GEMEENTE DELFT

April 2003

 

 

Nota

 

INSPRAAK

SCHEEPMAKERIJ

 

samenvatting en beantwoording

inspraakreacties op het concept-ontwikkelingsplan Scheepmakerij

 

 

 

 

1.         Tj. Deelstra, Rotterdamseweg 109,  2628 AK Delft

 

1.1       Samenvatting 

Ten aanzien van gevolgde procedure brengt indiener naar voren dat hem bij de voorbereidende besprekingen van het wijkplan Wippolder is toegezegd dat er in 2001 een informatie en discussie avond wordt georganiseerd over de toekomt van het gebied Rotterdamseweg-noord, waarvan de Scheepmakerij slechts een klein onderdeel van uitmaakt. Zo kan een samenhangende visie worden ontwikkeld voor het gehele plangebied.

De samenhang gaat nu verloren door deze “postzegelplanologie”.

Dit ontwikkelingsplan hoort in een globale visie te passen. Door vertraging van de discussie over een ruimer plangebied doorkruist deze planvorming de gang van zaken.

            Antwoord   

Wijkplannen en ontwikkelingsplannen zijn beiden gemeentelijke plannen die echter van inhoud sterk verschillen. In wijkplannen worden de wensen van bewoners met betrekking tot hun woongebied voor de komende 4 jaar vastgesteld. Afhankelijk van die wensen heeft een wijkplan een ruimtelijke component. 

Voor het wijkplan Wippolder moeten nog een aantal zaken met betrekking tot de riolering, de bestrating, mobiliteit en groen worden uitgezocht. Verwacht wordt dat de resultaten van die onderzoeken in de tweede helft van 2002 zullen worden samengevat in het ontwerp wijkplan dat zal worden besproken met buurtbewoners.

Anders dan een wijkplan is een ontwikkelingsplan uitsluitend een ruimtelijk plan inhoudende een planologisch kader waarin toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen dienen te passen.

Voor het gehele plangebied Rotterdamseweg noord is in 1997 een bestemmingsplan in procedure gebracht. Dit bestemmingsplan heeft in de omgeving tot veel protesten geleid. De procedure is als gevolg van die protesten stopgezet en besloten is om met in achtneming van de naar voren gebrachte bezwaren eerst de individuele bouwplannen af te handelen  alvorens opnieuw een bestemmingsplan in procedure te brengen. Die bouwplannen worden gerealiseerd middels vrijstellingsprocedure  op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).

Gelet op het brede kader waarin dit ontwikkelingsplan is gezet (zoals blijkt uit de morfologische opbouw van de wijk, de geschiedenis van het gehele gebied) kunnen wij ons niet vinden in stelling dat hier postzegelplanologie wordt bedreven.

 

            Conclusie

De reactie heeft niet geleid tot aanpassingen in het ontwikkelingsplan.

 

1.2.      Samenvatting

Door geen aandacht te willen besteden aan de parkeerproblematiek van de ruimere omgeving wordt de kans gemist om parkeercapaciteit te creëren voor de ruimere omgeving, bijvoorbeeld middels een ondergrondse garage onder de groene ruimte in het plangebied.

Doordat de grenzen van het plangebied zijn gelegd op het hart van de Rotterdamseweg wordt de kans gemist iets de doen aan de parkeerproblematiek aldaar. De bewoners van het inmiddels gerealiseerde Koningsveld parkeren hun auto op plaatsen die voorheen beschikbaar waren voor bewoners van het Herenpad, de bewoners van het Herenpad parkeren nu aan de Scheepmakerij. Het is een bezwaar dat de parkeerproblematiek van “postzegelplannen” afgewenteld wordt op de omgeving.

            Antwoord       

Het invoeren van parkeerbeleid binnen de gemeente Delft vindt plaats in fasen. De eerste fase, ten aanzien van parkeren in de binnenstad is thans afgerond met besluitvorming op ingediende bezwaren. Nu wordt gestart met beleidsvorming voor de plangebieden in de schil, waarbij de westzijde en de oostzijde van de binnenstad als eerste worden onderzocht.

Het plangebied aan de zuidzijde van de binnenstad zal medio 2003 in concept gereed zijn en met bewoners worden besproken.

Vooruitlopend hierop is al wel geconstateerd dat het plangebied van het ontwikkelingsplan Scheepmakerij zich niet leent voor het oplossen van de parkeerproblematiek van de gehele zuidzijde van de binnenstad. Het realiseren van parkeergarages en andere parkeervoorzieningen voor een ruimere omgeving passen niet in de aard en schaal van de Scheepmakerij. De bereikbaarheid van de door indiener genoemde groene ruimte zal voor de direct aanwonenden een onacceptabele situatie opleveren. Daarnaast is het behoud van groen en speelvoorziening van belang voor de leefbaarheid van het plangebied.

Gelet op het voornoemde zijn wij van mening dat het niet nodig is om met de ruimtelijke ontwikkelingen van de Scheepmakerij te wachten op invoering van het parkeerbeleid van de ruimere omgeving zoals door indiener wordt voorgesteld.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

1.3               Samenvatting

De Scheepmakerij moet ingericht worden als een levendige, karakteristieke kade, die de moeite waard is als aangename wandelroute als onderdeel op de route langs de Schie van ‘Princehage’ tot Hertog Govertkade. Een steenachtige kade waar werkzaamheden worden verricht, bijvoorbeeld met kleine bedrijven die te maken hebben met de pleziervaart horen bij dit beeld. Niet een gewone straat met circa 30 parkeerplaatsen en een groene “glooiing” zoals voorgesteld door de gemeente op de inspraakavond.

            Antwoord       

De visie van indiener wordt onderschreven als het gaat om een levendige, karakteristieke kade als aangename route die onderdeel is van de route langs de Schie en het realiseren van bedrijven die te maken hebben met de pleziervaart. Het ontwikkelingsplan laat initiatieven van particuliere ondernemers voor een dergelijke ontwikkeling toe. In het ontwikkelingsplan zal het voorstel opgenomen worden dat onder andere gedacht kan worden aan de vestiging van kleine bedrijven die te maken hebben met scheepsbouw, pleziervaart en andere activiteiten die met het water te maken hebben, mits dit in overeenstemming is met terzake doende wetgeving.

Ten aanzien van het aantal te realiseren parkeerplaatsen zal rekening gehouden moeten worden met de bestaande situatie van het bewoners parkeren op de Scheepmakerij. Indien gereguleerd parkeren in de toekomst in dit plangebied ingesteld zal worden is het mogelijk dat het aantal parkeerplaatsen wat lager wordt. Tot nu toe wordt rekening gehouden met 27 parkeerplaatsen omdat dit is aangetoond door recente nachttellingen.

 

Daarnaast zullen de 9 parkeerplaatsen die langs de kade op particulier terrein gerealiseerd gaan worden ten behoeve van het bouwplan op het terrein Poppink meegenomen moeten worden in de inrichting van de openbare ruimte van de Scheepmakerij.

De Scheepmakerij zal nooit een doorsnee straat kunnen worden omdat bebouwing aan één zijde ontbreekt.

Het maken van een steenachtige kade al dan niet in combinatie met groen zal meegenomen worden in de plannen voor de inrichting van de openbare ruimte.

            Conclusie

In het ontwikkelingsplan zal een zinsnede worden toegevoegd waarin de mogelijk van vestiging van kleine bedrijven, die een relatie hebben met scheepsbouw, pleziervaart en andere activiteiten die met het water te maken hebben nadrukkelijk wordt vermeld.

Het maken van een steenachtige kade al dan niet in combinatie met groen zal meegenomen worden in de plannen voor de inrichting van de openbare ruimte.

 

 

2.             G.C. M. Heijne,  Rotterdamseweg 76, 2628 AN  Delft

M. J. v/d Werf en W. v/d Werf-Jansse,  Rotterdamseweg 78, 2628 AN Delft

M. de Ruyter en M.E.G. de Ruyter-Goemans,  Rotterdamseweg 80, 2628 AN Delft

G.V.W. Meyer en Meyer-v.d. Werf,  Rotterdamseweg 82, 2628 AN Delft

 

2.1       Samenvatting

De bewoners maken zich zorgen over de grote bebouwingsdichtheid van het  binnengebied van het terrein Poppink. Het door Schouten en de Jong gepresenteerde plan voorziet in een blinde gevel van 9 meter hoog op slechts 8,65 meter afstand van de aangrenzende woningen aan het Herenpad. Voor de betrokken bewoners levert dit een te forse achteruitgang van licht en lucht op, temeer daar de noordgevel van het Herenpad ook blind is.

            Antwoord

Het plan gaat ervan uit dat de bebouwing van de zijgevel van de eengezinswoningen op 2 tot 3 meter van de erfgrens (achtertuin) van de woningen aan het Herenpad plaatsvindt. De woningen zijn niet direct gelegen achter de woningen Rotterdamseweg 76 t/m 82, maar achter de bedrijfspanden 70 t/m 74. De afstand tussen de achtergevel van de Rotterdamseweg 76 tot de achtergevel van de nieuw te bouwen woningen is schuin gemeten ruim elf meter. Mochten de bewoners willen opteren voor een meer open kopgevel, dan is dit bespreekbaar. De woningen van bewoners zijn meer gelegen tegenover de kopgevel van de woningen aan het Herenpad, dan aan de achterzijde van het plan op het terrein Poppink.

            Conclusie

Deze reactie zal leiden tot aanpassingen van het gepresenteerde bouwplan maar heeft geen gevolgen voor het ontwikkelingsplan als zodanig.

 

2.2       Samenvatting 

Mogelijk zullen planschadeclaims worden ingediend.

            Antwoord

Artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna te noemen: WRO) biedt de mogelijkheid tot vergoeding van de schade die onder meer het gevolg is van vrijstelling ex artikel 19 WRO van het ter plaatse vigerende bestemmingsplan en niet anderszins wordt vergoed (zogenoemde “ planschade” ). Indien betrokkenen inderdaad als gevolg van de nog te voeren vrijstelling ex artikel 19 WRO voor het bouwplan op het terrein van Poppink schade zullen lijden, dan kunnen zij bij de gemeenteraad, wanneer vrijstelling en bouwvergunning onherroepelijk zijn geworden, een verzoek tot vergoeding van planschade indienen.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

 

3.         A. de Graaf, Herenpad 2, 2628 AG Delft

P. van den Bos, Herenpad 4, 2628 AG Delft

G Hulscher,  Herenpad 6, 2628 AG Delft

J Branderhorst, Herenpad 8, 2628 AG Delft

 

3.1               Samenvatting

Bewoners voeren aan dat op 9 meter afstand van achtergevel een blinde gevel van 9 meter hoog gebouwd op het terrein van Poppink. Dit gaat ten koste van uitzicht en vermindering van daglicht. De middagzon verdwijnt.

            Antwoord

De bebouwing komt op 3 meter afstand van de erfgrens (achtertuin) van de woningen van bewoners te staan. Wat betreft privacy is er in de plannen bewust gekozen voor een blinde kopgevel. Indien er behoefte is aan een meer open gevel is dat bespreekbaar.

De bezonningsdiagrammen geven aan dat er in het voor- en najaar (21 maart – 21 september) in de middag schaduw in de tuin zal ontstaan. In de zomer is door de hogere stand van de zon, de schaduwvorming als gevolg van de nieuwbouw gering.

Om te voorkomen dat de bezonning in het voor- en najaar nadelig wordt beïnvloed zal de meest westelijke woning van het bouwplan aangepast worden.

            Conclusie

Deze reactie zal leiden tot aanpassingen van het gepresenteerde bouwplan maar heeft geen gevolgen voor het ontwikkelingsplan als zodanig.

 

3.2       Samenvatting

Zii brengen voorts naar voren dat 20 jaar geleden door een fout bij het kadaster de tuin 2 meter minder diep is geworden. Zij verzoeken minder huizen op het terrein van Poppink mogelijk te maken (1 woning minder zou al beter zijn).

            Antwoord

Bewoners hebben een achtertuinen met een diepte van 4,5 tot 6 meter. De bebouwing komt op een afstand van 3 meter van de achtergrens van de tuinen van bewoners. Gelet op de stedelijk omgeving achten wij een dergelijke afstand acceptabel. Voor het overige wordt verwezen naar antwoord 3.1.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

 

3.                   Tjalk West Fries,  Scheepmakerij, tegenover no 9

Hans Boshuyer en Marja Priem,  postadres: Twee Molentjeskade 1, 2612 XW Delft

 

4.1       Samenvatting 

Bewoners van de tjalk merken op dat de Scheepmakerij 8, een voormalig 17de eeuwse scheepstimmerwerkplaats, een bijzonder karakter heeft. Zij pleiten ervoor om het pand om die reden te behouden. Bewoners willen in samenspraak met Landelijke vereniging tot behoud van het historisch bedrijfsvaartuig, pand nummer 8 restaureren en inrichten als scheepstimmerwerkplaats voor kleine projecten: het vervaardigen van masten, zwaarden, roeren e.d. eventueel kan het dienen als bescheiden expositieruimte. Een dergelijke bestemming komt tegemoet aan de wens van de gemeente ten aanzien van het behoud van het karakter van de Scheepmakerij.

Het is goed mogelijk het pand te restaureren en vanuit historisch oogpunt wenselijk, volgens Wim Weve, van de gemeente Delft.

            Antwoord

Dergelijke initiatieven van particuliere ondernemers zullen positief worden ontvangen en passen binnen het ontwikkelingsplan Scheepmakerij.  Naar aanleiding van de behandeling van het concept-ontwikkelingsplan Scheepmakerij in de commissie Duurzaamheid is het ontwikkelingsplan zodanig aangepast dat, indien technisch mogelijk, de panden  Scheepmakerij 8,9 en 10 behouden moeten blijven.

            Conclusie

Het ontwikkelingsplan is mede naar aanleiding van deze inspraakreactie aangepast.

 

4.2       Samenvatting

Het bevreemdt indiener dat het pand nu kan rekenen op gemeentelijke bescherming terwijl er in 1996 een sloopvergunning voor afgegeven is. Waarschijnlijk geldt dit ook voor de overige bebouwing op het terrein Vliegenthart.

Antwoord:      

Voor het pand is geen sloopvergunning afgegeven, wel aangevraagd. Voor het overige wordt verwezen naar antwoord 4.1.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

4.3       Samenvatting

De achterbegrenzing van de bebouwing aan de Scheepmakerij lijkt op één lijn te liggen. De poort tussen Hertog Govertkade 3 en 4/5 markeert deze lijn. Deze noord-zuid verbinding heeft waarschijnlijk een zeer oude oorsprong maar ontbreekt in het ontwikkelingsplan.

Antwoord

In de Cultuur Historische Effectrapportage (CHER) wordt de achterbegrenzing van de bebouwing aan de Scheepmakerij als een van de kenmerkende en belangrijke elementen genoemd. In hoofdstuk 2 van het ontwikkelingsplan Scheepmakerij is dit ook opgenomen. In de samenvatting van de ontwikkelingsvoorwaarden staat dat de historische kleinschalige verkaveling / structuur als uitgangspunt dient bij nieuwe ontwikkelingen. In dit ontwikkelingsplan is er voor gekozen om prioriteit te stellen aan de oost- west verbindingen in de vorm van voetgangersroutes. Deze verbindingen maken het namelijk mogelijk om een fysieke relatie te leggen tussen het middengebied en het water van de Delftse Schie. Het  oppakken van deze lijn als een noord-zuid verbinding blijft tot de mogelijkheden horen.

            Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

 

5.                   Hans-Peter van Leeuwen, Rotterdamseweg 28, 2628 AM Delft

Ook namens : A.J.M. van Diemen en J.J. Ambrosius, Rotterdamseweg 24, 2628 AM  Delft

                            A.A.J. Dijkgraaf, Rotterdamseweg 26, 2628 AM Delft

 

5.1       Samenvatting

Bewoners merken ten aanzien van de gevolgde procedure op dat zij via een advertentie in de Stadskrant op de hoogte gebracht van de inspraakavond in plaats van via een brief en dat onduidelijk is welke versie van het concept-ontwikkelingsplan onderwerp van de inspraak is nu meerdere versies in omloop zijn gebracht.

            Antwoord

Het is gebruikelijk burgers via een advertentie in de plaatselijke krant op de hoogte te brengen van inspraakbijeenkomsten, de Algemene wet bestuursrecht verplicht zelfs hiertoe. Bij uitnodigingen via brieven wordt een reëel risico gelopen dat een adres vergeten wordt met als gevolg dat de procedure opnieuw doorlopen moet worden. Van het plan zijn twee versies in omloop gebracht. Direct na ter inzage legging van het eerste concep-ontwikkelingsplan heeft een bewoner verzocht om een directe rectificatie wegens veronderstelde te leiden schade. Die rectificatie is direct verzorgd en gedurende de inspraakbijeenkomst is een gerectificeerde versie van het concept-ontwikkelingsplan uitgedeeld. De rectificatie heeft echter geen enkele betekenis voor het ruimtelijk plan. Daar het ruimtelijk plan onderwerp van inspraak is, is hier geen sprake van onduidelijkheid.

            Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

5.2               Samenvatting

De onderbouwing van de visie in hoofdstuk 4 berust op een beschrijving van de huidige situatie hoofdstukken 2 en 3 waarin aantoonbare essentiële fouten staan. Het aantal bedrijven bijvoorbeeld klopt al niet.

Antwoord:

Indiener stelt dat in de beschrijving van de huidige situatie essentiële fouten staan. Inspraak biedt onder meer de mogelijkheid om het concept-plan op die punten te corrigeren. Indiener spreekt van meerdere fouten maar noemt er slechts één met name. Alleen op het genoemde punt kan daarom worden ingegaan. Herlezing van het stuk heeft geen andere fouten bij ons aan het licht gebracht.

Gesteld wordt dat het aantal genoemde bedrijven niet klopt. Deze constatering is correct. Alleen die vier bedrijven die een probleem opleveren voor de ruimtelijke plannen zijn opgesomd in hoofdstuk 3.6. De formulering in het ontwikkelingsplan moet zijn: In het plangebied zijn 4 bedrijven ten aanzien waarvan geldt dat woningbouw niet zonder meer past binnen het beleid dat ten aanzien van bedrijven geldt.

De tekst zal als zodanig worden aangepast.

            Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van de bedoelde tekst in het ontwikkelingsplan.

 

5.3       Samenvatting

Burgers worden ontmoedigd door een oneerlijke foutieve voorstelling van de procedure door gebruik van zinsneden als “Bij zienswijzen: weerleggen en hoorzitting wethouder” en verzuimd is om aan te geven hoe de plannen en het plangebied voldoen aan de voorwaarden die de wetgever stelt aan een vrijstelling ex artikel 19 van de WRO

     Antwoord

Ten onrechte is in de tekst opgenomen ”weerleggen van zienswijzen”. Deze tekst had moeten zijn: “het verwerken van zienswijzen” en de tekst zal als zodanig worden aangepast. De hoorzitting wordt gehouden door de wethouder conform de gemeentelijke besluitvorming inzake wijzigingen WRO van april 2000.

De WRO stelt geen eisen aan de ruimtelijke plannen die vooruitlopend aan de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO in procedure worden gebracht. Het ontwikkelingsplan is bedoeld als ruimtelijke onderbouwing die vereist wordt als planologische basis van de vrijstelling ex artikel 19 WRO.

     Conclusie

Deze reactie leidt tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

5.4       Samenvatting

Plannen voor Vliegenthart worden geheim gehouden waardoor bewoners onthouden wordt een concrete voorstelling te maken bij de abstracte teksten in het ontwikkelingsplan. Terwijl deze plannen wel een rol hebben gespeeld bij het opstellen van dit ontwikkelingsplan.

Antwoord       

De plannen voor het terrein Vliegenthart zijn nog onvoldoende uitgewerkt om te kunnen worden besproken met omwonenden.

Het ontwikkelingsplan biedt echter een ruimtelijk kader waarbinnen ook het plan van Vliegenthart zal moeten passen om überhaupt een vrijstelling ex artikel 19 WRO in procedure te kunnen brengen.

Indien de plannen wel voldoende zijn uitgewerkt en passen binnen het kader van het ontwikkelingsplan, zullen de plannen met omwonenden worden besproken.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

5.5       Samenvatting

Het taalgebruik is vaag, technisch, in strijd met regels van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal.

Op grond van het bovenstaande wordt verzocht een nieuwe procedure te starten die wel voldoet aan de minimale eisen die de wet en de gemeentelijke regelgeving stellen.

            Antwoord

Het ontwikkelingsplan zal op door indiener gesignaleerde strijdigheid met regels van grammatica en spelling worden gecorrigeerd. Indiener stelt tevens dat het plan vaag is. Waarschijnlijk doelt hij daarmee op onvoldoende concreetheid van bouw- en gebruiksmogelijkheden. Dit is echter inherent aan ontwikkelingsplannen. Zij bieden slechts een ruimtelijk kader

            Conclusie

Grammaticale en spellingsfouten in het ontwikkelingsplan zullen worden gecorrigeerd.

 

5.6       Samenvatting

Verzoek is de aanleg van de nieuwe noordelijke verbinding in het ontwikkelingsplan uit te sluiten evenals de ontsluiting van eventuele nieuwbouw via deze verbinding. Indiener heeft inhoudelijk bezwaar tegen de realisatie van noordelijke verbinding voor langzaam verkeer tussen Rotterdamseweg en Scheepmakerij in verband met:

a.              de aanwezigheid van de Hertog Govertkade op 50 meter afstand hiervan; 

b.              strijdigheid van de in het ontwikkelingsplan omschreven historische structuur;

c.              een toename van het verkeersaanbod ter plaatse van deze verbinding;

d.              de mogelijkheid dat nieuwe woningen op het terrein Vliegenthart via deze verbinding ontsloten kunnen worden voor autoverkeer;

e.              afname van woongenot na aanleiding van c) en d) in de vorm van geluidsoverlast, vermindering van privacy en sociale veiligheid;

f.                vermindering van de bereikbaarheid van de eigen woning van de bewoners van Rotterdamseweg 24 tot en met 28 na aanleiding van d);

g.              de aantasting van de verkeersveiligheid met name voor kinderen die deze verbinding moeten oversteken om te gaan spelen in de gemeenschappelijke tuin na aanleiding van d);

h.              onveilige en onoverzichtelijke aansluiting van de steeg met de Rotterdamseweg;

i.                hinder en schade voor de gebruikers van de bestaande opslag door de groei van het autoverkeer in de steeg.

            Antwoord

De noordelijke  verbinding voor voetgangers is bedoeld als toevoeging op de bestaande ruimtelijke structuur, waardoor het mogelijk is om een fysieke relatie voor voetgangers te maken tussen de Rotterdamseweg, het middengebied en de Delftse Schie. Nieuw te realiseren bebouwing op het middengebied kunnen via deze verbinding ontsloten worden voor voetgangers. Ten aanzien van de historische structuur kan de oost-west verbinding eveneens gezien worden als een toevoeging in plaats van een strijdigheid.

De verbinding is voor voetgangers en niet bedoeld voor gemotoriseerd verkeer. Parkeervoorzieningen voor de nieuw te realiseren woningen op de terreinen Vliegenthart en Poppink zullen voor gemotoriseerd verkeer bereikbaar zijn via de Scheepmakerij.

Parkeerplaatsen voor eventuele bebouwing direct naast de Rotterdamseweg 28 zullen mogelijk wel via de verbinding vanaf de Rotterdamseweg ontsloten worden. Het zal hier om hooguit twee tot drie parkeerplaatsen gaan. Het bestaande aantal parkeerplaatsen op het middengebied zal gehandhaafd blijven.

Wij zijn van mening dat geen sprake zal zijn van een toename van het verkeersaanbod met de daaraan verbonden afname van het woongenot en vermindering van de waarde van de eigen woning van indiener. Dit geldt ook voor de aantasting van de verkeersveiligheid, de onveilige en onoverzichtelijke aansluiting met de Rotterdamseweg en de hinder en schade voor gebruikers van de bestaande opslag door de groei van het autoverkeer in de steeg.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

5.7       Samenvatting

Indiener heeft bezwaar tegen het ontbreken van concrete maten voor de bouwhoogte voor de bebouwing van het middengebied en verzoekt de bouwhoogte expliciet vast te leggen en te baseren op de hoogte van de bestaande bebouwing.

Zoals omschreven in het ontwikkelingsplan kan de nieuwe bebouwing 15 meter hoog worden. Dit levert negatieve gevolgen voor:

a.         lichtinval, privacy in bestaande woningen, tuinen, plaatjes en (eventueel nog aan te leggen) dakterrassen;

b.         het beeld van het gebied gezien vanaf de Rotterdamseweg;

c.         de stedebouwkundige structuur van dit gebied.

            Antwoord

In de samenvatting van het ontwikkelingsplan wordt geformuleerd dat de hoogte van de bebouwing op het middengebied niet zichtbaar mag zijn vanaf de overkant van het water van het Rijn-Schiekanaal en de Delftse Schie, terwijl in het hoofdstuk 4.1 over bouwvolume en rooilijnen gesteld wordt dat de hoogte van de bebouwing op het middengebied onder geen voorwaarde hoger mag worden dan de bebouwing aan de randen. Dit laatste is de bedoeling. De tekst in de samenvatting van het ontwikkelingsplan Scheepmakerij zal hierop worden aangepast.

Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar de beantwoording onder 3.1, 5.2, 5.5 en 5.6.

            Conclusie

De tekst over bouwhoogte van het middengebied zal worden aangepast in de samenvatting van het ontwikkelingsplan Scheepmakerij.

Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar de beantwoording onder 3.1, 5.2, 5.5 en 5.6

 

 

5.8        Samenvatting

Indiener maakt bezwaar tegen de onduidelijkheid over de gewenste rooilijnen. Dit kan ten koste gaan van het schaars aanwezige openbaar toegankelijk groen.

            Antwoord

In het ontwikkelingsplan is opgenomen dat het karakter van het groen- en speelgebied in het middengebied gehandhaafd moet blijven. De rooilijnen zijn alleen opgenomen langs de Scheepmakerij, omdat ze daar relevant zijn voor het instandhouden van de stedebouwkundige hoofdstructuur.

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.          

    

 

5.9        Samenvatting

Indiener maakt bezwaar tegen de parkeernorm van 1,3 parkeerplaats per nieuwe woning. Deze norm uit de CROW ASW is niet meer actueel.  De nieuwbouw aan de Agatha van Leidenlaan heeft al geleid tot parkeeroverlast aan de Scheepmakerij. De gewenste bedrijvigheid zal de verkeers- en parkeerdruk ook verhogen.

Indiener verzoekt in het ontwikkelingsplan een parkeernorm op te nemen van 2 openbaar toegankelijke parkeerplaatsen per nieuwe woning.

            Antwoord

De parkeernormen als opgenomen in de CROW ASW zijn nog steeds de landelijke geaccepteerde en gehanteerde normen. De normen van de CROW kennen een bandbreedte van 1.3 tot 1.8 parkeerplaatsen per woning. Naar aanleiding van de ingediende reacties is de norm aangepast van 1,3 naar 1,5 parkeerplaatsen per woning. Deze parkeerplaatsen zullen in een gemeenschappelijke voorziening worden gegroepeerd. 

            Conclusie

Deze reactie leidt tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

6.                   V.C. Pieters namens De Groene Groep B.V., Postbus 23037, 3016 BM Rotterdam

 

6.1               Samenvatting

Indiener verzoekt om in de definitieve versie van het ontwikkelingsplan Scheepmakerij het behoud van de gevels Scheepmakerij 8 en 9/10 niet op te nemen. Indiener is sinds 1995 eigenaar van de locatie Vliegenthart en heeft diverse pogingen gedaan om met behoud van de gevel van Scheepmakerij 8 en 9/10 een financieel haalbaar plan te ontwikkelen. Deze pogingen zijn niet mogelijk gebleken omdat de te handhaven gevels:

-            in slechte staat van onderhoud verkeren;

-            niet passen als onderdeel van een grotere te ontwerpen gevel die qua maat en schaal noodzakelijk is i.v.m. de financiële haalbaarheid;

-            een architectonisch onacceptabel beeld als gevolg hebben;

-            een robuustere invulling niet toelaten, die gezien de ruimte van de locatie mogelijk moet zijn.

Bovendien stelt indiener dat in verband met de noodzakelijke bodemsanering de sloop van de panden 8 en 9/10 zonder meer noodzakelijk zal zijn.

            Antwoord

Tijdens de behandeling van het ontwikkelingsplan in de commissie Duurzaamheid heeft de commissie geadviseerd het ontwikkelingsplan zodanig aan te passen dat de panden Scheepmakerij 8, en 9/10, indien technisch mogelijk, behouden moeten blijven. B&W hebben dit advies overgenomen en het ontwikkelingsplan is hierop aangepast.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

 

7.         familie  F. Baggerman, Freek Baggerman jr., Scheepmakerij 13A, 2628 AA delft.

 

7.1       Samenvatting

De heer Baggerman geeft aan sinds 1990 een bedrijf te voeren aan de Scheepmakerij. Het bedrijf beschikt over een zogenoemde C3-vergunning en een vergunning om werkzaamheden te verrichten die langs de kade voor het bedrijf worden afgemeerd. Woningbouwplannen op het terrein Vliegenthart schijnen alleen mogelijk te zijn als de vergunning omgezet wordt naar een C2- vergunning.

Hier maakt indiener bezwaar tegen omdat hij dan in zijn bedrijfsvoering zou worden geschaad. Na eerdere verhuizing van het bedrijf in verband met de komst van woningbouw meent indiener nu ongestoord zijn bedrijf te moeten kunnen voeren. Dit is ook toegezegd namens de gemeente. Verzocht wordt een verklaring dat het bedrijf zonder verdere beperkingen aan de vergunning voortgezet kan worden, nu, maar ook in de toekomst.

            Antwoord       

Dit ontwikkelingsplan kent een lange proceduretijd. In die tijd is de concept-nota Bedrijven en Bestemmingsplannen in procedure gebracht. Op grond van dat concept-beleid is het bedrijf van indiener aan te merken als een zogenoemd categorie 3.2 bedrijf. Volgens het concept-beleid moet tussen dit bedrijf en woningen een afstand van 30 meter in acht worden genomen. Het ontwikkelingsplan is daarom op dit punt aangepast, ter plaatse van het terrein Vliegenthart is  wonen op grond van de concept bedrijvennota niet mogelijk. 

Het betreft echter beleid dat nog niet is vastgesteld. Indien in de vastgestelde bedrijvennota een geringere afstand tussen het bedrijf van indiener en woningbouw mogelijk maken zal de herontwikkeling van de locatie Vliegenthart worden herzien. Uitgangspunt zal hierbij zijn dat het bedrijf van indiener niet in zijn bedrijfsvoering mag worden geschaad.

            Conclusie

Deze reactie heeft geleid tot het aanpassen van het ontwikkelingsplan.

 

 

 

8.                  G.J. Meijerink, Rotterdamseweg 60, 2628 AN Delft.

 

8.1       Samenvatting 

Indiener verwijst naar eerder ingebrachte zienswijzen op het ontwerp-bestemmingsplan Rotterdamseweg Noord uit 1997.

            Antwoord

De door indiener bedoelde zienswijzen hebben met name betrekking op het in 1997 ter inzage gelegde voorontwerp-bestemmingsplan Rotterdamseweg Noord en zijn voor het merendeel niet van toepassing op dit ontwikkelingsplan. De onderdelen van de zienswijzen die wel van toepassing zijn op het ontwikkelingsplan herhaalt indiener in zijn schriftelijke reacties als opgenomen in het onderstaande.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

 

8.2       Samenvatting

Indiener meent dat het beter is om eerst een bestemmingsplan voor het gebied op te stellen in plaats van het steeds weer voeren van artikel 19 procedures zoals dat tot nu toe gebeurt.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder 1.1.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

8.3       Samenvatting

Indiener meent dat met de voorgenomen ontwikkelingen een saaie slaapstad wordt gecreëerd met teveel auto’s terwijl er gelet op het rapport van de Kamer van Koophandel juist in Delft behoefte is aan kleinschalige bedrijfsterreinen. Geadviseerd wordt om met de projectontwikkelaars afspraken te maken over een vast % dat aan bedrijfsruimte gerealiseerd moet worden.

            Antwoord

Wij kunnen ons niet vinden in deze stelling van indiener. Het ontwikkelingsplan maakt immers een menging van functies mogelijk waarbij ook ruimte wordt gereserveerd voor kleinschalige bedrijvigheid. Het geheel wijzigingen van het plangebied in een bedrijventerrein is gelet op bestaande woningen niet wenselijk.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

8.4       Samenvatting

Indiener geeft voorts aan functies in het ontwikkelingsplan te missen die een relatie hebben met de Schie.

            Antwoord

Voor antwoord wordt verwezen naar het antwoord van zienswijze 1.3

            Conclusie

In het ontwikkelingsplan zal een zinsnede worden toegevoegd waarin het vestigen van kleine bedrijven, die een relatie hebben met scheepsbouw, pleziervaart en andere activiteiten die met het water te maken hebben, worden voorgesteld.

 

8.5       Samenvatting

Indiener meent dat in het plangebied minimaal ruimte moet zijn voor bedrijven vallend onder categorie 3 van de Lijst van Bedrijfstypen en tevens zou er meer ruimte gereserveerd moeten worden voor winkels en horeca in het gebied.

            Antwoord

Gewijzigde inzichten ten aanzien van bedrijven in gemengde woonwijken hebben er toe geleid dat het juridisch niet meer mogelijk is om nieuwe bedrijfsvoering van categorie 3 bedrijven zonder meer in wijken als de Scheepmakerij toe te staan.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.

 

8.6       Samenvatting

Indiener stelt dat het aantal woningen dat op de terreinen van Vliegenthart en Poppink mogelijk te groot is, dat er meer parkeerruimte moet komen en dat de gestelde parkeernorm van 1.3  veel te laag is.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder 5.9

            Conclusie

Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan.

 

 

9.         J.Hiemstra, Dorpsstraat 19, 2630 AB Noordorp namens Poppink Glas Delft B.V.

 

9.1        Samenvatting

In de advertentie wordt aangegeven dat het ontwikkelingsplan samenhangt met de motivering zoals die nodig is voor de vrijstelling als omschreven in artikel 19 lid 4 WRO. Het ontwikkelingsplan wordt niet genoemd in de WRO en heeft ook geen formeel juridische status. Het kan daarom niet gebruikt worden als motivering voor de vrijstelling ex artikel 19 lid 4. Het ontwikkelingsplan en de advertentie zijn daarom onjuist.

                        Antwoord

Een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 en 4 dient, analoog aan de vrijstelling artikel 19 lid 1, te berusten op “een goede ruimtelijke onderbouwing”.  De vorm waarin die ruimtelijke onderbouwing vervolgens wordt gegoten is vrij, zo blijkt uit de Kamerstukken inzake de behandeling van de wijziging WRO, vakliteratuur en jurisprudentie.

Het feit dat het ontwikkelingsplan niet genoemd wordt in de WRO wil dus niet zeggen dat het ontwikkelingsplan geen formele juridische status zou hebben. Het ontwikkelingsplan biedt een ruimtelijk kader waarbinnen toekomstige ontwikkelingen dienen te passen alvorens een vrijstellingsprocedure zal worden opgestart.

            Conclusie

Deze reactie leidt niet tot aanpassingen van het ontwikkelingsplan.