|
bezoekadres postadres |
Aanmeldingsnotitie
voor beoordeling m.e.r.-plicht voor de ontwikkeling van het
Gelatinepark
Delft
In
opdracht van Gemeente Delft
Opgesteld
door Syncera De Straat B.V.
Projectnummer M04A0284
Documentnaam F:\Data\project\milz04\M04A0284\m04a0284.r02.doc
Datum 17 september 2004
Samenvatting
De gemeente Delft wil ter plekke van de voormalige Lijm en Gelatine
fabriek een evenemententerrein realiseren. Dit evenemententerrein trekt naar
verwachting ca 250.000
bezoekers per jaar. Conform het Besluit
Milieueffectrapportage (D-lijst) moet voorafgaand aan de formele ruimtelijke
besluitvorming (art 19 Wro) besloten worden of een m.e.r.-procedure
noodzakelijk is (m.e.r.-beoordelingsplicht). Een m.e.r.procedure is noodzakelijk
als er sprake is van bijzondere omstandigheden. Dit is in bij de aanleg van het
gelatinepark niet het geval. De milieubelangen kunnen volwaardig worden
meegenomen in de reguliere besluitvorming (art 19 Wro en later de vergunningen
Wet Milieubeheer). Een speciale m.e.r.-procedure is hiervoor niet noodzakelijk.
Wij adviseren dan ook negatief te beslissen over de m.e.r. beoordeling of te
wel voor de aanleg van het Gelatinepark is geen m.e.r. noodzakelijk.
Inhoudsopgave
2.1 Aanleiding
en doel van het initiatief
2.2 Beschrijving
van de locatie en het initiatief
2.3 Motivatie
van de lokatiekeuze
3 Omstandigheden rond de voorgenomen activiteit
3.1 Kenmerken
van de activiteit
3.3 Samenhang
met andere activiteiten
3.4 Kenmerken
van de gevolgen voor het milieu
3.5 Beoordeling
bijzondere omstandigheden
Bijlage 1 Plattegrond omgeving 15
Bijlage 2 Plattegrond Gelatinepark 16
Het voormalig terrein van de
Lijm- en Gelatinefabriek aan de Rotterdamseweg wordt
momenteel herontwikkeld tot
het zogenaamde Gelatinepark. Het Gelatinepark zal bestaan uit een deel voor
culturele doeleinden (Lijm en Cultuur) en een evenemententerrein. Op jaarbasis
worden circa 250.000 bezoekers verwacht. De geplande culturele activiteiten
passen niet in het vigerende bestemmingsplan. De gemeente Delft heeft besloten
om het bestemmingsplan te wijzigen (als onderdeel van een algehele actualisatie
van alle
bestemmingsplannen). Omdat
de onderhavige bestemmingsplanwijziging eerst in 2006 is voorzien, zal voor de
herontwikkeling een artikel 19 WRO-procedure worden gevolgd.
Volgens het Besluit m.e.r.,
is de aanleg van een recreatieve voorziening waarbij meer dan 250.000 bezoekers
worden verwacht een activiteit waarvoor de m.e.r. beoordelingsplicht geldt
(bijlage D, categorie 10.1). Op grond hiervan moet voorafgaand aan de formele
ruimtelijke besluitvorming (artikel 19 WRO) beoordeeld worden of een
m.e.r.-procedure noodzakelijk is.
Het bevoegd gezag is de
gemeenteraad van de gemeente Delft. Burgemeester en Wethouders (B&W) van de
gemeente Delft zijn de initiatiefnemer. Ten behoeve van de beoordeling door het
bevoegd gezag is deze aanmeldingsnotitie opgesteld.
Het doel van de
aanmeldingsnotitie is om te bepalen of er sprake is van bijzondere omstandigheden
bij het initiatief, die het opstellen van een MER voor de realisatie van het
Gelatine park noodzakelijk
maken.
Deze notitie geeft een
beschrijving van de voorgenomen activiteit en geeft antwoord op de vraag of er sprake
is van bijzondere omstandigheden. Hoofdstuk 2 gaat in op de kenmerken en de
locatie van de voorgenomen activiteit en de samenhang van deze activiteit met
andere activiteiten ter plaatse. Tevens geeft dit hoofdstuk een kort overzicht
van de belangrijkste (nadelige) gevolgen voor het milieu.
Op basis van de beschrijving
in hoofdstuk 2 wordt in hoofdstuk 3 de vraag beantwoord of bij dit initiatief
sprake is van bijzondere omstandigheden, die rechtvaardigen dat een MER
noodzakelijk is om de milieubelangen volwaardig in de besluitvorming mee te
nemen.
In hoofdstuk 4 passeren alle
relevante milieuaspecten in detail de revue. Dit hoofdstuk is met name
toegevoegd omdat B&W van de gemeente Delft , als initiatiefnemer, voor alle
betrokkenen en belanghebbenden een volledig beeld wil schetsen van de relevante
milieuaspecten met betrekking tot de
ontwikkeling van het Gelatinepark. Tot slot vatten we in hoofdstuk 5 de
conclusie samen en formuleren we een advies.
Sinds lange tijd is er
binnen de gemeente Delft een groot tekort aan ruimte voor culturele
activiteiten, waaronder een terrein voor evenementen en ruimte voor
activiteiten van
groepen in amateur- en
professionele kunst.
Tot nu toe vonden de meeste
evenementen plaats op De Markt, in het centrum van de stad. Dit terrein ligt te
midden van een grote concentratie woningen en andere (openbare) gebouwen. De
Markt is te klein voor grootschalige evenementen; de omvang van evenementen
moest dus worden beperkt of er moest voor grote evenementen gezocht worden naar
aanvullende gebieden in de nabije omgeving om het totale evenement te kunnen
herbergen. De nabijheid van woningen en de verkeersaantrekkende werking van
evenementen op De Markt leggen een zware belasting op het centrum.
Voor de diverse gewenste
culturele activiteiten bestaat de wens om deze te bundelen op één terrein,
waardoor mensen in de gelegenheid worden gesteld om samen te werken,
elkaar te inspireren en van
elkaar te leren.
Eind 2003 heeft de gemeente
Delft een terrein verworven, waarvan de oppervlakte en
locatie zeer geschikt worden
geacht om het gesignaleerde tekort aan ruimte voor culturele doeleinden op te
lossen. Het betreft het terrein van de voormalige Lijm- en Gelatinefabriek aan
de Rotterdamseweg. Een deel van het terrein kan worden gebruikt voor
evenementen in eigen beheer van de gemeente. Daarnaast kan een ander deel van
het terrein en de daarop gelegen gebouwen gebruikt worden voor kleinschalige
culturele activiteiten.
Het doel van het initiatief
is om het oude bedrijventerrein te herontwikkelen tot een terrein voor diverse
evenementen en culturele activiteiten. Hiermee wordt ruimte geboden aan een
aantal grootschalige evenementen, wordt een oplossing geboden voor het ruimtetekort
van amateurkunstgroepen en wordt cultureel ondernemerschap gestimuleerd. Als
bijkomend voordeel geldt dat het industrieel erfgoed van de Lijm- en
gelatinefabriek (waaronder een gemeentelijk monument) behouden blijft.
Het Gelatinepark is
gesitueerd op een deel van het voormalig industrieterrein van de
Delftse Lijm- en
Gelatinefabriek. Het plangebied ligt
aan de Rotterdamseweg, de oude
verbindingsweg tussen
Rotterdam en Delft (zie bijlage 1). De Lijm- en Gelatinefabriek lag op een
bestaand industrieterrein, waarvan ook nu nog veel bedrijvigheid aanwezig is.
Het gebied is redelijk
centraal gelegen op 1500 meter van de Delftse binnenstad. De bereikbaarheid
voor trein/bus, auto of fiets is over het algemeen goed. Alleen in de avonduren
is het regulier lokale openbaar vervoer (bus) minder frequent, waardoor later
op de avond en ’s nachts de bereikbaarheid minder goed is. Met eenvoudige middelen,
bijvoorbeeld een pendeldienst, is de bereikbaarheid ook in die late uren te
vergroten.
Aan de noord- en zuidzijde
van de locatie zijn bedrijven gevestigd. Aan de westzijde van het gebied ligt
de doorgaande waterweg de Schie met aan de overzijde een bedrijventerrein. Ten oosten
van het terrein liggen aan de overzijde van de Rotterdamseweg diverse gebouwen,
gerelateerd aan de TU. Dit gebied, ‘TU-midden’ genaamd, is onderdeel van een
groter TU-gebied. De activiteiten van de TU worden in de toekomst meer op
TU-midden geconcentreerd (onder andere studentenhuisvesting). In bijlage 2 is
de locatie weergegeven.
Het bestaande
industrieterrein, gelegen binnen het bestemmingsplan “Schie-oevers” is een
traditioneel industrieterrein, dat in de 20e eeuw is gevuld met een
zwaarder type bedrijven (de zogenaamde categorie 3 en 4 bedrijven). Dit
traditionele bedrijventerrein kent van oudsher een sterke scheiding van
functies. Op slechts enkele plaatsen komen verspreid woningen voor. Voor een
deel waren dit bedrijfswoningen, waarin de bewoners vroeger arbeidsrechtelijke
banden hadden met de bedrijven. Tegenwoordig hebben de schaarse bewoners
meestal geen band meer met de bedrijvigheid op het industrieterrein.
Het totale terrein, dat is
aangekocht, heeft een oppervlakte van 45.000 m2, waarvan circa 22.600 m2 tot
het Gelatinepark behoren. Een oppervlak van circa 9000 m2 wordt ingericht ten
behoeve van het evenemententerrein, het overige deel (circa 13.600 m2) waarop
nog diverse bebouwing aanwezig is, wordt gebruikt voor de culturele
activiteiten. Voor horeca activiteiten op het terrein zal een apart gebouw aan
het water worden gebouwd. De planning is om in mei 2005 het evenemententerrein en de culturele gebouwen
in
gebruik te nemen.
Het evenemententerrein zal
naar verwachting in de toekomst circa 250.000 bezoekers per jaar trekken. Het
programma voor het evenemententerrein in de nabije toekomst is mogelijk het
volgende:
-
Kleine evenementen,
circa 1000 bezoekers per evenement, circa 15x per jaar; voorbeeld: beurzen en
bedrijfspresentaties;
-
Middelgrote
evenementen, circa 3000 bezoekers per evenement, circa 10x per jaar; voorbeeld:
studentenfeesten, opening cultureel seizoen, culinair festival
-
Grote evenementen,
circa 10.000 bezoekers per evenement, circa 12x per jaar; voorbeeld: grote
kermis, popfestival, opening studentenweek.
Om ruimte te houden voor een
eventuele groei in de toekomst, wordt uitgegaan van de genoemde 250.000
bezoekers in de verdere toekomst.
Gelet op de ligging nabij de
binnenstad, in een omgeving met weinig gevoelige bestemmingen, de omvang van
het terrein en het industriële decor van de oude fabrieksgebouwen, is deze
locatie uitermate geschikt om te worden gebruikt voor culturele activiteiten.
Ook de goede ontsluiting voor diverse soorten van vervoer maakt dat het terrein
geschikt is.
Het terrein is een
aanvulling op de bestaande evenementen en betekent een vergroting van de totaal
beschikbare ruimte in de gemeente.
Wanneer dit initiatief niet
zou worden gerealiseerd, zullen de genoemde culturele activiteiten versnipperd
over de gehele stad plaatsvinden. De gewenste cultureel ondernemerschap,
onderlinge samenwerking en inspiratie vinden niet plaats. Middelgrote en grote
evenementen, waarvan diverse belangengroepen de noodzaak hebben aangegeven,
kunnen niet worden georganiseerd. De opbouw van een grote kermis of circus zal
nimmer in de gemeente Delft kunnen plaatsvinden. Binnen de gemeente zijn geen andere
terreinen van gelijke omvang beschikbaar. Dit betekent dat de doelgroep
(jongeren en mensen van 30 –49 jaar) zijn heil buiten de gemeente zal zoeken in
Rotterdam of Den Haag, hetgeen een verarming van de stad betekent.
Conform het besluit milieueffectrapportage
moet worden beoordeeld of er sprake is van bijzondere omstandigheden die een
m.e.r. voor het Gelatinepark rechtvaardigen. De genoemde bijzondere
omstandigheden rond een initiatief kunnen betrekking hebben op:
-
de kenmerken van de
activiteit;
-
de plaats van de
activiteit;
-
de samenhang met andere
activiteiten ter plaatse (cumulatie);
-
de kenmerken van de
belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu die de activiteit kan hebben.
Het gaat hier om een nieuw evenemententerrein
dat op een bestaand (oud) bedrijventerrein wordt ontwikkeld. Bestaande gebouwen
zullen worden gebruikt en eventueel verbouwd ten behoeve van de culturele
activiteiten. Met name het evenemententerrein is de activiteit waarvan in
potentie milieueffecten te verwachten zijn. De m.e.r.beoordelingsplicht geldt
dan ook met name voor deze activiteit. In deze aanmeldingsnotitie wordt
desondanks inzicht geboden in de milieueffecten van zowel het
evenemententerrein als voor de culturele activiteiten.
Het evenemententerrein zal
naar verwachting circa 250.000 bezoekers trekken.
Dit aantal stemt overeen met
de drempelwaarde zoals die in het M.e.r.-besluit wordt aangegeven (bijlage D,
categorie 10.1). Naar mate voor een bijlage D-activiteit de overschrijding van
de drempelwaarde door een initiatief groter is, kunnen eventuele milieugevolgen
ook omvangrijker zijn en wordt de noodzaak om deze milieugevolgen te
onderzoeken, groter. Dit betekent dat de omvang van de activiteit in relatie
tot het criterium uit de wet niet extreem groot is. Belangrijke milieukenmerken
van een evenemententerrein zijn de productie van geluid- en lichthinder, een
verkeersaantrekkende werking en het ontstaan van afval. De omvang van deze
milieuaspecten is direct gerelateerd aan de omvang van de activiteit. Hieruit
kan de conclusie worden getrokken dat de omvang van de activiteit en de
bijbehorden milieuaspecten niet als bijzondere omstandigheden moet worden
gekenschetst. Op de milieuaspecten wordt in paragraaf 3.4 en in hoofdstuk 4 nader
ingegaan.
Het Gelatinepark is
gesitueerd op een deel van het voormalig industrieterrein van de Delftse Lijm-
en Gelatinefabriek. Het plangebied ligt
aan de Rotterdamseweg, de oude verbindingsweg tussen Rotterdam en Delft. Het
gebied ligt vrij centraal in Delft en wordt voornamelijk omgeven door bedrijven
en onderwijs- en onderzoeksgebouwen in de TU-wijk. Direct grenzend aan het
gebied is 1 woning aanwezig. Op een afstand van 30 meter ligt een tweede
woning. Overige woningen liggen op meer dan 150 meter afstand en zijn beperkt
in aantal.
De locatie ligt vlakbij het
centrum en is goed bereikbaar vanaf de snelweg A13 en met het openbaar vervoer
(bus) vanuit het centrum. In de toekomst wordt ook een tramverbinding voorzien.
Op het terrein zelf en in de nabije omgeving is voldoende parkeergelegenheid
(TU-wijk). De plaats van het Gelatineterrein is ver van woningen en zonder
ontoelaatbare verkeerscongestie bereikbaar.
Het Gelatineterrein is een
industrieterrein. Het terrein ligt niet in of nabij gebieden met een bijzondere
betekenis (zoals Vogelrichtlijn- of Habitatgebieden, stiltegebieden of
grondwaterbeschermingsgebieden). Er is slechts een beperkt aantal woningen in
de nabijheid. De milieugevolgen
(geluid, veiligheid, verkeersaantrekkende werking) zijn daarmee beperkt
.
De locatie is gelegen op een
bestaand industrieterrein. Op dit terrein en in de directe omgeving is geen
sprake van bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in het besluit m.e.r..
De activiteiten op het
evenemententerrein kennen, voor wat betreft de datum en het tijdstip van
optreden, geen direct, onlosmakelijk verband met andere culturele activiteiten.
Op het terrein bevinden zich
gebouwen voor andere culturele activiteiten, maar deze vinden geheel
onafhankelijk plaats. Natuurlijk is het
mogelijk dat er zich situaties voordoen waarin een groot evenement samenvalt
met een hausse aan culturele activiteiten. In dat geval zal er extra behoefte
zijn aan parkeermogelijkheid die niet allemaal op het terrein zelf kan worden
gevonden. Dit is zoals gezegd niet het gevolg van een automatisch verband
tussen evenementen en culturele activiteiten. Zoals vermeld is in de TU-wijk
voldoende aanvullende parkeergelegenheid te realiseren.
Verder is het mogelijk dat
een evenement op het Gelatinepark onderdeel uitmaakt van een gemeentebreed
cultureel gebeuren. In een dergelijke situatie is mogelijk sprake van andere
gelijktijdige culturele uitingen in het centrum. In dat geval zullen de milieugevolgen
zich voornamelijk voordoen op het aspect verkeersaantrekkende werking. De
gebieden waar een eventueel gemeentebreed cultureel gebeuren plaatsvindt liggen
in die situatie verspreid over de stad. De eventuele extra verkeershinder is
dan niet relevant. De ontwikkelingen van het Gelatinepark sluiten goed aan bij
de concentratie van culturele voorzieningen aan de zuidrand van de binnenstad
(theater De Veste en andere ontwikkelingen in Zuidpoortgebied en “De Porceleyne
Fles”).
Andere activiteiten in de
nabijheid zijn de bestaande bedrijven/bedrijfsprocessen. Verder wordt een deel
van het totale Gelatineterrein gebruikt als uitbreidingskavel voor andere
bedrijven. Er is geen functionele samenhang tussen de voorgenomen activiteit en
de bestaande bedrijven.
De samenhang met
activiteiten leidt niet tot bijzondere omstandigheden die een m.e.r.
rechtvaardigen.
Het kenmerk van een
evenemententerrein is dat er op een buitenlocatie gedurende een bepaalde tijd
(ook in de avond en nacht) grote groepen mensen aanwezig zijn die kunnen zorgen
voor parkeer- en geluidhinder. Ook het te houden evenement gaat gepaard met
geluid, mogelijk ook van omroepinstallaties. Daarnaast kan sprake zijn van
productie van veel kunstlicht. Waar veel mensen zijn, wordt veel afval
geproduceerd, dat voor een groot deel op het terrein wordt verzameld. Voor een
deel kan ook het ontstaan van zwerfvuil buiten het terrein aan de orde zijn.
Bij een goed geregelde schoonmaak voor of door de evenementhouder kan dit tot
een minimum worden beperkt.
De verkeersaantrekkende
werking van het evenemententerrein is een belangrijk aspect. Daarom is recent
een verkeersonderzoek verricht naar de bereikbaarheid van het Gelatinepark. Er
zal een toename te verwachten zijn van het jaargemiddeld aantal motorvoertuigen
per dag. Daarnaast zal ten tijde van een groot evenement in relatief korte
periode een groot aantal bezoekers arriveren of vertrekken. De resultaten van
het verkeersonderzoek zijn gebruikt om de geluidbelasting te berekenen.
De toename van de
jaargemiddelde geluidbelasting zal verwaarloosbaar zijn, maar met name voor de
piektijden zal de geluidbelasting op de wegen in de nabije omgeving met 2 à 3
dB(A) toenemen. Dit zal overlast geven voor de bewoners langs deze wegen, met
name de Julianalaan en de Schoemakerstraat.
Het Gelatinepark kent
nauwelijks tot geen veiligheidsrisico’s voor de omgeving. Alleen wanneer een
vuurwerkevenement wordt gehouden, speelt het onderwerp veiligheid. Voor het houden
van vuurwerkevenementen is voldoende wetgeving, waarbij door het aanhouden van
minimale afstanden (en andere eisen) de risico’s voldoende worden ingeperkt.
Aanvullende gegevens ten opzichte van die in de vergunningverlening voor
vuurwerk-evenementen hebben geen toegevoegde waarde. Wel is het belangrijk om,
bij de aanwezigheid van grote groepen mensen, het terrein snel te kunnen
benaderen met hulpdiensten of het terrein snel te kunnen verlaten in geval van
calamiteiten in de omgeving.
De evenementen op het
evenemententerrein kunnen op 2 manieren worden gewogen.
Incidentele evenementen
worden tot nu toe toegestaan in het kader van de Algemene
plaatselijke verordening
(APV). Op het Gelatinepark zullen mogelijk circa 37 evenementen per jaar worden
gehouden. Het bevoegd gezag zal te zijner tijd een standpunt moeten innemen of
het aantal van 37 als incidenteel kan worden beschouwd. Daarom moet ook worden
onderzocht of het terrein als een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer
(Wm) kan worden beschouwd. De beoordeling of het terrein onder de APV valt of
als inrichting moet worden beschouwd, is van invloed op de geluidbelasting die
kan worden toegestaan. Bij de beoordeling hierover is, naast het aantal
evenementen, ook het volgende van belang:
-
worden er vaste
voorzieningen op het terrein aangelegd?
-
is er een vaste
beheerder/organisator voor alle evenementen of wordt elk evenement door
verschillende organisaties georganiseerd?
Indien het
evenemententerrein als een Wm-inrichting moet worden beschouwd, geldt het
volgende: De genoemde gevolgen voor het milieu kunnen voor het evenemententerrein
worden behandeld en vastgelegd in een Wet milieubeheer vergunning. Voor deze
vergunningprocedure zal een akoestisch onderzoek nodig zijn.
Indien het evenemententerrein
onder de APV valt gelden de diverse voorschriften uit de APV waaronder die over
ordeverstoring en (licht- en geluid)hinder.
Voor de culturele
activiteiten in de gebouwen is eveneens de Wet milieubeheer van toepassing. In
een vergunning of mogelijk een Algemene Maatregel van Bestuur worden
voorschriften voor de diverse
milieu-aspecten vastgelegd.
Om de toename van de
geluidbelasting op enkele omliggende wegen te beperken is het aan te bevelen om
een nader onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden om het terrein via
andere wegen te ontsluiten.
De noodzaak tot een
m.e.r.-procedure wordt niet bepaald door de vraag of er sprake is van nadelige
gevolgen voor het milieu, maar door de vraag of er sprake is van bijzondere
omstandigheden. Bijzondere omstandigheden zouden er toe kunnen leiden dat een
MER noodzakelijk is om de milieubelangen volwaardig in de besluitvorming mee te nemen.
Uit de beschrijving in
paragraaf 3.1 t/m 3.4 kan worden geconstateerd dat er geen sprake is van
bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in het Besluit m.e.r.. Het milieubelang
is voldoende gewaarborgd in de reguliere art 19 procedure en de toekomstige vergunningen
in het kader van de Wet milieubeheer.
Een belangrijk aandachtspunt
voor de besluitvorming ligt in de verkeersaantrekkende
werking van het evenementen
terrein. Momenteel wordt de ontsluiting in TU-noord onderzocht. Door een
aanvullend onderzoek naar andere ontsluitingsmogelijkheden kan worden bekeken
of de geluidbelasting als gevolg van het verkeer kan worden beperkt. Dit
aanvullend onderzoek kan in het verdere traject van de artikel 19 procedure
plaatsvinden en voldoende informatie bieden voor een volwaardige
besluitvorming. Het is niet noodzakelijk om voor dit onderwerp een aparte
m.e.r. procedure te volgen.
Voor de verkeersproductie
van het Gelatinepark is een bereikbaarheidsonderzoek verricht door Goudappel
Coffeng. (noot: onderzoek van Goudappel Coffeng naar de bereikbaarheid van het
Gelatinepark d.d. 3 september 2004 met kenmerk Det029/Tbg/0181)
Hierbij is voor de diverse
evenementen een analyse gemaakt van het te verwachten verkeerspatroon. Voor het
aantal evenementen dat in de analyse is gehanteerd, is rekening gehouden met de
situatie in de verdere toekomst. Deze analyse wordt hieronder weergegeven:
§
gemiddeld 24 kleine
evenementen per jaar (tot 2000 bezoekers), waarbij 75% van de bezoekers met de
auto komt, en 2 personen per auto worden vervoerd;
§
gemiddeld 12 middelgrote
evenementen per jaar (tot 5000 bezoekers), waarbij 60% van de bezoekers met de
auto komt, en 2 personen per auto;
§
gemiddeld 8 grote
evenementen (10.000 bezoekers), waarbij 60% met de auto komt, en 2,5 personen
per auto;
Met behulp van bovenstaande
gegevens is uit te rekenen hoeveel ritten dit op jaarbasis zijn. Het betreft
110.400 ritten op jaarbasis, oftewel gemiddeld 300 ritten per dag.
Er kan ook een worst-case
benadering worden gehanteerd. Hierbij gaat het model uit van een toename is met
300 ritten voor alle wegen. De huidige intensiteit op de Rotterdamseweg tussen
de Julianalaan en de C. Drebbelweg (als relevant voorbeeld) is 1400 ritten per
etmaal.
Ten tijde van een groot
evenement arriveren of vertrekken in een relatief korte periode alle bezoekers.
Bij een bezoekersaantal van 10.000 mensen, waarbij 60% van de bezoekers met de
auto komt, met een gemiddelde van 2,5 persoon per auto, komt dit neer op een
bepaald aantal autoritten extra in een uur.
In onderstaande figuur wordt
de te verwachten verdeling van het aantal motorvoertuigen over de verschillende
wegen aangegeven.
Per evenementsklasse is een
aantal maatregelen geformuleerd op het terrein van:
-
routering van
autoverkeer;
-
parkeren (benodigde
plaatsen, parkeerverwijzing, parkeerondersteuning, controle tegen wildparkeren
in omliggende wijken en looproutes);
-
langzaam verkeer
(aantal benodigde plaatsen, bewegwijzering);
-
openbaar vervoer
(aantal reizigers, inzet bussen, routes).
In aanvulling op deze goede
spreiding zal verder onderzoek moeten uitwijzen hoe de verkeersafwikkeling nog
verder kan worden verbeterd.
Voor het realiseren van een
evenemententerrein op de locatie van de voormalige Gelatinefabriek is een
akoestisch onderzoek verricht.
Daarbij is voor de
nulsituatie gebruikt gemaakt van de verkeersgegevens van het gemeentelijk
verkeersmodel 2002. Voor de toekomstige situatie is het gemeentelijk verkeersmodel
2015 gecombineerd met het onderzoek van Goudappel Coffeng.
Er zijn twee
geluidbelastingen uitgerekend. Er is uitgerekend hoe groot de toename van de
(jaargemiddelde) geluidbelasting is, en er is uitgerekend hoeveel de uurgemiddelde
geluidbelasting toeneemt op het moment dat er een piek in de verkeersstroom is
t.g.v. van een groot evenement (10.000 bezoekers).
De toename van de
jaargemiddelde geluidbelasting door verkeer ten gevolge toekomstige
activiteiten op het Gelatinepark is gering voor Rotterdamseweg en Julianalaan
(< 1 dB(A)), en verwaarloosbaar voor alle overige wegen.
De grootste toename van de
geluidbelasting zal plaatsvinden op de Julianalaan (tussen Oostpoortplein en
Michiel de Ruyterweg) en de Schoemakerstraat. De geluidbelasting zal hier
tijdens de piekperioden van aan- en afvoer van bezoekers van het Gelatineterrein
2 tot 3 dB(A) hoger liggen dan tijdens een normale avondspits. Ook de Michiel
de Ruyterweg zal tijdens deze perioden een hogere geluidbelasting veroorzaken
dan tijdens de spits. Voor de overige wegen zal een piekperiode rustiger
verlopen dan een normale avondspits, en dus ook een lagere geluidbelasting
geven. Omdat de woningen aan de Julianalaan in de huidige situatie reeds een
hoge geluidbelasting hebben, is geluidhinder tijdens de aan- en afvoer van
bezoekers te verwachten, met name als de aan- en afvoer pieken zich op late
tijdstippen voordoen.
De culturele activiteiten kunnen
gepaard gaan met muziekgeluid, wanneer de oefenruimte voor bands en fanfares
wordt gebruikt. Dit zijn activiteiten die binnen plaatsvinden. Het gebouw
waarin de oefenruimte zich bevindt is gelegen aan de westzijde van het terrein
(het verst van de bestaande woningen (totaal 5) aan de Rotterdamseweg. Het
gebouw ligt op circa 80 meter vanaf de dichtstbijzijnde woning. Bij de woningen
dient gestreefd te worden naar een etmaalwaarde van 50dB(A). Naar verwachting
zou dit voor een binnenactiviteit mogelijk moeten zijn. Dit zal in het kader
van de milieuvergunning of AMvB nader moeten worden onderzocht.
Op het evenemententerrein
vinden diverse activiteiten in de open lucht plaats, die geluid produceren. Dit
betreft bijvoorbeeld: live-muziek, omroep en muziekinstallaties, kermisgeluiden
en dergelijke. Zoals in paragraaf 3.4 is aangegeven kunnen de evenementen op
het evenemententerrein op 2 manieren worden gewogen, namelijk als vallend onder
de APV of onder de Wm. De beoordeling of het terrein onder de APV valt of als
inrichting moet worden beschouwd, is van invloed op de geluidbelasting die kan
worden toegestaan. Zowel in het kader van de APV, als zeker ook in het kader
van de Wm zal een akoestisch onderzoek moeten worden verricht om de geluidbelasting
in de omgeving te bepalen. Hierbij zal de geluidbelasting op de 6
dichtstbijzijnde verspreid liggende woningen worden berekend, maar ook op de
dichtstbijzijnde aaneengesloten woonbebouwing, die aanzienlijk verder weg ligt.
De afstand van het midden van het evenemententerrein tot aan de
dichtstbijzijnde woningen is circa 120 meter.
In geval van een
Wm-inrichting geldt een streefwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde.
Het voormalige Gelatineterrein ligt aan de Schie. De
Schie is boezemwater. De waterkering ligt langs de Rotterdamse weg en niet
langs de Schie. Het Gelatineterrein bevindt zich dus buitendijks in zogenaamd
boezemland. Op het terrein ligt momenteel geen oppervlaktewater.
Overigens voldoet de waterkering niet aan de huidige
eisen voor hoogte en staat van onderhoud. Mede in verband met de herontwikkeling
van het gebied zal de riolering die langs de Rotterdamseweg loopt worden
vervangen. De invloed hiervan op de waterkerende functie moet worden afgestemd
met het Hoogheemraadschap.
Voor het onderwerp ‘water’
in ruimtelijke plannen gelden beleid en richtlijnen. Het Hoogheemraadschap van
Delfland heeft in dat kader randvoorwaarden gesteld aan (het vergroten van) de
waterbergingscapaciteit. Voor het
Gelatinepark geldt een inspanningsverplichting voor de waterbergingscapaciteit
van 325 m3/ha (uitgaande van 50% verhard terrein). Verder geldt voor
het terrein dat zoveel mogelijk oppervlaktewater moet worden gerealiseerd, dat
moet worden aangelegd op boezemniveau. Met de aanwezigheid van open water en
van natuurvriendelijke oevers wordt voorzien in een deel van de benodigde
waterbergingscapaciteit in tijden van extreme neerslag. Omdat het terrein
buiten de waterkering ligt moet daarnaast rekening worden gehouden met een
peilstijging van 20 cm en daarbij horend ruimtebeslag. Voor het Gelatinepark komt dit neer op circa
0.36 ha.
Op het terrein van Lijm en
Cultuur wordt circa 440 m2 water gerealiseerd. Van het evenemententerrein geldt
dat 1/3 van het oppervlak wordt verhard, 1/3 half verhard en dat op 1/3 gras
wordt aangelegd. B&W van de gemeente Delft zal gedurende het verdere proces
met het Hoogheemraadschap in overleg blijven over de uit te voeren maatregelen.
Het bestaande terrein is industrieterrein. In
het verleden is daarom voor ecologie geen aandacht geweest. Voor het bestemmingsplan
Schieoevers wordt ingezet op een brede ecologische en recreatieve zone aan
weerszijden van de Schie of parallel daaraan. Ook voor het Gelatineterrein zal
deze ecologische zone worden nagestreefd, bij voorkeur langs het water om
migratie van libelles, vlinders en kleine zoogdieren te bevorderen.
Voor het Gelatineterrein
betekent dit concreet:
-
Er mogen geen
belemmeringen op het terrein komen die de bewegingen van zoogdieren langs de
Schie onmogelijk maken. (bv. het plaatsen van een muur als terreingrens vanaf
het water tot aan de Rotterdamseweg.)
-
Er dient een
aantrekkelijke leefomgeving voor zoogdieren, libellen en vlinders op het
terrein aanwezig te zijn. Indien de gebruikseisen van het terrein zodanig zijn
dat een doorgaande zone niet kan worden gerealiseerd, kan dat door het gebruik
van stepping stones. Dit zijn kleine groepen bomen en struikgewas die op het
terrein worden geplaatst en die bovengenoemde diersoorten een schuilplaats
kunnen bieden.
-
De erfafscheidingen tussen
evenemententerrein, Lijmen en Cultuur en aangrenzende bedrijven bij voorkeur
uitvoeren als houtwal bestaande uit bomen en struiken, zodat deze aan
verschillende diersoorten (kleine zoogdieren, vogels) een schuilplaats kunnen
bieden.
Op het Gelatinepark vinden
geen activiteiten plaats die emissies naar de lucht veroorzaken. Ook is er geen
sprake van geurhinder. In de oude situatie, met een operationele
gelatinefabriek, was er sprake van een geuremissie naar de omgeving. Door het
vertrek van de fabriek is er geen geuremissie meer.
De toename van het verkeer
naar het Gelatinepark heeft op jaarbasis geen effecten op de luchtkwaliteit.
In de bovengrond van het gehele terrein wordt veelal puinhoudende
materiaal aangetroffen dat licht tot matig en lokaal sterk verontreinigd is met
PAK en/of zware metalen,. Lokaal komt ook een verontreiniging met minerale olie
voor in grond en grondwater. Ook is lokaal asbest in de grond en aan het
maaiveld aangetroffen.
Op het zuidelijke terreindeel worden hierbij in de bodem
(grond en grondwater) sterk verhoogde gehalten van zware metalen, PAK en
minerale olie aangetroffen, de interventiewaarde wordt overschreden. Er is
sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging en dus een
saneringsnoodzaak in het kader van de Wet bodembescherming.
De minerale olie verontreiniging wordt verwijderd tot
beneden de tussenwaarde (S+1/2). Voor het overige zal de verontreiniging in de
grond worden geïsoleerd door het gehele terrein te verharden en/of te bebouwen
waardoor geen contact mogelijk is.
De eventueel bij de herinrichting vrijkomende grond zal
binnen de bestaande beleidskaders (Wet bodemsanering/Bouwstoffenbesluit)
verwerkt dan wel afgevoerd worden.
B&W wil bij
herinrichtingswerkzaamheden zoveel mogelijke werken met een gesloten
grondbalans (uitgezonderd mogelijk ernstig
verontreinigde saneringslocaties). Alle vrijkomende grond dient binnen het
gebied te worden hergebruikt. Hierdoor wordt het gebruik van grondstoffen en
vervoersbewegingen tot een minimum beperkt. Indien grond nodig is dan dient dit
zoveel mogelijk vanuit de regio te worden aangevoerd.
Via voorschriften in de
milieuvergunning of in een AMvB zal worden vastgelegd dat de opslag en het
gebruik van bepaalde (bodembedreigende) stoffen moet voldoen aan de NRB
(Nederlandse richtlijnen bodembescherming). Op het Gelatinepark vindt nauwelijks
opslag en gebruik van bodembedreigende stoffen plaats. Eventueel aanwezige
stoffen die in verband met het aspect veiligheid conform CPR 15.1 moeten worden
opgeslagen (zie 4.7) hebben daarmee ook al een voldoende bodembeschermende voorziening.
Het evenemententerrein en het parkeerterrein worden (deels) verhard. Indien
voor bepaalde evenementen noodstroomvoorzieningen worden aangelegd, moeten deze
worden voorzien van een bodembeschermende voorziening (lekbak).
Het Gelatinepark bevindt
zich niet in de nabijheid van een route vervoer gevaarlijke stoffen en ligt
niet binnen een plaatsgebonden risicocontour van bedrijven die vallen onder het
Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer.
Het evenemententerrein en
het gedeelte met culturele activiteiten zelf vallen evenmin onder dit Besluit.
In de bestaande gebouwen op het terrein zal ten behoeve van de culturele
activiteiten wel opslag van allerlei materiaal plaatsvinden. Afhankelijk van
welke typen culturele activiteiten (inclusief ondersteunende faciliteiten) zich
uiteindelijk zullen vestigen, kan er ook behoefte zijn aan kleinschalige opslag
van gevaarlijke stoffen. Hierbij kan worden gedacht aan schoonmaakmiddelen,
verf, oplosmiddelen, lijm. Voor de opslag van dergelijke stoffen gelden
richtlijnen (CPR 15.1) die in een Wet milieubeheer vergunning kunnen worden vastgelegd.
Wanneer een AMvB van toepassing is zijn ook hierin voorschriften vastgelegd
voor de opslag van gevaarlijke stoffen. Door de kleinschaligheid van deze
opslag en door de voorschriften die in een vergunning aan de opslag kunnen
worden verbonden zullen er geen effecten buiten de inrichting te verwachten
zijn.
De beoordeling of er bij het
initiatief voor het Gelatinepark sprake is van bijzondere omstandigheden die
het noodzakelijk maken dat een m.e.r.-procedure moet worden gevolgd heeft aangetoond
dat er geen bijzondere omstandigheden zijn. Alle milieuaspecten zijn
beschreven. Het belangrijkste milieuaspect betreft geluid, zowel het geluid dat
afkomstig is van de verkeersbewegingen naar en van het terrein, als het geluid
dat afkomstig is van de activiteiten op het terrein zelf. De milieubelangen
kunnen volwaardig worden meegenomen in de reguliere besluitvorming (art 19 Wro
en later de vergunningen Wet Milieubeheer). Een speciale m.e.r.-procedure is
hiervoor niet noodzakelijk.
Wij adviseren dan ook
negatief te beslissen over de m.e.r. beoordeling of te wel voor de aanleg van
het Gelatinepark is geen m.e.r. noodzakelijk.
Bijlage 1
Plattegrond omgeving
Bijlage 2
Plattegrond Gelatinepark