·
De
gemeentelijke organisatie gebruikte in 2002 2% minder papier dan in 2001.
·
In 2002
maakten 25 bedrijven in totaal 81 keer gebruik van de Vrijstellingsregeling
Horeca. Deze regeling was in 2001 voor het eerst van kracht. Deze regeling
biedt horeca-, sport- en recreatiebedrijven de mogelijkheid om maximaal acht
maal per jaar een festiviteit te organiseren waarbij de normale
geluidsvoorschriften niet van toepassing zijn.
·
Van 90 % van
de bedrijven met een milieuvergunning, was de vergunning dekkend en toereikend.
·
Het percentage
bedrijven met een dekkende en toereikende milieuvergunning dat bovendien
rekening houdt met de verruimde reikwijdte, neemt toe.
·
Van de
bedrijven die in 2002 (integraal) werden gecontroleerd, voldeed 74% (2001 61%)
van de bedrijven met een milieuvergunning bij de eerste controle aan de
milieuwetgeving. Bij de bedrijven waarop algemene milieuregels (amvb’s) van
toepassing zijn, gold dit voor 75% (2001 77%).
·
Het aantal
bedrijven met een energiebesparingsplan neemt langzaamaan toe.
·
Het
saneringsprogramma voor geluidssanering vanwege industrie is afgerond.
Zie ook paragraaf 2.6.3 (Gemeentelijke Interne Milieuzorg)
Doelgroepen
· Papierverbruik gemeentelijke organisatie
Beleid
In het algemeen
streeft de gemeente naar het verminderen van het papierverbruik. Een
kwantitatieve doelstelling ontbreekt. Daarnaast bevatten de inkooprichtlijnen
wel doelstellingen ten aanzien van het soort papier dat gebruikt wordt. Sinds
1997 is het minder milieubelastende Modobalans-papier de huisstijl voor de
gemeente Delft.
Resultaat
Het papierverbruik
is in 2002 gedaald ten opzichte van 2001 met 367 pakken tot 17.470 pakken. Dit
is 8,5 miljoen vel, waarvan 4 miljoen kopieën en 4,5 miljoen prints.
Conclusie
Het papierverbruik
(excl. verbruik via Combiwerk) daalde in 2002 ten opzichte van 2001, maar is
nog steeds schrikbarend hoog. Uitgaande van 1000 medewerkers die regelmatig
kopiëren en printen, verbruiken die per persoon gemiddeld 17,5 pak papier per
jaar.
· Energieverbruik gemeentelijke gebouwen
Sinds
2002 gebruikt de gemeente alleen nog maar groene stroom.
Doelstelling
Doelstelling is een
zo laag mogelijk energieverbruik.
Prioriteitstelling
vakteam Milieuzorg (sinds 2003 Milieutoezicht)
Het vakteam
Milieuzorg (sinds 2003 Milieutoezicht) heeft aangegeven diverse knelpunten te
ervaren bij het uitvoeren van haar taken. Dit bleek onder andere uit het niet
halen van de eigen werkplanning. Het stellen van prioriteiten op basis van het
totale takenpakket en voor de milieuhandhaving in het bijzonder wordt hierdoor
als lastig ervaren. Het doel van dit project was om meer inzicht te verkrijgen
in de huidige wijze van prioriteiten stellen en te bekijken hoe dit in de
toekomst beter zou kunnen.
Op basis van
gesprekken met de medewerkers, twee workshops met het vakteam en een benchmark
met drie andere gemeenten zijn uiteindelijk een aantal conclusies en aanbevelingen
geformuleerd. Dit zijn kort samengevat de volgende:
·
Verbetering
van planning en controle cyclus,
·
De
prioriteitsstelling voor handhaving kan worden verbeterd,
·
De
personele capaciteit voor het uitvoeren van de handhavingstaken moet beter
worden beheerst. Gezien de toekomstige ontwikkelingen, waarbij een
intensivering valt te verwachten op een aantal fronten moeten duidelijke keuzes
worden gemaakt om de capaciteit voor handhaving beter te kunnen beheersen.
·
De
onderlinge verwachtingen tussen de diverse vakteams kunnen beter ‘gemanaged’,
Een groot aantal verbeterpunten worden
opgepakt in het project
“professionalisering van de handhaving”.
Energie
bij bedrijven
Sinds
1993 heeft de gemeente de bevoegdheid om bedrijven die onder de Wet
milieubeheer vallen, aan te spreken op hun energieverbruik. Sindsdien doet de
gemeente Delft reeds het nodige om bedrijven te stimuleren hun energieverbruik
te minderen. In opdracht van het vakteam Milieuzorg(sinds 2003 Milieutoezicht)
werkte een studente Technische Bestuurskunde van de TU Delft in 2001 en 2002
aan een afstudeerscriptie over de mogelijkheden voor CO2-reductie
bij bedrijven in Delft. Doelstelling was de CO2-uitstoot te beperken
door het energieverbruik te verminderen en duurzame energie in te zetten. Er is
geprobeerd te bepalen hoeveel er op het energieverbruik zou kunnen worden
bespaard door bedrijven. Tevens werden de mogelijkheden die de gemeente heeft
om deze besparing daadwerkelijk te realiseren, onderzocht. In het onderzoek
zijn 1400 bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen, onder de loep
genomen. De afstudeerscriptie is in 2002 afgerond. De aanbevelingen uit het
onderzoek zijn, waar mogelijk, overgenomen in het reguliere werk van het
vakteam Milieuzorg (sinds 2003 Milieutoezicht) en in het Gemeentelijk
Klimaatbeleidsplan (zie paragraaf 2.2.6),
met als doel een verbeterde aanpak van energiebesparing.
Horeca
·
Vrijstellingsregeling voor horeca- en aanverwante inrichtingen
Sinds 1 januari 2001 is de vrijstellingsregeling opgenomen in de
Algemene Plaatselijke Verordening (artikel 91A t/m 91D). Met de
vrijstellingsregeling kunnen inrichtingen tijdelijk vrijstelling krijgen van de
normaal geldende voorschriften voor licht (voor wat betreft sportverenigingen)
en geluid.
De vrijstellingsregeling is bedoeld voor inrichtingen die vallen onder
de werking van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen
milieubeheer. Hieronder vallen de meeste hotels, cafés, restaurants,
sportverenigingen, campings en buurthuizen.
Indien binnen de inrichting een festiviteit gaat plaatsvinden waarbij
naar verwachting de normaal geldende voorschriften worden overschreden, moet de
inrichting gebruik maken van de vrijstellingsregeling. De inrichting stelt de
gemeente hiervan op de hoogte door middel van het kennisgevingsformulier.
Per kalenderjaar kan een inrichting maximaal 8 maal individueel gebruik
maken van de vrijstellingsregeling. Naast de individuele vrijstelling is er een
collectieve vrijstelling. Deze collectieve dagen worden in overleg met de
delftse horeca vastgesteld. In 2002 zijn 4 collectieve dagen aangewezen.
In 2002 hebben 25 bedrijven in totaal 81 keer
gebruikt gemaakt van de vrijstellingregeling, naast de collectieve dagen.
·
Toezicht aandachtsinrichtingen
In 2002 zijn 7 geplande geluidmeetrondes uitgevoerd bij horeca-inrichtingen. Tijdens
deze rondes worden, samen met een meetdeskundige, horeca-inrichtingen bezocht
(na 23:00 uur) waarover geluidsklachten zijn ontvangen. Telkens zijn ca. 10
bedrijven bezocht. Meerdere ondernemers zijn middels de meetresultaten op deze
wijze op overtredingen
aangesproken.
Op 16 oktober 2002
besloot het college op basis van het BRZO 99(Besluit Risico Zware Ongevallen
1999) dat de risico’s bij Van der Helm aan de Schieweg 15 onaanvaardbaar zijn.
Daarnaast werd in hetzelfde besluit de ondernemer een last onder dwangsom
opgelegd. Inmiddels worden bij het bedrijf geen gevaarlijke stoffen meer
opgeslagen in afwachting van bouwkundige verbeteringen van de
scheidingsconstructie tussen de verschillende bedrijven van het
bedrijfsverzamelgebouw.
Uit
dit traject blijkt dat ook de overige ondernemers in het bedrijfsverzamelgebouw
moeten worden aangesproken op onder andere naleving van het bouwbesluit. Er
zijn inmiddels regelmatig bijeenkomsten met de brandweer, provincie, bouw- en
woningtoezicht om het traject te begeleiden en de voortgang te bewaken.
Bij het Floratheater lopen meerdere juridische
procedures. Strategisch het belangrijkst is de procedure rondom de nadere eis;
immers hiermee worden de normen waaraan het theater zich moet houden opnieuw
specifiek voor de lokale situatie vastgesteld.
Op 17 juli 2002 vernietigde
de Raad van State de heroverweging van deze nadere eis. Er zal een nieuw
heroverwegingsbesluit moeten worden genomen. In deze procedure is veel tijd en
energie gestoken teneinde de beheerder in de gelegenheid te stellen aanvullende
gegevens aan te leveren. Het heroverwegingsbesluit zal in 2003 worden genomen.
Beleid
· Dekkende Wm-vergunningen
Doelstelling
Landelijke
doelstelling (Wet milieubeheer): alle bedrijven zijn in het bezit van een
dekkende (alle activiteiten zijn vergund) en toereikende (vergunning voldoet
aan de huidige inzichten) vergunning.
Resultaat
In 2002 beschikte
90% van de vergunningplichtige bedrijven over een dekkende en toereikende
vergunning. In 2001 lag dit percentage nog op 87%. Vanaf 1998 is gewerkt met
een nieuwe methode. Alle vergunningen verleend voor 1995 werden vanaf dat
moment beschouwd als te actualiseren, omdat in deze vergunningen nog geen
rekening was gehouden met de duurzaamheidsaspecten (de verruimde reikwijdte).
Afgezien hiervan waren deze vergunningen echter wel dekkend en toereikend. In
2002 waren er 263 vergunningplichtige bedrijven.
In het
Werkplan 2002 van het vakteam Milieuzorg (sinds 2003 Milieutoezicht) is gepland
25 vergunningen te verlenen dan wel te actualiseren. Er werden in 2002 in
totaal 18 vergunningen verleend. Er is één vergunning gedeeltelijk geweigerd en
een vergunning ingetrokken. Er zijn 9 nadere eisen gesteld op grond van een
amvb. Er zijn in 2002 54 meldingen in het kader van een AMvB afgehandeld.
Conclusie
Het percentage bedrijven
met een dekkende en toereikende milieuvergunning, dat bovendien rekening houdt
met de verruimde reikwijdte, neemt toe.
De werkplanning
voor 2002 is niet geheel gerealiseerd.
·
Controle Wet
milieubeheer
Doel van handhaving van milieubeleid is de naleving van milieuregels te
vergroten en daarmee een betere milieukwaliteit en rechtsgelijkheid te
bevorderen.
In 2002 werden van de 263 vergunningplichtige bedrijven 53 bedrijven
(20%) gecontroleerd. Bij 12 bedrijven werden overtredingen geconstateerd. Bij
deze bedrijven is een vervolgactie ondernomen en zijn hercontroles uitgevoerd.
Uiteindelijk voldeden alle bedrijven aan de geldende wetgeving.
In 2002 werden daarnaast 102 bedrijven gecontroleerd die vallen onder een
algemene maatregel van bestuur (amvb). Dit is 9% van het totale aantal
amvb-bedrijven. Bij 17 van deze bedrijven werden overtredingen geconstateerd.
Bij deze bedrijven is een vervolgactie ondernomen en zijn hercontroles
uitgevoerd. Uiteindelijk voldeden alle bedrijven aan de geldende wetgeving.
In totaal voldeden 29 Wm- of amvb-bedrijven niet bij de eerste controle.
Op deze bedrijven is een vervolgactie ondernomen:
·
in 26 gevallen ging een voorwaarschuwing dwangsom uit;
·
in 3 gevallen werd een dwangsom opgelegd;
·
in 1 geval werd een dwangsom geïnd.
Er is in twee gevallen een voorwaarschuwing bestuursdwang uitgegaan, er
is in een geval een bestuursdwang opgelegd, die ook is geëffectueerd.
Van burgers zijn in 2002 voor het eerst ook 2
verzoeken om handhavingsbesluiten ontvangen. In geen van beide gevallen heeft
dit geleid tot een daadwerkelijke dwangsom of bestuursdwang aan de ondernemer.
Conclusie
In 2002 is een stijging te zien van het
percentage (75%, in 2001 68%) van alle gecontroleerde bedrijven
(vergunningplichtige en amvb-bedrijven) dat bij de eerste controle (nagenoeg)
aan de regels voldoet.
· Energiebesparing bij bedrijven
Doelstelling
Het Ministerie van
Economische Zaken heeft de afgelopen jaren met tientallen sectoren
Meerjarenafspraken gemaakt. In die afspraken zeggen branche-organisaties toe om
in het jaar 2000 20% efficiënter met energie om te gaan dan in 1989.
Doelstelling
gemeente (Energiebeleidsplan 1996-2000): een efficiëntieverbetering in de
periode 1996-2000 van 10,5% voor bedrijven en 11,5% voor instellingen.
Resultaat
Tot en met 2002
zijn er 38 bedrijven die een energiebesparingsplan hebben opgesteld of een
energiebesparingsonderzoek (lieten) uitvoer(d)en.
In opdracht van het
vakteam Milieuzorg (sinds 2003 Milieutoezicht) werkte een studente Technische
Bestuurskunde van de TU Delft aan een afstudeerscriptie over de mogelijkheden
voor CO2-reductie bij bedrijven in Delft. (zie verder bij
Ontwikkelingen)
Conclusie
In 2002 is vooral beleidsmatig aandacht geweest voor
energiebesparings-mogelijkheden bij bedrijven. In 2003 zal verder worden
bekeken of ten behoeve van energiebesparing bij bedrijven een grotere
inspanning kan worden geleverd.
· Geluidsanering vanwege industrie
Doelstelling
Landelijke
doelstelling (Wet geluidhinder): de geluidbelasting ter plaatse van woningen op
een gezoneerd industrieterrein is teruggedrongen tot ten hoogste 55 dB(A) door
middel van bron-, dan wel overdrachtsmaatregelen. Indien de kosten voor bron-
en overdrachtsmaatregelen onevenredig hoog zijn, wordt bepaald of aanvullende
gevelmaatregelen nodig zijn om een goed leefklimaat in de woning te garanderen.
Resultaat
Delft kent twee
gezoneerde industrieterreinen: DSM Gist/Calvé en Schie-oevers Noord en Zuid. In
de zone rond deze industrieterreinen staan in totaal 537 woningen met een
geluidbelasting hoger dan 55 dB(A). Om de geluidbelasting bij deze woningen
terug te dringen heeft de provincie Zuid-Holland een saneringsprogramma
vastgesteld.
Conclusie
Het saneringsprogramma
is in 2002 afgerond. De provincie heeft onder andere de vergunningvoorschriften
van de betrokken bedrijven aangepast. Ter afronding zijn tevens in opdracht van
de gemeente Delft 10 woningen nabij DSM en Calvé aanvullend geïsoleerd.
· Vergunningen op hoofdzaken
Doelstelling
De rijksoverheid
streeft naar een groter percentage vergunningen op hoofdzaken. Naar aanleiding
van de vuurwerkramp in Enschede dient dit streven echter te worden heroverwogen
in verband met de twijfels die de Raad van State heeft geuit over de
handhaafbaarheid van dergelijke vergunningen.
Resultaat
In Delft is één
bedrijf met een vergunning op hoofdzaken. Het bedrijf heeft zelf te kennen
gegeven op termijn aan een reguliere vergunning de voorkeur te geven.
Conclusie
Indien een bedrijf
een vergunning op maat of op hoofdzaken wenst en daarvoor in aanmerking komt,
verleent de gemeente Delft daaraan alle medewerking. Uit contacten met Delftse
bedrijven blijkt echter dat deze niet enthousiast zijn voor deze nieuwe vorm
van vergunningverlening. Aangenomen wordt dat de extra inspanning die het
bedrijf in het algemeen moet plegen t.o.v. een ‘normale’ vergunning, niet lijkt
op te wegen tegen de voordelen van een vergunning op hoofdzaken of op maat. De
gemeente Delft laat het initiatief derhalve aan de bedrijven.