VOORSCHRIFTEN
DEEL UITMAKENDE
VAN HET
BESTEMMINGSPLAN
STATION
ZUID
PLANKAART: RO-24-21-01 B
TER VISIE
GELEGD DOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
d.d. 29 september 2003
VASTGESTELD
DOOR DE RAAD
d.d.
GOEDGEKEURD
DOOR G.S.
d.d.
ONHERROEPELIJK
d.d.
12
mei 2004
INHOUD
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
HOOFDSTUK II BESTEMMINGEN EN
GEBRUIK
Artikel 5 Maatschappelijke doeleinden
Artikel 9 Verkeersdoeleinden I
Artikel 10 Verkeersdoeleinden II
Artikel 12 Kabel- en leidingentracé (dubbelbestemming)
Artikel 13 Waterkering (dubbelbestemming)
HOOFDSTUK III OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 14 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 15 Archeologisch waardevol gebied
Artikel 16 Algemene vrijstellingsbevoegdheid
Artikel 17 Hoogte-aanduidingen en beperkingen
Artikel 19 Overgangsbepalingen
In deze
voorschriften wordt verstaan onder:
1 het plan:
het bestemmingsplan Station Zuid van
de gemeente Delft;
2 de plankaart:
de kaart met bijbehorende
verklaring, bestaande uit 1 blad, waarop de
bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn
aangewezen;
3 bestemmingsvlak:
een op de plankaart aangegeven vlak
met eenzelfde bestemming;
4 bestemmingsgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van
een bestemmingsvlak;
5 bouwen:
het plaatsen, het geheel of
gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen
en het vergroten van een bouwwerk;
6 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang
van hout, steen, metaal of ander
materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond
verbonden is, hetzij
direct of indirect steun vindt in of op de grond;
7 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte,
geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
8 terreineenheid:
een aaneengesloten stuk grond, dat wordt gebruikt ten
behoeve van en/of behoort bij een bedrijf, instelling of wooneenheid;
9 kap:
een gesloten voornamelijk hellende bovenbeëindiging van een
gebouw bestaande uit tenminste twee niet-horizontale vlakken met een helling
van maximaal 55° en een maximum hoogte van 4.50 m;
10 bestaand:
a. bij bouwwerken: bestaand ten
tijde van de ter inzage legging van het bestemmingsplan als ontwerp;
b. bij gebruik: bestaand ten tijde
van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;
11 peil:
De gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte
maaiveld;
12 bedrijf:
een bedrijf dat gericht is op het vervaardigen van producten
zoals genoemd in de Lijst van Bedrijfstypen, niet zijnde detailhandel,
dienstverlening en horeca;
13 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de
uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen aan personen die
goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de
uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
14 dienstverlening:
het aanbieden, verkopen en/of leveren van commerciële en/of
maatschappelijke diensten aan personen, zoals reisbureaus, kapsalons,
wasserettes en instellingen inzake welzijn en gezondheid;
15 gevoelige bestemmingen
woningen, scholen voor basisonderwijs; scholen voor
voortgezet onderwijs; instellingen voor hoger beroepsonderwijs; algemene,
categorale en academische ziekenhuizen alsmede verpleeghuizen; andere
gezondheidszorggebouwen (zoals psychiatrische ziekenhuizen, instellingen voor
gehandicaptenzorg en kindertehuizen) en woonwagenstandplaatsen.
16 horeca 1:
een
horecabedrijf met een beperkte invloed op het woon- en werkklimaat van de
omgeving dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van
drank- en/of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden en dat
alleen overdag en s’avonds geopend is, waaronder in ieder geval wordt verstaan
restaurants, lunchrooms, snackbars en hiermee gelijk te stellen inrichtingen of
bedrijven, met dien verstande dat hotels, discotheken en inrichtingen voor
kansspelen alleen zijn toegestaan indien de gronden daartoe expliciet zijn
bestemd.
17 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin
bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen
worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
18 Lijst van Bedrijfstypen:
de Lijst van Bedrijfstypen die
onderdeel uitmaakt van deze voorschriften.
19 wegmeubilair:
bouwwerken, geen gebouw zijnde, van beperkte omvang en
beperkte ruimtelijke uitstraling ten behoeve van de bestemming
verkeersdoeleinden en openbaar groen;
20 vloeroppervlak:
de totale begaanbare oppervlakte van alle ruimten binnen een
gebouw, met inbegrip van de door binnenwanden ingenomen oppervlakte en met
uitzondering van oppervlakten waarboven niet een vrije hoogte van tenminste
1,50 m aanwezig is; dit alles gemeten tussen de binnenwerkse gevelvlakken;
21 scheidingslijn bouwhoogte:
de op de kaart, blijkens een daarop voorkomende verklaring
als zodanig aangegeven lijn die gedeelten van een bestemmingsvlak of
bebouwingsvlak scheidt, waarbinnen tot verschillende maximale hoogten gebouwd
mag worden.
1. Goothoogte:
a. de
afstand van peil tot snijlijn van gevelvlak en dakvlak;
b. tot
de hoogte voor hoofdgebouwen wordt niet meegerekend: kapvormige bouwdelen of
rechte bouwdelen hoger dan in sub a toegelaten goothoogte maar vallend binnen
het profiel van een denkbeeldige kap, tenzij het bebouwingsvlak op de plankaart
is gemarkeerd met een *.
2. Bouwhoogte:
de afstand tussen de bovenkant van een gebouw, met
uitzondering van antennes, kleine liftkokers, schoorstenen en andere
ondergeschikte bouwdelen en het peil.
3. Grondoppervlakte:
de oppervlakte van de grond die in beslag wordt genomen door
de verticale projectie van een bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse
gevelvlakken en/of hartlijnen van de scheidingsmuur.
4. Hoogte antennes:
de hoogte gemeten tussen de onderkant van de voet van de
antenne en het hoogste punt van de antenne.
1. Doeleindenomschrijving.
Gronden op de kaart aangewezen voor KANTOORDOELEINDEN zijn
bestemd voor kantoren, met dien verstande dat de eerste bouwlaag tevens
gebruikt mag worden voor plintfuncties in de vorm van detailhandel,
dienstverlening, sociaal culturele doeleinden en bedrijven behorend tot ten
hoogste categorie 2 van de Lijst van Bedrijfstypen met een maximum
vloeroppervlak van 150 m² per vestiging.
Deze gronden zijn mede bestemd voor functies als genoemd in
artikel 9, eerste lid, onder a, alsmede voor ten dienste van kantoordoeleinden
staande parkeergelegenheid bestaande uit tenminste 1 en niet meer dan 2 parkeerplaatsen
per 100 m² vloeroppervlak.
Ter plaatse van het op de kaart aangeduide zoekgebied is de
grond mede bestemd voor tenminste 800 m2 water, waarop artikel 11
van toepassing is.
2. Bouwvoorschriften.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden
gebouwd gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde met dien verstande dat:
a.
de
bouwhoogte tenminste 11 m bedraagt, en niet meer mag bedragen dan het aantal
meters dat ter plaatse op de kaart staat aangegeven;
b.
het
bebouwingspercentage 100 % bedraagt, tenzij anders op de kaart is aangegeven,
met dien verstande dat openbaar toegankelijke (verbindingen tussen) functies
als genoemd in artikel 9, eerste lid, onder a, mogelijk blijven;
c.
bebouwing
grenzend aan de bestemming Spoorwegdoeleinden moet passen in het profiel als
aangegeven in hoofdstuk 3.2 van de toelichting.
d.
Binnen
het plangebied maximaal 37.500 m2 vloeroppervlak aan kantoren mag worden
gerealiseerd.
3. Vrijstellingen.
a. Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het
toestaan van maximaal één horeca-categorie 1-voorziening met een maximum
vloeroppervlak van 150 m² mits de afstand tussen horecagelegenheid en perrons
niet meer dan 50 m bedraagt en mits er binnen de bestemming kantoren en
aangrenzende bestemming
“Spoorwegdoeleinden” geen andere horecagelegenheid aanwezig is.
b. Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3 sub a voor
het overschrijden van de maximaal toegestane bouwhoogte met ten hoogste 3,5 m .
c. Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het
maken van een voor algemeen gebruik zijnde Park & Ride voorziening voor het
nabij gelegen station, tot een maximum van 100 parkeerplaatsen in totaal.
1. Doeleindenomschrijving.
De gronden op de kaart aangewezen
voor Bedrijfsdoeleinden (B) zijn bestemd voor bedrijven alsmede voor:
I.
kantoren
conform het bepaalde in artikel 3 van deze voorschriften ter plaatse van de
aanduiding Ka;
II.
maatschappelijke
voorzieningen conform het bepaalde in artikel 5 van deze voorschriften, met
uitzondering van gevoelige bestemmingen;
III. ter plaatse
van de subbestemming BB : een bouwbedrijf;
IV. ter plaatse
van de subbestemming GH: een groothandel in afval en schroot;
met dien verstande dat:
a.
behoudens
de in lid 1 onder III en IV genoemde bedrijven, bedrijven zijn toegestaan
vallend onder categorie 1 en 2 van de bij deze voorschriften behorende Lijst
van Bedrijfstypen;
b.
geen
detailhandelsbedrijven zijn toegestaan, behoudens productiegebonden
detailhandel;
c.
het
verboden is gronden, water en bouwwerken met de bestemming BEDRIJFSDOELEINDEN
te gebruiken voor uitoefening van een seksinrichting;
d.
de
grond mede is bestemd voor parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten
functies, welke – behoudens in het geval van maatschappelijke voorzieningen –
dient te bestaan uit tenminste 1 en ten hoogste 2 parkeerplaatsen per 100 m2
vloeroppervlak kantoorruimte en tenmiste 0,4 en ten hoogste 1 parkeerplaats per
100 m2 vloeroppervlak overige bedrijfsruimte.
2. Bouwvoorschriften.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming
uitsluitend worden gebouwd gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde met dien
verstande dat:
a. de
bouwhoogte niet meer mag bedragen dan het aantal meters dat ter plaatse op de
kaart staat aangegeven;
b. het
bebouwingspercentage 100% bedraagt tenzij anders op de kaart is aangegeven;
c. de bouw van een
bedrijfswoning niet is toegestaan;
en voorts gelden de aanduidingen op de kaart.
3. Vrijstellingen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te
verlenen van:
a.
het
bepaalde in lid 1 sub a teneinde bedrijven toe te laten die niet genoemd worden
in de Lijst van Bedrijfstypen, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar
aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere
verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de toegelaten categorieën van de Lijst van
Bedrijfstypen;
b.
het
bepaalde in lid 1 sub a teneinde bedrijven toe te laten vallend onder categorie
3.1 en 3.2 van de Lijst van Bedrijfstypen, met dien verstande dat:
1.
een
bedrijf vallend onder categorie 3.1 slechts is toegestaan op een afstand van
tenminste 30 m van een gevoelige bestemming, tenzij is aangetoond dat de
bedrijfsvoering niet meer hinder veroorzaakt dan een bedrijf dat valt onder
categorie 2;
2.
een
bedrijf vallend onder categorie 3.2 slechts is toegestaan indien het bedrijf
aan de functie van het plangebied is gerelateerd en op een minimale afstand van
50 m van een gevoelige bestemming.
c. het
bepaalde in lid 1 sub c voor het vestigen van een seksinrichting met dien
verstande dat:
I. binnen het gehele
gemeentelijke grondgebied nooit meer dan 2 seksinrichtingen gevestigd mogen
worden;
II. vestiging is uitgesloten op
gronden gelegen binnen een straal van 250 m rond NS-stations en gronden gelegen
binnen een straal van 50 m rond gebedshuizen en scholen;
III. voldaan moet zijn aan de
volgende voorwaarden:
- de afstand tussen de
seksinrichting en de dichtstbijzijnde woning van een derde bedraagt meer dan 10
m;
- vestiging van de seksinrichting
heeft niet tot gevolg dat twee seksinrichtingen op een afstand van minder dan
50 m van elkaar zijn gevestigd;
- voor de bezoekers van de
seksinrichting is voldoende parkeergelegenheid aanwezig op het terrein of het
erf behorende tot de seksinrichting gelet op de parkeernorm voor
horecabedrijven in het handboek “ Aanbevelingen voor Stedelijke
verkeersvoorzieningen” (ASVV) 1996, met
als gevolg dat door het bezoek aan de seksinrichting in de directe omgeving van
de seksinrichting geen onaanvaardbare parkeerdruk op de openbare parkeerplaatsen ontstaat;
- de seksinrichting wordt niet
uitgeoefend in de vorm van een raamprostitutiebedrijf.
4.
Wijzigingsbevoegdheid:
Waar op de kaart de aanduiding voor een
wijzigingsbevoegdheid is opgenomen is artikel 14 van toepassing.
1. Doeleindenomschrijving.
Gronden op de kaart aangewezen voor MAATSCHAPPELIJKE
DOELEINDEN zijn bestemd voor:
a. onderwijsdoeleinden;
b. sociaal-medische
doeleinden;
c. sociaal-culturele
doeleinden;
d. levensbeschouwelijke
doeleinden;
e. doeleinden
van sport en sportieve recreatie;
met de bijbehorende voorzieningen,
vallend onder categorie 1 en 2 van de bij
deze voorschriften behorende Lijst van Bedrijfstypen.
2. Bouwvoorschriften.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming
uitsluitend worden gebouwd gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde met dien
verstande dat:
a. de
bouwhoogte niet meer mag bedragen dan het aantal meters dat ter plaatse op de
kaart staat aangegeven;
b. het
bebouwingspercentage niet meer bedraagt dan op de kaart is aangegeven.
1. Doeleindenomschrijving.
Gronden
die op de kaart zijn aangewezen voor SPOORWEGDOELEINDEN zijn bestemd voor
(light)rail vervoer en de daarbij horende voorzieningen zoals perrons,
overkappingen, bermen en spoorsloten waarbij geldt dat:
a. ter
plaatse van de noordzijde en/of de zuidzijde van de perrons van het station de
gronden tevens ten behoeve van een onderdoorgang voor fietsers en voetgangers
gebruikt mag worden;
b. ter
plaatse van de aanduiding voor een viaduct de gronden tevens gebruikt mogen
worden ten behoeve van overbouwing ten behoeve van de Kruithuisweg, waarbij de
doorrijhoogte ter plaatse van het spoor tenminste 7 m is.
2. Bouwvoorschriften.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming
uitsluitend worden gebouwd gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde met dien
verstande dat:
a. de
grondoppervlakte van gebouwen voor kaartverkoop en/of wachten mag niet meer
bedragen dan 100 m²;
b. de
bouwhoogte mag maximaal 10m bedragen.
3. Vrijstelling.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van
het bepaalde in lid 1 en lid 2 sub a voor de bouw van maximaal één horeca
1-voorziening vallend onder categorie 1 en 2 van de bij deze voorschriften
horende Lijst van Bedrijfstypen, waarbij deze vrijstelling niet verleend wordt
als binnen een straal van 100 m vanaf de perrons al een dergelijke voorziening
aanwezig is en waarbij de grondoppervlakte niet meer dan 150 m² mag bedragen.
1. Doeleindenomschrijving.
Gronden op de kaart aangeduid als NUTSVOORZIENINGEN zijn
bestemd voor bebouwing ten behoeve van de telecommunicatie, de
energievoorziening en/of de waterhuishouding.
2. Bouwvoorschriften.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming
uitsluitend worden gebouwd gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde met dien
verstande dat:
a.
de
bouwhoogte niet meer mag bedragen dan op de kaart is aangegeven;
b.
het
bebouwingspercentage 100% bedraagt, tenzij anders op de kaart is aangegeven.
3. Wijzigingsbevoegdheid:
Waar op de kaart de aanduiding voor een
wijzigingsbevoegdheid is opgenomen is artikel 14 van toepassing.
1. Doeleindenomschrijving.
Gronden
op de kaart aangewezen gronden voor OPENBAAR GROEN zijn bestemd voor
groenvoorzieningen, recreatieve voorzieningen, kunstwerken, langzaam
verkeersroutes, verblijfsgebied en water alsmede binnen 2 meter van de
begrenzing met de bestemming Water voor waterberging bij peilfluctuaties.
Ter
plaatse van het op de kaart aangeduide zoekgebied is de grond mede bestemd voor
450 m2 water, waarop artikel 11 van toepassing is.
2. Bouwvoorschriften.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming
uitsluitend bouwwerken, geen gebouw
zijnde, worden gebouwd met dien verstande dat:
a. de
bouwhoogte maximaal 4 m mag bedragen, met uitzondering van die bouwwerken die
zijn aan te merken als kunstwerken waarvoor de maximale hoogte 6 m bedraagt;
b. het
maximale grondoppervlakte per bouwwerk 12 m² bedraagt.
3. Wijzigingsbevoegdheid.
Waar op de kaart de aanduiding voor een
wijzigingsbevoegdheid is opgenomen is artikel 14 van toepassing.
1. Doeleindenomschrijving.
Gronden op de kaart aangewezen voor VERKEERSDOELEINDEN I
zijn bestemd voor:
a.
verblijfs-
en verkeersruimte met de daarbij behorende verhardingen, groen- en
watervoorzieningen en wegmeubilair, waarbij geldt dat het gemotoriseerde
verkeer ter plaatse ondergeschikt is aan overige gebruikers;
b.
bij de
aangrenzende bestemming “Spoorwegdoeleinden” behorende voorzieningen, zoals
kaartverkoop- en wachtruimte, detailhandel en horeca 1, tot een vloeroppervlak
van 600 m2;
c.
stallingsvoorzieningen
voor fietsen, met een vloeroppervlak van tenminste 200 m2;
d.
ter
plaatse van de aanduiding voor een viaduct mogen de gronden tevens gebruikt
worden voor de overbouwing ten behoeve van de Kruithuisweg.
2. Bouwvoorschriften
Op deze gronden mogen uitsluitend worden opgericht
a.
gebouwen,
andere bouwwerken en voorzieningen die uit de aard van de in lid 1 sub a
gegeven doeleinden kunnen volgen en die voldoen aan de volgende voorwaarden:
1.
de
bouwhoogte mag maximaal 5 m bedragen;
2.
het
grondoppervlak per bouwwerk bedraagt maximaal 12 m2;
b.
gebouwen
en andere bouwwerken die uit de in lid 1 sub b, c en d gegeven doeleinden
kunnen volgen, met een bouwhoogte van maximaal 9 m;
c.
kunstwerken
ten behoeve van de in lid 1 sub d aangegeven bestemming, alsmede een gebouw of ander bouwwerk met trappen
en/of een liftinstallatie, ten behoeve van overbrugging van hoogteverschil
tussen peil en viaduct, met een maximum bouwhoogte van 10 m;
met dien verstande dat het gezamenlijke grondoppervlak van alle bouwwerken – met
uitzondering van de in lid sub c bedoelde kunstwerken – in totaal niet meer
dan 1.250 m2 bedraagt.
1. Doeleindenomschrijving.
Gronden op de kaart aangewezen voor VERKEERSDOELEINDEN II
zijn bestemd voor:
a. verblijfs-
en verkeersruimte met de daarbij behorende verhardingen en groenvoorzieningen;
b. ter
plaatse van de aanduiding voor een viaduct de gronden mogen tevens gebruikt
worden voor de overbouwing ten behoeve van de Kruithuisweg, waarbij de
doorrijhoogte tenminste 4,5 m is.
2. Bouwvoorschriften
Op deze gronden mogen uitsluitend worden opgericht
bouwwerken geen gebouw zijnde en voorzieningen die uit de aard van de
bestemming kunnen volgen en voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. de
bouwhoogte mag maximaal 5 m bedragen;
b. de
grondoppervlakte per bouwwerk bedraagt maximaal 12 m2.
1. Doeleindenomschrijving
a.
Gronden
op de kaart aangewezen voor WATER zijn bestemd voor de wateraanvoer en -afvoer
en waterberging alsmede voor de watersport, de sport en binnenvisserij.
b.
Waar
op de kaart de aanduiding voor een waterovergang is aangegeven, is een waterovergang
voor de bestemming Verkeersdoeleinden II vereist.
2. Bouwvoorschriften
Op deze gronden mogen ten dienste van de waterhuishouding en
de watersport uitsluitende bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd,
steigers ten behoeve van de toegang tot naastgelegen gronden en bruggen
daaronder begrepen.
3. Bijzonder gebruiksverbod.
Het is verboden gronden met de bestemming water te gebruiken
als ligplaats van een woonschip.
4. Wijzigingsbevoegdheid.
Waar op de kaart de aanduiding voor een wijzigingsbevoegdheid
is opgenomen is artikel 14 van toepassing.
1. Doeleindenomschrijving
Gronden op de kaart aangewezen voor KABEL -EN LEIDINGENTRACÉ
zijn primair bestemd voor kabels en leidingen ten behoeve van gas-, water-,
electriciteitsvoorzieningen en/of telecommunicatievoorzieningen.
2. Bouwvoorschriften en ander gebruik
Onverminderd het overigens in deze voorschriften bepaalde
ten aanzien van het bouwen en gebruik krachtens andere bestemmingen van deze gronden,
mogen op gronden als bedoeld in lid 1, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken
ten behoeve van het normale beheer en onderhoud.
3. Aanvullende bepalingen samenvallende
bestemmingen
Het bouwen en gebruik krachtens andere bestemmingen mag
uitsluitend geschieden voor zover de belangen van de kabels en/of leidingen
niet geschaad worden en vooraf advies is ingewonnen bij de beheerder van de
kabels en/of leidingen.
1. Doeleindenomschrijving
Gronden op de kaart aangewezen voor WATERKERING zijn primair
bestemd voor dijk en waterkering.
2. Bouwvoorschriften en ander gebruik
In afwijking van het overigens in deze voorschriften
bepaalde ten aanzien van het bouwen en gebruik krachtens andere bestemmingen
van deze gronden, zijn op gronden als
bedoeld in lid 1, ten dienste van en behorend bij de in dat lid bedoelde
doeleinden toegestaan:
a.
bouwwerken
geen gebouwen zijnde, zoals bakens en lichten tot een hoogte van 6 meter, en
b.
overige
voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, en gebruiksvormen.
3. Aanvullende bepalingen samenvallende
bestemmingen
Het bouwen en gebruik krachtens andere bestemmingen mag
uitsluitend geschieden voor zover de
belangen van de waterkering niet geschaad worden en vooraf advies is ingewonnen
bij de beheerder van de waterkering.
1. Burgemeester
en wethouders zijn bevoegd om onder toepassing van artikel 11 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening de krachtens de plankaart aangegeven bestemming, maximale
bouwhoogte en bouwvorm voor het als “wijzigingsbevoegdheid” aangegeven vlak
geheel of gedeeltelijk te wijzigen, met dien verstande dat:
a. deze
wijziging alleen van toepassing is voor het verbreden van de bestemming
“Spoorwegdoeleinden” en voor het verplaatsen en uitbreiden van de bestemming
“Water”;
b. de
verbreding van de spoorbaan het gevolg is van een verdubbeling van het aantal
sporen;
c. opnieuw
water wordt aangelegd met een oppervlak dat ten minste zo groot is als de te
verplaatsen watergangen.
2. Op
de voorbereiding van het besluit tot wijziging van het bestemmingsplan op grond
van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is afdeling 3.4 van de
Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
1. Doeleindenomschrijving
De gronden op de kaart aangewezen
voor archeologisch waardevol gebied zijn mede bestemd voor het behoud en de
bescherming van archeologische waarden die ter plaatse aanwezig zijn of
waaromtrent een hoge verwachting van aanwezigheid bestaat.
2. Bouwvoorschriften
a. Op
deze gronden mogen ten behoeve van deze bestemming uitsluitend bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. Bouwwerken
ten behoeve van samenvallende bestemmingen zijn op deze gronden slechts
toelaatbaar, indien en voorzover de archeologische waarden hierdoor niet
onevenredig worden geschaad;
c. Alvorens
te beslissen omtrent het verlenen van een bouwvergunning voor bouwactiviteiten die (mede) geprojecteerd zijn 50 centimeter
onder maaiveld, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in
bij de gemeentelijke archeoloog van de gemeente Delft omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de
archeologische belangen niet onevenredig worden geschaad en over de eventueel
te stellen voorwaarden.
3. Aanlegvoorschriften
Het is verboden in de gronden met de aanduiding
Archeologisch waardevol gebied zonder of in afwijking van een schriftelijke
vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken
voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die geprojecteerd zijn 50 centimeter onder
maaiveld:
a. het
afgraven, ophogen of egaliseren van de grond;
b. het
aanleggen van waterlopen of het vergraven of verruimen van reeds bestaande
waterlopen;
c. het
aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- of
telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies,
installaties of apparatuur;
d. het
aanleggen van gesloten drainagesystemen.
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder sub a, b, c en
d zijn slechts toelaatbaar indien en voorzover de archeologische waarden
hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
4. Het
verbod als bedoeld in lid 3 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden
die:
a. reeds
in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
b. mogen
worden uitgevoerd krachtens een op dat tijdstip reeds bestaande vergunning.
1. Burgemeester
en wethouders zijn bevoegd – tenzij op grond van hoofdstuk II terzake
reeds vrijstelling kan worden verleend – vrijstelling te verlenen van de
bepalingen van het plan voor:
a. afwijkingen
van maten (waaronder percentages en getallen) met ten hoogste 10%, waarbij voor
de bouwhoogte een afwijkingsmarge geldt van maximum 1 meter;
b. overschrijding
van bouwgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere
realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband
met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter
niet meer dan 3 m bedragen en geen vergroting van bouwvlakken inhouden
anders dan bedoeld onder a;
c. de
bouw van andere bouwwerken die ten behoeve van nutsvoorzieningen dan wel om
waterstaatkundige of verkeerstechnische of spoorwegtechnische redenen
noodzakelijk zijn, mits deze voorzieningen van geringe horizontale en verticale
afmetingen zijn; de bouwhoogte van voorzieningen ten behoeve van
telecommunicatie mag niet meer dan 25 m bedragen;
d. burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen omtrent bouwhoogten
ten behoeve van masten, torens, vlaggenmasten en andere bouwwerken, die hun
functie uitsluitend kunnen vervullen wanneer zij hoger zijn dan de gestelde
maximum bouwhoogten;
e. burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen van het plan voor
het plaatsen van masten voor de mobiele telefonie met dien verstande dat:
I. masten
zoveel geplaatst moeten worden (midden) op bestaande bouwwerken;
II. masten
zoveel mogelijk geschikt dienen te zijn voor gebruik door meer dan één
aanbieder van mobiele telefoondiensten.
2. Vrijstelling
wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de
ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden
en bouwwerken.
1. Het
op de kaart achter een letter of combinatie van letters ingeschreven Arabisch
cijfer of getal, geeft – tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald en
behoudens eventuele vrijstelling – de maximum toelaatbare bouwhoogte in
meters aan.
2. De
in lid 1 bedoelde hoogten mogen worden overschreden door antennes,
schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen en andere ondergeschikte bouwdelen,
tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald.
3. De
maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag –
tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald – ten hoogste bedragen:
a. van
erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van hoofdgebouwen en de
openbare weg: 1 m;
b. van
erf- en terreinafscheidingen elders: 2 m;
c. van
lichtmasten: 12 m;
d. van
overig wegmeubilair: 6 m;
e. van
antennes voor telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes: 15 m;
f. van
schotelantennes: 6 m;
g. van
overige bouwwerken: 3 m.
1. Het
is verboden, de in het plan begrepen gronden, open erven of terreinen en de
daarop overeenkomstig de uit het plan voortvloeiende bestemming(en) gebouwde
opstallen te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een
wijze, of tot een doel strijdig met de bestemming(en).
2. Het
op het moment van het van kracht worden van dit bestemmingsplan bestaande
strijdige gebruik mag worden voortgezet en mag worden gewijzigd in een minder
strijdig gebruik.
3. Onder
een in het eerste lid bedoeld strijdig gebruik van onbebouwde gronden wordt in
ieder geval verstaan:
a. het
storten van puin en afvalstoffen;
b. opslag
van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen,
machines en onderdelen hiervan;
c. opslag
van onklare, dan wel aan hun normale bestemming onttrokken voer- of vaartuigen
of onderdelen hiervan.
4. Onder strijdig gebruik wordt eveneens in
ieder geval verstaan het gebruik van gebouwen voor:
a. speelautomaten;
b. het verkopen van soft-drugs.
5. Het
in lid 3 onder a t/m c bepaalde is niet van toepassing op opslag van goederen
ten behoeve van de krachtens het plan toegestane bedrijfsvoering, op het
tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, die nodig zijn voor de
realisering of de handhaving van de in dit plan aangegeven bestemmingen, en op
het opslaan of storten van puin, afval- en meststoffen, voorzover noodzakelijk
voor het normale onderhoud van tuinen en open erven.
6. Burgemeester
en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien
strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik van
de grond en de bebouwing, die niet om dringende reden gerechtvaardigd is.
1. Bouwwerken
die op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerp van dit plan reeds
bestaan, in uitvoering zijn of gebouwd kunnen worden krachtens de Woningwet en
die, hetzij door hun aard, hetzij door hun afmetingen, in strijd zijn met het
plan, mogen behoudens de bevoegdheid tot onteigening overeenkomstig de wet:
a. gedeeltelijk
worden vernieuwd of gedeeltelijk worden veranderd, mits de bestaande afwijkingen
van het plan daarbij naar aard en afmetingen niet zullen worden vergroot en
geen nieuwe afwijkingen ten opzichte van het plan zullen ontstaan;
b. geheel
worden vernieuwd, zonodig met overschrijding van de bebouwings- en
bestemmingsgrenzen, ingeval zij zijn verwoest ten gevolge van een calamiteit,
mits de bestaande afwijkingen niet zullen worden vergroot en een aanvraag om
bouwvergunning voor de herbouw wordt ingediend binnen 2 jaar nadat de
calamiteit heeft plaatsgevonden.
2. Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het
geheel vernieuwen anders dan na een calamiteit, alsmede voor het in geringe
mate vergroten van de in het eerste lid bedoelde bouwwerken, mits de vergroting
ten opzichte van de bestaande afmetingen niet meer dan 10% zal bedragen en
mits de bestaande afwijkingen van het plan daarbij naar aard niet zullen worden
vergroot.
Overtreding
van het bepaalde in artikel 4 lid 1 sub
c, artikel 11 lid 3 en artikel 18 lid 1, lid 3 en lid 4 is een strafbaar feit
als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Dit plan kan worden aangehaald onder de titel:
Bestemmingsplan Station Zuid.