Stuk 20 I
03/002716 Delft,
11 februari 2002.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
In de maanden
mei, juni en juli 2001 zijn 32 gelijkluidende verzoeken ingediend om vergoeding van schade die aanvragers
stellen te lijden als gevolg van de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan
“Tanthof 1993” biedt. De 32 aanvragers zijn opgenomen in de voor u ter inzage gelegde bijlage 1, lijst met
namen en adressen planschade Sranti, dat onderdeel uitmaakt van dit besluit.
Aanvragers wonen allen in de
omgeving van de Tanthofdreef, alwaar ter hoogte van huisnummer 25, de nieuwbouw
plaatsvindt van de vereniging Sranti. Deze vereniging stelt zich ten doel de
contacten tussen Surinamers en Antilianen te bevorderen, de cultuur uit te dragen
van Suriname en de Nederlandse Antillen en het bevorderen van de integratie van
Surinamers en Antilianen in de Nederlandse Samenleving. Zij tracht dit doel
onder meer te bereiken door het geven van informatie in de media, het organiseren
van discussieavonden, lezingen en toneelopvoeringen, sportontmoetingen en
sociaal en culturele activiteiten, het verlenen van studie- en maatschappelijke
begeleiding en het realiseren en in stand houden van de nodige accommodatie.
Aanvragers stellen dat hun
woning/eigendom in waarde is gedaald als gevolg van bepalingen van het
bestemmingsplan “Tanthof 1993”. Dit bestemmingsplan maakt de aanleg mogelijk
van “Sociaal Culturele Voorzieningen”, waardoor het woongenot wordt belemmerd
en het leef- en verblijfsklimaat rond de woningen veel intensiever van aard zal
worden, mede door de verkeersaantrekkende werking van het geheel,
geluidsoverlast en mogelijke parkeerproblemen.
De verzoeken om planschade zijn om
advies in handen gesteld van Juridisch Bestuurlijk Adviescentrum Klaassen B.V.
Dit Bureau heeft advies uitgebracht op 3 juli 2001. Geadviseerd wordt de claims
ongegrond te verklaren wegens het ontbreken van een verslechtering van het
planologisch regime. Gelet op de inhoud van het advies en het feit dat alle
claims gelijkluidend zijn, zijn de planschadeclaims die later zijn ingediend
dan het advies is uitgebracht, niet meer separaat om advies voorgelegd.
Het concept-raadsvoorstel is met
inachtneming van het advies van het Juridisch en Bestuurlijk Adviescentrum
Klaassen B.V. opgesteld.
Het advies van het Juridisch
Bestuurlijk Adviescentrum Klaassen is verwerkt in een concept raadsvoorstel. Op
30 juli 2001 is dit concept raadsvoorstel toegezonden aan aanvragers waarbij
hen de gelegenheid is geboden tot 15 september 2001 schriftelijk hun
zienswijzen op het voorstel kenbaar te maken.
In september 2001 hebben meerdere
aanvragers verzocht om uitstel van de beoordeling van de planschadeclaims. Bij
schrijven van 19 november 2001 is aanvragers uitstel geboden tot 30 januari
2002.
Geen van de aanvragers heeft gebruik
gemaakt van de mogelijkheid tot het indienen van schriftelijke zienswijzen op
het concept raadsvoorstel.
Krachtens artikel 49 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening kent de gemeenteraad aan belanghebbende die, ten
gevolge van bepalingen van het bestemmingsplannen dan wel verleende
vrijstellingen als onder meer bedoeld in artikel 19 van de WRO schade lijdt of
zal lijden welke niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en
waarvan een vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of
anderszins is verzekerd, hem op zijn verzoek naar billijkheid te bepalen
schadevergoeding toe.
Het moet gaan om schade ten gevolge
van het rechtmatige en rechtsgeldige planologische besluiten, waardoor een
planologische rechtstoestand wordt gewijzigd.
Aan het indienen van de claim is
geen termijn verbonden. Dat betekent dat ook na een periode van 8 jaar de
schadeclaims ontvankelijk zijn en in behandeling moeten worden genomen.
Bij de beoordeling van
schadeverzoeken ex artikel 49 WRO moet een vergelijking worden gemaakt de twee
elkaar opvolgende bestemmingsplannen, in dit geval de bestemmingsplannen
“Tanthof 1993” en “Tanthof 1977”. Op
basis daarvan moet allereerst worden bezien of sprake is van een planologisch
nadeel. Daartoe moeten de bouw- en gebruiksmogelijkheden van beide
bestemmingsplannen worden vergeleken. waarbij niet de feitelijke situatie van
belang is, maar de situatie die op basis van het bestemmingsplan in theorie tot
de mogelijkheden behoort.
Voor de locatie
van de geplande nieuwbouw van Sranti aan de Tanthofdreef, ter hoogte van
huisnummer 25 geldt het volgende.
Het
bestemmingsplan “Tanthof 1993”
(onherroepelijk sinds 29 augustus 1995) kent aan de gronden de
bestemming “bedrijfsdoeleinden” toe met de aanduiding: sociaal-culturele doeleinden.
Ingevolge artikel 7 van de bij dit plan behorende voorschriften is het
toegestaan die gronden te gebruiken en te bebouwen voor sociaal culturele doeleinden,
tot een maximum oppervlakte van 500 m². De bouwhoogte mag niet meer bedragen
dan 7 m en de bebouwing moet blijven binnen de op de plankaart aangegeven
bebouwingsgrenzen. Dit bestemmingsplan maakt de voorgestelde nieuwbouw van
Sranti mogelijk.
Voor het
bestemmingsplan “Tanthof 1993” vigeerde, gold ter plaatse het bestemmingsplan
“Tanthof 1977”, goedgekeurd 19 december
1978.
Aan de noord –
en oostzijde van dit bestemmingsplan is over de volle breedte een strook grond
opgenomen met de aanduiding R.
Op die strook
rust een uitwerkingsplicht ten behoeve van onder meer sociaal culturele voorzieningen.
De geplande nieuwbouw van Sranti is gelegen in de strook met de aanduiding R.
Ingevolge
hoofdstuk V van het bestemmingsplan mogen binnen het
gebied R de gronden tot een gezamenlijk oppervlak van 1,5 HA uitgewerkt worden
als bestemming sociaal, culturele en onderwijsdoeleinden met in achtneming van
het gestelde in hoofdstuk XI en XIX.
In voornoemde
hoofdstukken is onder meer geregeld dat onder sociaal, culturele en onderwijsdoeleinden
wordt verstaan: scholen, clubhuizen, kerken, crèches, sociaal medische instellingen
en dergelijke.
De bevoegdheid
tot vaststelling van een uitwerkingsplan berust bij B&W.
In het
goedkeuringsbesluit van GS wordt niets vermeld over de uitwerkingsplicht. De
uitwerkingsmogelijkheden die een bestemmingsplan biedt, moeten mede als grondslag
worden genomen voor de planologische vergelijking.
De voorziening
van Sranti valt onder de bestemming sociaal culturele doeleinden en past
derhalve ook binnen de bepalingen van het bestemmingsplan “Tanthof 1977”.
Op grond van het bovenstaande moet
geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan “Tanthof 1993” geen wezenlijke
verandering heeft gebracht in de mogelijkheden die het bestemmingsplan “Tanthof
1977” bood. Nu geen sprake is van een planologisch nadeel ontbreekt de
grondslag voor toekenning van een planschadevergoeding.
In
overeenstemming met het advies van de commissie Duurzaamheid stellen wij u voor
te besluiten het verzoek om planschade ongegrond te verklaren.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
De raad der gemeente Delft;
gelezin het voorstel van het college van 11 februari
2003;
gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
en met inachtneming van het advies van de commissie Duurzaamheid;
b e s l u i t :
het verzoeken om planschade van de in bijlage 1 opgenomen
aanvragers, ongegrond te verklaren
aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van
27 februari 2003.
,burgemeester.
,secretaris.
Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet
bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een
gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de gemeenteraad van Delft, p/a Postbus
53, 2600 AB Delft.