Geachte heer/mevrouw,

 

Hierbij treft u een eerste aanzet voor de nota over het welstandsbeleid aan voor een meningvormende discussie. Met deze aanzet geven wij u een beeld van de gekozen systematiek en opzet voor de uiteindelijke nota. De welstandsnota wordt weliswaar een omvangrijk stuk, maar daar staat tegenover dat het losbladig zal zijn. De gebruiker ervan (burger, raadslid, bestuurder, ambtenaar, of welstandscommissie), kan precies dat gedeelte eruit lichten wat benodigd is. Indien de jaarlijkse verantwoording en/of evaluatie daar aanleiding toe geven, is het voordeel van het losbladige systeem dat de nota eenvoudig aan te passen en te actualiseren is. Zo ook welstandsbeleid voor eventueel toekomstig Delfts grondgebied.

Het is de bedoeling om de welstandsnota na vaststelling digitaal via internet en op gebruiksvriendelijke wijze toegankelijk te maken, zodat burgers thuis kunnen beoordelen aan welke eisen bijvoorbeeld een dakkapel of uitbouw moet voldoen.

 

Waarom welstandsnota nodig?

Met de wijziging van de Woningwet per 1 januari 2003 wordt gestreefd naar een objectiever en inzichtelijker welstandsbeleid. Daarnaast wordt ook de politieke verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur voor het welstands-beleid versterkt. Om welstandstoezicht preventief te kunnen blijven uitoefenen moeten gemeenten een welstandsnota opstellen, zodat vóóraf bekend is aan welke criteria een bouwplan wordt getoetst. Zonder vastgestelde nota is dit na 1 juli 2004 niet meer mogelijk.

 

Totstandkoming

In 2001 heeft een startbijeenkomst plaatsgevonden met afgevaardigden van “bouwend Delft” (architecten, woningcorporaties, opdrachtgevers en diverse gemeentelijke vakteams) om tot uitgangspunten voor het te formuleren beleid te komen. Het voorstel om aan de hand van gebiedsbeschrijvingen te komen tot karakteristieken van gebieden en daarvan afgeleide welstands-criteria kreeg brede steun. De benadering van de stad als een stelsel van “vlakken”, “lijnen” en “punten” sprak aan.

 

Van de Poll stedenbouw heeft vervolgens (2002) de verschillende gebiedstypen in Delft beschreven en een gebiedsindeling gemaakt.

Vervolgens is aan Architecture Research Institute, ARI, de opdracht verstrekt om de welstandsnota verder uit te werken. De beschrijving van de gebiedstypen van Van de Poll stedenbouw is daarin opgenomen.

 

Géén welstandsvrije gebieden

Belangrijk discussiepunt op de startbijeenkomst in 2001 was of er welstandsvrije delen in de stad konden worden aangewezen. Opvallend was dat de deelnemers daarvoor weinig bleken te voelen. Uit de discussie bleek dat er slechts een gering aantal gebieden in aanmerking zou komen. De motieven om dit niet te doen waren:

·       een welstandsvrij gebied staat nooit op zich, maar heeft uitstraling op het beeld van aangrenzende gebieden;

·       welstandstoezicht is een belangrijk instrument om het gewenste kwaliteitsniveau voor ruimtelijke ontwikkelingen te realiseren.

Uiteraard kan de raad besluiten wel gebieden aan te wijzen waarvoor geen, een lichter of juist een zwaarder welstandsregime wordt geformuleerd.

Bij welstandsvrij zou gedacht kunnen worden aan delen van buurten die niet aan doorgaande wegen liggen, bedrijfsterreinen o.d.

Ambtelijk wordt een dergelijke benadering om de genoemde redenen niet voorgestaan en is derhalve ook niet uitgewerkt. Mocht de raad anders besluiten, dan zal dit uiteraard worden meegenomen in de verdere uitwerking.

 

Gekozen systematiek nota

De gekozen systematiek voor de nota is gebaseerd op de gebiedsgerichte aanpak. De verschillende karakteristieken daarvan zijn beschreven in 11 gebiedstypen. Geografisch is de stad verdeeld in 50 gebieden. In elk gebied kunnen meerdere architectuurstijlen voorkomen. De nadere uitwerking van de nota kan overigens leiden tot voortschrijdend inzicht met betrekking tot de gebiedsindeling. Dit kan tot gevolg hebben, dat de grenzen en het aantal gebieden nog wordt gewijzigd.

 

De in Delft voorkomende afzonderlijke stijlen zijn beschreven in 9 architectuurtypen. Dit is gedaan omdat bij de welstandsbeoordeling altijd twee aspecten worden bekeken, te weten:

1.     het passen van het bouwwerk in zijn omgeving en

2.     de kwaliteit van het bouwwerk zelf.

 

Voor vergunningplichtige bouwwerken bevat de nota daarvoor:

1.     enkele criteria voor het bouwwerk in zijn omgeving (dit is het gebied); deze zijn uit de gebiedstypen afgeleid.

2.     criteria voor het bouwwerk zelf (de architectuur); deze zijn uit de architectuurtypen afgeleid.

 

Voor de meest voorkomende licht-vergunningplichtige bouwwerken worden zogenoemde loketcriteria (sneltoetscriteria) ontwikkeld. Het gaat om de volgende bouwwerken: dakkapellen,  aan- of uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen, kozijn- of gevelwijzigingen en erfafscheidingen.

De loketcriteria zijn afgeleid uit de architectuurtypen en zullen gaan functioneren voor ambtelijke toetsing. Daarom moeten zij eenduidig aangeven wat altijd welstandshalve akkoord is. Deze loketcriteria sluiten geen bouwwerken uit die daarvan afwijken, maar deze worden dan wel voor beoordeling alsnog aan de commissie voorgelegd.

 

Indeling nota

De nota zal uit vier delen bestaan. Deel 1 beschrijft  onder meer de systematiek van architectuur en stedenbouw in Delft en de hanteerbaarheid van de nota voor de burger. Deel 2 behandelt de gebiedstypen in Delft met gebiedsbeschrijvingen en bevat daartoe de gebiedskaarten. Deze vormen de praktische toegang tot de nota. In deel 3 komen de beschrijvingen  van de architectuur met bijbehorende criteria aan de orde. Vaktermen worden uitgelegd in een verklarende woordenlijst. Deel 4 bevat de bijlagen bij de nota.

 

Uw mening

De eerste aanzet voor de welstandsnota die u hierbij aantreft geeft een beeld van de systematiek en opzet van de uiteindelijke nota. Ter illustratie is één gebiedstype (“Historisch”) uitgewerkt en zijn er twee architectuurtypen (“Historische architectuur tot rond 1900” en “Interbellum”) uitgewerkt. Van het architectuurtype Interbellum zijn ook de loketcriteria uitgewerkt.

Voor een meningvormende discussie wordt op 18 november de gekozen systematiek en opzet van de welstandsnota aan u toegelicht aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden van bouwwerken. Technische vragen kunt u tevoren ook richten aan jpsmolders@delft.nl.

 

Hoe verder

Uw bevindingen worden meegenomen in de verdere uitwerking van de nota. Ook vindt er een kritische toets plaats of de nota voldoende toegankelijk voor gebruik is. Het ligt in de bedoeling de systematiek ook nog tussentijds met de “vak”wereld af te stemmen. Na terugkoppeling en akkoord bevinding zal de nota gedurende 4 weken ter visie worden gelegd en vindt in diezelfde periode een informatiebijeenkomst plaats, opdat burgers van Delft hun zienswijzen kunnen geven. Daarna wordt de nota voor vaststelling in procedure gebracht. De (wettelijk) uiterste datum waarop de nota moet zijn vastgesteld is 1 juli 2004.

 

Een kleurenexemplaar ligt ter inzage op het Stadhuis.

 

 

Tineke Kronshorst

John-Paul Smolders