Rondvraag
De heer Meuleman
(Stadsbelangen) heeft begrepen dat de gemeente van plan is per
1-1-2004 geen gebruik meer te maken van het transportbedrijf van der
Lee, maar dat op oudejaarsnacht al geen gebruik meer van het bedrijf
zal worden gemaakt. De vraag aan de wethouder is of de gemeente er
verzekerd van is dat alle rommel is opgeruimd op nieuwjaarsdag.
Een tweede vraag met betrekking tot dit
onderwerp is of een overzicht van de kosten in verband met de
voorgenomen veranderingen kan worden verstrekt. De wethouder antwoordt
dat dit zijn portefeuille niet is en zal de vragen doorgeven aan zijn
college Torenstra die stadsbeheer in zijn portefeuille heeft.
Verder vraagt de heer Meuleman of het
niet de bedoeling was dat de parkeerplaatsen aan de Van
Renswoudestraat en de Genestetstraat als compensatie zouden dienen
voor de opgeheven parkeerplaatsen op de markt. Maar nu blijken de nog
niet opgeheven parkeerplaatsen op de markt te worden gebruikt evenals
de parkeerplaatsen van de Renswoudestraat en de Genestetstraat.
Volgens Stadsbelangen toont dit aan dat
er een parkeertekort is.
De wethouder antwoordt dat het
autogebruik op de markt is afgenomen en dat het gebruik op de Van
Renswoudestraat heel acceptabel is.
Een derde vraag is wanneer het
Floratheater in de commissie Duurzaamheid wordt geagendeerd.
De wethouder antwoordt dat het
Floratheater in de planning wordt meegenomen.
Mevrouw De Jong (CDA) heeft een
aanvullende vraag over het Floratheater. Volgens de directeur van het
Floratheater heeft hij een viertal rechtszaken tegen de gemeente Delft
gewonnen. Gevraagd wordt of de commissie inzage zou kunnen krijgen in
de vonnissen zodat bekend wordt wat de gemeente verkeerd doet; we
zouden daar lering uit kunnen trekken.
De wethouder antwoordt dat bij de
beantwoording van de schriftelijke vragen over het Floratheater is
aangegeven welke zaken onder de rechter waren. De laatste zaak die
onder de rechter was betrof het verzoek om een voorlopige voorziening
tegen het bestemmingsplan Binnenstad. Dit heeft de gemeente gewonnen
waardoor het bestemmingsplan Binnenstad vigerend is. Wanneer
rechterlijke uitspraken beleids consequenties hebben zal de wethouder
de commissie informeren.
Een tweede vraag van mevrouw De Jong
betreft het Lidl pand. Ze informeert of het waar is dat de bestemming
‘detailhandel’ niet mogelijk is als gevolg van een vormfout van de
gemeente, omdat het gewijzigd bestemmingsplan door de gemeente niet in
de staatscourant was gepubliceerd. Daardoor zou de gemeente moeten
terugvallen op een bestemmingsplan uit de jaren vijftig waarin
detailhandel mogelijk is.
De wethouder antwoordt dat het vigerend
beleid aan de orde is en daarin niet is voorzien in detailhandel.
Tot slot vraagt mevrouw De Jong in
hoeverre Delft bij de verwerving van panden gebruik maakt van de Wet
voorkeursrecht gemeenten.
De wethouder antwoordt dat de wet is
toegepast bij de verwerving van een aantal panden aan de Van
Leeuwenhoeksingel en Houttuinen.
Mevrouw Koning (PvdA) vraagt aan de
wethouder of het hem bekend is dat sinds kort planschade verhaald kan
worden op de projectontwikkelaar.
De wethouder antwoordt dat hem nog niet
bekend is; hij zal daarop terugkomen.
De heer Willems (SP) vraagt aan de
wethouder wat de in de toezeggingenlijst genoemde nota inhoudt.
De wethouder antwoordt dat de commissie
een korte en bondige nota krijgt waarin de analyse is opgetekend over
gratis openbaar vervoer en de consequenties daarvan en alternatieven
en varianten daarop. Daarin zal ook een voorstel worden opgenomen hoe
daarmee om te gaan.
De heer Smit (Leefbaar Delft) vraagt
wat er met de woonboot zal gebeuren indien deze op 15 januari nog
steeds niet is verkocht.
Verder vraagt de heer De Smit of de
tweede gegadigde voor de watertoren een kans kan krijgen, de eerste
gegadigde zijn financiën niet rond krijgt
Ten slotte vraagt de heer Smit of er
sprake is van inkomstenderving nu er een hek staat vóór de door de
gemeente aangekochte garage op de Kampveldweg.
Wat betreft de woonboot antwoordt de
wethouder dat die gewoon in de verkoop is.
Ten aanzien van de Watertoren antwoordt
de wethouder dat men in een vergevorderde staat van gesprek is met de
initiatiefnemers en dat er geen signaal is dat daar iets zou stokken.
De wethouder meldt niets af te weten
van de garage op de Kampveldweg .
Mevrouw Koning (PvdA) deelt mee dat de
garage alleen wordt gebruikt door mensen die in het gebouw werken en
er tegenover werken.
Mevrouw Bolten (Groen Links) maakt er
melding van dat bewoners die bezwaar maken tegen het kappen van bomen
het vervelend vinden dat wanneer er bomen gekapt worden er geen
herplant of compensatie plaats vindt op de locatie zelf. Daarom wil
GroenLinks het bomenplan op de agenda.
De wethouder antwoordt dat hij het ook
vervelend vind dat het bomenplan op zich laat wachten.
|