Stuk 189 I Delft,
11 november 2003.
335321
Onderwerp: heroverwegingsbesluit inzake het
bezwaarschrift
op het voorbereidingsbesluit TU
Noord.
Aan de
gemeenteraad.
Geachte dames
en heren,
De Technische Universiteit Delft (TUD)
heeft besloten de functie ‘onderwijs’ op het TU-Middengebied (gelegen tussen
begraafplaats Jaffa en de Kruithuisweg) te intensiveren. De
karakteristieke voormalige
onderwijsbebouwing in TU-Noord is daarmee voor her-ontwikkeling vrijgekomen. Om
de verschillende ontwikkelingen in het gebied op elkaar af te stemmen en te
laten passen in de ruimtelijke context van het gebied, is in april 2003 het
‘Ontwikkelingsplan TU-Noord’ tot stand gekomen en in procedure gebracht.
Aangezien het geldende voorbereidingsbesluit
voor het gebied op 14 maart 2003 afliep en voor het grootste deel van het
gebied geen bestemmingsplan geldt, konden ongewenste ontwikkelingen niet worden
tegengegaan. Om deze reden is dan ook in de raadsvergadering van 27 maart 2003
een nieuw voorbereidingsbesluit vastgesteld.
Tegen dit voorbereidingsbesluit
(gepubliceerd in de Stadskrant van 30 maart 2003) is door de heer B. Kolen,
verder te noemen reclamant, op 4 april 2003 een bezwaarschrift
ingediend.
Het bezwaarschrift is in handen gesteld
van de Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften. De Commissie adviseert op
grond van artikel 2, lid 2 sub a juncto lid 3 van de Verordening Commissie voor
de beroep- en bezwaarschriften.
De Commissie heeft op 9 oktober 2003
geadviseerd om het bestreden besluit in stand te laten en het bezwaarschrift
niet-ontvankelijk te verklaren.
De Commissie baseert haar advies op het
feit dat reclamant niet in het plangebied woont, waardoor hij geen belangen in
het gebied heeft, zoals bijvoorbeeld een ingediende bouwaanvraag, waarvoor
thans een aanhoudingsplicht geldt. Reclamant ondervindt derhalve geen
rechtsgevolgen van het voorbereidingsbesluit.
Verder is gebleken dat reclamant niet
inhoudelijk bezwaar maakt tegen het voorbereidingsbesluit, maar slechts met
zijn bezwaren heeft beoogd invloed uit te oefenen op de verdere planvorming van
het TU-Noord gebied. Dit doel kan echter niet bereikt worden met het
indienen van een bezwaarschrift tegen
een voorbereidingsbesluit, aangezien planvormingprocedures los staan van het
genomen voorbereidingsbesluit. Reclamant heeft
bovendien reeds gebruik gemaakt van de
mogelijkheid tot inspraak in het kader van het
ontwikkelingsplan TU-Noord. Ook de
inhoud van de bezwaren zijn tegen dit ontwikkelingsplan gericht en niet tegen
het voorbereidingsbesluit. Reclamant kan derhalve zijn beoogde doel met het
indienen van zijn bezwaarschrift niet bereiken, zodat hij geen rechtstreeks belang
bij de behandeling van het bezwaarschrift heeft. Het bezwaarschrift is aldus
niet-ontvankelijk.
Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig
advies van de commissie duurzaamheid en onder bijvoeging en verwijzing naar het
advies van de Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften, te bepalen dat het
bezwaarschrift niet-ontvankelijk wordt verklaard, waartoe wij u een in ontwerp
opgemaakt besluit ter vaststelling aanbieden.
Hoogachtend,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
R. de Groot ,griffier.
Stuk 189 II
335321
De raad der gemeente Delft,
kennisgenomen van het advies van de
commissie voor de beroep en bezwaarschriften van
9 oktober 2003;
gelezen het raadsvoorstel van 11 november 2003;
gelet op artikel 21 en 22 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening en artikel 1:2, 7:1 en 8:1 lid 1 van de Algemene wet
bestuursrecht;
b e s l u i t:
I. dat het bezwaarschrift van
de heer B. Kolen niet-ontvankelijk is;
II. dat dit besluit aan
reclamant wordt toegezonden onder vermelding van de beroepsmogelijkheid van
artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Aldus vastgesteld in de openbare
raadsvergadering van 27 november 2003.
,burgemeester.
,griffier.
Belanghebbenden in de zin van de
Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na
bekendmaking van dit besluit een
gemotiveerd beroepschrift indienen bij de Rechtbank
’s Gravenhage, sector bestuursrecht,
postbus 20302, 2500 EH te Den Haag.