Aan

College van B&W

Van

E.I. Bijleveld-van der Hoeven

Afschrift aan

-


Notitie

 

Datum

5-06-2003

Opsteller

E.I. Bijleveld-van der Hoeven

Bijlagen

0        

Onderwerp

Aanvullende informatie t.b.v. de B&W vergadering van 5 juni m.b.t. het vervoer van gevaarlijke stoffen door Delft

 


 

 

In het kader van het project spoortunnel Delft is voor het ontwerp van de tunnel uitgegaan van het vervoer van gevaarlijke stoffen volgens de door het ministerie van verkeer en waterstaat gewenste omvang en soort. Vervolgens is er door de werkgroep VER, ondersteund door Bureau Horvat getoetst of het ontwerp aan de gewenste eisen voldoet. De conclusie hiervan is dat dat het geval is.

Bij de behandeling van het stuk in het college rees vervolgens de vraag of door het toenemen van de omvang van het vervoer gevaarlijke stoffen er niet in andere delen van Delft een gevaarlijker situatie zou ontstaan dan de huidige situatie.

De hoeveelheid gevaarlijke stoffen die door de tunnel vervoerd kan worden eist - met oog op de interne veiligheid van de tunnel, d.w.z. voor de treinpassagiers - specifieke maatregelen die door de werkgroep gecontroleerd en juist bevonden zijn. Wat betreft de externe veiligheid, d.w.z. voor de omwonenden van de spoorlijn is onomstotelijk vastgesteld dat de tunnel hiervoor veel betere waarborgen biedt dan het huidige viaduct. Na de realisatie van de tunnel zullen er ook nog grote stukken spoorlijn op maaiveld gelegen zijn, echter in gebieden die veel minder omwonenden in de directe omgeving van de sporen hebben, dan ter plekke van het viaduct. Het betreft het terrein van DSM, het bedrijventerrein Schieoevers noord, bedrijventerrein Vulcanusweg in Voorhof,  bedrijventerrein Schieoevers zuid en de bedrijvenstrook langs de Tanthofdreef.

Bovendien is een eventuele calamiteit met gevaarlijke stoffen op die plekken beter te bestrijden.

Door de bouw van de spoortunnel worden een aantal van de huidige politiële gevaarlijke situaties buiten de spoortunnel zoals spoorwegovergangen weggenomen. 

In de nieuwe situatie zal het spoor niet meer gelijkvloers kruisen met het overige verkeer. Ook wissels zijn een belangrijke oorzaak van ongevallen op het spoor. Indien ook deze wissels, die nu vlak bij het station zijn gelegen, op een voldoende afstand van de bebouwing worden aangelegd  zal er ondanks de toename van het vervoer van gevaarlijk stoffen een veiliger situatie ontstaan. Daarbij moet ook nog worden vermeld dat het vervoer over het spoor veiliger is dan het vervoer over de weg. 

Het vervoer over het spoor is ook beter beheersbaar daar wij exact kunnen aangeven wat er over het spoor wordt vervoerd. Op de weg hebben wij daar nauwelijks invloed op als het gaat over de hoeveelheden, de aard en de locatie van de transporten. 

 

Geconcludeerd kan dan ook worden, dat de veiligheid voor de inwoners van Delft, ondanks een mogelijke toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen toeneemt met de realisatie van een spoortunnel.

 

 

Edith Bijleveld DPP/ Aad de Ruyter Brandweer