en consequenties op gebouwniveau vastgelegd te worden.

o        Realiseren van een EPL=6  bij de herstructurering van de Poptahof

o        De gemeente start een BAEI procedure voor de separate of gecombineerde aanbesteding van de energie-infrastructuur. Het resultaat daarvan is een kaderovereenkomst met een realisator van een energie-infrastructuur. Hierbij wordt ook de combinatie gemaakt met de herstructurering Poptahof.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Ontwerpfase

·       uitwerking van de Energievisie o.a. op basis DSM-Gist restwarmte studie

·       bestuurlijke vaststelling Ontwerpfase/Voorbereidingsfase

Voorbereidingsfase

·        Formuleren van onderdelen Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten.

·       Opstellen overeenkomst tussen de verschillende partijen

·       Consequenties in ruimtelijke inrichting (compactheid, oriëntatie, ruimte voor voorzieningen, ) en op gebouwniveau (gebouwkwaliteit, installatie-eisen, aansluitvoorwaarden, toepassing daglicht)

Realisatiefase:

·                     pm

Nazorgfase/ Beheer

 

Aandachtspunten

Communicatie met ontwikkelende marktpartijen en voortgang ontwikkeling energievisie.

Planning (tijd)

·         Definitiefase: medio 2002 – voorjaar 2003

·         Ontwerp-/ voorbereidingsfase: voorjaar 2003 - 2004

·         Realisatiefase: 2005

·         Nazorgfase:2015

 

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Initiatief/ Voorbereidingsfase

150 uur/ jaar

vervolg studie energie k€ 30

Inschatting

inschatting

 

 

Realisatie

80 uur/ jaar

investeringen ± k€  4.400

OEI-studie door W/E adviseurs pag. 27

 

 

Beheer

pm

 

 

Totaal

Onderzoek

Meerinvestering

Uren

k€ 30

k€4.400

940 uur

·         35% nationale subsidies+ 30% REM en MTF + rest verdeelsleutel betrokken partijen

·         150 uur BANS + 630 u projectbudget Poptahof

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Relatie Haalbaarheidsstudie Restwarmte DSM-Gist

Realisatie nul-energieflat in de Poptahof en pv-panelen als onderdeel van project ‘100 Delfts blauwe daken’.

Aanvullend prestatie-afspraken op basis  Nationaal pakket Duurzaam bouwen.

Monitoring

Via voortgangsrapportage Klimaatbeleidsplan.

·         Energieverbruik huidige situatie t.o.v. energieverbruik nieuwe situatie » CO2-reductie

·         Bij realisatie duurzame energie, monitoring van aandeel DE

Communicatie (informatie)

pm

Projectteam (organisatie)

Gemeentelijke projectleider Poptahof: vakteam Projecten

Onderdeel energie: Vakteam Milieu ism Delft Wonen, vd Vorm Vastgoed b.v.

Risico’s

Houding marktpartijen

Besluitvorming

Definitief  Masterplan: voorjaar 2003.

 

 

 


Projectdocument: Convenant duurzame aanpak bestaande woningen

 

Project

Convenant duurzame aanpak bestaande woningen

Projectnummer

4b

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

 

Ontwerp

 

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

 

 

Reeds gestart

 

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2015

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

Vakteam Bouwtoezicht: Henry Rienstra

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

· Eindresultaat

 

· Afbakening

De bestaande woningvoorraad is verantwoordelijk voor een groot deel van het Delftse energiegebruik. Een groot deel van deze voorraad 70% is in het bezit van een 3-tal woningcorporaties. De corporaties hebben een verschillend ervarings- en ambitieniveau, maar staan welwillend tov een gestructureerde aanpak. Gekozen is om in een convenant afspraken te maken op zowel proces-, prestatie- als maatregelniveau. Een van de thema’s van het convenant is energie.

Het resultaat van dit project is de ondertekening en uitvoering van een convenant. De looptijd van het convenant is 2002-2012.

De thema’s water, bouwmaterialen en omgeving zijn wel onderdeel van het convenant, maar vormen geen onderdeel van het klimaatbeleidsplan.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Het traject om te komen is gestart vanuit het 3Dplan en loopt al enige tijd. Gedurende dit traject is steeds meer van een maatregelniveau naar een procesafspraakniveau verschoven., Dit sluit beter aan bij de bedrijfsvoering van de corporaties en de doelstellingen van de gemeente. In een eerder stadium was de Woonkoepel ook 1 van de projectpartners, maar de Woonkoepel bestaat niet meer in deze vorm dus de partners beperkt zich tot de gemeente en 3 corporaties.

Voorbereidingsfase

o           Voor de verschillende thema’s worden uitgangspunten en financiële afspraken in basis op papier gezet.

o           De bijdrage vanuit de gemeente onderscheiden in diverse bronnen.

o           Uitwerking van thema’s door proces- en prestatieafspraken (incl formulier per bouwproject ontwikkelen)

o           Beschouwing over mogelijke rol van DEA in uitvoering of deelname in convenant.

o           Ondertekening.

Uitvoering

o           Bij grote (herstructurering)ingrepen: opstellen van Energievisie door middel van korte OEI trajecten. De gemeente neemt hierin het voortouw.

o           Bij kleine ingrepen: (laten) uitvoeren van EPA’s.  Het streven is hierbij om …. EPA’s te laten uitvoeren.

o           Op basis van de energiestudies nemen corporaties maatregelen op woningen en blokniveau. Indien noodzakelijk krijgt het energiebedrijf op buurt- of wijkniveau een rol. De ingrepen zijn onderscheidbaar in zowel energiebesparing als toepassing van duurzame energie. Kosten efficiëntie voor eigenaar en gebruiker zijn uitgangspunt.

o           corporaties geven voorlichting aan bewoners dmv bewonershandleiding en bestaande middelen.

o           Faciliteren van procesvoortgang door 3 bijeenkomsten per jaar ten behoeve uitwisseling kennis en ervaring.

o           Promotieactie richting corporatiepersoneel en huurders

o           Intern communicatie binnen BTM

Aandachtspunten

Mogelijkheden bekijken van effecten van kosten maatregelen op woonlasten.

Planning (tijd)

Ondertekening november 2002

·         Uitvoering periode 2002-2006, met jaarlijks 3 bijeenkomsten.

Financien/Begroting

 

Raming

Bron

Dekking

 

Definitie

BTM

Regulier werkbudget BTM

100%, 3D plan

 

Voorbereiding

extern adviseur

1e jaar: 208 uur

€ 17.785

BTM

(reeds gemaakte kosten)

budget BTM

 

Uitvoering:

eigen inzet

energie-onderzoek (OEI/EPA)

maatregelen

 

50 uur/ jaar

k€ 50

 

in voorbereiding vast te stellen PM

 

BTM

inschatting

 

 

100%

(zie onder kopje Totaal)

 

 

Totaal

Onderzoek

Meerinvestering

Uren

k€  50

pm

658 uur

·         30% nationale subsidies+ 30% REM + 40% corporaties en andere partijen

·         100% budget  BTM

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Minimaal 40% van de bestaande woningen is voor 2006 voorzien van een EPA (dit zijn ruim 15.000 woningen en wooneenheden) en 50% daarvan heeft subsidie aangevraagd voor maatregelen. epa uit te voeren voorafgaand aan planmatig onderhoud of herstructurering

Monitoring

·         De resultaten van het convenant worden jaarlijks gerapporteerd aan de directies en vakwethouder.

·         de algemene voortgang wordt jaarlijks gerapporteerd aan Milieu

·         Corporaties rapporteren jaarlijks EPA’s en gepleegde ingrepen. Indien mogelijk ook energiebesparing in kWh, MJ weergeven.

·         DEA monitort aantal uitgevoerde EPA’s, VROM of Eneco monitort aanvragen EPR aanvragen en de genomen maatregelen.

Communicatie (informatie)

Een communicatietraject voor zowel corporaties intern, BTM intern als richting huurders wordt in de realisatiefase gemaakt.

Projectteam (organisatie)

Projectleider: BTM ondersteund door extern adviseur. Projectmedewerkers /leden werkgroep: BTM, Milieu, technische diensten corporaties, DEA (?),

Risico’s

budget Energiefonds

Besluitvorming

o           in driehoeks overleg op hoofdlijnen

o           Vervolgens gemeentelijk raadsbesluit of B&W (?)

o           ondertekening

 

 


Projectdocument Bestaande stad bespaart energie

(EPA-actieplan inclusief publieksacties)

 

Project

Bestaande stad bespaart energie (EPA-actieplan)

Projectnummer

4c

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2005

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

Woningbouwcorporaties/ gemeente Delft

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

Delft Energieagentschap (DEA): Zeno Winkels

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

· Eindresultaat

 

· Afbakening

 

§         In elke woning van voor 1998 zijn één of meerdere energiebesparende of duurzame energiemaatregelen te treffen. Soms zijn deze gebonden aan een vervangingsmoment (HR-ketel, zonneboiler), soms kunnen deze per direct getroffen worden (spouwmuur/dak/vloer-isolatie). Om huiseigenaren op het spoor te zetten van en aan te zetten tot het nemen van deze energiemaatregelen is de EPA een goed instrument. Het rijk subsidieert EPA’s, het DEA is gecertificeerd om ze uit te voeren; het ligt voor de hand voor Delft om daarop aan te sluiten.

Twee belangrijke peilers van het Energiemasterplan (DEA) zijn de aanpak van de bestaande huurwoningen op natuurlijke momenten en de periodieke herhaling van succesvolle publieksacties zoals ‘100 delftsblauwe daken voor doe-het-zelvers’, b.v. een actie zonneboiler of een na-isolatie actie.

§         EPA uitgevoerd in 6 % van de bestaande woningen, 100% daarvan heeft één of meer maatregelen getroffen (2005)

§         Bestaande woningvoorraad (particulieren en huurwoningen) van voor 1998.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase

§         Definiëren eindresultaat en eventueel bijstellen gezien landelijke ontwikkelingen

§         Projectvoorstel voor leggen aan Algemeen Bestuur DEA

§         Opstellen prestatie-indicatoren voor de monitoring van dit project

Planfase/Voorbereidingsfase

§         Inventariseren onderhoudsplanning  en herstructureringsplannen woningcorporaties

§         opstellen Plan van Aanpak (inclusief monitoring!) voor uitvoering van EPA’s:

  • voor huurwoningen, blokepa’s voorafgaand aan periodiek groot onderhoud
  • periodiek publieksacties

Realisatiefase

§         DEA coördineert of voert zelf jaarlijks EPA’s  uit

§         Aanvraag indienen voor het Energiefonds voor publieksacties m.b.t. energiebesparing en duurzame energie bij huishoudens door ‘geschikte’ partijen

Monitoringsfase

·         informatie verzamelen m.b.t. aantal uitgevoerde EPA’s en de getroffen maatregelen

·         bundelen ideeën voor een eventueel vervolgproject

Aandachtspunten

­          onderdeel Energiemasterplan

­          subsidieregelingen: Novem EPA-programma, Energie Premie Regeling (EPR), Subsidieregeling Energiebesparing huishoudens met lage inkomens

Planning (tijd)

 

·         Definitiefase:  najaar 2002

·         Planfase/Voorbereidingsfase:  najaar 2002

·         Realisatiefas: 2002-2005

·         Monitoringsfase: 2002-2005

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Definitie/ voorbereidingsfase

uren DEA

Milieu: 25 uur/ jaar, totaal 75

 

Begroting DEA

Milieu begroting

ja

ja

 

Realisatie

·         2400 woningen: EPA investeringen: een grof kengetal van € 1000 investering per woning o.a. door periodieke publieksacties zoals na-isolatie actie en actie zonneboiler

·         verdeelsleutel betrokken partijen (€ 45.000,-/  per actie voor gemeente)

 

Monitoringsfase

uren DEA

Begroting DEA

DEA

Totaal

Meerinvestering

 

 

uren

k€ 2535

 

 

75 uur + DEA

·         25% EPR (nationale subsidies)  + k€ 135 REM (vast bedrag) + rest woningcorporaties, Eneco en bewoners.

·         100% Milieu + begroting DEA

Randvoorwaarden (kwaliteit)

EPA verricht door gecertificeerde instelling (DEA)

Monitoring

 

Totaal aantal uitgevoerde EPA’s en de getroffen  maatregelen. Op basis hiervan kan de potentiele besparing worden ingeschat!

Communicatie (informatie)

De resultaten worden jaarlijks gerapporteerd in het jaarverslag van DEA

Terugkoppelen resultaten naar Algemeen Bestuur DEA

Publiciteitscampagne opzetten per publieksactie.

Projectteam (organisatie)

Projectleider: DEA

Projectteam: DEA, werkgroepleden ‘convenant corporaties » gemeente’, woningbouwcorporaties, Eneco (Energie Premie Regeling), EPA-uitvoerder(s)

Risico’s

Vroegtijdige beëindiging Energieagentschap

Niet doorgaan van het convenant tussen gemeente Delft en corporaties.

Wijziging overheidsbeleid mbt EPA versus energiepremieregeling

Besluitvorming

·         Projectvoorstel voorleggen aan Algemeen Bestuur DEA

·         Opnemen als project in convenant met corporaties

 


Programma: Verruimde reikwijdte en zorgplicht bij bedrijven

 

Project

Verruimde reikwijdte en zorgplicht bij bedrijven

Projectnummer

5

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

>2012

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Programmamanager

Vakteam Milieuzorg: Alfons Buijs

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

· eindresultaat

 

 

 

 

 

 

 

· afbakening

 

§         Om de realisatie van energiebesparing en duurzame energie bij bedrijven te stimuleren heeft de gemeente als bevoegd gezag de Wet milieubeheer achter de hand. Door het toepassen van de verruimde reikwijdte in de milieuvergunningverlening en bij handhaving intensiveert de gemeente de aandacht voor energie jaarlijks bij vele bedrijven.

§         In de vergunningen van alle vergunningsplichtige bedrijven zijn uiterlijk in 2005 energievoorschriften opgenomen. Van de bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen heeft 10% van de bedrijven in 2005 een energie-efficiency- en duurzame energiescan (EE en DE-scan) uitgevoerd en 50% daarvan heeft maatregelen getroffen. Met als eindresultaat de reductie van een hoeveelheid CO2-uitstoot door besparing van energie en het toepassen van duurzame energie bij Delftse inrichtingen waarop de Wet milieubeheer van toepassing is.

§         Bij de bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen gaat het om bedrijven met een energiegebruik boven de 25.000 m3 aardgas of 50.000 kWh elektra per jaar, conform de circulaire Energie in de milieuvergunning en AmvB’s

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase

§         Prioritering van thema’s horende bij de verruimde reikwijdte Wet milieubeheer

§         Nadere invulling geven aan de ambities op energiegebied en aangeven welke beleidsaanbevelingen worden overgenomen uit afstudeeronderzoek L. van Trigt.

§         Aanvraag subsidie voor intensivering van energiebeleid bij bedrijven (SAM)

Ontwerpfase

§         Opstellen preventiebeleidsplan met als uitgangspunten:

  • Het afstudeerrapport van L. van Trigt  met de daarin aanbevolen besparingsactiviteiten.
  • Het energiebeleid van de gemeente Delft  bij bedrijven, bestaande uit een:

-          Basisbeleid: uitgangspunten hierbij zijn de wettelijke taken en verplichtingen van de gemeente

-          Eventueel aanvullend beleid: uitgangspunten zijn communicatie en stimulering bij MKB

  • Actieve rol bij uitvoering Meerjarenafspraken Energiebeleid 2

o        Actief overleg en informatie-uitwisseling met lokaal bedrijfsleven over energiebesparing en duurzame energie

o        Voorlichtingstraject voor energie-efficiency en duurzame energiescans (EE en DE-scans) uitvoeren

·         Aanpassen van het Milieu Informatie Systeem om de verbeterde energieregistratie uit te kunnen voeren en energiegegevens daaruit te generen.

Voorbereidingsfase

Operationaliseren van het preventiebeleidsplan, o.a.:

  • Een betere registratie van de energieverbruiken en gegevens die hiermee in relatie staan
  • Bekendheid geven aan het gemeentelijke energiebeleid bij bedrijven, b.v.

-          Het voorschrijven van energiebesparingsplannen bij bedrijven waarbij dat afgedwongen kan worden;

-          Het voeren van een vooroverleg met bedrijven met relevant energieverbruik;

-          Instellen van een aparte energiecontrole voor energiegrootverbruiker.

  • Opleiden van de milieu-inspecteurs om het energiebeleid te realiseren

Realisatiefase

§         Uitvoeren preventiebeleidsplan, o.a.:

  • Stimuleren van duurzame energieopwekking en/ of afname groene stroom bij bedrijven;
  • Het geven van informatie over bestaande subsidies en regelingen (eventueel i.s.m. Delfts Energieagentschap), b.v. Informatiefolders verspreiden voor bedrijven (infomail)
  • Gemeente Delft geeft zelf het goede voorbeeld!

§         Uitvoeren voorlichtingstraject EE- en DE-scan industrie/non-profit

Beheer

§         Jaarlijks rapporteren over behaalde energieresultaten bij bedrijven

Aandachtspunten

SAM-subsidie voorziet in een intensivering energiebesparing bij bedrijven.

Subsidieregeling Programma Schoner Produceren

Uitwerking afstudeerrapport Lidewij van Trigt

Planning (tijd)

·         Definitiefase: 2002

·         Ontwerpfase:  voorjaar 2003

·         Voorbereidingsfase: 2003

·         Realisatiefase: 2003-2005

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Definitiefase

 

Workshop prioriteiten

Verruimde Reikwijdte

k€  4,-

Milieuzorg

100%

 

Ontwerp

 

Opstellen beleidsplan

± k€  15,-

(schatting)

(zie onder kopje Totaal)

 

Voorbereiding

Realisatie

Opleiding Milieuinspecteurs

k€ 10,-

Extra tijd aspect energie: 1e jaar 300 uur

pm: investeringen

 

(zie onder kopje Totaal)

 

(zie onder kopje Totaal)

 

door de bedrijven zelf

 

 

Beheer

75 uur

Milieuzorg

 

Totaal in €

Meerinvestering

Onderzoek

Uren

pm

€ 29,-

975

Ø       10-25 % nationale subsidie + rest bedrijven

Ø       max. 60% SAM + rest budget Milieuzorg

Ø       ca. 70% Milieuzorg + ca. 30% BANS

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Het niveau van energiebesparing wordt verhoogt door verbeterde vergunningverlening en/of  handhaving.

Monitoring

Het monitoren van het aantal EE- en DE-scans en het monitoren van de getroffen maatregelen bij de bedrijven.

Communicatie (informatie)

Bekendheid geven aan het gemeentelijke energiebeleid aan bedrijven (zie inhoudelijke activiteiten)

Informatie over bestaande subsidies en regelingen

Projectteam (organisatie)

Projectleiding: Milieuzorg

Milieuinspecteurs

Risico’s

Indien het energie een lage prioriteit krijgt in de prioriteitsdiscussie mbt de verruimde reikwijdte, dan zal bovenstaand project niet in deze vorm doorgang vinden. 

Besluitvorming

Preventiebeleidsplan voorjaar 2003

 

 

 

 

 


Programma 6: Duurzame bedrijventerreinen

 

Programma

Duurzame bedrijventerreinen

Programma

6

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

2003

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

einddatum

>2012

 

 

 

 

 

 

 Projectleider

Milieu

                     

 

Projectbeschrijving

 

 Binnen Delft zijn er naast de speerpuntprojecten Technopolis Business Campus en Schie-oevers 2 bedrijventerreinen in ontwikkeling: Harnaschpolder (ism gemeente Den Haag en gemeente Schipluiden) en de herontwikkeling TNO Zuidpolder.

Inhoudelijke activiteiten

Dit programma omvat ten 1e doorlopende activiteiten:

·         Milieu initieert en beheert kennisbank met voorbeelden en subsidieregelingen.

·         Bij regulier bouwplanadvisering adviseert het Vakteam Milieu specifiek op het thema energie.

·         Op verzoek en/of grotere bouwplannen vormt het Vakteam Milieu onderdeel van de projectgroep of AWG. De inbreng kan hierbij ook plaatsvinden via een andere dan energie vakspecialist.

·         Bij projecten begeleidt het Vakteam studie Energievisie.  De uitkomsten worden opgenomen in bestemmingsplannen. Daar waar noodzakelijke en zinvol vindt een Openbare Aanbesteding plaats. In dit kader is overlap met het Project restwarmtelevering DSM Gist te verachten

 

Daarnaast vindt een eenmalige evaluatie plaats van het bestaande instrumentarium Duurzaam bouwen.Deze evaluatie heeft tot doel om zowel het huidig instrumentarium te toetsen op effect, als de mogelijkheid dit verder te verruimen naar de doelstellingen uit het Klimaatplan. Bij start van de evaluatie zal een los projectvoorstel worden geformuleerd.

Aandachtspunten

 

Planning (tijd)

o           Alle activiteiten vinden doorlopend plaats.

o           Onderzoek herijking Instrumentarium: zomer 2003; besluitvorming najaar 2003.

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Milieu

100 uur/jaar

 

(zie onder kopje Totaal)

 

Evaluatie instrumentarium

reeds opgenomen in programma 3.1

 

reeds opgenomen in programma 3.1

 

Meerinvesteringen en onderzoek

k€ 680

 

(zie onder kopje Totaal)

Totaal

Meerinvestering+onderzoek

 

Uren

k€ 680

 

1000 uur

·         20% nationale subsidies + 30% REM en MTF + 50% te verdelen tussen de betrokken partijen

·         50% projectbudgetten + 50% Milieu

Randvoorwaarden (kwaliteit)

o           Het duurzaam bouwen instrumentarium wordt aangepast op energie in ontwikkelingen bedrijventerreinen en gronduitgifte.

o           Voor bedrijventerreinen wordt een energievisie opgesteld met een ambitie vergelijkbaar met EPL 7 en met een inzet op 5% duurzame bronnen.

Communicatie (informatie)

afh. project.

Projectteam (organisatie)

nvt

Risico’s

Kleinere en individuele bouwplannen vallen buiten invloedssfeer.

Besluitvorming

Geen

 

 


Projectdocument Naar een duurzame plan ontwikkeling Technopolis (3D)

 

Project

Naar een duurzame plan ontwikkeling Technopolis

Projectnummer

6a

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

 

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2020

 

DPP

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

DPP: Edith Bijleveld

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

· Eindresultaat

 

· Afbakening

Op het terrein aan de zuidzijde van het TU terrein wordt in de loop van circa 15 jaar een kennisintensief bedrijventerrein gerealiseerd. De geschatte grootte op termijn is 500.000 m2 BVO bedrijven. Het project wordt uitgevoerd door de gemeente Delft in samenwerking met de TU Delft en een private ontwikkelaar.

De gemeentelijke ambitie is hoog (EPL=7,5), maar nog niet in een meetbaar en toetsbaar criterium vastgelegd.

Daarnaast dienen voor de ontwikkelde bouwpartij de randvoorwaarden vastgelegd worden in een document en het Stedebouwkundige Masterplan.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase: opstellen van Energievisie middels OEI traject, en bestuurlijke vaststelling van ambitieniveau (EPL en CO2).

Ontwerpfase:

o           Formuleren van onderdelen Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten. Consequenties in ruimtelijke inrichting (compactheid, oriëntatie, ruimte voor voorzieningen, ) en op gebouwniveau (gebouwkwaliteit, installatie-eisen, aansluitvoorwaarden, toepassing daglicht)

o           Deelname in de werkgroep ten behoeve van Masterplan.

Voorbereidingsfase:

o           aanbesteding aanleg Energie Infrastructuur

Realisatiefase:

Koppelen van kaderovereenkomst energie-infrastructuur met gebouwontwikkelaar.

Nazorgfase/ Beheer

Aandachtspunten

Communicatie met ontwikkelende marktpartij en TU Delft.

Planning (tijd)

·         Definitiefase:

·         Ontwerp-/ voorbereidingsfase:

·         Realisatiefase: tm 2020

·         Nazorgfase:

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Initiatief

 

 

 


 

Geld

Definitie

Milieu: 100 uur/ jaar;

k€ 50,- OEI-studie

Directie P&P

(zie onder kopje Totaal)

 

(zie onder kopje Totaal)

 

Realisatie

Investeringen k€ 1.500.,-

inschatting

(zie onder kopje Totaal)

 

Nazorg/ Beheer

 

 

 

Totaal in €

Meerinvestering

 

Onderzoek

Uren

k€ 1.500

 

k€ 50

1000 uur

Ø       15% nationale subsidies+ 30% REM en MTF + rest verdeelsleutel andere partijen

Ø       OEI studie: 40% Novem + 60% REM

Ø       75% budget DPP + 25% BANS

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Vastgelegde randvoorwaarden op gebouwniveau en stedelijke om gewenste energie infrastructuur optimaal te benutten.

Bijkomende kwaliteit zijn op gebouwniveau en gekoppeld aan Nationaal pakket of prestatie-afspraken.

Monitoring

Via voortgangsrapportage Klimaatbeleidsplan.

Na realisatie toetsing doelstellingen duurzame energie en CO2-reductie tov landelijk gemiddelde

Communicatie (informatie)

pm

Projectteam (organisatie)

Vakteam Milieu neemt deel aan Wg Stedelijk ontwikkeling.

Risico’s

Houding marktpartij en TU Delft.

Besluitvorming

 

 

 


Projectdocument Energieprestatie herstructurering Schie-oevers

 

Project

Energieprestatie herstructurering Schie-oevers

(excl. Station-Zuid)

Projectnummer

6b

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

 

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

 

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2015

 

 

Wijk- en Stadszaken

Grond

 

Dossier

 

 

 Opdrachtgever

B&W

 

 

 

 Projectleiders

Vakteam Grond: Sietse Wierda

 

 

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

· Eindresultaat

 

· Afbakening

 

·         In de gemeente Delft wordt de komende jaren gewerkt aan de duurzame herstructurering van het bedrijventerrein Schie-oevers. Met als doel het bedrijventerrein te revitaliseren en te verduurzamen zodat een volgende periode van goed functioneren ingegaan kan worden. Revitaliseren in de zin van het zowel oplossen van de knelpunten die door de gebruikers worden ervaren als het optimaliseren van de uitnutting van het terrein. Verduurzaming in de zin van verbetering van de ruimtelijk kwaliteit en een vermindering van de milieubelasting. Het project herstructurering bedrijventerrein Schie-oevers is een project dat de gemeente samen met het op het terrein gevestigde bedrijfsleven, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, uitvoert. Samenwerking schept kansen om hoge ambities op het gebied van Milieu te bereiken, ook m.b.t. energie o.a. door:

o        betere afstemming van de energieproductie en de energievraag;

o        benutting mogelijkheden voor uitwisseling van energiestromen tussen bedrijven.

·         De gemeentelijke ambitie is hoog (vergelijkbaar EPL=7,5), maar nog niet in een meetbaar en toetsbaar criterium vastgelegd. Als eerste stap worden door de betrokken partijen de randvoorwaarden vastgelegd in een Masterplan. 

·         De plangrens uit het bestemmingsplan Schie-oevers Noord en Zuid is de projectgrens.

 

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase:

·       deelname in de werkgroep ten behoeve van Masterplan.

·       formuleren van onderdelen Nota van Randvoorwaarden en Uitgangspunten (mede op basis van in 2000 uitgevoerde Bedrijfsdoorlichtingen).

·       opstellen van Energievisie, die vervolgens als richtlijn geldt bij het maken van afspraken met bedrijven

·    bestuurlijke vaststelling van ambitieniveau (CO2).

Ontwerpfase

·         Op basis van energievisie verder uitwerking Randvoorwaarden en Uitgangspunten 

·         Opstellen overeenkomst tussen verschillende partijen m.b.t. Energie infrastructuur

·         In beeld brengen consequenties in ruimtelijke inrichting (compactheid, oriëntatie, ruimte voor voorzieningen, ) en op gebouwniveau (gebouwkwaliteit, installatie-eisen, aansluitvoorwaarden, toepassing daglicht)

Voorbereidingsfase:

·         eventuele aanbesteding aanleg Energie Infrastructuur

Realisatiefase:

·         Vastleggen van energierichtlijnen in koopcontracten van nieuw te vestigen bedrijven.

Nazorgfase/ Beheer

 

Aandachtspunten

·         Startnotitie aan B&W d.d. 29-11-1999 ‘Herstructurering bedrijventerrein Schie-oevers;

·         Convenant tussen bedrijvenkring en de gemeente Delft (reeds ondertekend)

·         Notitie Duurzame bedrijventerreinen, Afdeling Milieu 22-1-1999

·         Projectdocument ‘Duurzame herstructurering Schie-oevers’ uit Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003

 

Planning (tijd)

·         Definitiefase: 2002-2003; Materplan: december 2002

·         Ontwerp-/ Voorbereidingsfase: 2003-?

·         Realisatiefase: t/m 2015 (?)

·         Nazorgfase:pm

 

 

 

Raming

Bron

Dekking

 

Financiën/begroting

 

 

 

 

 

 

Definitie

uren Milieu: 120 uur/ jaar, later helft: totaal 840

energievisie: k€ 50,-

investeringen: k€ 875,-

inschatting

 

inschatting

inschatting

(zie onder kopje Totaal)

 

 

 

 

Realisatie/ nazorg

pm

 

 

 

Totaal

Meerinvestering

 

Onderzoek

Uren

k€ 925,-

 

k€ 50,-

840

Ø       ± 25% nationale subsidies + ± 25% REM + 50% Provincie en bedrijven

Ø       40% Novem (OEI) + 60% REM

Ø       480 uur budget Schie-oevers+ 240 uur BANS

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Vaststellen van randvoorwaarden op gebouw- en stedelijk niveau om gewenste energieprestatie daadwerkelijk te halen

Bijkomende kwaliteit zijn op gebouwniveau en gekoppeld aan Nationaal pakket of prestatie-afspraken.

Monitoring

Via voortgangsrapportage Klimaatbeleidsplan.

Communicatie (informatie)

 

Projectteam (organisatie)

Gemeentelijke projectleider Schie-oevers: vakteam Grond

Vakteam Milieu neemt deel aan werkgroep Masterplan

Risico’s

Houding marktpartijen

Besluitvorming

 

 

 


Programma: Energie als onderdeel van het GIM

 

Programma

Energie als onderdeel van het GIM (3D)

Projectnummer

7

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

geen

 

 

 

 

 

 

 Projectleider

Agnes van der Linden (vakteam Milieu)

                     

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

· eindresultaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

· afbakening

De Gemeentelijke Interne Milieuzorg heeft middels het 3D plan een vaste plaats in de eigen organisatie. Hoewel het een milieubrede benadering heeft, zal in het kader van het Klimaatsbeleidsplan meer specifieke aandacht moeten komen voor klimaatgerelateerde onderwerpen.

Het onderdeel Klimaat krijgt middels de volgende onderdelen een plaats binnen het GIM.

·         Bij inkoop en gemeentelijke aanbesteding zal energie een toetsingscriterium vormen. Dit kan zowel rechtstreeks middels energieprestaties van het product of de dienst. Het kan ook door te kijken naar de energie-inhoud van een product of het energiebeleid van de leverende organisatie.

·         Voor de inkoop van vervoermiddelen zal binnen het klimaatbeleidsplan een proefproject worden uitgevoerd (zie project 7b). Resultaten hiervan vormen later een onderdeel van het inkoopbeleid.

·         Eigen vervoerplan: woon-werkverkeer, dienstreizen en vervoer tussen de verschillende locaties (project 7a).

·         Energiebeheer (zie project 18)

Het gaat om energie en CO2 als onderdeel van het klimaatbeleid. Er is geen specifieke aandacht voor andere broeikasgassen.

Inhoudelijke activiteiten:

·  

·         Het Vakteam milieu neemt deel aan of adviseert aan specifieke projectteam die betrokken zijn bij inkoop. Specifiek hierbij is Inkoop energie.

·         Het vakteam P&O maakt een specifiek op woon-werkverkeer en dienstreizen gericht project en voert dit uit, De basis hiervoor wordt gevormd door… Dit wordt ondersteund door communicatie middels intern media (Intranet, nu-en-dan).

·         HSM zorgt voor voldoende fiets en stallinggelegenheden bij alle locaties van de gemeente. Hieronder vallen ook locaties die gehuurd worden van derden. Dit wordt ondersteund door communicatie middels intern media (Intranet, nu-en-dan).

Aandachtspunten

 

Planning (tijd)

Nvt

 

 

Raming

Bron

dekking

Financiën/begroting

Milieu

75 uur / jaar

 

3D

Totaal

Meerinvestering

Uren

pm

750

 

GIM budget

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Energie is een speerpunt in de gemeentelijke bedrijfsvoering.

Monitoring

Monitoring over aantal geadviseerde aanbesteding en inkooptrajecten.

Geen monitoring over behaalde CO2 reductie.

Specifieke deelprojecten kennen eigen monitoring.

Communicatie (informatie)

Het GIM heeft een voorbeeldwerking naar andere bedrijven en instellingen binnen de gemeente.

Projectteam (organisatie)

·         Het Vakteam milieu neemt deel aan of adviseert aan specifieke projectteams betrokken bij inkoop. Servicebureau Inkoop attendeert hierop.

·         Vakteam P&O voert project Vervoersplan uit (project  7a).

·         HSM faciliteert fietsfaciliteiten locaties gemeente.

Risico’s

 

Besluitvorming

Per specifiek project door betreffende budgethouder.

 

 


Projectdocument Vervoersplan gemeente Delft

 

Project

Vervoersplan gemeente Delft

Projectnummer

7a

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

2003

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2005

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

P&O: Frans van der Valk

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· probleemstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

· eindresultaat

 

· afbakening

 

§         De activiteiten van de gemeente Delft en haar werknemers hebben veel verplaatsingen tot gevolg. Op de vervoermiddelkeuze heeft de gemeente directe invloed als het gaat om dienstreizen en indirecte invloed op het woon/werkverkeer. Door het opstellen van een gemeentelijk vervoersplan levert de gemeente een bijdrage aan het beperken van CO2-uitstoot, de gezondheid van de werknemers, vervult Delft een voorbeeldfunctie voor bedrijven en bespaart zij op autokosten. Het opstellen van een vervoersplan is voor bedrijven met meer dan 100 werknemers een  wettelijke taak (verruimde reikwijdte Wm).

Voor de reorganisatie zijn er de nodige initiatieven geweest op gebied van vervoersmanagement:

o        een autoratio-meting bij alle dienstgebouwen om woon-werkverkeer in beeld te brengen;

o        een gemeentebrede werkgroep heeft in 1999 een concept vervoersplan opgesteld.

§         25-50% verlaging van de potentiële autoratio is gerealiseerd, zowel in het woon/werkverkeer als bij de dienstreizen (in 2005?)

§         In principe beperkt de doelgroep zich tot de ambtenaren van de gemeente Delft. Overwogen kan worden om voorlichting naar bedrijven en inwoners te koppelen

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase

§         Peilen draagvlak en verkennen mogelijkheden en behoeften (fietsplan, carpoolen e.d.)

§         Actualisatie van het concept vervoersplan uit 1999 en de daarin voorgestelde maatregelen op korte termijn en lange termijn, b.v.

  • stimuleren fietsgebruik: o.a. verbeteren huidige situatie dienstfietsen, vergoedingen
  • stimuleren OV-gebruik: o.a. gunstigere vergoeding openbaar vervoer t.o.v. auto, verstrekken NS kortingskaart aan medewerkers.

§         Opstellen plan van aanpak om te komen tot een definitief vervoersplan

Ontwerpfase/ Voorbereidingsfase

§         Maken en vaststellen definitief vervoersplan gemeente Delft

§         Overleg en informatie-uitwisseling met interne organisatie

§         Ontwikkelen communicatiecampagne naar personeel

§         Overwegen: ontwikkelen communicatiecampagne naar inwoners en bedrijven (relatie LVVP)

Realisatiefase

§         Uitvoeren geven aan de voorgestelde maatregelen uit  vervoersplan

§         Voorlichting over het zuinig rijden (het nieuwe rijden) inkoop schoon/zuinig materieel binnen organisatie en inwoners(?)

Evaluatiefase

§         Structureel uitvoering autoratio-methode

§         Onderzoek naar de tevredenheid van de medewerkers t.o.v. de getroffen maatregelen

Aandachtspunten

§         Personenvervoer heeft een nieuwe impuls nodig;

§         Het inbedden in de organisatie (GIM)

§         Goederenvervoer: relatie met project 16

Planning (tijd)

§         Definitiefase 2003

§         Ontwerp/ Voorbereidingsfase 2003-2004

§         Realisatiefase 2004-2005

§         Evaluatiefase: 2004-2005

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Definitie/ ontwerp/ voorbereidingsfase

P&O: 100 uren

Milieu: 100 uur

Mobiliteit: pm

 

Begroting P&O

begroting Milieu

-

 

ja

ja

 

 

 

Realisatie (2 jaar)

400 uur/jaar

 

publiciteitscampagne k€ 5,-

maatregelen: k€ 80,-

1/4  fte schaal 9

(k€ 35,-)

inschatting

inschatting

½ BANS-subsidie (co-financiering + ?)

 

( zie onder kopje Totaal)

 

Evaluatie

·         autoratiometing: pm

 

 

Totaal

Meerinvestering

 

 

Uren

k€ 85

 

 

1000

·         10% nationale subsidies+ 20% REM + 20% GIM + 50% andere gemeentelijke budgetten (Fietsactieplan)

·         50% BANS +  50%  REM

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Dit project is een onderdeel van het project ‘Gemeentelijke interne milieuzorg (GIM) in de nieuwe organisatie (projectnr.26) van het Duurzaamheidsplan Delft 2002-2003.

Communicatie (informatie)

Communicatiecampagne naar personeel

Voorbeeldfunctie naar bedrijven en inwoners

Projectteam (organisatie)

Projectleiding: P&O,

Projectmedewerkers: Mobiliteit,  Milieu

Stadsgewest Haaglanden – Adviespunt Vervoermanagement

Risico’s

Personeelswerving

Besluitvorming

2003 vaststellen Vervoerplan gemeente Delft

 

 


Projectdocument: Proefproject naar een zuinig wagenpark

 

Project

naar een zuinig wagenpark

Projectnummer

7b

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voorbereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2005 e.v.

 

Bedrijven

divers

divers

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

Technische dienst: AElse Ruiter

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

· Eindresultaat

 

· Afbakening

De gemeente Delft gebruikt bij diverse vakteams diverse soorten voertuigen. Dit varieert van personenauto’s, bestelwagens bij de bodedienst, en groter materieel bij reiniging. Het vakteam TD beheert het wagenpark en verzorgt ook de aanschaf van nieuwe wagens. Het potentiële besparingspotentieel is op dit moment nog onduidelijk.

Een zorgvuldige inventarisatie is een eerste vereiste.

Een vervangingsprogramma’s sluit aan bij het programma’s van de vakteams. In de uitvoering zal door jaarprogramma’s op termijn het gehele wagenpark energiezuinig kunnen worden.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase: bepalen van huidig wagenpark en potentieel aan te bereiken reductie

Ontwerpfase/: keuze uit de opties voor diverse wagensoorten en vast te leggen in voorkeursopties, incl financiële consequenties Dit resulteert in een programma.

Realisatiefase : bij vervanging of uitbreiding van wagenpark is energie een belangrijk criterium bij toetsen varianten voor vervanging eigen wagenpark..

Nazorgfase/ Beheer: jaarlijkse evaluatie.

Aandachtspunten

 

Planning (tijd)

·         Definitiefase: november 2002 – maart 2003

·         Ontwerpfase:maart 2003 – augustus 2003

·         Realisatiefase: vanaf januari 2004

·         Nazorgfase: jaarlijks

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

 

 

 

 

 

Definitie/ ontwerpfase

k€ 25,-

Stadsbeheer: 10 uur/jaar

Novem

(zie onder kopje Totaal)

 

Realisatie

pm: meer kosten energiemaatregelen (terugverdientijd langer dan afschrijvingstermijn)

Stadsbeheer: 10 uur/jaar;

 

(zie onder kopje Totaal)

 

 

 

budget TD

 

Nazorg/ beheer

beperkt

 

eigen middelen TD

Totaal

Onderzoek

Meerinvestering

 

Uren

k€ 25

pm

 

100

·         10-25% nationale subsidie + rest REM

·         10-25% nationale subsidie + 20% REM + 55%-70% ander gemeentelijk budget

·         budget TD

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Energie is  altijd belangrijk criterium bij aanschaf voertuigen. Gebruik van duurzame energie voor elektrische wagens is een mogelijkheid, geen vereiste.

Monitoring

Tot aan de uitvoering vindt monitoring plaats via voortgangsrapportages. In de uitvoeringsfase wordt de totale besparing jaarlijks in beeld gebracht. Daarbij wordt ook aangegeven hoe gebruik gemaakt is van externe subsidies.

Communicatie (informatie)

pm

Projectteam (organisatie)

Individuele vakteams geven opdracht aan Vakteam TD. TD stelt investeringsbesluit op ter goedkeuring aan de vakteams. Milieu kan ondersteuning als het gaat om externe financiering.

Risico’s

 

Besluitvorming

 

 


Projectdocument Energiebeheer gemeentelijke gebouwen en voorzieningen

 

Project

Energiebeheer gemeentelijke gebouwen en voorzieningen

Projectnummer

7c

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

2003

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2006

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

Sector HSM: Energiecoördinator

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

· eindresultaat

 

 

 

· afbakening

 

·         Door invoering van energiebeheer, het op een systematische wijze beheersen van de energiestromen kan worden bespaard op het gemeentelijke energieverbruik. Naast financieel voordeel levert energiebeheer een substantiele bijdrage aan een vermindering van de milieubelasting. Verder biedt energiebeheer de gemeente de mogelijkheid om een voorbeeldfunctie te vervullen door zelf zo efficiënt mogelijk om te gaan met energie in haar eigen gebouwen en voorzieningen.

·         Een centraal opererend energiebeheersysteem, waarmee het energiegebruik van alle gemeentelijke gebouwen en voorzieningen op elke moment in beeld kan worden gebracht. Per drie maanden vindt een volledige energieregistratie plaats, een analyse en terugkoppeling er van naar bestuurders en gebouwgebruikers.

·         Het gaat in principe om het structureren van het energiebeheer van de gemeentelijke gebouwen en voorzieningen.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Voorbereidingsfase: Centrale registratie

Het uitvoeren van energiebeheer is alleen mogelijk als de energieverbruiken regelmatig en centraal worden geregistreerd, beoordeeld en doorgespeeld aan de uiteindelijke verantwoordelijken

·         Beschikbaar stellen van capaciteit om bovenstaande werkzaamheden uit te voeren;

·         Het ontwikkelen van een instrumentarium voor het registreren en bijhouden van energiegegevens;

·         Het centraal op de voet volgen van de ontwikkelingen van de kosten en verbruiken;

·         Het analyseren van de energiegegevens;

·         Het voorbereiden van de aanbestedingen, met als ambitie:

o        10-20% van het eigen gemeentelijk elektriciteitsverbruik afkomstig van het duurzame bronnen

Realisatiefase: Energiebeheer

Regelmatig registreren en bewaken van de energiegegevens bijvoorbeeld maandelijks, geeft inzicht in het verloop van de energieverbruiken en maakt beheerders tijdig attent op pieken. Na beoordeling van deze de geregistreerde energiegegeven zullen eventuele energiebesparende activiteiten worden ondernomen. 

·         Het verschaffen van een representatief overzicht van de verbruiken;

·         Het in staat zijn op eenvoudige wijze de gebruikers en bestuurders in te lichten over energieverbruiken in hun respectievelijke gebouwen;

·         Voorlichtingstraject richting gebouwbeheerders en gebruikers;

·         Het op een later tijdstip kunnen relateren van investeringen aan de besparingen;

·         Het vaststellen van uitgangspunten voor het opzetten van een energiebesparingsbeleid.

 

Aandachtspunten

Het inbedden in de organisatie!

Planning (tijd)

  • Voorbereidingsfase 2002-2004
  • Realisatiefase 2004-2006 e.v.

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Initiatief

 

 

 

 

Voorbereiding (2 jaar)

1492 uur/jaar

(productieve uren)

1 fte schaal 9 bruto jaarsalaris

(zie onder kopje Totaal)

 

 

Realisatie (2 jaar)

0,75*1492 /jaar

0,75 fte schaal 9

 

 

Ondersteuning:

 50 uur/ jaar

Milieu

100% Milieu

Totaal

uren

5622 uur

·         25% BANS + (400 uur) Milieu + rest REM

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Het verkrijgen van de BANS subsidie is één van de randvoorwaarden voor het doorgaan van het project . Verwacht in de jaren 2003 en 2004 geen inverdieneffect en financier dus 100%. Evaluatie eind 2004 en maak dan (mbv de energiecoordinator) een reele inschatting van het inverdieneffect. Wellicht dat in 2005 en 2006 een inverdieneffect van 25% bereikt kan worden.

Monitoring

 

Communicatie (informatie)

Een van de basisinstrumenten voor het structureren van energiebeheer.

Projectteam (organisatie)

Projectleiding: HSM

Projectdeelnemers: Milieu en gebouwbeheerders

Risico’s

 

Besluitvorming

 

 

 

 

 


Projectdocument Vastleggen van prestatieafspraken ter verbetering van voorzieningen Langzaam Verkeer (LV), Openbaar Vervoer (OV)en Collectief Vervoer (CV)

 

Project

Vastleggen prestatieafspraken ter verbetering van voorzieningen LV/OV/CV

Projectnummer

8

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

november 2003

Rik Grashoff

Wijk en Stadszaken

Duurzaamheid

Mobiliteit

RO + milieu

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

Mobiliteit: Jan Nederveen

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

· Eindresultaat

 

 

 

 

· Afbakening

§         Probleemstelling: Gemotoriseerd verkeer is een belangrijke veroorzaker van CO2-emissies. Door gericht verkeersbeleid kunnen deze emissies worden beperkt.  Dit betekent stimuleren van fietsverkeer en openbaar vervoer en terugdringen van individueel gemotoriseerd vervoer. In het OV en CV kan via Haaglanden (de aanbesteder) gebruik van energiezuinige motoren voor bussen en groene stroom voor trams gestimuleerd worden zodat de emissie per voertuig wordt verminderd.

§         Resultaat: een nieuw Delfts' Verkeer- en Vervoerplan’ (LVVP) waarin is aangegeven hoe dit mobiliteitsbeleid concreter is uitgewerkt.

§         Doel:een verschuiving van de modal split ten gunste van fietsverkeer en OV/CV. Minder emissies per nieuw OV -voertuig in Haaglanden. Delft weer in de top 3 van de beste fietssteden in Nederland.

§         Afbakening: De infrastructurele maatregelen zijn beperkt tot het wegennet van de gemeente Delft. Voor maatregelen waarbij de gemeente afhankelijk is van externe actoren wordt alleen een inspanningsverplichting geleverd.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase

§         inzicht in de huidige modal split en knelpunten/verbeterpunten voor fiets en CV/OV.

Ontwerpfase/Voorbereidingsfase

§         Fiets: reconstructie van kruispunten met veel fietsongevallen; fietstrommels bij woningen; meer bewaakte fietsenstallingen; studies ontbrekende schakels fietsroutenetwerk; verbeteren bewegwijzering

§         OV/CV: aanleg tramlijn 19 & 37; Inzet van Instrument Milieueisen bij openbaar vervoer (IMOVA=inkoopprotocol) en vertaling daarvan in concrete milieu-eisen in de concessieverlening; uitbreiding reizigersinformatie op drukke haltes

§         auto; voldoende plaatsen voor deelauto's; uitbreiden 30 km-zones;  tariefacties "parkeren of OV" op winkelpiekuren; reguleren bewonersparkeren in schilgebieden.

Realisatiefase

§         uitvoering Fietsactieplan, Delft Autoluw en LVVP.

§         monitoring effecten van verkeers- en vervoerbeleid: met name verschuivingen in de modal split.

§         structureel aandacht voor energiebesparing bij aanbesteding CV/OV

Aandachtspunten

·         Uitwerking van alle plannen vindt plaats in kader van het LVVP. De emissiemaatregelen maken deel uit van dit plan.

Planning (tijd)

§         LVVP: 2002 - 2020; met concreet actieplan tot 2006

§         Fietsactieplan: implementatie 2002 - 2005

§         Delft autoluw: implementatie gereed na oplevering Koepoortgarage

 

 

Raming

Bron

dekking

Financiën/begroting

Initiatief

k€10,-

budget LVVP

Ja; voorfinanciering uit 7211.0002 = Beleidsvisie Verkeer en Vervoer

 

Definitie

Ontwerp

Voorbereiding

K€20,-

energie deel uren: 100 uur

budget LVVP

(zie onder kopje Totaal)

Realisatie

pm

 

 

Nazorg/ Beheer

pm

 

 

Totaal

Onderzoek

Uren

k€ 30,-

100

·         100% budget LVVP

·         90 % Mobiliteit + 10% BANS

Randvoorwaarden (kwaliteit)

(Integraal) onderdeel van het LVVP

Monitoring

Het noemen van de indicatoren in het plan die de verschuiving van de modal split ten gunste van fietsverkeer en OV/CV inzichtelijk maken.

Communicatie (informatie)

Zie projectplan LVVP (nader uit te werken)

Projectteam (organisatie)

Projectleiding: Mobiliteit, Bijdragen van met name milieu, ruimtelijke ordening en Stadsgewest Haaglanden (voor OV)

Risico’s

·         aanbesteder krijgt gebruik energiezuinige motoren niet gerealiseerd

·         vertraging aanleg tramlijn 19 & 37

·         causaliteit verschuiving modal split niet aantoonbaar

Besluitvorming

Vaststellen LVVP door gemeenteraad

 

 


Programma: Duurzame energie in de gebouwde omgeving

 

Programma

Duurzame Energie (DElft)

Programma

9

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

2003

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

einddatum

2003 e.v.

 

 

 

 

 

 

 Projectleider

Milieu

                     

 

Projectbeschrijving

 

Stap 2 binnen de Trias Energetica is toepassen van Duurzame energie. De verschillende vormen van duurzame energie kunnen in andere projecten een plaats krijgen. Daarnaast zijn specifiek op DE georiënteerde acties mogelijk.

·         Bij projecten in nieuwbouw en renovatie zal na het verhogen van de energetische kwaliteit zo veel mogelijk gebruik gemaakt worden van zonne-energie (passief en actief), warmte-koude-opslag, omgevings-en restwarmte, warmtepompen en WKK. Hierin vormt DE onderdeel van het totale besparingsconcept (programma’s 1, 2, 3, 4, 6 en projecten 1a, mogelijk 2a, 3a, 3b, 6a, 6b).

·         In de bestaande bouw zonder grote ingrepen bestaan mogelijkheden voor zonnecellen (PV), zonneboilers en warmtepompen. Voor particulieren en bezit van de corporaties krijgt dit vorm via specifieke activiteiten van het Energie-agentschap (instrument 11 a) ondersteund door middel van het instrument EPA (instrument 4c). Bij eigen gebouwen is DE altijd verbonden aan een grotere ingreep (zie boven).

·         Duurzame energie bij bedrijfsgebouwen komt aan de orde bij de verruimde reikwijdte (programma 5).

·         Voor DE bij riolen en gemalen vindt een proefproject plaats (project 2b).

·         Voor het energetisch toepassen van gemeentelijke biomassastromen vindt een haalbaarheids- en wenselijkheidsstudie plaats.

·         Windenergie: zie project 10a en kleinschalige windenergie kan ingepast worden binnen bouwprojecten (zie boven).

·         Voor PV in de bestaande gebouwde omgeving loopt sinds 2000 het project 100 Delft Blauwe Daken (project 10c). Na afronding en evaluatie van de 1e tranche start een 2e tranche.

Inhoudelijke activiteiten

·         Milieu initieert en beheert kennisbank met voorbeelden en subsidieregelingen.

·         Een haalbaarheidsstudie over het toepassen van reststromen voor bio-energie.

Aandachtspunten

Dubbeltelling van de CO2 reductie.

Planning (tijd)

De haalbaarheidsstudie biomassa vindt plaats in 2003.

 

 

Raming

Bron

dekking

Financiën/begroting

Milieu / Groen

 

Haalbaarheidstudie inzet reststromen voor biomassa.

20 uur/jaar; totaal 200

€20.000

 

50% BANS

50% regulier Milieu

Totaal

Meerinvestering

Onderzoek

Uren

pm

k€ 20

200

 

50% BANS

40% DEN programma Novem.

Rest Energiefonds

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Doel is realisatie van 3% lokaal opgewekte duurzame energie in 2003 en 15% in de periode 2010-2020 (uit 3D).

Alvorens de toepassing van DE in de gebouwde omgeving bekeken wordt dient de gebouwkwaliteit voldoende te zijn.

Communicatie (informatie)

 

Projectteam (organisatie)

Vakteam Milieu initieert een haalbaarheidstudie reststromen ism het Vakteam Groen.

Risico’s

 

Besluitvorming

Geen

 

 


 Projectdocument Windturbines in Delft

 

Project

Windturbines in Delft

Projectnummer

9a

Deelproject

 

Deelprojectnr.

 

Fase

Initiatief

Definitie

    

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

< 2006

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

DEA ism Milieu: Zeno Winkels

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

· Eindresultaat

· afbakening

 

·         Delft wil binnen haar gemeentegrens zoveel mogelijk duurzame energie produceren of anderzijds de mogelijkheden maximaal benutten , zo ook voor windenergie.  Voor het bepalen van het potentieel windenergie in Delft is een Quick Scan Windenergie uitgevoerd, als onderdeel van de Duurzame Energie scan (DE-scan). Het windaanbod in de gemeente Delft is relatief goed, met name aan de grenzen van de bebouwing en in het buitengebied. De gemeente kan d.m.v. bestuurlijke steun, overleg met de doelgroepen en het aanpassen van bestemmingsplannen grote invloed  hebben op het realiseren van het  potentieel. Delft wil zich profileren als kennisstad.  Windmolens zijn zichtbaar en lenen zich daarvoor door hun uitstraling. Het potentieel voor duurzaam opgewekte energie binnen de gemeente Delft ligt voor 48% bij de DE-bron: wind.

·         Realisatie van  een opgesteld vermogen aan windturbines van ± 10MW (max. 6 turbines)

·          Dit  project omvat in eerste instantie de windturbines die gerealiseerd worden binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Delft.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Initiatief/definitiefase

·         Quick Scan Windenergie is in 1999 reeds uitgevoerd!

·         Op dit moment loopt een haalbaarheidsonderzoek windenergie voor een aantal potentiële locaties

Ontwerpfase/ Voorbereidingsfase

·         uitvoeren haalbaarheidsonderzoek bij alle kansrijke windenergie locaties; totaal beeld is gewenst i.v.m. het grote aandeel van windenergie binnen de DE-doelstelling

·         achterhalen grondeigenaren van de potentiële locaties

·         opnemen van geselecteerde windenergielocaties in bestemmingsplannen

Realisatiefase

·         regisseren (stimuleren, bewoners participatie, tenderen) van de te ontwikkelen windenergielocaties. Gemeente kan voortouw nemen voor een project groep windenergie.\

·         voor de meest geschikte locatie kan de gemeente afspraken maken met marktpartijen over de realisatie van windturbines

·         Windenergie is in principe een rendabele DE-optie. Hiervoor zal in principe geen aanvullende subsidie nodig zijn.

·         opstellen van een communicatieplan t.b.v. draagvlak voor windenergie

·         aanvragen van een bouwvergunning

·         bouwen windturbines

Evaluatiefase

·         Ervaringen door vertalen naar mogelijke locaties die buiten de gemeentegrenzen liggen.

·          Voor deze locaties zou Delft samenwerking kunnen zoeken met b.v. Pijnacker en Schipluiden

Aandachtspunten

Het potentieel voor windenergie is volgens de DE-Scan omvangrijk en kansrijk en daarmee cruciaal voor het halen van de DE-doelstelling. Naast het lopende project in Delft-Zuid is het daarom aan te bevelen om meer locaties nader te onderzoeken, eventueel in samenwerking met buurgemeenten (Harnaschpolder, langs de A4).

Planning (tijd)

·         Definitiefase: 2002

·         Ontwerpfase/ Voorbereidingsfase: 2002-2003

·         Realisatiefase: 2002-2005

·         Evaluatiefase: 2005

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Initiatief t/m voorbereiding

80 uren Milieu+ RO/jaar; totaal 240

uren DEA

k€ 30 onderzoek

Begroting Milieu/ RO

 

Begroting DEA

inschatting

(zie kopje Totaal)

 

100%

Energiebedrijf

 

Realisatie fase

6 windturbines: ± k €11.000

1 turbine kost fl 4 miljoen

 Energiebedrijf

Totaal

Onderzoek

Meerinvestering

Uren

k€ 30

 k€ 11.000

240

·         Energiebedrijf

·         30% nationale subsidies + rest Energiebedrijf

·         50% BANS + 50% Milieu en RO

Randvoorwaarden (kwaliteit)

 

Monitoring

Na realisatie wordt werkelijke opbrengst jaarlijks gemonitord.

Communicatie (informatie)

Opstellen van een communicatieplan met bewoners en bedrijven ter verkrijging van draagvlak voor windenergiebeleid in het algemeen en gekozen locaties in het bijzonder.

Projectteam (organisatie)

Projectleiding: DEA ism Milieu

Inbreng: vakteam RO, Communicatie, BTM etc.

Risico’s

Draagvlak bij provincie, bedrijven en omwonenden

Besluitvorming

pm

 

 

 


Projectdocument Restwarmte DSM-Gist

 

Project

Restwarmte DSM-Gist

Projectnummer

9b

Deelproject

 

Deelprojectnr.

04v1/21-04-02

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

Reeds gestart

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

> 2012

 

 

 

 

Dossier

 

 Opdrachtgever

B&W

Vastgesteld door:

 

 Projectleiders

Vakteam Milieu: Peter Rommens

                       op:

 

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

· eindresultaat

· afbakening

 

·       Bij de vestiging van DSM Gist in het noorden van Delft vindt de fabricage plaats van antibiotica en bakkersgist. DSM is zelfvoorzienend in de levering van stoom en elektriciteit aan haar processen. Hiertoe heeft zij op het terrein een ketelhuis met een warmtekrachtinstallatie bestaande uit een aantal gasturbines, gasmotoren en stoomketels. Uit de inventarisatie van de processen en energiestromen bij DSM blijkt dat er mogelijkheden van restwarmtelevering zijn. De restwarmte bestaat uit stromen van hoge en lage temperatuur. Na een eerste oriëntatie op de mogelijkheden van aftap van restwarmte blijkt dat ca. 200 TJ restwarmte van hoog temperatuurniveau vrijgemaakt zou kunnen worden en ca. 100 tot 200 TJ restwarmte van laag temperatuurniveau (ca. 30-35°C). De restwarmte kan worden vrijgemaakt voor verwarming van woningen en kantoren en middels een warmtenet getransporteerd worden naar b.v. de Spoorzone en Poptahof. Levering van restwarmte is mogelijk op twee temperatuurniveaus . Afhankelijk van het temperatuurniveau zal meer of minder gas bijgestookt dienen te worden.

De technische en economische mogelijkheden van warmtelevering van DSM dienen in een haalbaarheidsstudie nader te worden onderzocht.

·       Nuttige toepassing van het restwarmtepotentieel dat vrijkomt bij DSM Gist Delft.

§         Rendabele exploitatie van restwarmte zal pas ontstaan als meerder locaties worden aangesloten op het systeem, gedacht wordt aan de locatie Spoorzone en de wijken Voorhof/ Poptahof en Buitenhof, waar reeds collectieve vormen van wijk- en blokverwarming in gebruik zijn.

Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Definitiefase

·       formuleren randvoorwaarden haalbaarheidsonderzoek

·       aanvraag indienen REM

Voorbereidingsfase:

·         Keuze voor warmtelevering als energievoorziening voor de Spoorzone vastleggen in een Raadsbesluit

·         Uitvoeren haalbaarheidsonderzoek, hierin dient tevens aandacht te zijn voor o.a.

o           de gevolgen voor de omgeving

o           de fasering van de aanleg

o           de mate van robuustheid van het ontwerp

o           de kosten voor de eindverbruikers.

·         Bestuurlijke besluitvorming op basis resultaten haalbaarheidsonderzoek

·         Implementatie resultaten haalbaarheidsonderzoek in planontwikkeling Spoorzone en Poptahof

·         Intentieovereenkomsten opstellen

Realisatiefase:

·         pm

Nazorgfase/ Beheer

Aandachtspunten

De leveringszekerheid bij warmtelevering van DSM-Gist

Planning (tijd)

·         Definitiefase: 2002

·         Voorbereidingsfase: 2002-2003

·         Realisatiefase: 2005 - ?

·         Evaluatiefase: ?

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Definitiefase

Milieu: 30 uur

Begroting Milieu

ja

 

Voorbereidingsfase

Milieu: 1e 4 jaar: 100 uur/jr; 2e 4 jaar 50 uur/jr

Haalbaarheidsonderzoek+

marktverkenning en conferentie: k€ 100,-

Begroting Milieu

 

 

100% Milieu

 

 

(zie onder kopje Totaal)

 

Realisatie

Stelpost onderzoek etc: k 400,-

Spoorzone: € 4,75 miljoen

Poptahof: € 3 miljoen

 

Subsidie via CO2-reductiefonds

zie totaal

 

Evaluatie

pm

 

 

Totaal

Meerinvestering

Onderzoek e.d

 

uren

k€ 7.750

k€ 500

 

700

·         40% nationale subsidies + 45% REM+MTF + rest andere partijen

 

  • 100% Milieu

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Vastleggen van randvoorwaarden op stedelijk- en gebouwniveau bij de verschillende nieuwbouwlocaties binnen Delft

Communicatie (informatie)

Aandacht geven aan de communicatie naar de bewoners van Delft mbt de getroffen maatregelen.

Monitoring

Via voortgangsrapportage Klimaatbeleidsplan.

Hoeveel restwarmte per jaar daadwerkelijk wordt geleverd aan woningen en/ of bedrijven in Delft.

Projectteam (organisatie)

Projectleider: Milieu

Werkgroepleden: DSM-Gist, evt. Novem

Risico’s

Houding marktpartijen

Besluitvorming

Najaar 2002 resultaten Energieonderzoek Spoorzone

 

 


Projectdocument Delft: 100 Delftsblauwe Daken 1e en 2e tranche

 

Project

100 Delftsblauwe Daken 1e en 2e tranche

Projectnummer

9c

Deelproject

 

Deelprojectnr.

04v1/21-04-02

Fase

Initiatief

Definitie

Ontwerp

Voor-bereiding

Realisatie

Nazorg

Startdatum

10-12-1997

Portefeuille houders

Cluster

Sector

Vakteams

Einddatum

2006

 Projectleiders

Milieu (Kennisstad)

29-06-2000 (plan uitvoeringsfase)

Projectbeschrijving:

· Probleemstelling

 

 

Als in de Nederlandse energiebehoefte voor een substantieel deel moet worden voorzien door duurzame bronnen, is aandacht voor het opwekken van duurzame energie in de bestaande bouw noodzakelijk. In het kader van de Delft Kennisstad-strategie streeft Delft ernaar zich te profileren als proeftuin voor innovaties, waaronder op het gebied van duurzame energie.

· Eindresultaat

Het koepelproject 100 Delftsblauwe Daken demonstreert in uiteenlopende deelprojecten hoe PV-cellen in de bestaande bouw kunnen worden toegepast. Delft profileert zich hiermee als proeftuin voor PV en levert zo een bijdrage aan een snellere introductie van PV in de Nederlandse bestaande gebouwde omgeving.

· Afbakening

In het raadsbesluit van 29-06-2000 worden tien deelprojecten genoemd. Medio 2002 is hier het deelproject PV voor huurders aan toegevoegd. Het project richt zich vooralsnog op realisatie van deze deelprojecten. In het raadsbesluit is wel ruimte gelaten voor uitbreiding van het project met nieuwe deelprojecten [zie ook Communicatie].

· Inhoudelijke activiteiten:

· Gedetailleerd voor de eerstkomende fase

· Globaler voor de volgende fasen

Initiatief/definitiefase

·         In 1998/1999 stelde het Centrum voor Energiebesparing en Schone Technologie (CE) een planschets op. Deze voorbereidende fase werd afgerond met de ondertekening van intentieverklaringen door de betrokken partijen op 13 december 1999.

Ontwerpfase/Voorbereidingsfase/Realisatiefase

·         De gemeente Delft heeft het Delfts Energie Agentschap opdracht gegeven de projectleiding te voeren over alle deelprojecten waarin naast de gemeente Delft nog andere partijen betrokken zijn. DEA zorgt voor begeleiding van de eigenaar van het desbetreffende gebouw waar het gaat om:

o        Inventariseren subsidiemogelijkheden en aanvragen subsidie;

o        opstellen uitvoeringsplan

·         De gemeente Delft stroomlijnt de noodzakelijke processen (w.o. Welstand) en zorgt voor overige inhoudelijke inbreng. Speciale aandacht gaat uit naar een zichtbare toepassing van de PV-panelen.

De verschillende deelprojecten bevinden zich in verschillende stadia. Enkele deelprojecten zijn reeds gerealiseerd, andere zijn nog niet verder dan de intentieverklaring (bijvoorbeeld veroorzaakt door een afhankelijkheid van een groter herstructurerings- of verhuisproject).

Aandachtspunten

 

Planning (tijd)

·         Definitiefase: 1998-1999

·         Ontwerpfase: verschilt per deelproject 2000-2005

·         Voorbereidingsfase: verschilt per deelproject 2000-2005

·         Realisatiefase: verschilt per deelproject 2001-2006

 

 

Raming

Bron

Dekking

Financiën/begroting

Initiatief/Definitie

€ 14.846,- (CE)

B&W-besluit (1998)

Milieutechnologiefonds

 

Ontwerp/Voorbereid.

 

 

 

Realisatie

1e tranch

€ 205.789,-

€ 35.758,-

€ 45.000,- (PV voor huurders)

Totale kosten k€ 1900

Raadsbesluit (29-06-2000)

B&W-besluit (07-08-2001)

in behandeling okt. 2002

 

 

overzicht DEA d.d. 27-08-02

REM

REM

REM

 

Reeds gereserveerd in REM

 

 

Realisatie 2e tranch

Totale kosten  k€ 1.900

Vergelijkbaar met 1e tranch

(zie onder kopje Totaal)

 

 

Uren Milieu gem. ca. 200 per jaar t/m 2006

 

 

 

De kosten van de verschillende deelprojecten worden gedekt door financiële bijdragen van de rijksoverheid (veelal via Novem-subsidie en fiscale maatregelen), Eneco energie, de eigenaar van het desbetreffende gebouw en de gemeente Delft. Voor de projecten horende bij de 2e tranche worden nog intentieverklaringen opgesteld met daarin de verdeelsleutel voor de bijdragen vanuit de verschillende partijen. 1e tranch financieel reeds gereserveerd in REM!

Totaal

Meerinvestering 2e tranch

Uren 2e tranch

k€ 1900

 

800

·         25% nationale subsidie + 50% REM + 25% andere partijen

·         40% BANS + 60% Milieu

Randvoorwaarden (kwaliteit)

Per deelproject verschillend. Het totale koepelproject streeft naar de realisatie van ruim 5000 m2 PV-cellen, als volgt verdeeld over de verschillende deelprojecten; 1e tranche:

·         Seniorenflat Poptahof-Zuid                          120 m2

·         Huurwoningen Vestia Estelistraat                 40 m2

·         Zorgflat Die Delfgaauwse Weije                   285 m2

·         De Witte Roos                                            32 m2

·         TU Delft, DIOC Winning en Conversie             4 m2

·         Openbare basisschool                                 12 m2

·         Porceleyne Fles                                           8 m2

·         Openbare ruimte                                       120 m2

·         100 DBD voor doe-het-zelvers                   1350 m2

·         Wachtruimte stationsplein                             5 m2

Deelprojecten; 2e tranche:

·         100 DBD voor huurders                            1500 m2

·         Nog nader te bepalen!

Communicatie (informatie)

Eind 2002/begin 2003 stelt het vakteam Milieu een communicatieplan om de aard en het succes van het project naar buiten te brengen, zowel lokaal als (inter)nationaal en zowel voor bewoners als voor professionals.

Monitoring

Opbrengst per deelproject bepalen door inventarisatie te maken van de wijze waarop panelen zijn geïnstalleerd (hellingshoek – oriëntatie). Met behulp hiervan gemiddelde jaarlijkse opbrengst bepalen. Uitzondering hierop vormen de projecten voor particulieren en huurders. Gezien het grote aantal is inventarisatie van hellingshoek en oriëntatie te kostbaar. Opbrengst van deze panelen bepalen m.b.v. ingeschat gemiddelde hellingshoek / oriëntatie.

Projectteam (organisatie)

Supervisie: Milieu

Projectleiding: indien gemeente eigenaar van gebouw/project: Milieu, indien gemeente geen eigenaar gebouw/project: DEA

Risico’s

Doorgang bouwprojecten waar dit project bij aansluit!

Besluitvorming

n.v.t.