Visie Bouwhoogten PvdA Delft (versie 4;
24-8-04 ALK)
Naar aanleiding van terugkerende
bezwaren over de hoogte van nieuwbouw (door huidige bewoners), wil de PvdA
helder maken hoe zij dit toetst.
De raad kan alleen tamelijk grof de kaders
stellen waarbinnen het college bouwplannen toestaat. De begrippen mooi en
lelijk liggen buiten de bevoegdheden van de raad. We moeten erop vertrouwen dat
ontwikkelaars en college erbij gebaat zijn zo mooi mogelijk te bouwen. We
kunnen dat hoogstens proberen te stimuleren door de kaders die we stellen.
Maar de esthetische kant is slechts een
bijzaak in een discussie over hoogbouw. De verantwoordelijkheid voor de Delftse
raadsfractie van de PvdA ligt in de eerste plaats bij de vraag: komt de
hoogbouw ten goede aan de huidige en toekomstige bewoners van de wijk?
De PvdA Delft toetst de bouwplannen
daarom op functionaliteit en sociaal-maatschappelijke gevolgen.
De PvdA kiest voor een zo compact
mogelijke stad.
Dat wil zeggen dat er optimaal gebruik
gemaakt wordt van de oppervlakte die al in de bebouwde kom ligt opdat er buiten
de stad zoveel mogelijk groen/open ruimte over blijft. We zijn dus tegen het
volbouwen van Nederland als een soort groot bungalowpark met snelwegen erdoor
heen. Overigens ervaar je het dichtbevolkte Zuid-Limburg niet als een
bungalowpark, maar als open en rustig.
Een compacte stad betekent dat je het
inwoners makkelijk moet maken hun woning aan te passen aan de huidige
woonwensen (bv zolder verbouwen). Hoogbouw is ook een mogelijke uitwerking van
de compacte stad. We praten in de Delftse situatie met name over kleine
“inbreidingslokaties” en niet aan een nieuwe wijk vol hoogbouw. Alleen de
Harnaschpolder wordt een grote toevoeging aan de bebouwde kom van Delft. Toch geldt
het uitgangspunt van de compacte stad ook voor Delft: hoe meer mensen in de
stad kunnen wonen, hoe minder vinexwijken er gebouwd hoeven worden in nu nog
open gebied.
Naast de compacte stad is de
woonkwaliteit, ofwel “de kwaliteit van de leefomgeving” een doelstelling voor
de partij. We willen geen woningen (laten) bouwen waar mensen alleen maar gaan
wonen omdat er niets anders te vinden is. We willen dat mensen zo tevreden en
trots zijn op hun straat/buurt dat ze deze schoonhouden, beschermen en verdedigen.
We streven naar een hoge kwaliteit van de omgeving.
Soms is er een spanningsveld tussen het
uitgangspunt van de compacte stad en dat van omgevingskwaliteit. Een
soortgelijk spanningsveld is er altijd voor de Partij van de Arbeid als het om
woningen in hoogbouw gaat. Enerzijds zijn we een partij met een sterke
volkshuisvestingstraditie; we willen voor iedereen een betaalbaar dak boven het
hoofd. Anderzijds is de PvdA voor wijken met een hoge kwaliteit en een sterke
samenhang. Dat betekent dat we tegen hoge nieuwbouw zijn omdat we geen
aantasting van de bestaande leefkwaliteit willen toestaan.
Bij toekomstige (hoog)bouwplannen zullen wij de volgende
punten toetsen:
De volgende vragen zal de PvdA stellen
om een bouwplan te toetsen op functionaliteit en sociaal-maatschappelijke
gevolgen:
- komt de hoogbouw ten goede aan de
huidige en toekomstige bewoners van de wijk
- zorgt de nieuwe hoogbouw voor
verbetering van de sociale structuur in de wijk (wooncarričre)
- zorgt de inrichting van de begane grond
voor omgevingskwaliteit (sociale veiligheid, zicht op de straat, leefbaarheid
op straat, weinig/geen geparkeerde auto’s)
- hoe wordt het extra verkeer opgevangen
- kan de buitenruimte (eigen balkon &
ontmoetingsruimte) van de nieuwe hoogbouw echt gebruikt worden?
- worden zo min mogelijk bestaande
bewoners geraakt in hun woonkwaliteit (licht en lucht); worden de bewoners die
wel gedupeerd raken, gecompenseerd
- hebben minder mensen last van de
nieuwe hoogbouw als deze op een (iets) andere lokatie wordt geplaatst
- wordt in het ontwerp van de hoogbouw
slim gebruik gemaakt van het zonlicht (duurzaamheid).
- neemt de nieuwe hoogbouw niet alle zonlicht weg van huidige bewoners.
Het is ook onacceptabel als een woning in het voor/najaar minder dan 2 uur
zonlicht overhoudt en/of als het aantal zonuren wordt gehalveerd.
- neemt de nieuwe hoogbouw alle
uitzicht weg van huidige bewoners en/of vult het het hele blikveld
- wordt voorkomen dat voetgangers en
fietsers last hebben van wind door de hoogbouw
In dit stuk wordt het kader verder
uitgewerkt. Waarom stellen we deze vragen om “een bouwplan te toetsten op
functionaliteit en sociaal-maatschappelijke gevolgen”?
* buitenruimte / begane grond
Een goede begane grond is voor de wijk en stad als geheel
belangrijk. Maar het is natuurlijk ook erg belangrijk voor bewoners van de
nieuwe hoogbouw en de bewoners van de panden in de omgeving.
-
buitenruimte bewoners (nieuwe) hoogbouw
Bij het bouwen van hoogbouw vindt de PvdA
het belangrijk dat de toekomstige bewoners voldoende kunnen genieten van
buitenruimte. Dit kan door voldoende oppervlak (en formaat) balkon/dakterras te
creëren. Maar ook bijvoorbeeld door de ruimte rondom de hoogbouw te laten
beheren als een gemeenschappelijke tuin van de bewoners (ipv een
gemeenteplantsoen dat alleen als hondenuitlaatstrook gebruikt lijkt te worden).
Een plein bijvoorbeeld kan een belangrijke plek zijn waar men elkaar ontmoet.
De PvdA verlangt van nieuwe hoogbouw dat de buitenruimte echt
gebruikt kan worden (voldoende oppervlak/formaat balkon en/of openbare
ontmoetingsruimte).
Als de gemeente invloed kan uitoefenen
op het gedetailleerdere ontwerp van nieuwe hoogbouw, dan wordt door de PvdA
bepleit dat geen van de balkons op het noorden wordt geplaatst (zoals bij
sommige flats in voorhof).
- buitenruimte algemeen
De inrichting van het straatniveau is
altijd belangrijk. Dus ook rondom nieuwe hoogbouw. Goed groen, goed beheer, en
vooral ook een gezicht naar de straat: liefst woningbouw afgewisseld met
openbare voorzieningen. Denk aan een winkel, een kantoor van een makelaar
of woningbouw, bibliotheek of lunchroom etc. Dit streven is belangrijk voor de
sociale veiligheidsbeleving en de algemene omgevingskwaliteit.
De PvdA zal plannen voor nieuwe hoogbouw toetsen op de
manier waarop de begane grond wordt ingericht.
- ook parkeren en verkeer
De PvdA streeft ernaar het parkeren
onder of in nieuwbouw te situeren. Zodat het straatbeeld minder vervuild wordt
met (geparkeerde) auto’s. Ondergrondse parkeergarages zijn duur, maar voor ons
echt erg belangrijk. De consequentie hiervan is dat wij in principe een
verdieping hoger accepteren indien het plan geen/weinig geparkeerde auto’s in
de openbare ruimte met zich mee brengt. Maar als de auto’s kunnen
verdwijnen door “meer de grond in te gaan” of alternatieve parkeeroplossingen
te creëren, dan vinden is dat beter.
In woongebieden is het erg belangrijk
dat er wordt geleefd op straatniveau. Voor kantoorgebieden zouden we voor een
enkel gebouw wel een begane grond waarop alleen geparkeerd wordt kunnen
accepteren. Uiteraard moet ook in een kantoorgebied op de begane grond zicht op
de straat zijn ivm de (sociale) veiligheid.
Hoger bouwen dan voorheen brengt met
zich mee dat er meer mensen naar dat betreffende gebied komen. Of omdat ze
wonen in de hoogbouw, of omdat ze er werken. Er zullen daarom ook meer
verkeersbewegingen zijn dan voor de hoogbouw.
De PvdA toetst voorstellen voor nieuwe hoogbouw ook op de
manier waarop het verkeer opgevangen wordt.
- wind
Rondom hoogbouw gedraagt de lucht zich
anders; je kunt er windoverlast krijgen. Vooral voor fietsers en voetgangers
erg hinderlijk. Daarover moet nagedacht worden bij het ontwerp. Zoveel
mogelijk moet voorkomen worden dat de plek van het gebouw overlast geeft voor
voetgangers en fietsers.
* licht en lucht / uitzicht
Vooral bij woningen is zon belangrijk (binnen en in de tuin
of op het balkon). Ook het uitzicht (de lucht) is een belangrijk element rondom
nieuwbouw.
- licht en lucht voor de nieuwe bewoners
De PvdA is voorstander van een
bouwwijze die rekening houdt met efficiënt energiegebruik. Ramen op de zon
kunnen daar bijvoorbeeld aan bijdragen. De hoogbouw moet slim gebruik maken
van het aanwezige licht.
Ten aanzien van het uitzicht geldt dat
hoe hoger je gaat des te mooier het uitzicht vaak is.
- licht en lucht voor bewoners naast
nieuwe hoogbouw
Als er naast je bestaande huis hoogbouw
komt, verlies je doorgaans uitzicht en zon. Het is belangrijk dat dit nadeel zo
min mogelijk bestaande woningen raakt. De bewoners die wel gedupeerd raken,
dienen gecompenseerd te worden voor de verloren woonkwaliteit, eventueel
financieel.
Voor zover ik weet zijn er geen
wettelijke eisen voor licht en lucht zoals die er wel zijn voor geluid. De last
die nieuwe hoogbouw met zich meebrengt, heeft te maken met de afstand tot de
bestaande bebouwing, de omvang van de nieuwbouw en de plek waar deze komt te
staan. Een gebouw van 20 meter hoog dat 7 meter ten noorden van bestaande
huizen komt, brengt veel minder schaduw met zich mee dan hetzelfde gebouw dat
ten zuiden of op een kortere afstand komt te staan. NB het gaat hier dus om een
verlies aan zon door de nieuwe hoogbouw.
Allereerst geldt dat geprobeerd dat de hoogbouw zo gepland moet worden dat het
zo min mogelijk bewoners dupeert. Als het gebouw op een iets andere plek
(andere kant kruispunt bv) minder mensen dupeert, dan wil de PvdA het gebouw op
die net iets andere plek.
Ten aanzien van het zonlicht hebben we
specifieke normen geformuleerd. Het veranderen van een bestemmingsplan
/ de gebouwde omgeving tast de leefkwaliteit onacceptabel aan als alle zonlicht
er door weggenomen wordt. Het is ook onacceptabel als een woning in het
voor/najaar minder dan 2 uur zonlicht overhoudt en/of als het aantal zonuren
wordt gehalveerd.
Het gaat overigens niet alleen om de
hoeveelheid zon die de nieuwe hoogbouw wegneemt, maar ook om de tijd waarop de
schaduw valt. Ik vind het bezwaarlijk als iemand
door de hoogbouw niet meer kan genieten van de zomerzon tussen 17:00 en 19:00
uur noch tussen 8:00 en 10:00.
Een norm voor het uitzicht is nog
moeilijker te geven. Evident onaanvaardbaar is het wanneer het nieuwe gebouw
het hele blikveld vult en alle uitzicht wegneemt.
De normen over uitzicht en zonlicht
leiden eerder tot hoge slanke torens dan lage massieve bouwblokken (liever een
vermeertoren dan een tweede zuidpoort, veld 10).
HANS
heeft gehoord dat hier wel regels voor zijn
- accentpunten en -lijnen
Als je lijnen in de stad herkenbaar
wilt laten zijn mbv hoogbouw, plan je alle flats langs bv de provinciale weg en
bv de schie. En zo kun je een toren plaatsen bij de “entree van de stad” als
herkenningspunt (nieuwerwetse kerk). De PvdA geeft de voorkeur aan het
beperken van overlast voor huidige bewoners boven het maken van herkenbare lijnen
en punten mbv hoogbouw.
- hoogbouw en “wooncarriere in de wijk”
De PvdA kiest voor het mogelijk maken
van een “wooncariere in de wijk”; dat wil zeggen dat mensen binnen een wijk
kunnen verhuizen als hun woonwensen veranderen. Zij blijven daarmee wel in de
wijk waar ze een sociaal leven hebben opgebouwd. Dat betekent dat er zowel
woningen voor alleenstaanden, starters, gezinnen en ouderen in een wijk moeten
zijn. Op zich kunnen al deze doelgroepen zowel in laag- als hoogbouw wonen.
Maar we weten dat met name jonge gezinnen (modaal en hoger) een huisje met een
tuintje zoeken. En veel ouderen willen gelijkvloers wonen.
Dat brengt met zich mee (zoals in
poptahof) dat we ook grondgebonden woningen in “flatwijken” willen. Omgekeerd
zou het niet onlogisch zijn om hoogbouw te realiseren in bestaande wijken, als
dit de sociale structuur van de wijk verbetert. Een bejaardenflat in de
Tanthof zou het voor veel mensen mogelijk maken in die wijk te blijven wonen.
Om te voorkomen dat een hoogbouwcomplex een te groot stempel drukt op de
sociale structuur van een buurt kan ook de mogelijkheid worden overwogen om
meerdere woningtypen in een complex op te nemen.
- hoe hoog?
Het resultaat van deze
discussie kan nooit een getal zijn. 10, 20, 42. Het gaat uiteindelijk niet om
de vraag hoeveel verdiepingen een gebouw krijgt. Het gaat om de vraag wat een
plan bijdraagt aan de stad Delft. Is de overlast voor de omgeving aanvaardbaar?
Levert het plan een bijdrage aan de sociale structuur van de wijk?
Op zich is een gebouw van bijvoorbeeld 20
verdiepingen geen probleem. Hoog en massief is een probleem: dat voelen we ook
met veel flatgebouwen in de voorhof. De vraag hoe hoog er per wijk gebouwd mag
worden van de PvdA is niet te beantwoorden.
Je komt op discussies als “tot hoever
gaat de historische binnenstad’? Bij die binnenstad wil je namelijk niet hoger
dan de nieuwe kerk toestaan, terwijl de PvdA het wel eens was met hogere
gebouwen in zuidpoort. Maar wat betekent dat voor een evt. ontwikkeling op de
plek van de huidige hema? Hoort dat dan bij zuidpoort en kan het dus heel hoog
of moet dat laag vanwege het beschermd stadsgezicht?
Hoe hoog en waar we voor nieuwe hoogbouw zijn, blijft voor
de PvdA-fractie een afweging bij de concrete voorstellen. De hierboven
beschreven randvoorwaarden zijn het kader waarmee we die vraag beantwoorden.
Voor de PvdA fractie geschreven door
Anne Koning
Besluitvormende discussie
fractievergadering 23-8-04