Samenvatting
en aanbevelingen 3D projecten
In onderstaande tabel zijn de aanbevelingen
betreffende de 3D-projecten samengevat. De aanbevelingen hebben geen financiële
consequenties, tenzij anders vermeld. Dit betekent dat alle aanbevelingen
binnen de bestaande budgetten kunnen worden uitgevoerd.
|
Voortgang project 2000-2003 |
Aanbeveling |
|
Ruimte, bouwen en
energie |
|
1.
Duurzaam bouwen |
1. Verordening duurzaam
bouwen; nieuwbouwwoningen: De
verordening functioneert naar verwachting. ad 2. Verordening duurzaam
renoveren/beheren Deze wordt voorlopig niet opgesteld. De indicator wordt
afgevoerd en wordt in deze monitor niet verder aangehaald. 3. Convenant duurzaam
beheer: De ontwikkeling van het
convenant is tot op heden niet gelukt. |
1. Verordening duurzaam
bouwen; nieuwbouw woningen: Onderzoek te verrichten
naar het DuBo-instrumentarium op lokaal niveau dat aansluit op de bouwopgave
van Delft tot 2015. 3. Convenant duurzaam
beheer: Een laatste poging wordt
ondernomen om via persoonlijke gesprekken op bestuurlijk niveau de
corporaties te bewegen een overeenkomst te sluiten over duurzaam beheren en
renoveren. Als deze poging strandt, wordt aanbevolen serieus te overwegen
andere instrumenten in te zetten om te komen tot duurzaam beheer van woningen
in beheer van corporaties. |
2.
Kansen-kaart van Delft |
De
doelstelling van de Kansenkaart was niet voldoende afgebakend en helder. Dit
creëerde de mogelijkheid om er tevens een integraal ruimtelijk instrument van
te maken, hetgeen zeer vertragend werkte. Het lukte mede daardoor niet om een
goede opzet te maken voor een hanteerbaar product qua systematiek. De
vastgestelde of in voorbereiding zijnde sectorale beleidsplannen geven nu
echter goed inzicht in zowel kansen als belemmeringen. Daarmee vormen zij een
zeer bruikbare input voor alle ruimtelijke plannen op stedelijk-, wijk- en
buurtniveau, alsmede voor de meer omvangrijke bouwinitiatieven. |
Vooruitlopend op een actualisering van de
bestaande ontwikkelingsvisie is er voor de volgende collegeperiode wel
behoefte gebleken aan enkele gebiedsgerichte studies en gebiedsvisies. Hierbij zullen elementen uit de oorspronkelijk
beoogde Kansenkaart aan bod komen. Een dergelijk project wordt ingepast in de
reguliere werkzaamheden van het vakteam Ruimtelijke Ordening. |
3.
Duurzame her-structurering Schie-oevers |
In 2003 ontstond er discussie over de ambities voor
en aanpak van de herstructurering van het gebied. De stuurgroep Schie-oevers
heeft daarom de volgende besluiten genomen: §
Opstellen
Gebiedsvisie Noordwest; §
Verbetering van de
Infrastructuur/ Schieweg; §
Woningbouw op termijn
mogelijk in de Noordoost-hoek; §
Verzoek BKS naar
onderzoek Parkmanagement; §
Onderzoeken
watervisie & bodemtoets wel doorzetten, energievisie niet. |
Een besluit mogelijk maken
in de interne stuurgroep over het ambitieniveau en de gefaseerde aanpak van
het Schie-oevers gebied. |
|
Voortgang project 2000-2003 |
Aanbeveling |
4.
Duurzame ontwikkeling TU Zuid-gebied |
Milieu wordt als een van de belangrijke aspecten van begin af
aan meegenomen in gemeentelijke projecten. Technopolis is daar een goed
voorbeeld van. Ecologische zones, waterstructuur en energie zijn
milieuthema’s die in een vroeg stadium bij de planvorming zijn meegenomen.
Daarnaast heeft de inbreng van verschillende milieudisciplines in de algehele
projectorganisatie geresulteerd in een goede verankering in de diverse
plannen. Bovendien heeft het in kaart brengen van de milieueffecten in het
MER ervoor gezorgd dat er wat betreft de milieuthema’s weloverwogen keuzen
zijn gemaakt bijvoorbeeld aangaande het bestemmingsplan. Dit wordt gezien als
succesvol procesmanagement. |
- |
5.
Duurzaam-heid in wijkplannen |
Dit betekent dat het
project volgens planning is afgerond en zijn doel behaald heeft. De
uitwerking van wijkplannen naar wijkprogramma's verliep niet gemakkelijk en
de realisatie van de doelstellingen uit de wijkplannen was zeer minimaal. Het
lijkt erop dat het bij vele aspecten uit de wijkplannen is gebleven bij mooie
gedachten en goede intenties. Wel is het zo dat er goede voortgang is geboekt
met het oppakken van allerlei zaken die voor het tot stand brengen van
duurzame wijken van belang zijn. Te denken valt aan de ecologische zones, 30
km gebieden, initiatieven in het kader van het fietsactieplan, brede school (leren
voor duurzaamheid), etc. |
- |
6.
Duurzame her-structurering Poptahof |
Bij het initiëren van
duurzame ambities in projecten zoals Poptahof is het zaak dat er nauwe
aansluiting is bij de belevingswereld van de betrokken projectpartners. Het
stellen van randvoorwaarden dient te worden vervangen door het formuleren van
ontwikkelingskansen. |
Met de betrokken
woningbouwcorporatiesde duurzaamheidsambities uit het Masterplan Poptahof uit
te voeren. |
6.
Klein Kyoto in Delft |
Het ‘3E: Klimaatplan Delft 2003-2012’ is in april 2003 door
de Raad goedgekeurd. In juli 2003 heeft het ministerie van VROM een subsidie
van €231.457 toegekend in het kader van het BANS klimaat. Er is ook ingestemd
met de doorstart van DEA voor een periode van drie jaar. DEA verkent op dit
moment de bestaande instrumenten om het energieverbruik, het aandeel duurzame
energie en CO2-uitstoot te monitoren. |
- |
8.
Duurzame ontwikkeling Zuidpoort |
Na de sanering van de
bouwkuip is gestart met de bouw van de parkeerkelder en de bovenbouw van
winkels, danscafé, bioscoop en woningen. Op de Zuidwal loopt de sanering van
de oude gasfabriekverontreiniging door. Het ontwerp van de buitenruimte
inclusief pergola’s is in 2004 door de Raad vastgesteld. Om de wilg bij de
Oostpoort te behouden, heeft de Raad tevens besloten een extra woonboot te
verminderen. Rondom het project Zuidpoort vindt steeds meer communicatie
plaats zoals de posterpresentatie op de Nationale Dubodag en de kopersfolder
‘Meer comfort, minder CO2’. Voor de herontwikkeling
van het Hoogovenpand tot mediatheek zijn concrete duurzaamheidsdoelstellingen
opgenomen in het programma van eisen. |
- |
9.
Eenheid première Delft/ Zoetermeer |
Dit project is in 2000
stopgezet. De taken van de eenheid Première Delft/Zoetermeer zijn
overgedragen aan het Delfts Energie Agentschap. |
- |
|
Voortgang project 2000-2003 |
Aanbeveling |
10.
Haalbaarheidsonderzoek Auto(matisch) weg |
Dit project is
uitgevoerd binnen de planning. Er zijn echter geen ondergrondse
parkeersystemen aangelegd op de onderzochte locaties, maar wel in het
Zuidpoort complex. |
- |
|
Mobiliteit
|
|
11.
Openbaar vervoer |
De tariefacties zijn
conform afspraak en planning uitgevoerd. Acties in 2000 en 2001 zijn vrij
traag op gang gekomen wegens lage prioriteit, personele onderbezetting en
wisselingen. De laatste jaren is de continuïteit van het project beter
gewaarborgd; de tariefacties hebben een vaste plaats in het vakteam
Mobiliteit ingenomen en er wordt de nodige tijd besteed aan het bedenken van
nieuwe ideeën. |
Het is aan te bevelen
duidelijke bestuurlijke besluiten te nemen opdat de nieuwe tariefacties
tijdig uitgevoerd worden in 2004 en 2005. |
12.
Voldoende ruimte voor voetganger en fietser |
Voor fietsers zijn de
volgende voorzieningen getroffen: rood asfalt, rotonde Delfgauwse/
Nassaulaan, kwaliteitsverbetering wegdek fietspaden, verbeterde
bewegwijzering, uitbreiding stallingscapaciteit rond station Delft en
uitbreiding van stallingen aan de herkomstzijde (trommels). |
Uitvoering van dit project
loopt door via het LVVP. |
|
Water en Ecologie
|
|
13.
Water in Ecodus: EcoDusVer en Verder |
Het project is niet tot
uitvoering gekomen. Dit heeft te maken met personele wisselingen en
-capaciteit. De veranderingen in het waterbeheer en de daartoe uitgevoerde
watersysteemanalyse vragen zoveel capaciteit van de medewerkers, dat de
uitvoering van een project als EcoDus in het gedrang is gekomen. Daarbij komt
dat watersysteemanalyses veel inzichten verschaffen die weer gebruikt kunnen
worden in het project EcoDus. |
- |
14.
Afkoppelen van regenwater in de Wippolder |
Het project is uitgevoerd
volgens het werk-met-werk principe. Er is aangesloten bij de rioolvervanging
en de herprofilering van de bestrating. Ook de groenstructuur is ingrijpend
gewijzigd. De oude hoge populieren zijn gerooid. Daarvoor in de plaats zijn
nieuwe bomen geplant. De oever is natuurvriendelijk ingericht. De realisatie van het
infiltratieriool heeft op zich geen weerstand opgeleverd vanuit de bewoners.
Bij de zichtbare veranderingen in de leefomgeving was dit wel het geval. Het
beheer, de communicatie en de nazorg is voor verbetering vatbaar. Kritische
succesfactor is het maken van heldere afspraken binnen de gemeentelijke
organisatie, maar ook met de bewoners. Ook het gezamenlijk dragen van het
project is belangrijk. Overeenstemming bereiken en eenduidig zijn over het
eindresultaat, zijn daarbij de sleutelwoorden. |
- |
|
Voortgang project 2000-2003 |
Aanbeveling |
15. Her-structurering
watersysteem Voorhof, Buitenhof en Tanthof |
De uitvoering van het
project is door allerlei factoren sterk vertraagd. Kritische succesfactor is
continuïteit. Sleutelwoorden zijn het vaststellen van ritme- en
tempoprojecten. De ritmeprojecten zorgen ervoor dat iedereen bij het project
betrokken blijft. Ritmeprojecten zijn bijvoorbeeld de aanleg van
natuurvriendelijke oevers of opschoningsacties. De tempoprojecten zijn de
essentiële onderdelen, nodig om het project werkelijk vorm te geven. In het
geval van het gebiedseigen watersysteem zijn dit de opschalingen. |
- |
16.
Ecologische Hoofdstructuur Delft |
In de periode 2000-2003 is
ecologie letterlijk en figuurlijk op de kaart van Delft gezet. De ecologische
structuren zijn inzichtelijk gemaakt, opgenomen in planvorming en er wordt
aandacht besteed aan de flora en fauna. Dit proces is en wordt mede gestuurd
door nationale wetgeving. |
Om een betere samenwerking
en daarmee uitvoering van beleid te borgen, wordt aanbevolen een structurele
oplossing te zoeken voor interne problemen. |
17.
Onderzoek effecten verminderen grondwateront-trekkingen in Delft |
Het project is in 2003
opgepakt in het kader van het project Waterstad 2000. Naar verwachting zal
dit een positieve invloed hebben op het eindresultaat omdat met een hoog
kennisniveau naar alle disciplines wordt gekeken. De partijen zijn ook
enthousiast en verlenen graag hun medewerking aan een dergelijk complex
onderzoek. De vertraging heeft niet tot negatieve consequenties geleid. |
- |
18.
Recreatie-water in en om Delft |
Het project is afgerond.
Het vormde onderdeel van de reconstructieplannen voor Midden-Delfland,
waarbij de uitvoering in handen was van derden. Bij dit proces is Delft
uitvoerig betrokken geweest. Dit geeft het belang aan van goede samenwerking
en afstemming in de regio. |
- |
19.
Proefproject Waterstad 2000 |
Na een goede start heeft
het project een tijd stilgelegen. Begin 2002 is een herstart gemaakt en is in
samenspraak met belanghebbenden een programmering voor Waterstad 2000
opgesteld. Het gaat hierin om projecten waarbij met behulp van praktische
toepassingen invulling gegeven wordt aan de doelstellingen van het project
Waterstad 2000. Deze programmering zal de komende jaren worden uitgevoerd. Kritische succesfactor is
het niet-realiseren van een projectdoelstelling gebleken. Hierdoor is de
animo voor het project weggeëbd bij de verschillende partijen. Regelmatig een
positief projectresultaat en bij knelpunten een gezamenlijke gedragen
aanpassing van een (deel)projectdoelstelling houdt mensen enthousiast. |
- |
|
Voortgang
project 2000-2003 |
Aanbeveling |
|
Afval
|
|
20. Tariefs-differentiatie |
Er is een
haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd over een in te voeren systeem van ‘belonen
van goed afvalscheidingsgedrag’, in combinatie met uitbreiding van
inzamelpunten voor specifieke afvalstromen. Op basis daarvan is besloten in
Delft geen tariefsdifferentiatie door te voeren en de bestuurlijke wens geuit
om alternatieven te zoeken voor het belonen van goed scheidingsgedrag (zie
‘nieuw project’). |
- |
21. Uitbreiding afval-brengpunten |
Geschikte
supermarktlocaties om een Retourette te starten, zijn geïnventariseerd. Ook
zijn de winkeliers gevraagd of ze belangstelling hadden om hiermee aan de
slag te gaan. Gebrek aan belangstelling, ruimte of onvoldoende bereidheid tot
investeren zorgden voor een moeizame voortgang van dit project. Uiteindelijk
is besloten het Retourette-concept los te laten en een andere vorm te zoeken
om meer afvalbrengpunten in Delft te realiseren (zie ‘nieuw project’). |
- |
Nieuw project: Uitbreiding afval-brengpunten in
combinatie met belonings-systemen |
·
Er is een conceptnotitie geschreven
“Afvalbrengpunten, retourshops, en beloningssystemen”. Hierover zal in de
tweede helft van 2004 besluitvorming plaatsvinden. ·
Met de eigenaar van de Retourette in de Plus is
overlegd de Retourette om te vormen tot een afvalbrengpunt voor verschillende
afvalstromen, los van Retourette B.V. Om een en ander een nieuwe impuls te
geven wordt de informatie over afvalscheiding ter plaatse vernieuwd en
geactualiseerd. Er is er gezamenlijk een actie georganiseerd om het winkelend
publiek op de afvalscheidingsmogelijkheden te attenderen. ·
Diverse ontwikkelingen op het gebied van afval in
Delft: bijvoorbeeld een nieuwe
regeling voor inzameling van grofvuil, met als doel zo veel mogelijk grof
huishoudelijk afval voor hergebruik in aanmerking te laten komen om zo de
hoeveelheid restafval per inwoner te reduceren. |
Er wordt geadviseerd alle
zaken, activiteiten en projecten[1]
met als doel de hoeveelheid restafval per inwoner terug te dringen en het
afvalscheidingsgedrag te verbeteren onder de noemer “Afvalstrategie” te
brengen. In een opvolger van het huidige duurzaamheidsplan kunnen vervolgens
diverse deelprojecten geformuleerd worden. |
22.
Milieuzorg en -educatie in het voortgezet
onderwijs |
De Afvalfietstocht is
vanaf 2001 ieder jaar georganiseerd. In 2004 is de tocht omgedoopt en
inhoudelijk verbreed tot Milieufietstocht. Er is een ontwikkeling te zien in
het aantal deelnemers en het aantal behandelde milieuthema’s. De fietstochten
hebben voldoende resultaat opgeleverd om dit pilotproject te kunnen
afsluiten. Milieuzorg wordt ondergebracht in het project uit de NMC-nota
“Structureel aanbod ontwikkelen voor het vo”. |
Geadviseerd wordt het pilotproject af te sluiten en de
activiteiten uit dit project onder te brengen in het project uit de NMC-nota
“Structureel aanbod ontwikkelen voor het VO”. Tevens wordt geadviseerd
eenmalig een bedrag van € 13.000,- beschikbaar te stellen voor diverse
lesmaterialen om in de behoefte te voorzien van vo scholen om met een klas
practica te kunnen doen in de Papaver[2].
Dit kan opgenomen worden in de Programmabegroting 2006. |
23.
Voorlichting op maat |
Het project is erg traag
op gang gekomen en daarom boekte het aanvankelijk weinig voortgang. Sinds
halverwege 2003 is een communicatiemedewerker aangesteld en zijn diverse
voorlichtingsprojecten uitgevoerd. |
|
|
Voortgang project 2000-2003 |
Aanbeveling |
|
Procesinstrumenten
|
|
24.
Duurzaam-heidsmonitor |
Gedurende de afgelopen
jaren is er over 2000, 2001 en 2002 een duurzaamheidsmonitor gepubliceerd. In
december 2003 is de ‘Duurzaamheidsmonitor in kort bestek’ (publieksversie) in
nieuwe vorm gepubliceerd De huidige monitor bevat resultaten over 2003 en de
eerste helft van 2004. Het 3D: duurzaamheidsplan Delft loopt formeel tot
2003. Vele projecten lopen nog door. Andere zijn succesvol afgerond of
stopgezet. Voor de komende collegeperiode worden nieuwe
duurzaamheidsprojecten opgezet. |
Onderzoeken hoe de wijze
en publicatie van monitoring aangepast kan worden om het evaluatieproces
efficiënter te laten verlopen en te integreren in andere
monitoringsinspanningen zoals de Stads- en Wijkbarometer. Het integraal
opnemen van duurzaamheidsindicatoren in dergelijke publicaties zou het
draagvlak onder gegevensleveranciers vergroten en het proces van monitoren en
rapporteren versoepelen. |
25.
Duurzaam-heidstoets |
Het project is niet
volgens planning gestart. Er is in 2003 contact geweest met andere steden die
met soortgelijke projecten bezig zijn. Dit heeft echter nog niet geleid tot
een actualisering van het bestaande projectdocument dat in 2000 door
discussie in het college van B&W op een laag pitje is gezet. Een van de
vele frictiepunten was dat veel collegeleden ineens een voor hen relevante
toets op het besluitvormingsformulier wilden. |
Ontwikkeling van een
Duurzaamheidstoets is pas zinvol als in de gemeentelijke organisatie sprake
is van draagvlak voor integratie van milieu- en duurzaamheidseffecten in alle
beleidsgebieden. Aanbevolen wordt deze collegeperiode af te zien van invoeren
van de duurzaamheidstoets uit het oogpunt van de bezuinigingstaakstelling. |
26. Gemeente-lijke interne milieuzorg |
De gemeentelijk interne
milieuzorg is sinds 2002 gekoppeld aan de arbozorg. Deze koppeling versterkt
de positie van milieuzorg binnen de organisatie. Het zorgt tevens voor
uitstraling van de voorbeeldfunctie als gemeentelijke organisatie enerzijds en
het voldoen aan de wettelijke verplichtingen anderzijds. Met het opstellen van het
arbo-milieuzorgsysteem in de vorm van een handboek is het fundament gelegd
voor het behalen van de doelstelling. Voor de invulling van het gehele
systeem met relevant beleid en processen zal nog enkele jaren uitgetrokken
moeten worden. |
Geadviseerd wordt om het
project volgens de ingeslagen weg voort te zetten wat betreft de organisatie
van de interne milieuzorg. Daarnaast is het aan te
bevelen dat de interne milieucoördinator concrete doelstellingen formuleert
en met commitment van het GMT acties koppelt aan die doelstellingen. |
Natuur- en milieucommunicatie en –educatie
·
De belangstelling vanuit basisscholen voor natuur-
en milieu-educatieve lesmaterialen en activiteiten blijft groot.
·
Er vinden steeds meer activiteiten in het kader van
de Brede School plaats; niet alleen in een paar maar in alle wijken van Delft.
·
De introductie van natuur- en milieu-educatie op het
voortgezet onderwijs vordert goed door toedoen van de nieuwe medewerker.
·
Vakantie-activiteiten voor kinderen in De Papaver
werden weer druk bezocht en er zijn vele natuurtochten verkocht.
·
De tentoonstellingen in natuur- en milieucentrum De
Papaver trokken in 2003 ongeveer evenveel bezoekers als in 2002. Ook deden weer
veel kinderen mee aan de vakantieactiviteiten in De Papaver.
·
Diverse publicaties over natuur- en milieu zijn
geprofessionaliseerd en de natuur- en milieu website voor Delft is sinds
september 2003 in de lucht.
Ruimte, bouwen en energie
·
Via richtlijnen in het nieuwe handboek
Bestemmingsplannen worden duurzaamheidsdoelstellingen in alle relevante plannen
opgenomen.
·
De nota ‘Bedrijven en bestemmingsplannen’ is
vastgesteld in 2003 en regelt via bedrijfscategorieën de afstand tussen
milieugevoelige en –belastende bestemmingen.
·
Er zijn in 2003 geen overtredingen van bepalingen in
bestemmingsplannen buitengebied geconstateerd.
·
Het percentage rioolbuis van minder-milieubelastend
materiaal is in 2003 op hetzelfde niveau gebleven (20%).
·
Er zijn circa 10 bodemsaneringen uitgevoerd. Het
totale aantal bekende locaties van bodemverontreiniging schommelt rond de 200.
·
In 2003 is er in de bestaande bouw in totaal een CO2
–reductie bereikt van circa 6300 ton per jaar.
·
Er zijn 2700 EPA’s uitgevoerd tot en met 2003.
·
Voor het VDD-terrein, Koepoort, Technopolis en Veld
10 Zuidpoort zijn in 2003 energievisies opgesteld en overeenkomsten gesloten
over te realiseren energieprestaties.
·
PV voor huurders-actie, een van de projecten onder
de koepel 100 Delftsblauwe Daken is succesvol afgerond in 2003. 266 huishoudens
namen deel en stoten daardoor circa 60 ton CO2 minder
uit per jaar.
Geluidsbelasting en luchtvervuiling door verkeer
·
In 2003 is 88% van de woningen met een
gevelbelasting groter of gelijk aan 65 dB(A) gesaneerd, dit is een toename van
2% ten opzichte van 2002. Het percentage gesaneerde woningen op de B-lijst is
met 27% gelijk aan voorgaande jaren.
·
Ook in 2003 zijn er geen woningen gesaneerd die last
hebben van geluid van railverkeer. De doelstelling voor 2010 lijkt daarmee niet
haalbaar.
·
Op tien locaties in Delft werd de geldende
plandrempel voor NO2 en fijn stof in 2003 overschreden. Dit zijn er 7 meer dan
in 2002. Waarschijnlijk is dit deels te wijten aan de extreem warme en lange
zomer in 2003. Voor benzeen en CO zijn er evenals voorgaande jaren geen
overschrijdingen.
·
Het plan van Aanpak luchtkwaliteit formuleert
maatregelen om deze knelpunten op te lossen. Het zal echter moeilijk zijn alle
knelpunten tegelijk aan te pakken vanwege de hoge verkeersintensiteit in en om
Delft. Ook heeft Delft als gemeente weinig invloed op maatregelen aan de bron
zoals stillere motoren of schonere brandstoffen.
Mobiliteit
·
De automobiliteit blijft toenemen. Dit is een
aandachtspunt met het oog op duurzaamheidsdoelstellingen om dit juist af te
remmen en het gebruik van fiets en OV te stimuleren. Deze aspecten komen terug
in het het LVVP dat momenteel in ontwikkeling is.
·
Er is besloten tramlijn 19 aan te leggen. Daarmee is
een deel van de vervoersvraag van en naar de TU Delft opgelost.
·
In 2003 is een daling van het aantal
letselongevallen waar te nemen na jaren van stabilisatie.
·
Binnen Delft zijn meer en betere
stallingsmogelijkheden voor fietsers gerealiseerd.
Water
·
Evenals in 2002 is in 2003 wateroverlast voorkomen.
·
De oppervlaktewaterkwaliteit is licht verbeterd,
maar de algehele waterkwaliteit kan nog worden verbeterd.
·
De zwemwaterkwaliteit is voor alle locaties constant
gebleven, ondanks de hete zomer in 2003. In dat opzicht is er dus sprake van
een verbetering van de zwemwaterkwaliteit.
·
De gemeente Delft is gestart met een
waterstructuurvisie teneinde meer ruimte te vinden voor water en het
oppervlaktewatersysteem verder te verbeteren.
·
Het aantal ongerioleerde panden is in 2003 gelijk
gebleven.
·
In 2003 is 85 ha verhard oppervlak van Delft
afgekoppeld van de rioolwaterzuivering. Daarmee komt het totaal op driekwart
van het daarvoor geschikte verharde oppervlak van Delft. Bovendien is er een
afkoppelvisie en –uitvoeringsprogramma opgesteld.
·
De doelstelling voor 2003
uit het Duurzaamheidsplan wordt voor ruim 75% gehaald omdat 85 van de 112 ha.
geschikt verhard oppervlak zijn afgekoppeld. Om op de lange termijn te voldoen
aan de doelstellingen is extra inspanning vereist.
·
De belevingswaarde van Delftse wateren is gestegen.
Ecologie
·
In 2003 zijn er geen oevers natuurvriendelijk
ingericht, maar wel voorbereidingen getroffen voor de uitvoering daarvan in
2004. Wel is vastgesteld dat 50 km van de Delftse oevers geschikt is voor
natuurvriendelijke inrichting. In 2003 was er in totaal 8 km oever
natuurvriendelijk ingericht. De doelstelling
voor natuurvriendelijke oevers uit het ISV DOP is behaald, die uit het
Duurzaamheidsplan voor 80%. Het is daarom zinvol op de lange
termijndoelstelling te focussen om in 2010 50km natuurvriendelijke oevers
gerealiseerd te hebben.
·
Het Ecologieplan en Bomenbeleidsplan zijn
vastgesteld. De projecten lopen reeds op de in de plannen beschreven werkwijze.
·
De natuurmonitor is aangepast op basis van het
Ecologieplan en de aanbevelingen voor het meten in drie ecologische
kerngebieden. Uit de waarnemingen komt naar voren dat het aantal soorten
broedvogels en bijzondere planten voldoet aan de landelijke streefwaarde voor
stedelijk gebied. Het aantal vlindersoorten ligt onder deze streefwaarde en is
een aandachtspunt. Herziening van het maaibeleid is hiervoor een noodzakelijke
maatregel die begin 2004 is gestart.
·
Evanals voorgaande jaren verleende de gemeente
ondersteuning bij de overzet van amfibieën, in het kader van het
Beschermingsplan Amfibieën. Het totaal aantal amfibieën dat in 2003 is
overgezet, is lager dan 2002. Het percentage levende dieren is daarentegen
toegenomen.
Afval
·
Eind 2003 waren er 582 ondergrondse containers. De
doelstelling is daarmee ruimschoots behaald. Eind 2004 is deze maatregel
voltooid en zal daarom niet langer gemonitord worden.
·
De totale hoeveelheid te verbranden afval blijft
stijgen.
·
De totale hoeveelheid gescheiden ingezameld afval
daalde.
·
Het percentage huishoudens dat zegt deel te nemen
aan de scheiding van afval neemt voor alle deelstromen toe.
·
In 2004 heeft meer dan eenderde van de huishoudens
een anti-drukwerksticker, een lichte stijging ten opzichte van 2002.
·
In 2003 steeg het aantal ingezamelde wit- en
bruingoederen fors met 32%.
·
Bijna tweederde (59%) van het bedrijfsafval dat op
het Overlaadstation wordt aangeboden, wordt hergebruikt, tegenover 38% in 2002.
·
De deelname van Delftse bedrijven aan het
horecaconvenant blijft stijgen in 2003, maar minder hard dan in 2002.
·
Nieuw grofvuilbeleid leidt in 2004 tot verbeteringen
in het aanbieden en aanmelden van grof huisvuil.
·
Er is een glasbak promotiecampagne gestart op
scholen in Delft en een prijsvraag bij het afvalbrengpunt Retourette uitgezet.
Milieuzorg
·
Het papierverbruik binnen de gemeentelijke
organisatie blijft in 2003 licht dalen, maar is nog steeds te hoog. Over het
energieverbruik valt nog geen harde uitspraak te doen omdat de methode van
monitoren en het aantal gemeentelijke gebouwen gewijzigd zijn.
·
In 2004 zijn de milieuvergunningen van gemeentelijke
gebouwen en inrichtingen geïnventariseerd en zijn afspraken gemaakt met de
verantwoordelijke gebouwbeheerders om vergunningsvoorschriften na te leven.
·
Van 77% van de bedrijven met een milieuvergunning is
de milieuvergunning in de afgelopen 10 jaar opgesteld of geactualiseerd.
·
De nieuwe piketregeling geluidsmeting voor de horeca
heeft in 2003 geleid tot 9 dwangsommen.
·
Twee belangrijke bedrijven die werden genoemd in de
risico-inventarisatie uit 2000 zijn met de risicovolle activiteiten gestopt.
Van een derde bedrijf wordt de vergunning binnen drie jaar ingetrokken. De
risico-inventarisatie uit 2001 wordt geactualiseerd.
·
Van de in het kader van de milieuwetgeving
gecontroleerde bedrijven, voldeed iets meer dan tweederde (69%) bij de eerste
controle aan de vergunningvoorschriften. Dit is 5% minder dan in 2002.
·
Het project Professionalisering Handhaving is
opgepakt binnen de gemeentelijke organisatie en begin 2005 zal Delft voldoen
aan de landelijke normen voor handhaving.
·
Aan het programma "verruimde reikwijdte en
zorgplicht bij bedrijven" is sinds september 2003 invulling gegeven door
in alle vergunningen en bij iedere bedrijfscontrole het energieverbruik in
ogenschouw te nemen. De planning is voor 2005 om verbetering te brengen door de
verruimde reikwijdte te formaliseren in een beleidsplan. In 2003 hebben geen
nieuwe bedrijven een energiebesparingsplan opgesteld of een energie-besparingsonderzoek
uitgevoerd. Daarmee lijkt de lichtelijk stijgende tendens van de afgelopen
jaren gestagneerd.
Hinder en klachten
·
Het percentage huishoudens dat hinder ervaart door
stank en geluidsbronnen blijft stijgen, alhoewel deze stijging minder groot is
dan van 2001 naar 2002. Een mogelijke verklaring voor deze afzwakking van de
stijgende trend ligt in het meetmoment. In 2004 zijn de vragen wederom in mei
gesteld in tegenstelling tot eind juni/begin juli in 2002. Over het algemeen
zijn mensen in de zomer meer buiten dan in het voorjaar. De ervaren overlast
zou hierdoor in vergelijking tot 2002 licht positief beïnvloed kunnen zijn.
·
Het aantal milieuklachten is in 2003 met bijna een
kwart (24%) toegenomen. De stijging is voornamelijk te wijten aan lucht- en
geluidsklachten, waarvan vliegverkeer een belangrijke bron is van
geluidsklachten. Een eventuele verklaring hiervoor is de warme en droge zomer
van 2003. De warmte beïnvloedt de luchtkwaliteit en zorgt er tevens voor dat
mensen vaker en langer buiten zijn. Daardoor ervaren zij wellicht meer stank-
en geluidoverlast.
Milieurisico’s
·
De niet bindende waarde voor het groepsrisico wordt
langs de A13 en het spoor op een aantal plaatsen (bijna) overschreden. Bij
nieuwe ontwikkelingen op die locaties is dit een aandachtspunt. Er worden ook
in 2003 geen bindende normen wat betreft externe veiligheidsrisico’s
overschreden.
·
In oktober 2003 is een risico-inventarisatie bij
inrichtingen gestart.