BEDRIJVENSCHAP
HARNASCHPOLDER
juni
2003
de gemeente
Den Haag, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet, hierbij vertegenwoordigd
door de burgemeester drs. W.J. Deetman;
de gemeente
Delft, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet, hierbij vertegenwoordigd door
de burgemeester mr. H.M.C.M. van Oorschot;
de gemeente
Schipluiden, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet, hierbij vertegenwoordigd
door de waarnemend burgemeester drs. J. de Prieëlle;
Overwegende,
Dat de
gemeentebesturen van Delft, Den Haag en Schipluiden in 2001 hebben besloten om
gezamenlijk het in de gemeente Schipluiden gelegen toekomstige bedrijventerrein
De Harnaschpolder via een bedrijvenschap te ontwikkelen (samenwerkingsconvenant
april 2001);
Dat de
resultaten van de voorbereidende werkzaamheden en het gevoerde ambtelijk en
bestuurlijk overleg het wenselijk maken om per 1 januari 2004 het
bedrijvenschap van start te laten gaan;
Dat het
wenselijk is bij de aanvang van de Gemeenschappelijke Regeling Bedrijvenschap
Harnaschpolder over de organisatie, detachering, werkwijze, financiën en de
verhouding grondgebiedgemeente en bedrijvenschap nadere afspraken te maken;
Voor zover
in dit uitvoeringsconvenant begripsbepalingen voorkomen, wordt voor de
definities daarvan verwezen naar de Gemeenschappelijke Regeling Bedrijvenschap
Harnaschpolder;
Komen ter uitvoering van de Gemeenschappelijke Regeling
Bedrijvenschap Harnaschpolder het volgende overeen:
I.I Verhouding
grondgebiedgemeente - bedrijvenschap
Van
bijzonder belang is een adequate inrichting van de relatie tussen het
bedrijvenschap en haar verantwoordelijkheden in de ontwikkeling en exploitatie
van het bedrijvenpark en de grondgebiedgemeente Schipluiden met haar bijzondere
publiekrechtelijke bevoegdheden. De relatie wordt mede inhoud gegeven door de
volgende afspraken:
-
opstellen
en in procedure brengen van bestemmings-, beeldkwaliteits- en
uitwerkingsplannen (Wet Ruimtelijke
Ordening);
-
voeren
van procedures ex artikel 11, 19 en 17 van de Wet Ruimtelijke Ordening;
-
onteigening
(op basis van de onteigeningswet);
-
vergunningverlening
(bouwvergunningen, milieuvergunningen, aanleg-
vergunningen, sloopvergunningen,
kapvergunningen en dergelijke);
-
verwerving
van gronden en opstallen op grond van de Wet Voorkeursrecht
Gemeenten;
- het
eventueel toepassen van de exploitatieverordening en het heffen van baatbelasting;
-
nemen
van verkeersbesluiten, straatnaamgeving;
-
onttrekkingen
van openbare ruimte;
-
handhaving
(incl. handhaving APV);
-
en
alle overige taken die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling en exploitatie
van het bedrijventerrein.
Over de verrekening van de kosten die uit bovengenoemde
werkzaamheden
voortvloeien, worden vooraf afspraken gemaakt.
I.2 Overdracht openbare ruimte aan de
grondgebiedgemeente
A. Het bedrijventerrein
is opgedeeld in drie deelgebieden, te weten Harnasch-Noord (exclusief de
vastgoedzone), het Middengebied (inclusief de
hoofdinfrastructuur in het
Scharnier) en de Weteringzone.
B.
In
opdracht van het bedrijvenschap worden per deelgebied inrichtingsplannen voor
de openbare ruimte opgesteld Hieronder wordt verstaan wegen, fietspaden,
voetpaden, groenvoorzieningen (o.a. bermen), kunstwerken, water en dergelijke.
Voordat met de aanleg een aanvang wordt genomen worden deze inrichtingsplannen
aan de grondgebiedgemeente ter goedkeuring voorgelegd.
C.
In
opdracht van het bedrijvenschap wordt de openbare ruimte per deelgebied
aangelegd (woonrijp gemaakt).
D. Indien in een deelgebied ca. 90% van de uit
te geven gronden is bebouwd, wordt de openbare ruimte op basis van een
gezamenlijk op te maken proces
verbaal overgedragen aan de grondgebiedgemeente,
waarbij de grondgebiedgemeente vooraf in de gelegenheid wordt gesteld een
inspectie te
verrichten.
E. Na de datum van
overdracht van een deelgebied is de grondgebiedgemeente verantwoordelijk voor
het beheer en onderhoud van de openbare ruimte.
F. BTW –
Overdracht openbare ruimte
Een eventueel nadelig saldo van de
grondexploitatie van het bedrijvenschap zal worden verrekend met de gemeente Schipluiden. Deze verrekening
wordt geacht
te zijn de vergoeding voor
de overdracht van de nieuw aangelegde gemeenschapsvoorzieningen (zoals openbare
ruimte) aan de gemeente Schipluiden.
Over deze
vergoeding zal het schap
omzetbelasting in rekening brengen en
afdragen, waardoor de kosten van de aanleg van de gemeenschapsvoorzieningen volledig
worden afgedekt met
vergoedingen in de zin van de
omzetbelasting, i.c. de met BTW belaste verkopen van grond, gebouwen en overgedragen
gemeenschapsvoorzieningen.De
door Schipluiden betaalde BTW over de vergoeding voor de gemeenschaps- voorzieningen (GVZ) kan Schipluiden
terugvragen
bij het BTW-Compensatie- fonds aangezien het hierbij gaat om kosten
die Schipluiden betaalt ter zake van de verkrijging van voorzieningen die
gebruikt worden in
de overheidssfeer.
Nu de kosten van de aanleg van de over te
dragen GVZ volledig in de BTW belaste verkopen van de grond, gebouwen en over
te dragen GVZ zijn
doorberekend, is het bepaalde in artikel
15, vierde lid van de Wet belastingen van rechtsverkeer niet van toepassing.
Terzake van de verkrijging van de GVZ
kan de gemeente Schipluiden derhalve een beroep
doen op de vrijstellingsbepaling ex. artikel 15, eerste lid, letter c van de
Wet belastingen van
rechtsverkeer.
De gemeenten Den Haag en Delft verstrekken
Schipluiden een tegemoetkoming in de kosten die zij betaalt voor de verkrijging
van de
gemeenschapsvoorzieningen.
Deze tegemoetkoming wordt bepaald conform artikel 26 lid 4 en 26 lid 5
van de gemeenschappelijke regeling bedrijvenschap Harnaschpolder.
G.
Wanneer binnen een termijn van 10 jaar de bestemming van de aan de grondgebiedgemeente
overgedragen openbare ruimte wordt gewijzigd, komt de
economische
meerwaarde ten gunste van het bedrijvenschap of de deelnemende gemeenten.
Indien partijen in der minne geen overeenstemming kunnen bereiken
over de hoogte van de economische
meerwaarde, zullen zij drie deskundigen aanwijzen die ter zake een bindend
advies zullen uitbrengen.
zijner tijd wordt
ontwikkeld door het bedrijvenschap wordt de vastgoedzone eveneens een
deelgebied waarop de bepalingen 1.2 B t/m G van toepassing zijn.
I.3 Invulling directie en managementteam, op
basis van artikel 21.5 van degemeenschappelijke regeling bedrijvenschap
Harnaschpolder
Onder
verantwoordelijkheid en voorzitterschap van de directeur functioneert een managementteam. Hierin vindt de
afstemming van de werkzaamheden
plaats en worden de
voorstellen aan het Dagelijks Bestuur (DB) voorbereid.
De drie projectleiders, afkomstig
uit de deelnemende gemeenten, vormen tezamen met de secretaris van het DB, het
managementteam.
De
managementteamleden leveren hun bijdrage vanuit een specifiek taakveld en dragen in werkgroepverband zorg voor de
totstandkoming van integrale
voorstellen. Daarnaast zal de secretaris in het managementteam
plaatsnemen, in het kader van een zorgvuldige afstemming van de werkzaamheden
van het
bestuur en de directie van het schap.
De directeur legt verantwoording af aan het Dagelijks
Bestuur, waarbij regulier overleg met de secretaris en de administrateur zal
plaatsvinden.
Inzake de te leveren inzet van de projectleiders en
medewerkers zal in ieder geval jaarlijks door de directeur overleg met de
deelnemende gemeente worden
gevoerd.
Bij de aanvang van
het bedrijvenschap ziet de organisatiestructuur en de
invulling er als
volgt uit:
De drie deelnemende gemeenten stellen, op detacheringsbasis,
in beginsel ambtelijk personeel dat het bedrijvenschap nodig heeft voor de
uitvoeringsorganisatie beschikbaar, conform artikel 4.3 van de
Gemeenschappelijke Regeling bedrijvenschap Harnaschpolder.
Gelet op de bij de grondgebiedgemeente beschikbare ervaring
en expertise worden
de vanuit de gemeentelijke organisatie van Schipluiden te
detacheren functies vastgesteld.
De uit de detachering voortvloeiende werkzaamheden zullen
geschieden onder leiding en verantwoordelijkheid van de directeur van het
bedrijvenschap. Met het oog op een effectieve en slagvaardige uitvoeringsorganisatie
zal de directeur elk jaar overleg plegen met de deelnemende gemeenten over de
te leveren inzet; dit geldt ook ten aanzien van de invulling van de zich
voordoende vacatures.
Met verwijzing naar artikel 4.3 van de gemeenschappelijk
regeling bedrijvenschap Harnaschpolder komen de onderstaande functies in
beginsel in aanmerking voor detachering bij het bedrijvenschap:
a. vanuit de gemeente Schipluiden:
·
senior-adviseur
civiele techniek; (projectleider civiele werken)
·
medewerker
civiele techniek voorbereiding;
·
civieltechnische
medewerker;
·
projectleider
uitvoering
·
stedenbouwkundig
medewerker
·
medewerker
GIS
·
grondverwerver
a.
vanuit
de gemeente Delft:
·
planeconoom.
(projectleider)
c. vanuit de
gemeente Den Haag:
·
projectleider
verwerving/uitgifte
II Beleid
II.1 Prioritering uitgiftebeleid
Bij de uitgifte van het deelgebied Harnasch-Noord geeft het
bedrijvenschap hoge
prioriteit aan bedrijventerrein met een hoogwaardige
(modern+) bestemming, conform
het stedenbouwkundig concept van BGSV van 1 november 2002.
II.2 Uitplaatsing bedrijven
Gelet op de uitplaatsingbehoefte vanuit Den Haag en Delft
reserveert het bedrijvenschap aan te
wijzen standaard bedrijventerrein per deelgebied (Harnasch-
Noord, Harnasch-Midden en Weteringzone) gedurende de
voorbereidende fase van het uitgiftetraject – tot het moment dat het standaard bedrijventerrein
bouwrijp is
voor Den Haag enerzijds
(65%) en Delft en de regio anderzijds (35%). Een en ander met inachtneming van
de afspraken met Verwelius in het kader van de
bouwcompensatie. Het
bedrijvenschap zal de gemeenten tijdig van de planning van het bouwrijp maken
op de hoogte stellen. Wanneer de gemeente Den Haag of
Delft geen gegadigde uit de
te herplaatsen bedrijven aandraagt die binnen de genoemde periode tot bouwrijpe
oplevering een grondreserveringsovereenkomst
sluiten met het
bedrijvenschap, vervalt de reservering en is het bedrijvenschap vrij met derden
afspraken te maken over de uitgifte van het onderhavige standaard
bedrijventerrein.
De grondprijzen voor het standaard bedrijventerrein die van
toepassing zijn op de uit te plaatsen bedrijven zijn marktconform met als
uitgangpunt de
grondexploitatie van het
bedrijventerrein. Tevens zijn de bepalingen uit het betreffende
bestemmings-plan, het betreffende beeldkwaliteitsplan en de in het
samenwerkingsconvenant van
april 2001 overeengekomen milieucategorieën en nader te bepalen
verkoopvoor-waarden onverkort van toepassing op de uit te
plaatsen bedrijven. Een en
ander laat onverlet de publiekrechtelijke bevoegdheden van de
grondgebiedgemeente.
Bedrijven afkomstig uit Den Haag of
Delft die zonder tussenkomst van de beide gemeenten zich in bovengenoemde
periode als vestigingskandidaat bij het
bedrijvenschap aanmelden, worden
niet aangemerkt als uitplaatsingskandidaten.
II.3 Inrichting
plangrensgebieden
De plangrenzen tussen het bedrijventerrein en de
woningbouwgebieden bestaan met name uit
verharding, groen en water. Tussen het bedrijvenschap en de
gemeenten Delft en Schipluiden worden afspraken gemaakt over
de aanleg en de verdeling van kosten. Tevens zal afstemming plaatsvinden inzake
de
stedenbouwkundige inrichting van de grensgebieden. De
aanleg van kunstwerken (bruggen en duikers) tussen de plangebieden wordt
gerealiseerd door het bedrijvenschap. De plandelen
Look Watering West en Look- west Noord zullen voor de helft aan deze kosten
bijdragen.
II.4 Functionele
optimalisatie
Met het oog op het bewaken van de
sluitende grondexploitatie en het beperkthouden van de financiële risico’s
zoals beschreven in de risico-
analyse behorende bij de exploitatiebegroting, is
het wenselijk de in het convenant van april 2001 overeengekomen
inspanningsverplichting om tot een
optimalisering van de
bestemmingen te komen, als beleidsinstrument in te zetten, mede afhankelijk van
de marktomstandigheden.
Gelet op de inhoud van genoemd convenant is hiertoe
instemming van de drie in het bedrijvenschap betrokken partijen (colleges van B
& W) noodzakelijk.
II.5 Vastgoedzone
Het tijdstip waarop de toekomstige vastgoedzone door
Schipluiden wordt ingebracht in de exploitatie van het bedrijvenschap, wordt in
onderling overleg
tussen de gemeente Schipluiden en het bedrijvenschap
bepaald.
In onderling overleg wordt een stedenbouwkundig plan en een
daarbij behorende grondexploitatie opgesteld.
Relevante
onderdelen zijn daarbij onder meer:
in Look-West in het exploitatiegebied van het bedrijvenschap.
In samenhang met onder andere het opstellen van het
stedenbouwkundig plan en de exploitatieopzet worden in overleg mogelijke
ontwikkelscenario’s van de
vastgoedzone opgesteld.
II.6 Parkmanagement en duurzaamheid
Het bedrijvenschap spant zich in om voor het bedrijventerrein
Harnaschpolder een parkmanagementorganisatie op te richten, waarbij tevens
wordt gestreefd om
bedrijven aan te trekken die, daar waar mogelijk en wat hun
activiteiten betreft, passen bij andere bedrijven op het bedrijventerrein,
zodat optimaal gebruik wordt
gemaakt van collectieve voorzieningen. De parkmanagementorganisatie
zal de mogelijkheden voor een vervoersmanagementsysteem onderzoeken.
Het bedrijvenschap streeft naar intensivering van het
ruimtegebruik, onder meer door stapeling van functies.
Het bedrijvenschap zal zich inspannen om voor de te vestigen
bedrijven een duurzaamheidscan uit te voeren, waarbij met name wordt gekeken
naar het
hergebruik van afval, duurzame water- en energiehuishouding
(bijvoorbeeld gebruik van restwarmte en hemelwater), door onder andere het
opstellen van een
energievisie.
Met het oog op een toekomstgerichte bedrijfsvoering zal bij
de aanleg van de hoofdinfrastructuur worden uitgegaan van een hoogwaardig
glasvezelnet.
Het bedrijvenschap zal zich inspannen om waar mogelijk
subsidiebronnen te benutten om de duurzame inrichting van het bedrijventerrein
te bewerkstelligen.
III.1 Toewijzing
bouwclaim:
De drie deelnemende gemeenten bekrachtigen de op bijlage I
aangegeven afspraken van de gemeente
Den Haag met bouwmaatschappij Verwelius BV, zoals
overeengekomen in april 2001
(vertrouwelijk aanhangsel bij samenwerkingsconvenant van17 april 2001 en de
brief van 23 juli 2001).
De gemeenten Delft en Schipluiden en het bedrijvenschap
sluiten, na ondertekening van dit convenant, elk afzonderlijk een overeenkomst
met Verwelius, waarin de
op bijlage I aangegeven
bouwcompensatie wordt vastgelegd. De nakoming van deze overeenkomsten wordt
gegarandeerd door respectievelijk de gemeente
Schipluiden,de gemeente
Delft en het bedrijvenschap Harnaschpolder.
III.2 Doorlevering “Verwelius-percelen”
III.3 Inbreng gronden
De door de gemeente Schipluiden aangekochte gronden binnen
het bedrijventerrein, zoals aangegeven op bijlage II, worden ingebracht in het bedrijvenschap,
e.e.a. conform artikel 27.2
van de gemeenschappelijke regeling.
De boekwaarde zal daarbij als waarderingsgrondslag worden
genomen.
a.
Als
onderdeel van de in de structuurschets Harnaschpolder 2002 neergelegde hoofdinfrastructuur
draagt de gemeente Schipluiden zorg voor de aanleg van
een tweetal aansluitingen op de A-4:
1.
de
aanleg en inrichting van de aansluiting (oprit) van het hoofdwegen-
stelsel in het bedrijventerrein op de A-4 – Harnaschknoop.
De vaste bijdrage vanuit Schipluiden bedraagt hiertoe maximaal € 3.857.132,--
een en ander conform de grondexploitatie van het bedrijvenschap d.d.3 april
2003.
2.
de
buiten het exploitatiegebied van het schap aan te leggen infrastructuur die
zorgt voor een aansluiting op de A-4 –Woudseknoop. Over het tijdstip van
realisatie van deze aansluiting vindt overleg plaats met het bedrijvenschap.
Het bedrijvenschap levert een bijdrage van
€ 2.000.000,-- (conform
grondexploitatie) in de kosten van deze
aansluiting.
b.
Schipluiden draagt zorg voor de aanleg van
de in de structuurschets aangegeven recreatieve verbindingen op het
bedrijventerrein.
III.5 Bijdrage Delft aan de te realiseren
infrastructurele werken
Ten behoeve van de mogelijke
ontsluiting van de toekomstige Delftse woongebieden via de nieuw te realiseren
infrastructuur draagt de gemeente Delft voor een
bedrag van € 1.127.000,--
(conform grondexploitatie) bij in de aanleg van de in de structuurschets
Harnaschpolder 2002 neergelegde hoofdinfrastructuur.
Het bedrijvenschap spant zich in de hoofdinfrastructuur
tijdig beschikbaar te stellen voor het bouw- resp. woonverkeer dat samenhangt
met de aanleg van de
nieuwe woningbouwlocaties.
De ontsluitingsstructuur voor de woongebieden zal in overleg tussen de
gemeenten Schipluiden, Delft en het bedrijvenschap worden
vastgesteld.
III.6 Inbreng
voorbereidingskosten;
Schipluiden zal de door haar
gemaakte voorbereidingskosten ten behoeve van het bedrijventerrein in de
periode voor 1 januari 2001 voor haar rekening nemen.
De drie gemeenten zullen voor 1
september 2003 de gemaakte voorbereidingskosten vanaf 1 januari 2001
inventariseren en vervolgens in gezamenlijk overleg de
definitieve inbreng bespreken. Deze
kosten zullen ten laste worden gebracht van de grondexploitatie van het
bedrijventerrein.
III.7 Subsidie
De gemeente Schipluiden zal indien nodig in de hoedanigheid
als grondgebiedgemeente subsidies aanvragen ten behoeve van het bedrijvenschap,
zoals
bijvoorbeeld de TIPP-subsidie. Indien er subsidie wordt
toegekend zal de gemeente Schipluiden dit bedrag per direct uitkeren aan het
bedrijvenschap.
III.9 Financiering bedrijvenschap
Ter financiering van de uitgaven conform de grondexploitatie
van het bedrijventerrein maakt het bedrijvenschap in beginsel gebruik van de
door de Centrale Treasury
van de gemeente Den Haag in
december 2002 aangegane maatwerkleningen.
IV Geschillen
Tenzij anders is bepaald (1.2H), is
artikel 29 van de gemeenschappelijke regeling bedrijvenschap Harnaschpolder van
overeenkomstige toepassing.
V Dit uitvoeringsconvenant treedt in
werking na ondertekening en duurt totdat partijen gezamenlijk besluiten tot
beëindiging van het uitvoeringsconvenant.
aldus
opgemaakt in drievoud en ondertekend te …
de gemeente
Delft de gemeente Den
Haag de gemeente Schipluiden
Bijlagen:
II. overzicht in te
brengen en door te leveren gronden.