Rondvraag
De heer De Wit (Leefbaar Delft) informeert naar aanleiding van een
verhaal in de zondagskrant of er een probleem is met Speakers en of er
zelfs sprake is van dreiging van sluiting op grond van
milieuwetgeving.
De wethouder antwoordt dat milieuhandhaving in de portefeuille valt
van de burgemeester valt, maar dat in het algemeen geldt dat
milieuwetgeving moet worden gehandhaafd. Volgens de wethouder is men
in gesprek met Speakers, maar hij zal de vraag doorspelen aan de
burgemeester.
De heer Gabeler vraagt of de wethouder
bereid is de mogelijkheid te onderzoeken om stallings/-
plaatsingsruimte te creëren voor seizoenwerkers zoals voor de familie
Drunen?
De wethouder meldt dat hij een antwoord heeft meegekregen van
wethouder Baljé, die coördinerend wethouder in deze kwestie is.
Het antwoord van wethouder Baljé is
dat er geen of nauwelijks sprake is van seizoenarbeid. Gelet op de
schaarse ruimte in de stad ziet het college het als niet nodig en niet
haalbaar.
De heer Meuleman (Stadsbelangen) wenst
graag een verklaring van wethouder Grashoff naar aanleiding van
berichtgeving in de Haagsche- en Delftsche Courant van 7 februari j.l.
Daarin wordt gemeld dat de wethouder informeel reeds verschillende
signalen had ontvangen van zowel de NS als het ministerie van Verkeer
en Waterstaat dat het spoorzoneproject geen prioriteit meer had.
Wethouder Grashoff deelt mee dat de
Tweede Kamer recent unaniem een motie heeft aangenomen waarin aan de
minister van Verkeer en Waterstaat wordt gevraagd voor de periode na
2010 geld te reserveren voor de aanleg van de Delftse spoortunnel.
Daarnaast wijst de wethouder erop dat
er nauwelijks twee jaar geleden een procesovereenkomst is ondertekend
door het Rijk, de provincie, het stadsgewest Haaglanden en Delft.
Daarin hebben de minister van Verkeer en Waterstaat en de
staatssecretaris van VROM hun handtekening gezet onder afspraken met
het doel om in de loop van 2003 voor de Spoorzone een financieel
haalbaar plan voor te leggen.
Verder wijst hij op de in december 2002
vastgestelde begroting van het MIT 2003 waarin 310 miljoen voor de
spoortunnel in de planjaren 2007 –2010 is opgenomen. In de
toelichting is geen enkel signaal te vinden over het opnieuw ter
discussie stellen van de spoortunnel. Ditzelfde geldt voor het MIT
2002.
Het eerste signaal dat het project
geschrapt zou zijn in het begrotingsvoorstel kwam van een ambtenaar
tijdens een bustocht van Milieudefensie op 18 augustus 2003 . De
wethouder heeft tijdens de bustocht aan minister Peijs gevraagd hoe
het staat met de Spoortunnel in Delft en kon uit de reactie van de
minister afleiden dat de minister er niet positief tegenover stond.
Er is in augustus 2003 een rapport
uitgekomen getiteld ‘Benutten en Bouwen’. De strekking van het
rapport is dat de spoorsector het spoorwegnet intensiever kan
gebruiken, maar het schrappen van projecten wordt daarin niet genoemd.
Het is een deskundigenrapport en heeft geen bestuurlijke status.
Kort samengevat zijn er tot 18 augustus
geen signalen geweest dat de spoortunnel niet zou doorgaan.
De heer Meuleman (Stadsbelangen) heeft
een aanvullende vraag, namelijk waarom er in mei 2003 geen contract is
getekend met NS Vastgoed.
De wethouder antwoordt dat in maart de
prijsaanbiedingsovereenkomst is gesloten. Deze is uitgewerkt in een
viertal overeenkomsten en ter vaststelling aan de gemeenteraad
aangeboden. Het lag niet in de
bedoeling om deze overeenkomsten in mei te ondertekenen met NS
Vastgoed, maar in oktober. Nadat bekend was geworden dat de minister
niet positief is over het spoortunnelproject heeft NS Vastgoed de
ondertekening uitgesteld.
Een andere vraag van de heer Meuleman
(Stadsbelangen) is of de gemeente Delft niet in dezelfde positie zit
als in1999 met de spoortunnel.
De wethouder antwoordt dat er sprake is
van een stilstand, de gemeente Delft heeft een slag verloren en een
slag gewonnen.
De heer Van Tongeren (CDA) vraagt wat
de rol is geweest van de lobbyisten die voor de gemeente Delft
werkzaam zijn geweest.
De wethouder antwoordt dat de
lobbyisten vooral werkzaam zijn geweest in de Tweede Kamer. Daarnaast
merkt de heer Van Tongeren op dat oud-minister Netelenbos, nadat zij
de procesovereenkomst had ondertekend opmerkte dat de spoortunnel een
mooi project is, maar dat het pas in 2010 noodzakelijk wordt.
De wethouder antwoordt ervan uit te
gaan dat een minister niet willens en wetens een procesovereenkomst
ondertekent met de bedoeling het project onderuit te halen.
De heer De Wit (Leefbaar Delft) vraagt
aan de wethouder of hij ervan op de hoogte was dat minister Jorritsma
had geweigerd om Rail 21 uit 1988 uit te voeren. Dit betreft een
beleidsvoornemen voor viersporigheid.
De wethouder antwoordt dat niet zo
relevant te vinden, maar merkt op dat na 1998 de gemeente Delft meer
slagen heeft kunnen maken dan onder Jorritsma.
De heer De Wit (Leefbaar Delft) vraagt
of de heer Herman Van Tongeren (Directeur NS) aan de wethouder heeft
laten doorschemeren dat de standpunten inzake de noodzaak van de
viersporigheid aan het veranderen waren onder invloed van het
onderzoeksrapport "Benutten en Bouwen".
De wethouder antwoordt dat in de loop
van 2002 en 2003 er zeer vage geruchten waren, maar de gemeente Delft
kon geen beslag leggen op concepten van het rapport.
De heer De Wit (Leefbaar Delft) merkt
op dat Leefbaar Delft op 18 september tijdens een extra
informatiebijeenkomst van de commissie Duurzaamheid heeft gevraagd
naar de noodzaak van een viersporige tunnel en of er geen invloed was
van de HSL. Volgens de heer De Wit (Leefbaar Delft) heeft de wethouder
dat destijds ontkend. Hij vraagt of dat nog steeds het geval is.
De
wethouder antwoordt dat de spoortunnel niet alleen staat op de pijler
van de viersporigheid, ook niet in de omschrijvingen zoals die in het
MIT stonden, daar stond nadrukkelijk ook leefbaarheidsproblemen bij.
|