Onderwerp
Achtergrond
Het parkeerbeleid in de
gemeente Delft is erop gericht de beschikbare (parkeer)ruimte zo eerlijk
mogelijk te verdelen. De parkeerdruk in de wijken Olofsbuurt en Westerkwartier
is door invoering van betaald parkeren in de binnenstad en door het stijgende
autobezit verhoogd. In oktober 2001 is bij wijze van proef in het
Westerkwartier en een gedeelte van de Olofsbuurt gereguleerd parkeren
ingevoerd. Het gebied in de Olofsbuurt
en het Westerkwartier waar gereguleerd parkeren is ingevoerd heet volgens de
parkeerverordening, gebied C.
Het gereguleerd parkeren is
op 1 oktober 2001 ingevoerd en is nu ruim
1,5 jaar van kracht. Per 1 oktober 2003 moet definitief gereguleerd parkeren
worden ingevoerd in deze wijken. (Tenzij door de raad wordt besloten in het
geheel geen vergunningparkeren in de te voeren in deze wijken.)
Evaluatie
Om de proef van de afgelopen anderhalf jaar te evalueren
zijn op drie momenten telefonische enquêtes uitgevoerd en parkeertellingen
gedaan:
1) voor
aanvang van de proef (september 2001),
2) na een
half jaar (april 2002) en
3) na 1,5
jaar (maart 2003).
De evaluatie na een half jaar was bedoeld om het
gereguleerd parkeren op zich te evalueren. Uit deze evaluatie zijn twee
hoofdaanbevelingen gekomen namelijk: 1) de bloktijden aanpassen[1] en 2)
de hoeveelheid handhaving vergroten. Om het effect van de implementatie van
deze aanbevelingen te meten is in maart 2003 een tweede effectmeting gedaan.
Van de resultaten van de telefonische enquêtes zijn onderzoeksrapporten gemaakt.
Deze onderzoeksrapporten liggen ter inzage bij de gemeente.
Leeswijzer
In deze nota worden puntsgewijs de belangrijkste
onderdelen van de evaluatie en de uitkomsten daarvan besproken. In hoofdstuk 2
wordt de parkeerdruk nader beschouwd, in hoofdstuk 3 komt het tarief van een
vergunning aan de orde en in hoofdstuk 4 de bloktijden. In hoofdstuk 5 wordt
het stoepparkeren (dat in een aantal straten is toegestaan) geëvalueerd, in
hoofdstuk 6 de bezoekerskaart en in hoofdstuk 7 de handhaving.
De resultaten van een onderzoek naar uitbreiding van
gebied C komen in hoofdstuk 8 aan bod. In hoofdstuk 9 komen de relevante
huidige en toekomstige ontwikkelingen aan bod. In hoofdstuk 10 leidt dit tot
een aantal voorstellen voor de definitieve invoering van gereguleerd parkeren
in gebied C. Tenslotte wordt in hoofdstuk 11 nog iets gezegd over het
communicatietraject dat gevolgd is en dat in de toekomst gevolgd zal worden.
Telefonische enquête
Om te meten hoe de parkeersituatie door de bewoners
wordt beleefd (subjectief), zijn in een telefonische enquete de volgende
vragen voorgelegd:
·
Of er voldoende parkeerplaatsen in de buurt zijn;
·
Op welke afstand men kan parkeren;
·
Hoe lang men moet zoeken voor een parkeerplaats.
In tabel 1 zijn de
resultaten van deze vragen bij de 0-meting (2000), de 1-meting (2002) en de
2-meting (2003) weergegeven.
Tabel 1 Subjectieve parkeerdruk door de jaren heen
|
2000 |
2002 |
2003 |
1. Voldoende parkeerplaatsen |
16% |
49% |
48% |
2. Loopafstand < 100 meter |
50% |
60% |
66% |
3. Zoektijd < 5 min. |
55% |
74% |
76% |
Ad1. Het blijkt dat het merendeel van de
ondervraagde huishoudens van mening was dat er in de maand voor invoering van
het vergunning parkeren (veel) te weinig parkeerplaatsen waren (nulmeting). Na
de invoering van het vergunning parkeren was de helft van mening dat er wel
voldoende parkeerplaatsen waren (effectmeting). Dit blijft zo bij de
tweemeting.
Ad 2. Voor invoering van
het vergunningensysteem kon de helft van de bewoners de auto meestal binnen 100
meter van het huis kwijt. De andere helft moest de auto verder van huis
parkeren. In veel gevallen bedroeg in de 0-situatie de parkeerafstand zelfs 250
meter of meer (23% van alle autobezitters). Na invoering van gereguleerd
parkeren moest 40% nog steeds zijn of haar auto 100 meter of meer van huis
parkeren. De invoering van de nieuwe bloktijden heeft geleid tot een afname van
dat aandeel. Bij de 2-meting kan 66% van de autobezitters de auto binnen 100
meter parkeren.
Ad 3. Voor invoering van
het vergunning parkeren varieerde de zoektijd naar een parkeerplaats sterk.
Ruim 50% van de parkeerders wist in minder dan 5 minuten een parkeerplaats te
vinden. Bijna 20% daarentegen was meestal meer dan 10 minuten aan het zoeken
voordat een vrije parkeerplaats was gevonden. Na invoering van gereguleerd
parkeren kon 75% in minder dan 5 minuten een parkeerplaats vinden. Met de
invoering van de nieuwe bloktijden is dit aandeel ongeveer gelijk gebleven.
Naast het aantal maximaal uit
te geven vergunningen en het aantal uitgegeven vergunningen is ook de
beschikbare parkeerruimte van belang om iets over de parkeerdruk te kunnen
zeggen. Uit tabel 2 blijkt dat er bijna 2900 parkeerplekken beschikbaar zijn in
de Olofsbuurt en het Westerkwartier. Op termijn komen daar nog een aantal bij (raadsbesluit
april extra plekken in Olofsbuurt en Westerkwartier en Laan van Vollering en
door toevoeging van extra straten). Ook was tijdens de telling een redelijk
aantal parkeerplekken niet beschikbaar als parkeerplek omdat daar een container
of iets anders op geplaatst was. Deze plekken zijn niet als parkeerplek
meegeteld.
Aantal beschikbare plekken d.d. telling |
2895 |
Plekken op extra straten (zie hoofdstuk 8) |
130 |
Extra plekken raadsvoorstel april |
59 |
Subtotaal (altijd beschikbaar) |
3084 |
Laan van Vollering per 1 juli 2003 |
125 (tijdelijk) |
Tijdelijk niet beschikbaar en niet meegeteld[2] |
40 |
Totale beschikbare capaciteit |
3249 |
Op dit
moment zijn in heel gebied C (bewoners en bedrijven) in totaal 3107
vergunningen op kenteken uitgegeven. Hiervan zijn 270 vergunningen voor
bedrijven. Van de vergunning voor bewoners zijn er 360 de tweede vergunning op
een adres en 228 de derde of meerdere vergunning op een adres (tabel 3).
Verwacht wordt dat aan de adressen op de nieuwe straten ongeveer 120
vergunningen wordt uitgegeven waarvan ongeveer 110 eerste vergunningen zijn.
|
Aantal vergunningen |
Aantal eerste vergunningen
bewoners |
2250 |
Aantal tweede vergunningen
bewoners |
360 |
Aantal 3+ vergunningen
bewoners |
228 |
Bezoekerskaart bewoners |
2718 |
Bedrijf eerste kenteken |
194 |
Bedrijf tweede kenteken |
75 |
Bezoekerskaart bedrijven |
141 |
Verwacht aantal extra door
nieuwe straten |
120 |
Totaal (excl
bezoekerskaarten) |
3227 |
Om
feitelijk (objectief) vast te stellen
hoe de parkeerdruk op verschillende tijdstippen in de wijk is en of
invoering van gereguleerd parkeren effect op de parkeerdruk zal hebben, zijn op
verschillende momenten parkeertellingen gedaan. Grontmij heeft in maart 2000 en
in maart 2002 geteld. in maart 2003 heeft de gemeente Delft dit zelf gedaan.
Teltijd |
Bezettingsgraad 2000 |
Bezettingsgraad 2002 |
Bezettingsgraad 2003 |
9:00 uur – 11:00 uur |
75% |
60% |
58% |
18:00 uur – 20:00 uur |
75% - 80% |
75% |
76% |
22:00 uur – 00:00 uur |
95 – 100% |
90% |
88% |
02:00 uur – 04:00 uur |
95 – 100% |
90% |
89% |
Uit de parkeertelllingen
blijkt dat de parkeerdruk met name overdag door de invoering van gereguleerd
parkeren erg is gedaald (tabel 4). Dit
is goed te verklaren omdat de parkeerdruk overdag voor invoering van
gereguleerd parkeren voornamelijk werd veroorzaakt door bezoekers aan de
binnenstad. Deze bezoekers mogen nu alleen tegen betaling nog parkeren. De
parkeerdruk in de nacht werd echter voornamelijk veroorzaakt door de bewoners
zelf en die staan er nu nog steeds.
Belangrijkste verandering tussen 2002 en 2003 is het
vervallen van het ochtendblok. Tot 1 januari 2003 was er een ochtend (van 9:00
–11:00 uur) en een middagblok (van 16:00 – 20:00 uur) waarin alleen tegen
betaling of met vergunning geparkeerd kon worden. Na 1 januari 2003 was er
alleen nog maar een middag/avondblok (van 18:00 tot 22:00 uur). Het wegvallen
van het ochtendblok heeft geen extra parkeerdruk overdag veroorzaakt. In de
avond is er door verlenging van het avondblok langer meer parkeerruimte voor
bewoners beschikbaar.
De parkeerdruk is op dit
moment over de hele wijk gezien op een acceptabel niveau. De parkeerdruk zou
echter niet verder mogen stijgen. Gezien het op termijn verwachte stijgende
autobezit in de wijk lijkt het verstandig het aantal uit te geven vergunningen
aan een maximum te binden. Er zijn nu 2838 vergunningen op kenteken aan
bewoners uitgegeven. Dit aantal vergunningen leidt tot een acceptabele
parkeerdruk.
Naar aanleiding van het
raadsbesluit van april komen er 59 plekken bij verdeeld over de wijk en 200 op
de Laan van Vollering. De plekken op de Laan van Vollering zijn tijdelijk (zie
ook hoofdstuk 9). Daarnaast worden extra straten toegevoegd. Naar verwachting
levert dit ongeveer net zoveel extra plekken als extra vergunningen op kenteken
op. Rekening houdend met deze gegevens is het voorstel om het aantal uitgegeven
vergunningen op kenteken voor bewoners in gebied C niet hoger dan 3000 te laten
worden.
Het beleid van de gemeente is
er op gericht het aantal beschikbare parkeerplaatsen in de wijk zo eerlijk
mogelijk te verdelen. In principe zou ieder huishouden recht moeten hebben op
minimaal 1 vergunning. De beperking moet komen op het aantal tweede
vergunningen op kenteken op een adres en het onmogelijk maken van de aanschaf
van meer dan twee vergunningen (op kenteken) per adres. Voor personen die met
meer huishoudens op één adres wonen moet een uitzonderingsregel worden gemaakt.
Het
voorstel om het aantal uitgegeven vergunningen te maximaliseren is nieuw in Delft en wordt gedaan om de
belangen van buurtbewoners én vergunninghouders te beschermen tegen méér auto’s
in de wijk dan deze aan kan. De parkeerverordening biedt (in artikel 5) wel al
ruimte voor invoering van een beperking aan de uitgifte van vergunningen.
Voorstel
Het voorstel is als volgt:
-
Ieder woonadres heeft altijd recht op een eerste
vergunning op kenteken.
-
Bedrijven hebben altijd recht op maximaal 2
vergunningen op kenteken. De bedrijfsvergunning wordt aanzienlijk duurder dan
de bewonersvergunning omdat de bedrijfsvergunning een commercieel doel heeft.
-
Meer dan twee vergunningen per adres is niet meer
toegestaan. Als er sprake is van kamerbewoning kan een uitzondering worden
gemaakt. In dat geval moet aannemelijk worden gemaakt dat personen wonend op
één adres niet gezamenlijk een huishouden voeren.
-
Een huishouden wordt als volgt gedefinieerd:
“Een huishouden is een duurzame leefeenheid die ofwel bestaat uit een
persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit twee of meer personen, die, al
dan niet door familiebanden verbonden, gewoonlijk eenzelfde woning betrekken en
er samenleven.”
Onderscheiden worden particuliere, institutionele, studenten- en overige
huishoudens.
Een particulier huishouden bestaat uit één
of meer personen die alleen of samen in een woonruimte gehuisvest zijn en zelf
in hun dagelijkse levensbehoeften voorzien.
Institutionele huishoudens bestaan uit twee of meer
personen voor wie in huisvesting en in dagelijkse levensbehoeften door derden
bedrijfsmatig wordt voorzien. Het betreft de bewoners van instellingen zoals
verpleeg-, bejaarden- en kindertehuizen, revalidatiecentra en gevangenissen,
die daar in principe langer dan één jaar (zullen) verblijven.
Huishoudens waarvan alle huishoudensleden een
WSF-uitkering ontvangen (een uitkering in het kader van de Wet Studie
Financiering), behoren tot de groep studentenhuishoudens; werkstudenten
behoren ook tot deze categorie.
Tot de ‘overige huishoudens’ worden alle
huishoudens gerekend die uit meer dan één persoon bestaan en niet samengesteld
zijn uit partners en/of thuiswonende kinderen.
-
Aan het aantal tweede vergunningen op een adres
wordt een maximum verbonden. Dit maximaal uit te geven aantal tweede vergunningen
op kenteken wordt jaarlijks (op 1 mei) bepaald uitgaande van maximaal 3000 te
verstrekken bewoners-vergunningen op kenteken.
-
Het maximum aantal te verstrekken tweede
vergunningen op kenteken voor bewoners wordt berekend met de volgende som: 3000
– aantal uitgegeven eerste vergunningen per 1 mei van dat jaar. Hierbij tellen
alle uitgegeven eerste vergunningen op kenteken per woonadres mee. Ook
vergunningen die voor een kortere periode dan een jaar zijn uitgegeven.
Op dit moment zijn er 2250 adressen in gebied C die 1 of
meer vergunning op kenteken hebben. Daar komen per 1 oktober 2003 ongeveer 100
adressen bij. Met deze gegevens doorrekenend betekent dit volgens het voorstel
dat per 1 oktober 2003 tot 1 oktober 2004, 650 vergunningen als tweede vergunning
beschikbaar zijn. Dit is meer dan dat er afgelopen jaar aan tweede vergunningen
is aangevraagd. In eerste instantie onstaat dus geen wachtlijst.
Volgend
jaar wordt het maximaal uit te geven tweede vergunningen opnieuw vastgesteld
met behulp van het aantal uitgegeven eerste vergunningen per adres op 1 mei
2003. Als het aantal adressen met een eerste vergunning dan gestegen is, daalt
het aantal maximaal uit te geven tweede vergunningen.
Adressen
die nu meer dan 2 vergunningen hebben worden wel per 1 oktober 2003 met een
verandering geconfronteerd. Deze adressen kunnen nog maar maximaal 2
vergunningen aanvragen tenzij aangetoond wordt dat een adres door meerdere
huishoudens bewoond wordt.
Bij
het vast stellen van een prijs voor de vergunning zijn drie aspecten van
belang:
1. De
verhouding in prijs tussen bezoekerskaart, eerste vergunning, tweede vergunning
en bedrijfsvergunningen, moet zo zijn dat dit binnen het beleid past.
2. Het
totale vergunningparkeren in gebied C moet kostendekkend zijn.
3. Het
tarief van de vergunning moet maatschappelijk aanvaardbaar zijn.
Tariefstructuur
In
totaal moeten 6 tarieven worden vastgesteld:
De bezoekerskaart voor bewoners is een faciliteit die
geschapen is om het bewoners mogelijk te maken sociaal bezoek te ontvangen zonder
dat meteen parkeergeld betaald moet worden. Voorkomen moet worden dat de
bezoekerskaart als (tweede) vergunning wordt gebruikt of als vergunning voor
niet-bewoners. Aan de bezoekerskaart wordt daarom een beperkte parkeerduur
verbonden.
Het tarief op de betaalde plekken in gebied C is [€1,50].
Gezien dit tarief en de frequentie en duur waarop men gemiddeld per jaar bezoek
ontvangt lijkt €15,= een redelijke prijs voor de bezoekerskaart (10 uur betaald
parkeren per jaar). Onafhankelijk van de kostendekkendheid moet dit tarief
[€15,=] blijven. Dit tarief wordt met het straatparkeren verhoogd en blijft
altijd gelijk aan 10 uur betaald parkeren in gebied C.
De prijsverhouding tussen de eerste vergunning op
kenteken en de tweede vergunning op kenteken, moet zo zijn dat voor de eerste
vergunning een acceptabel tarief ontstaat, terwijl de tweede vergunning een
afremmend effect heeft. Iedereen die woont in het gebied waar gereguleerd
parkeren is en die een auto heeft moet in principe een eerste vergunning op redelijke
wijze kunnen betalen. De tweede vergunning is een luxe-product. Daarbij is er
schaarste in de hoeveelheid tweede vergunningen. De tweede vergunning mag en
moet daarom aanzienlijk duurder worden dan de eerste vergunning. Voorgesteld
wordt om hier een factor 2 aan te houden (tussen de eerste en tweede vergunning
per adres).
De vergunning (op kenteken en bezoekerskaart) voor
bedrijven heeft een commercieel doel. De vergunning op kenteken biedt een
bedrijf de mogelijkheid bedrijfsauto’s in de wijk te parkeren zonder daarvoor
iedere keer te hoeven betalen, de bezoekerskaart geeft bedrijven de
mogelijkheid op eenvoudige wijze het parkeertarief voor hun klanten te voldoen.
Voor bedrijven zijn de kosten van de vergunning onderdeel van de
bedrijfskosten. Voorgesteld wordt om de vergunningen op kenteken voor bedrijven
aanzienlijk duurder te maken dan vergunningen voor bewoners. De bezoekerskaart
voor bedrijven wordt ook duurder dan die voor bewoners.
Kostendekkendheid
Rekening
houdend met bovengenoemde verhoudingsfactoren moet een kostendekkend tarief
ontstaan voor gereguleerd parkeren in gebied C.
Volgens de huidige cijfers
(opbrengsten en kosten) leidt dit tot de volgende bedragen:
4.
Prijs eerste vergunning op kenteken bedrijf: [€
120,=]
6.
Prijs bezoekerskaart bedrijf: [€40,=]
Voorstel
Voorgesteld
wordt om de prijs van een bewonersvergunning op kenteken nog niet kostendekkend
te maken. Het regime voor gereguleerd parkeren is nog niet volledig ingevoerd
in Delft. Met de belangenvereniging is daarom overeen gekomen voor de eerste
bewonersvergunning op kenteken een prijs van [€50,=] vast te stellen,voor de
tweede bewonersvergunning op kenteken een prijs van [€100,=] en voor de
bezoekerskaart een tarief van [€15,=]. Dit tarief blijft 2 jaar (tot 1 oktober
2005 gelden). Voor die tijd wordt opnieuw een evaluatie gedaan waar ook
kostendekkendheid weer een onderdeel van zal zijn. Dan wordt het definitieve
tarief van de bewonersvergunning vastgesteld. De verhoudingsfactoren zullen wel
hetzelfde blijven.
De
prijs van een bedrijvenvergunning wordt voorgesteld op [80,=] voor de eerste
vergunning, [€160,=] voor de tweede vergunning en [€40,=] voor de
bezoekerskaart.
Het
gereguleerd parkeren is niet gedurende de hele dag van kracht, maar alleen
tijdens bloktijden. Bloktijden zijn tijden waarin alleen met een vergunning of
tegen betaling geparkeerd mag worden. De bloktijden zijn zo gekozen dat
bezoekers van de binnenstad met name in de avond en de nacht uit de wijk worden
geweerd omdat dit de tijden zijn dat de parkeerdruk het hoogst is.
Bij de nulmeting is aan de
respondenten voorgesteld om de volgende bloktijden in te gaan voeren: van 9.00
uur tot 11.00 uur en van 16.00 uur tot 20.00 uur. Van de respondenten gaf in de
1-meting 42% aan dat de bloktijden niet goed gekozen waren.
Naar aanleiding van de
resultaten van de nul- en de effectmeting zijn op 1 januari 2003 nieuwe
bloktijden ingevoerd. Deze nieuwe bloktijden zijn in de tweemeting geëvalueerd.
De bloktijden zijn nu als volgt[3]:
Doordeweek: van
16.00 tot 22.00 uur
Zaterdag: van 12.00 uur tot 20.00 uur
Na evaluatie blijkt dat de
bloktijden zoals die nu gelden een groter draagvlak hebben dan de eerder
gekozen bloktijden. Het percentage dat de bloktijden niet goed gekozen vond is
afgenomen van 42% naar 30%. In tabel 5 staat aangegeven welke bloktijden
respondenten als voorkeur aangeven.
Tabel 5. Voorkeur van
bloktijden
|
Percentage |
16-22 uur |
34 |
9-11 uur en 16-20 uur |
15 |
15-21 uur |
9 |
24 uur per dag |
6 |
9-11 uur en 17-21 uur |
5 |
helemaal geen vergunning parkeren |
4 |
Anders |
12 |
Voorstel
Uit de resultaten in tabel
5 blijkt geen duidelijke voorkeur. De grootste groep geeft aan de bloktijden
zoals die nu gelden te houden. Gezien het feit dat deze bloktijden geen
verhoogde parkeerdruk hebben opgeleverd ten opzichte van de andere bloktijden
en gezien de toegenomen tevredenheid over de bloktijden wordt voorgesteld de
bloktijden te houden zoals deze nu zijn, met één uitzondering. Op zaterdag
wordt de bloktijd met 2 uur verlengd omdat in de binnenstad ook tot 22:00 uur
betaald parkeren is.
In april 2003 is met
betrekking tot stoepparkeren een gericht onderzoek gedaan naar stoepparkeren in
de Van Heemstrastraat, de De Vriesstraat en de Fransen van de Puttestraat, de
enige straten in gebied C waar parkeren op de stoep is toegestaan.
Voor de huidige situatie geldt dat parkeren op de
stoep 24 uur per dag is toegestaan. Aan de bewoners is gevraagd of zij deze
regeling aangepast willen zien en naar welke situatie de voorkeur uitgaat. Het
grootste deel wil de situatie handhaven zoals deze is, namelijk 40%. Van de
bewoners wil 15% het stoepparkeren volledig verbieden (tabel 6). Het aandeel
dat het stoepparkeren wil verbieden is onder de bewoners die geen auto hebben
groter dan onder het aandeel autobezitters.
Tabel 6. voorkeur situatie
stoepparkeren
|
Bewoners % |
huidige situatie handhaven |
40 |
alleen avond en nacht stoepparkeren |
22 |
alleen avond, nacht en in het weekend
stoepparkeren |
20 |
stoepparkeren helemaal verbieden |
15 |
maakt me niets uit |
3 |
Totaal |
100 |
Op de vraag wat de bewoners van het stoepparkeren
vinden, geeft 38% aan dat het vooral of alleen voordelen oplevert, 31% geeft
aan dat het vooral of alleen nadelen oplevert. Een groot deel 31% geeft aan
zowel voordelen als nadelen te ervaren van het stoepparkeren. Een erg
gevarieerde mening dus. Er is geen verschil aan te wijzen tussen de mening van
bewoners die een auto op de stoep voor hun eigen deur hebben en bewoners die
dit niet hebben.
Voorstel
Naar aanleiding van dit onderzoek wordt voorgesteld
het stoepparkeren alleen nog maar in de avond en de nacht toe te staan, van
19:00 uur in de avond tot 9:00 uur in de ochtend. Op deze manier wordt zowel
aan de wens voor extra parkeercapaciteit voldaan (uit de tellingen blijkt ook
een hoge parkeerdruk in de nacht in deze straten) en kan overdag vrij over de
stoep gelopen worden.
Ieder
adres of bedrijf in gebied C heeft recht op de aanschaf van één bezoekerskaart.
Met een bezoekerskaart kan bezoek van bewoners en bedrijven gedurende de
bloktijden op een vergunninghoudersplaats parkeren. Het percentage huishoudens
dat een bezoekerskaart heeft aangeschaft is gedurende de proef enorm
toegenomen, van 47% naar 73% en naar 80%.
Misbruik
van de bezoekerskaart lijkt beperkt te zijn. In de telefonische enquête geeft
slechts een heel klein deel aan wel een (tweede) auto te hebben en geen
vergunning daarvoor te hebben aangevraagd, terwijl men wel een bezoekerskaart
heeft aangeschaft. Om het misbruik van de bezoekerskaart ook op straat te
onderzoeken zijn tellingen gedaan naar het betaalbewijs in de nachturen (tabel
7). Met “goed” in tabel 7 wordt bedoeld dat de auto op een legale parkeerplaats
staat. Bij “fout” staat de auto op een ilegale parkeerplaats.
Tabel 7 Parkeersituatie nacht in Gebied C
Parkeerbewijs |
Goed |
Fout |
Vergunning op kenteken |
2122 |
30 |
Bezoekerskaart |
111 |
2 |
Gehandicaptenkaart |
54 |
0 |
Niets |
261 |
10 |
In de nacht zijn in
principe geen betaalbewijzen nodig. Een vergunning zit altijd op de auto, maar
een bezoekerskaart hoeft niet te worden geplaatst. Gebruik van de
bezoekerskaart in de nacht kan duiden op misbruik van de bezoekerskaart. Als
deze aanname klopt zou 5% van de parkeerders de bezoekerskaart “verkeerd”
gebruiken. Om het verkeerd gebruik van de bezoekerskaart te beperken wordt
voorgesteld om aan de bezoekerskaart een maximale parkeerduur te verbinden van
drie uur.
Vanaf 1 januari 2003 is
naar aanleiding van de eerste evaluatie het aantal handhavingsuren aanzienlijk
uitgebreid. In de tweede effectmeting is gevraagd of bewoners nu ook meer
tevreden zijn over de handhaving.
Het aandeel respondenten
dat aangeeft ontevreden te zijn over de handhaving was op het moment van de
eerste effectmeting ten opzichte van de nulmeting al enorm gedaald. Ruim de
helft was op het moment van de nulmeting ontevreden over de handhaving. Op het
moment van de eerste effectmeting was éénderde nog ontevreden.
Bij de tweemeting is het
aandeel dat ontevreden is over de handhaving verder afgenomen tot 19%.
Voorstel
Voorgesteld wordt om de handhaving op het huidige
niveau (qua aantal uren) te houden. Dit betekent dat gemiddeld 10,6 uur per dag
(maandag tot en met zaterdag) gecontroleerd zal worden.
Naar aanleiding van de vraag van bewoners om de
straten Westplantsoen, Rochussenstraat, de Kempenaerstraat en Thorbeckestraat
toe te voegen aan gebied C, is onderzoek gedaan naar:
1)
het draagvlak voor gereguleerd parkeren in die straten (tabel 8)
2)
de parkeerdruk in die straten (tabel 9)
3)
de mening van de bewoners aan de Ruys de Beerenbrouckstraat omdat deze
straat dan de grens wordt (tabel 10)
De
vragenlijst voor de invoering van gereguleerd parkeren is huis aan huis
verspreid. De respons was ruim 60%. Aan de bewoners is gevraagd naar de ervaren
parkeerdruk, de zoek- en looptijd naar een parkeerplaats en de wens voor
gereguleerd parkeren. Uit het onderzoek blijkt dat 47% voor invoering van
gereguleerd parkeren is, 11% zegt dat het afhangt van de prijs en geeft daarbij
voor 75% een hogere prijs aan dan dat de vergunning gaat kosten, 35% is echt
tegen de invoering van gereguleerd parkeren in die straten.
Tabel 8 Wens
vergunningparkeren in extra straten
|
Aantal |
Percentage |
Ja zeker wel |
34 |
45% |
Afhankelijk van prijs |
7 |
9% |
Nee zeker niet |
29 |
38% |
Weet niet |
3 |
4% |
Geen mening |
3 |
4% |
Totaal |
76 |
100% |
Er
zijn meer bewoners voor invoering van gereguleerd parkeren dan tegen, maar het
verschil is niet erg groot. De objectieve parkeerdruk is daarom een tweede
belangrijk item. De gemeente Delft heeft in maart 2003 in heel Delft nachttelingen
verricht. De resultaten daarvan voor de eventueel toe te voegen straten staan
in tabel 9.
Tabel 9 Parkeerdruk nacht in evt toe te voegen
straten
|
Capaciteit |
Bezetting |
Rochussenstraat |
8 |
9 |
Thorbeckestraat |
50 |
56 |
De Kempenaerstraat |
22 |
22 |
Wesplantsoen |
19 |
22 |
Totaal |
99 |
109 |
Uit tabel 9 blijkt dat de
parkeerdruk in deze straten boven de 100% ligt in de nacht. Dit kan
verschillende oorzaken hebben:
Ad 1.
Uit de enquete die naar de bewoners gestuurd is blijkt dat het gemiddeld
autobezit per huishouden rond de 1 ligt. Meer huishoudens hebben geen auto, dan
meer dan 1 auto. Het aantal parkeerplaatsen in deze straten is meer dan het
aantal woningen. Het is daarom niet waarschijnlijk dat de hoge parkeerdruk (alleen)
door de bewoners zelf wordt veroorzaakt.
Ad 2. Er is in maart ook
geteld hoeveel auto’s in deze straten met een vergunning uit gebied C stonden.
Dit aantal bleek ongeveer 5% van het totaal aantal geparkeerde auto’s te zijn.
Een deel van de parkeerdruk is dus met punt 2 te verklaren. Dit deel van de
auto’s zal echter niet verdwijnen als deze straten worden toegevoegd aan gebied
C.
Ad 3. Over dit punt zijn geen
objectieve gegevens beschikbaar. Wel blijkt uit de enquete dat bewoners van
deze straten het idee hebben dat bewoners uit gebied C met name auto’s die
weinig gebruikt worden parkeren in de straten buiten het gebied om zo geen
vergunning te hoeven aanschaffen. Naast de parkeerruimte die dit inneemt levert
het ook irritatie op bij de bewoners van deze straten. Invoering van
gereguleerd parkeren zorgt dat deze auto’s uit de straten verdwijnen.
Aan de
bewoners van de Ruys de Beerenbrouckstraat (vanaf begin tot aan afslag
Westplantsoen) is ook een vragenlijst verspreid. Ook hier was de respons 60%.
Aan de bewoners is gevraagd wat men er van vindt als genoemde straten
toegevoegd worden aan gebied C. Uit tabel 9 blijkt dat de bewoners van de Ruys
de Beerenbrouckstraat voor het grootste gedeelte tegen invoering van
gereguleerd parkeren in de Rochussenstraat, Thorbeckestraat, de Kempenaerstraat
en het Westplantsoen zijn. Dit is te verklaren doordat de bewoners van de Ruys
de Beerenbrouckstraat hun auto meestal nog relatief dichtbij (minder dan 5
minuten lopen) kunnen parkeren en van invoering van gereguleerd parkeren in
genoemde straten geen voordelen verwachten.
Tabel 10 Mening bewoners Ruys
de Beerenbrouckstraat
|
Aantal |
Percentage |
Voor invoering |
2 |
10% |
Voor, maar dan ook graag vergunning |
1 |
5% |
Voor maar dan ook invoeren in RdB |
3 |
15% |
Tegen invoering |
11 |
55% |
Geen mening, want geen gevolgen |
3 |
15% |
Totaal |
20 |
100% |
Slechts een klein gedeelte van
de bewoners van de Ruys de Beerenbrouckstraat geeft aan ook een vergunning te
wilen als in genoemde straten gereguleerd parkeren wordt ingevoerd (tabel 10).
Bij de opmerkingen van de mensen die tegen invoering zijn, wordt wel vaak
aangegeven dat als het er dan toch komt, dat gereguleerd parkeren dan ook op de
Ruys de Beerenbrouckstraat moet worden ingevoerd.
Conclusies
Gezien
de uitkomsten van de parkeertellingen en de enquete en de verwachting dat per 1
maart 2004 in Agnetapark gereguleerd parkeren wordt ingevoerd, wordt
voorgesteld per 1 oktober 2003 de Rochussenstraat, de Kempenaerstraat, de
Thorbeckestraat, het Westplantsoen en de Ruys de Beerenbrouckstraat van begin
tot aan zijstraat Westplantsoen toe te
voegen aan gebied C. In de Ruys de Beerenbrouckstraat is hier nu nog weinig
draagvlak voor. Als deze straat echter niet wordt meegenomen is deze, na
invoering van vergunningparkeren in Agnetapark een “eilandje” in een
gereguleerd parkeer-gebied en dat is geen wenselijk situatie.
De parkeerdruk in de wijken
Olofsbuurt en Westerkwartier is relatief hoog. Om de parkeerdruk in de toekomst
niet tot een onacceptabel niveau te doen stijgen zijn drie soorten maatregelen
mogelijk:
1)
Beperken van het aantal uitgegeven vergunningen
2)
Uitbreiden van extra publieke parkeerruimte
3)
Aanleg van extra private parkeerruimte
Achtereenvolgens
worden deze opties besproken. Daarna wordt nog iets over het effect van de
ontwikkelingen rond de spoorzone gezegd.
Beperken
aantal uit te geven vergunningen
Op
dit moment zijn er in totaal in het gereguleerde gebied van de Olofsbuurt en
het Westerkwartier (gebied C) per 1 oktober 2003, 3000 parkeerplaatsen beschikbaar
(3200 inclusief Laan van Vollering). In dit zelfde gebied zijn 3037
vergunningen op kenteken uitgegeven. Een deel van deze vergunningen is voor
bedrijven een ander deel is voor bewoners (tabel 11).
|
Aantal vergunningen |
Maximum aantal uit te geven |
a. Aantal
eerste vergunningen bewoners nu |
2250 |
3000 |
b. Aantal
eerste vergunningen in extra straten naar schatting |
110 |
120 |
c. Aantal
tweede vergunningen bewoners |
360 |
3000
– a – b |
d. Aantal
3+ vergunningen bewoners |
228 |
0 |
e. Bezoekerskaart
bewoners |
2718 |
3200 |
f. Bedrijf
eerste kenteken |
194 |
Aant
bedrijven |
g. Bedrijf
tweede kenteken |
75 |
Aant.
Bedrijven |
h. Bezoekerskaart
bedrijven |
141 |
Aant.
Bedrijven |
Nog niet ieder adres in gebied C heeft een auto en
dus een parkeervergunning. Naar schatting heeft 75% van de adressen één of
meerdere parkeervergunningen. Aangezien er nu 2250 woonadressen zijn met 1 of
meer vergunningen, betekent dit dat er ongeveer 3000 adressen in gebied C zijn,
die in principe (op de lange termijn) allemaal een parkeervergunning aan kunnen
vragen.
Gegeven het aantal adressen en het aantal
parkeerplaatsen in gebied C, betekent dit dat de parkeerdruk bij een
ongelimiteerde uitgifte van vergunningen onacceptabel zal stijgen. Het voorstel
is daarom (zie ook hoofstuk 2) om het aantal tweede vergunningen (per
woonadres) te maximaliseren en meer dan twee vergunningen per adres niet meer
toe te staan (zie tabel 11). Mocht deze regeling in de toekomst onvoldoende
blijken, dan wordt in eerste instantie een maximum gesteld aan het aantal uit
te geven bedrijfsvergunningen per adres. Pas in laatste instantie wordt de
eerste vergunning van een woonadres aan een maximum gebonden (zie ook artikel 5
van de parkeerverordening).
Naast het limiteren van het
aantal uit te geven vergunningen, kan ook de parkeerruimte uitgebreid worden.
In het afgelopen jaar is gezocht naar ruimte binnen de wijk voor extra
parkeerplekken. Dit heeft 59 plekken opgeleverd (raadsvoorstel april 2003).
De zoektijd naar extra
parkeerplaatsen heeft ons geleerd dat de beschikbare ruimte voor de realisatie
van extra parkeerplaatsen zeer beperkt is. In de toekomst wordt nog wel wat
extra ruimte voor parkeren verwacht door de volgende ontwikkelingen:
Structureel (elk jaar weer) extra
publieke parkeerruimte zal er nauwelijks ontstaan omdat de ruimte hiervoor
beperkt is. Ook combinaties met nieuwbouw zullen zeer beperkt zijn omdat in
deze wijken geen grote herstructureringsopgaven te verwachten zijn.
Om de parkeercapaciteit te
verruimen wordt het terrein aan de Laan van Vollering (het voormalig
overlaadstation) ingericht als parkeerterrein voor onder andere de bewoners en
bedrijven in gebied C, maar ook voor medewerkers van de GGD , voor
binnenstadbezoekers en treinreizigers (zie voorstel 03/016807). In verband met de realisatie van de spoortunnel
kent het terrein een tijdelijk karakter voorlopig voor een periode van 5 tot 7
jaar. Dit is ook de reden dat de extra capaciteit van de Laan van Vollering
niet volledig wordt meegerekend bij de capaciteit in gebied C.
Op het terrein kunnen 225
parkeerplaatsen worden aangelegd. Het terrein wordt in 2 gedeelten opgeleverd.
Minimaal 40 parkeerplekken worden gerealiseerd uiterlijk per 1 juli 2003. Het
totale terrein is uiterlijk 31 september 2003 gereed.
De inrichting van het terrein
valt uiteen in twee delen. Een gedeelte is bestemd voor vergunningparkeren. Dit
zijn ongeveer 125 plaatsen. Het tweede gedeelte is bestemd voor de
abonnementhouders, P&R en betaald parkeren. Indien hier aanleiding toe is,
is het mogelijk om met de verdeling van het aantal plaatsen aan te passen.
Om de veiligheid op het
terrein te verhogen blijft het huidige hekwerk gehandhaafd. Er wordt een extra
voetgangers doorgang gecreëerd aan de zijde van het station. Op terrein zal een
hoger verlichtingsniveau worden aangebracht. Dit niveau is hoger dan
gebruikelijk, om de veiligheid op dit terrein extra te waarborgen.
Aanleggen
van extra private parkeerruimte
De
aanleg van meer eigen (private, gekochte of
marktconform gehuurde) parkeerplaatsen zal de komende jaren meer kunnen en
moeten. Doordat schaarste ontstaat op de “parkeermarkt” zal men bereid zijn
voor parkeren te betalen en wordt parkeren interessant voor ondernemers. De
aanleg van private parkeerruimte wordt gestimuleerd door een streng en relatief
duur parkeerbeleid is en door inzet en afstemming van het RO-beleid.
Het
project rond het spoor zal in eerste instantie hinder opleveren voor omwonenden
en wellicht de parkeernood doen toenemen. De Gemeente zal in deze periode zich
uiterst inspannen om de overlast zo beperkt mogelijk te houden. Het project
rond de spoorzone levert echter in tweede instantie een kans op om een flinke
verbetering te bereiken in de parkeersituatie in gebied C. Dat kan zowel
publiek als privaat:
-
publiek (vergunning of mixplaatsen) in een nieuw te bouwen
parkeerkelder,
-
privaat: (met abonnementen, en marktconforme verkoop/verhuur van
plaatsen in die garage).
Te
zijner tijd (medio 2005) kan hieraan op basis van verdere ervaring hieraan een
streefgetal verbonden worden. In ieder geval wordt er van uit gegaan dat na
voltooiing van het project rond het spoor in ieder geval het huidig arsenaal
aan parkeerplaatsen terugkomt.
Voorgesteld
wordt om de volgende veranderingen in het gereguleerd parkeren in gebied C vast
te stellen:
-
De prijs van een vergunning voor bewoners per 1 oktober 2003 tot 1
oktober 2005 vast te stellen op:
o
Eerste vergunning per adres
€50,= per jaar
o
Tweede vergunning per adres €100,= per jaar
o
Bezoekerskaart €15,= per jaar
-
De prijs van een vergunning voor bedrijven vanaf 1 oktober 2003 vast te
stellen op:
o
Eerste vergunning €80,= per jaar
o
Tweede vergunning €160,= per jaar
o
Bezoekerskaart €40,= per jaar
Jaarlijks is verhoging van
dit tarief mogelijk met maximaal de indexatie voor gemeentebelastingen,
vervolgens kan dit afgerond tot worden op een rond bedrag.
-
Ieder woonadres het recht te geven op minimaal 1 vergunning en 1
bezoekerskaart en maximaal 2 vergunningen en 1 bezoekerskaart.
Kamerbewoners kunnen
wanneer zij aannemelijk kunnen maken dat meerdere huishoudens worden gevoerd op
1 adres, meer dan 2 vergunningen per adres aanvragen. Dezelfde voorwaarden als
die, die per adres gelden, gelden dan per huishouden. Wat de definitie van een
huishouden is, is opgenomen in de parkeerverordening (en in hoofdstuk 2 van
deze nota).
-
Voor de tweede vergunning voor een woonadres geldt op termijn een
wachtlijst. Het aantal beschikbare tweede vergunningen wordt jaarlijks op 1 mei
vastgesteld, volgens de rekensom: 3000 – het aantal uitgegeven eerste
vergunningen per adres. Per 1 oktober 2003 zijn 650 tweede vergunningen
beschikbaar.
-
Bedrijven hebben het recht op in totaal maximaal 3 parkeerproducten
waarvan maximaal 2 vergunningen op kenteken en maximaal 2 bezoekerskaarten.
-
Bloktijden vast te stellen op
maandag tot vrijdag van 16:00
tot 22:00 uur en op zaterdag van
12:00 tot 22:00 uur.
-
Stoepparkeren op de Fransen van de Puttenstraat, de Vriesstraat en de
Heemstrastraat zowel door de week als in het weekend alleen in de avond en de
nacht toe te staan: namelijk van 19:00 – 9:00 uur.
-
De bezoekerskaart aan te passen om misbruik te voorkomen. Er wordt een
draaischijf gemaakt (conform parkeerschijf) met een maximale parkeerduur van 3
uur.
-
Het aantal directe handhavingsuren in heel gebied C op jaarbasis vast te
stellen op 3276 uur. Dit komt overeen met de 10,6 uur per dag die de afgelopen
maanden ingezet zijn voor gebied C.
-
De Rochussenstraat, de Kempenaerstraat, de Thorbeckestraat, het
Westplantsoen en een deel van de Ruys de Beerenbrouckstraat (RdB vanaf het
begin tot aan de afslag Westplantsoen) worden aan gebied C toegevoegd. Dit niet
alleen naar aanleiding van de huidige situatie, maar ook naar aanleiding van
het plan om in het Agnetapark gereguleerd parkeren in te gaan voeren.
-
Op de Houttuinen worden de parkeerplaatsen vanaf het Stationsplein tot
aan Houttuinen 26 (inclusief het terreintje) mix gemaakt (vergunninghouders en
betaald parkeren).
Verder wordt het volgende
voorgesteld:
-
Over 2 jaar opnieuw een evaluatie te doen over
gereguleerd parkeren in gebied C. In deze evaluatie komen alle onderdelen van
deze nota weer aan de orde. Ook wordt dan een kostendekkend tarief voor de
bewonersvergunning vastgesteld.
-
Na de definitieve invoering van vergunningparkeren in de wijken
Olofsbuurt en Westerkwartier behoudt de gemeente de inspanningsverplichting om
indien mogelijk extra parkeerplaatsen aan te leggen. Hiervan kan bijvoorbeeld
sprake zijn bij nieuwbouw, de aanleg van ondergrondse vuilcontainers en een
inventarisatie van laad- en losplekken en uitritten die overbodig zijn.
-
Na de aanleg van het spoorzone-project op zijn minst net zoveel
parkeerplekken terug te laten komen in gebied C als dat er voor aanvang van het
project aanwezig waren. Er wordt naar gestreefd om extra parkerplaatsen te
realiseren.
Het
voorstel zoals dat hier voorligt is in goed overleg met de Belangenvereniging
Olofbuurt en Westerkwartier (BVOW) tot stand gekomen. De belangenvereniging
heeft ruim 450 leden en is sinds het begin van de proef in overleg met de
gemeente over de invoering van gereguleerd parkeren in gebied C.
Naast overleg met de
belangenvereniging is ook de hele wijk regelmatig geïnformeerd:
-
In totaal zijn 3 nieuwsbrieven verstuurd: bij de evaluatie van het
eerste jaar (september 2002), bij aanpassing van de bloktijden (januari 2003)
en in mei 2003 voordat dit voorstel de procedure is in gegaan.
-
Regelmatig zijn bewonersavonden georganiseerd
-
Regelmatig zijn berichten in de pers verschenen
-
Op maandagavond 2 juni is een inloopavond georganiseerd waar bewoners op
dit voorstel kunnen reageren.
Nadat dit voorstel door de raad (eventueel met
wijzigingen) is goedgekeurd onstaat er weer een communicatiemoment met de
bewoners en bedrijven. Via persberichten zullen bewoners op de hoogte worden
gebracht van de genomen besluiten. Bewoners van de straten die toegevoegd
worden aan het reguleringsgebied zullen persoonlijk geinformeerd worden.
[1] In eerste instantie is er gekozen voor de perioden van 9.00 tot 11.00 en van 16.00 tot 20.00 uur. Sinds begin 2003 zijn, naar aanleiding van de evaluatie, de bloktijden van 16.00 tot 22.00 uur doordeweek. En op zaterdag van 12 uur tot 20 uur.
[2] Deze parkeerplekken zijn nu niet meegeteld omdat ze voor een ander doel gebruikt worden. In de toekomst komen deze plekken wellicht wel beschikbaar.
[3] Een aantal straten in gebied C heeft de bloktijden van de binnenstad. Dit omdat deze straten en/ of terreinen zo dicht tegen de binnenstad aanliggen dat dit het meest logisch is. Het gaat hier om Houttuinen, Stationsplein, van Leeuwenhoeksingel en spoorsingel. Per 1 november 2003 worden de bloktijden hier van maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 22:00 uur.