Datum |
|
Ons Kenmerk |
|
Behandeld door |
|
Bijlage(n) |
|
Telefoon |
079-3435410 |
Onderwerp |
|
Naar aanleiding van
uw vraag over mogelijke effecten op de gezondheid van de bevolking t.g.v. de
plaatsing van UMTS-antennes wil ik u het volgende mededelen.
Bij de gemeente
Delft zijn diverse aanvragen binnengekomen of binnenkort te verwachten voor het
plaatsen van UMTS-antennes op locaties in Delft.
Door het beleid van
de centrale overheid is de gemeente Delft min of meer gehouden aan de plaatsing
van deze antennes mee te werken, behalve in het geval, dat plaatsing risico’s
voor de bevolking inhoudt.
Vraagstelling
Heeft voor de
bevolking blootstelling aan radiofrequente electromagnetische stralen,
afkomstig van UMTS-antennes een nadelig
effect op de gezondheid van de bevolking?
1)
In hoeverre is
het bewezen, dat blootstelling van de bevolking aan radiofrequente
electromagnetische stralen van UMTS-antennes een negatief effect heeft op de
gezondheid van de bevolking?
2)
Zijn er op
basis van het “voorzorg-principe” argumenten om negatief te adviseren omtrent
de plaatsing van UMTS-antennes?
Qua tijd zijn
mobiele telefonie-technieken sinds kort massaal in gebruik. Onderzoeken naar
mogelijk nadelige effecten op de gezondheid van de bevolking betreffen dus
alleen de korte termijn effecten. De UMTS-technieken komen sinds kort tot toepassing.
Recentelijk heeft
TNO onderzoek gedaan naar gezondheidseffecten van zenders van mobiele
telefonie. Bij GSM-antennes werden geen statistisch verantwoord onderbouwde
effecten gevonden. Bij UMTS is er een statistisch verantwoord onderbouwde relatie
gevonden tussen het ervaren welbevinden van leden van de bevolking en
blootstelling aan radiofrequente electromagnetische velden, afkomstig van
UMTS-antennes. Hierbij kwamen klachten zoals duizeligheid, tintelingen,
concentratiestoornissen enz. aan de orde. Met dit onderzoek kon niet bewezen
worden of het effect schadelijk, omkeerbaar of blijvend is. Om tot een definitieve beleidsconclusie
te kunnen komen is een herhaling van het onderzoek door een onafhankelijk instituut
nodig.
De Gezondheidsraad
heeft aan de desbetreffende ministeries, VROM, VWS en EZ, geadviseerd aanvullend onderzoek te laten
doen naar mogelijke lange termijn gezondheidseffecten van radiofrequente
electromagnetische velden.
Toepassing van het
voorzorg-principe zou betekenen, dat negatief over plaatsing van UMTS-anennes
geadviseerd zou worden. Een wijziging in het beleid van de desbetreffende
ministeries hierin is nu niet te verwachten. Daarentegen is er een convenant
tussen providers en gemeenten, dat plaatsing van zendmasten niet geschiedt op
“gevoelige” locaties zoals scholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen en op
gebouwen, waarin de meerderheid van de bewoners heeft aangegeven, dat zij tegen
de plaatsing van UMTS-antennes zijn.
1)
M.b.t. korte
termijn effecten is uit een onderzoek gebleken, dat blootstelling aan
radiofrequente electromagnetische straling van UMTS-antennes mogelijk in
verband staat met een negatief effect op het ervaren welbevinden van mensen.
Voor de lange termijn is dit momenteel niet bekend.
2)
Er zijn
momenteel onvoldoende argumenten om te kiezen voor het toepassen van het
voorzorg-principe.
Uit één onderzoek is gebleken, dat het blootstellen van de bevolking aan
radiofrequente electromagnetische straling van UMTS-antennes een mogelijk
negatief effect heeft op het ervaren welbevinden van mensen. Herhaling van het
onderzoek door een ander onafhankelijk instituut is noodzakelijk om nadere
conclusies te kunnen trekken.
Resumé
Plaatsing en het gebuik van UMTS-antennes heeft naar de huidige stand
van kennis een mogelijk negatief effect op het ervaren welbevinden.
Er is momenteel onvoldoende onderbouwing voor toepassing van het
voorzorg-principe.
Middels een convenant tussen gemeenten en providers zijn er restricties
afgesproken voor plaatsing van UMTS-antennes.
Bij deze hoop ik u voldoende geïnformeerd te hebben.
c.c. dhr. J. Versteegen, arts en hoofd afd. AGZ, GGD
Zuid-Holland West
dhr. W. Zwart Voorspui,
arts en 2e lijns medisch milieukundige