Nota

 

Datum

26-03-2003

Ons Kenmerk

03/009896

Opsteller

V. van Altena en M.Peltenburg

Bijlagen

0        

Onderwerp

Realisatie extra parkeerplaatsen Olofsbuurt en Westerkwartier

 

 


 

 

In het kader van de verlenging van de proef met het vergunningparkeren in de Olofsbuurt en het Westerkwartier heeft het college van B&W op 17 september 2002 (Bvf Reg. Nr. o2/026622) uitgesproken dat de gemeente zich zal inzetten om zoveel mogelijk van de 120 toegezegde extra parkeerplaatsen voor het einde van 2003 te realiseren. Er is onderzocht waarom de aanleg van de 120 parkeerplaatsen niet haalbaar was en hoeveel parkeerplaatsen er voor het einde van 2003 in de Olofsbuurt en het Westerkwartier wel kunnen worden aangelegd. Deze nota geeft uitleg van de redenen en geeft een overzicht van de maatregelen die nu genomen worden om het parkeerarsenaal in de Olofsbuurt en het Westerkwartier te optimaliseren.

 

 

Waarom geen 120 extra parkeerplaatsen?

Grontmij heeft in augustus 2001 een suggestieboek gemaakt met daarin mogelijke locaties voor het aanleggen van parkeerplekken. Het betrof veelal herinrichtingen waarbij andere functies in de openbare ruimte, waar de gemeente verantwoordelijk voor is, in het geding kwamen. Daarbij valt te denken aan het opheffen van openbaar groen en speelplekken, het ontstaan van mogelijk verkeersonveilige situaties, het verdwijnen van aanbiedplaatsen voor vuilnis, het kappen van monumentale bomen, het realiseren van fietsenstalling/ fietsentrommels of het verplaatsen van lantaarnpalen. Uit de bundel met ontwerpen zijn die suggesties gekozen die fysiek uitvoerbaar waren en die in gebieden lagen waar de parkeerdruk het hoogst was. Deze ontwerpen zouden in de buurt worden besproken.

           

In het proces om de ontwerpen met de buurt te bespreken is er in oktober 2001 een inloopavond georganiseerd voor de beide buurten. Hier zijn de inrichtingssuggesties van de Grontmij gepresenteerd. Met deze presentatie, de drie aansluitende overleggen voor de herinrichting van het Westplantsoen, de Hof van Delftlaan en het plein aan de Carhuyzerstraat, alsmede de wijkmarkt in juni 2002 startte een stroom van reacties van bewoners op de plannen van de gemeente om extra parkeerplaatsen aan te leggen. Het bleek dat een aanzienlijk deel van de bewoners van de buurten de herinrichtingsuggesties niet acceptabel vindt op grond van het verlies van ruimte voor andere functies dan het parkeren, terwijl een ander deel de wens bleef herhalen om meer plekken voor de auto te realiseren.

     

Aan het Westplantsoen werd de verkeersveiligheid voor met name de fietsende leerlingen en scholieren, alsmede het kappen van de monumentale bomen en de toegankelijkheid van het park door het verdwijnen van de stoep als bezwaren naar voren gebracht.

 

Bewoners aan het plein aan de Cartuyzerstraat waarvan menigeen zich de strijd om licht, lucht en ruimte ten behoeve van het Westerkwartier, het eerste woonerf van Nederland, ten tijde van de stadsvernieuwing nog kunnen herinneren, vielen over het ontwerp waarbij er een parkeerterrein in hun straat gerealiseerd werd. De bewoners hadden hier eerder de wens uitgesproken om met inzet van het wijkbudget het plein op te knappen om als speel- en ontmoetingsplek voor de buurt beter tot zijn recht te komen. Het aanleggen van parkeerplaatsen, waarbij woongenot en ruimte in het geding komen, komt niet overeen met die wens en een handtekeningenactie en felle tegenstand was het gevolg. Ook een compromisvoorstel waarbij enkele extra parkeerplaatsen zouden worden gerealiseerd bleek niet acceptabel.

 

De bewoners van het Melkhof, de Blekerhof en de Paxlaan gaven met handtekeningen, affiches en in krantenartikelen aan dat meer parkeerplaatsen in hun straten onacceptabel is. In de Melkhof grenst de helft van de woningen aan de parkeerplaats in de Elsje van Houwelingenstraat. De overlast die bewoners daarvan tot diep in de nacht ondervinden leidt tot vergaande ergernis over lawaai en stank van auto’s tot diep in de nacht. Mensen kunnen niet prettig in hun tuinen zitten en houden hun ramen dicht. Hun slaapkamers verhuizen zij zoveel mogelijk naar de andere zijde van hun woningen. Er heerst hierover onder sommige bewoners dusdanige ontreddering dat er samen met de wijkopbouwwerker gezocht wordt naar oplossingen om de situatie te verbeteren. Juist aan dat Melkhof stelde de gemeente 10 extra parkeerplaatsen voor. Op de stoepen van de Melkhof, de Blekerhof en de Paxlaan wordt ook veel gespeeld door kinderen uit de buurt. De stoep aan de Paxlaan betreft zelfs een informele speelplek die ook in het speelplekkenplan van de Hof van Delft Oost wordt genoemd. Juist op deze plek stelde de gemeente voor om een viertal haakse parkeervakken aan te leggen. Deze informele speelplek is een natuurlijke overloop naar een autovrije straat die de kinderen naar de officiële speelplekken in de Olofslaan en het Olofspark leidt en is dus voor veel meer kinderen belangrijk dan voor de kinderen in de Paxlaan zelf.

 

In de omgeving Lijnden van Sandenburgstraat speelde verschillende belangen een rol bij de boordeling van het voorstel van de gemeente om extra parkeerplaatsen aan te leggen. Bewoners gaven aan dat zij weliswaar in de avond en de nacht in hun straten op de stoepen wilde parkeren maar ook dat als gevolg van het parkeren, de toegankelijkheid van de straten en het spelen van kinderen overdag belemmerd wordt. Juist op de enige brede stoep waar ruimte over was voor kinderen om te spelen, stelde de gemeente voor om extra parkeerplaatsen te realiseren. Bovendien zou bij de inrichting volwassen bomen en een deel van het sfeervolle en door een deel van de bewoners gekoesterde jaren ‘30 plantsoen moeten verdwijnen.

 

Op de locaties aan de Spoorsingel en de Van Heemstrastraat zouden volwassen bomen moeten wijken terwijl in de avond en de nacht onder het spoor plekken vrij liggen.

 

In de Brouwerstraat zou de afgesloten straat waar een pleintje met een kunstwerk was aangelegd, plaats moeten maken voor de uitbereiding van het reeds aanwezige parkeerterrein.

 

Aan de Frank van Borselenstraat zouden, stoepen en groenvakken en bomen moeten verdwijnen terwijl er in de directe omgeving aan de Krakeelpolderweg en de Van Bleijswijckstraat plekken vrij liggen.

 

Alleen op de Hof van Delftlaan, waar het bestaande parkeerterrein werd uitgebreid zonder dat er afbreuk werd gedaan aan andere functies, bleek het draagvlak voor extra plekken groot. De discussie ging hier over de wens tot het realiseren van benodigde laad- en losplekken ten behoeve van de winkeliers, die ten koste zouden gaan van de hoeveelheid te realiseren parkeervakken,en over de locatie van de (ondergrondse)vuilcontainers. Bovendien zagen bewoners meer mogelijkheden tot het aanleggen van parkeerplekken dan dat de gemeente vanwege verkeersveiligheid bereid was aan te leggen.

 

Concluderend kan dus worden gesteld dat naar aanleiding van de bespreking van de ontwerpen met de buurt, het realiseren van de voorgestelde 120 plekken niet haalbaar was vanwege de wensen en opvattingen van bewoners. Het opofferen van schaarse speelruimte en groenvoorzieningen ten bate van parkeerplekken was voor hen niet acceptabel. Desondanks was er ook nog steeds behoefte aan meer parkeergelegenheid en leefde er op grond van de eerder verzamelde suggesties voor extra parkeerplaatsen, het idee dat op een andere wijze toch 120 plekken gerealiseerd konden worden

 

 

Op zoek naar een alternatief: het realiseren van zoveel mogelijk parkeerplekken

Naar aanleiding van een wandeling door het gebied in oktober 2002, waar de wethouder en de Belangenvereniging Olofsbuurt Westerkwartier (BVOW) gewezen zijn op de knelpunten en de dilemma’s bij het aanleggen van extra parkeerplaatsen in de buurt, zijn het suggestieboek van Grontmij, de zogenaamde “grijze plekkenlijst” van de BVOW en de suggesties van individuele bewoners opnieuw bekeken om tot een maximale aanleg van parkeerplaatsen te komen.

 

Uit die analyse kwam naar voren dat de argumenten van bewoners, om geen schaarse ruimte en de daarbij behorende functies op te offeren voor extra parkeerplaatsen, ook op andere locaties aan de orde waren. De wederkerende conclusie bij de beoordeling van inrichtingssuggesties was steeds dat het combineren van voorzieningen zoals ruimte voor vuilcontainers, maatregelen ten behoeve van verkeersveiligheid en speelgelegenheid, het stallen van fietsen en het parkeren van auto’s elkaar niet verdragen. Bovendien bleek een bijkomend dilemma dat bewoners niet specifiek behoefte hebben aan extra parkeerplaatsen, maar dat zij deze ook in hun eigen straat of direct om de hoek gerealiseerd willen zien.

 

Alhoewel de knelpunten en dilemma’s voor de BVOW helder bleken te zijn, gaf zij aan dat zij betreurde dat het gevolgde proces, waarbij de realisatie van 120 extra parkeerplaatsen steeds als mogelijkheid overeind stond, niet anders was verlopen en dat niet veel eerder knopen waren doorgehakt over de onhaalbaarheid daarvan. De BVOW wees erop dat er niet alleen duidelijkheid moest komen over hetgeen maximaal haalbaar was, maar dat er vooral duidelijkheid moest ontstaan waarom de door bewoners ingebrachte suggesties niet konden worden gerealiseerd. Bovendien wees de BVOW erop dat de gemeente een goede afweging moest maken van de belangen van direct omwonenden versus die van verderop woonachtige bewoners. Er werd afgesproken dat er door het gebied heen zoveel mogelijk losse plekken zouden worden gerealiseerd en dat er op enkele locaties met bewoners over de mogelijkheid om pleintjes opnieuw in te richten zou worden overlegd, waarbij er tevens aandacht zou zijn voor andere behoeften om de leefbaarheid te verbeteren, dan de aanleg van extra parkeerplaatsen.

 

 

De criteria om te komen tot een maximale aanleg van parkeerplaatsen

De knelpunten waarvan sprake is bij het realiseren van een maximaal aantal parkeerplekken, kunnen in feite worden herleid tot een tiental relevante criteria op grond waarvan de aanleg van parkeerplaatsen mogelijk, dan wel onmogelijk is. Deze criteria zijn gehanteerd in het uitwerken van het voorstel om tot een maximale aanleg van parkeerplaatsen te komen:

 

Deze criteria zijn:

1.       Geen parkeerplaatsen ten koste van de toegankelijkheid van hulpdiensten (brandweer, ambulance etc.) en gemeentelijke diensten of instanties (kampeerwagen, kraanwagen ondergrondsecontainers en elektriciteitsbedrijf);    

2.       Geen parkeerplaatsen ten koste van verkeersveiligheid;

3.       Geen parkeerplaatsen ten koste van straatmeubilair zoals lantaarnpalen, fietsklemmen/trommels en vuilcontainers;

4.       Geen parkeerplaatsen ten koste van formele of informele speelplekken;

5.       Geen parkeerplaatsen ten koste van groenvoorzieningen en bomen;

6.       Geen parkeerplaatsen op locaties waar vanwege het soort bebouwing extra geluids-, danwel stankoverlast ontstaat;

7.       Bewonersgroepen die rondom de voorgestelde locatie wonen moeten zich in grote mate kunnen vinden in de aanleg van parkeerplaatsen en/of de gevolgen die dit heeft op de herindeling van hun woonomgeving. Wanneer bewoners gezamenlijk niet tot een compromis komen zal de gemeente de knoop doorhakken;

8.       Geen parkeerplaatsen op locaties waar, in de (directe) omgeving, op loopafstand, voldoende alternatieven zijn om te parkeren;

9.       Geen parkeerplaatsen waarvan de kostprijs vanwege technische maatregelen die noodzakelijk zijn voor de realisatie ervan buitenproportioneel hoog zijn;

10.   Geen parkeerplaatsen die vanwege de factor tijd bij het aanleggen op korte termijn naar verhouding bovenmatig kostbaar zijn. Het uitstellen van een dergelijke aanleg dient aanbeveling totdat er een reguliere herstrating sprake is.

 

Het vakteam Wijkzaken en het Ingenieursburo (IB) hebben uitgaande van deze criteria en na consultatie van betrokken vakteams (Mobiliteit, Groen, Civiel en Brandweer) en het raadplegen van reeds beschikbare informatie over de wensen en behoeften van bewoners in het gebied een overzicht gemaakt van de potentiële parkeerplaatsen die aan te leggen zijn in het gebied.

Op de locaties waar dit voor bewoners een grote verandering in de woonomgeving betekende zijn ontwerpvoorstellen met hen besproken. Met de BVOW is vervolgens doorgenomen waar parkeerplaatsen gerealiseerd zullen worden en waar niet. Hierbij is in detail stilgestaan bij de redenen waarom de door de BVOW en de door individuele bewoners gesuggereerde parkeerplaatsen wel of niet kunnen worden aangelegd. Dit heeft geresulteerd in het volgende voorstel.

 

 

Voorstel tot het realiseren van parkeerplaatsen

Voorgesteld wordt om in de periode mei tot en met december 2003, 59 parkeerplaatsen aan te leggen waarvan 40 in de Olofsbuurt en 19 in het Westerkwartier.

 

Overzicht van aanleg van parkeerplaatsen in Olofsbuurt en Westerkwartier

 

Locatie

Aantal parkeerplaatsen

Losse plekken Olofsbuurt

6

Losse plekken Westerkwartier

19

Van Lijnden van Sandenburgstraat en omgeving

13

Hof van Delftlaan

21

Totaal

59

 

 

Er zal in mei worden gestart met de aanleg van de 25 zogenaamde ‘losse plekken’. Deze plekken komen voort uit de voorstellen uit de “grijze plekken lijst” van de BVOW, de voorstellen van individuele bewoners en de voorstellen door het IB van de gemeente. De voorstellen van het IB zijn gebaseerd op ruimte die vrijkomt als gevolg van de aanleg van ondergrondse vuilcontainers. De plekken in de Olofsbuurt worden gerealiseerd in de St. Olofslaan, de Adriaan Pauwstraat en de Verlengde Singelstraat. De plekken in het Westerkwartier worden gerealiseerd in de Raamstraat, de Van Saendrendamstraat, de Pootstraat, de Ada van Hollandstraat, de Jacoba van Beierenlaan en de Buitenwatersloot.

 

In de Van Lynden van Sandenburgstraat en omgeving, alwaar tijdens de proefperiode door auto’s met twee wielen op de stoep wordt geparkeerd, is na overleg met bewoners een compromisplan uitgewerkt. In het plan komt aan de orde 1) het instraten van parkeervakken om het oversteken en de toegang tot woningen en achterpaden te reguleren 2) het uitbreiden van het aantal parkeerplaatsen in het gebied met 13 op stoepen rondom het plantsoen. Om het woongenot in de straten te optimaliseren vragen de bewoners om overdag door middel van regulering de stoepen vrij te houden. Bewoners hebben twee stoepen aangewezen die zullen worden ingericht ten behoeve van spelende kinderen en het verblijf van bewoners in de buitenruimte. Om tussen de geparkeerde auto’s een veilige toegang tot deze twee stoepen te garanderen vragen de bewoners om de aanleg van snelheidsremmende maatregelen en een duidelijke (kindvriendelijke) oversteekroute in de betreffende straten. De aanleg van de 13 parkeerplaatsen is realiseerbaar in juni 2003 maar hierover wordt een definitieve uitspraak gedaan nadat in mei 2003 de evaluatie met het vergunningparkeren, waarvan stoepparkeren een onderdeel is, volledig is afgerond.

  

Aan de Hof van Delftlaan is de aanleg van de 21 parkeerplaatsen tijdelijk gestagneerd omdat er bezwaar is gemaakt tegen de in het plan opgenomen ondergrondse containers. De uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen op de Hof van Delftlaan is voor een deel afhankelijk van de locatie(s) van de containerplaatsen. Om de start van het aanleggen van de parkeerplaatsen op de Hof van Delftlaan niet langer op te houden zullen deze gefaseerd worden aangelegd waarbij de eerste 11 parkeerplaatsen op korte termijn worden gerealiseerd.

 

Het is vanzelfsprekend dat dit voorstel niet alle bewoners van het Westerkwartier en de Olofsbuurt tevreden stelt. Er zijn bewoners die het aantal extra parkeerplaatsen te laag vinden en er zijn bewoners die liever nog minder dan dit aantal gerealiseerd willen zien. Het feit echter dat er ondanks de roep om extra parkeerplaatsen in het gebied, aan de randen op de Spoorsingel, op de Laan van Vollering, de Van Bleijswijckstraat, de Jacoba van Beierenlaan en de Krakeelpolderweg in de avond en de nacht parkeerplaatsen vrij zijn, geeft aan dat voor het opheffen van andere functies die de leefbaarheid in het gebied bepalen op dit moment geen aanleiding is. Daarbij moet worden aangetekend dat de parkeerdruk in de Olofsbuurt ten opzichte van het Westerkwartier groter zal blijven.

 

Kansen en risico’s

In de periode mei tot en met november 2003 doen zich nog ontwikkelingen voor waardoor mogelijk een aantal extra parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd. Er zijn ook ontwikkelingen in de buurten die mogelijk leiden tot een verlies aan parkeerplaatsen. Tot slot kunnen er zich ook ontwikkelingen voordoen die leiden tot een vertraging in de aanleg van parkeerplaatsen.

 

Een voorbeeld van een dergelijke ontwikkeling is de aanleg van ondergrondse vuilcontainers in de Olofsbuurt, waarvan de inventarisatie in mei plaatsvindt, die een aantal extra parkeerplaatsen kan opleveren. Echter er is ook een reële kans dat de aanleg ervan enige parkeerplaatsen kost. Bovendien kunnen bewoners bezwaar maken tegen de locaties van de ondergrondse containers en/of spannen zij procedures aan, waardoor de aanleg van parkeerplaatsen wordt uitgesteld of afgesteld.

 

Een tweede voorbeeld van een dergelijke ontwikkeling is de aanleg van fietsklemmen en fietstrommels in het gebied. Aangezien in de Olofsbuurt en het Westerkwartier de vraag naar fietsklemmen en fietstrommels toeneemt is het mogelijk dat hiervoor parkeerruimte moet worden bestemd.

 

 

Kosten en financiering

 

De kosten voor de aanleg van de 59 parkeerplaatsen zijn als volgt:

 

Locatie van aanleg

Kosten voor aanleg  parkeerplaatsen

Aanleg van losse plekken in Olofsbuurt en Westerkwartier

  36.204,-

Aanleg van parkeerplaatsen in de Van Lijnden van Sandenburgstraat en omgeving (inclusief kosten van additionele maatregelen)

  23.695,-

Herinrichting Hof van Delftlaan

  48.000,-

Extra kansen tot het creëren van additionele parkeerplekken

  15.000,-

Onvoorziene kosten (10%)

   12.290,-

Totale kosten

€ 135.189,-

 

 

De totale kosten kunnen als volgt worden gefinancierd:

 

€ 103.000,- kunnen worden gedekt uit het ter beschikking gestelde raamkrediet parkeerregime Olofsbuurt 2002.  € 32.189,- kunnen worden gedekt uit het bedrag ad € 58.000,- dat voor de uitvoering van de tweede tranche is opgenomen in de zomernota 2002 – 2005. Om de verdere aanleg van de parkeerplaatsen te garanderen wordt geadviseerd de raad voor te stellen het bedrag van ad € 32.189,- als raamkrediet beschikbaar te stellen.

 


Planning

 

Tabel 2.0 Planning voor de aanleg van parkeerplaatsen

in Olofsbuurt en Westerkwartier

 

Locatie

Periode

Losse plekken Olofsbuurt en Westerkwartier

mei en juni 2003

Van Lijnden van Sandenburgstraat en omgeving

juni 2003

Hof van Delftlaan I

mei 2003

Hof van Delftlaan II

Afhankelijk van bezwaarprocedure rond ondergrondse containers

 

 

 

Gelezen de nota realisatie aanleg parkeerplaatsen wordt voorgesteld aan het college van Burgemeester en Wethouders: 

 

 

1.       Akkoord te gaan met het voorstel tot de aanleg van 59 parkeerplaatsen in de periode mei-juni 2003

2.       Deze nota voor overleg aan de raadscommissie duurzaamheid aan te bieden

3.       Aan de raad het voorstel voor te leggen tot vaststelling van de 31e wijziging van de gemeentebegroting 2003 voor dienstjaar 2003.

 

 

 


Hoogachtend,

 

V. van Altena en M. Peltenburg

vakteam wijkzaken