Prestatie-overeenkomst Duurzaam bouwen en Energie Zuidpoort Veld 9 en 9A

 

Ondergetekenden:

 

1.      De gemeente Delft, gelet op het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 3 oktober 2000, onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad, ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.1. Awb, namens de burgemeester te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.J. Grashoff, wethouder Duurzaamheid, hierna te noemen ‘de gemeente’,

 

2.      Vidomes, gevestigd te Delft, vertegenwoordigd door de heer N.J. Stuut, hierna te noemen ‘de opdrachtgever,

 

3.      Ballast Nedam Bouw Regio West, gevestigd te Capelle aan den IJssel, vertegenwoordigd door de heer ing. P. van Dijk, hierna te noemen 'de ontwikkelaar'.

 

De gemeente, de opdrachtgever en de ontwikkelaar worden hierna gezamenlijk aangeduid als ‘de partijen’.

 

 

Overwegende dat:

 

1.              De opdrachtgever op Veld 9 van het gebied Zuidpoort een complex met 129 levensloopbestendige woningen, bedrijfsruimte voor zorg gerelateerde functies, dienstverlenende functies en een parkeergarage realiseren.

 

2.              Partijen streven naar een besparing op primair energiegebruik en een beperking van de milieubelasting ten gevolge van de functies wonen en bedrijfsruimtes.

 

3.              Het ambitieniveau van beperking van de milieubelasting in dit plan hoger ligt dan de verordening duurzaam bouwen woningbouw die sinds 1 januari 2000 in Delft geldig is.

 

4.              Het gebouw zowel nu als in de toekomst functies, zoals verdergaande zorg en/of verpleging, moet kunnen herbergen. Daarnaast dient het gebouw ook voorbereid te zijn op de toekomst wat betreft bouwkundige en energetische kwaliteit. De woningen levensloopbestendig zijn wat betreft functiewijziging en wijziging van plattegronden. Het pakket van duurzaam bouwen maatregelen sluit hierbij aan.

 

5.              Ten behoeve van de doelgroep voor het aspect binnenmilieu luchtkwaliteit en comfort aandachtspunten zijn.

 

6.              De verantwoordelijkheid voor de inrichting en gebruik van binneninstallaties van bedrijfsruimtes bij opdrachtgever, huurders of kopers ligt.

 

7.              De gemeente in de hele Zuidpoort een hoogwaardige bijdrage wil leveren aan de belevingskwaliteit van de binnenstad.

 

8.              De verantwoordelijkheden voor de planvorming en uitvoering primair bij opdrachtgever en ontwikkelaar liggen.

 

9.              Partijen zich ervan bewust zijn dat in een dergelijk project heldere ambities en afspraken vereist zijn.

 

Komen overeen dat:

 

Artikel 1.           

De ontwikkelaar zal het complex realiseren conform volgens de Maatregelenlijst in bijlage II. Voor de woningen wordt hiermee het ambitieniveau van de Groenfinanciering bereikt. Voor de lijst van bijlage II is voor de woningen de Maatlat Groenfinanciering 2002/2003 als grondslag gebruikt.

 

a.       Maatregelen die vanuit het ambitieniveau Groenfinanciering gekozen zijn in de woningen worden, zijn indien mogelijk en zinvol, ook toegepast in de bedrijfsfuncties.

 

b.       De ontwikkelaar vraagt Groenverklaringen voor de koopwoningen aan. De ontwikkelaar zal al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat de koopwoningen uit dit project in aanmerking komen voor Groenfinanciering (zogenaamde Groene Hypotheek). De ontwikkelaar biedt informatie over de Groenfinanciering pas aan richting (potentiële kopers) na ontvangst van de Groenverklaringen.

 

c.       Bij behalen van niveau Groenfinanciering kan de vergunning duurzaam bouwen op basis van de Verordening duurzaam bouwen Delft aangevraagd worden op basis van de ingevulde Maatlat Groenfinanciering. Bij de bouwaanvraag dient de ontwikkelaar naast de ingevulde Maatlat Groenfinanciering ook de uitvoeringslijst Duurzaam bouwen in bij het Vakteam BTM. Indien op een later moment blijkt dat Novem de Groenverklaring niet afgeeft (op basis van niet vervulde eisen of andere gronden) kan alsnog de vergunning verleend worden op basis van toetsing aan de Uitvoeringlijst. Indien het plan aan laatst genoemde uitvoeringslijst duurzaam bouwen voldoet, zal de gemeente binnen daarvoor geldende termijn weken de gevraagde vergunning Duurzaam Bouwen verlenen.

 

d.       Indien de opdrachtgever of ontwikkelaar op enig moment wil afwijken van de maatregelenlijst leggen zij die schriftelijk ter goedkeuring voor aan de gemeente. De gemeente reageert schriftelijk binnen maximaal 3 weken na ontvangst. Als uitgangspunt blijft gelden het ambitieniveau conform de Maatlat Groenfinanciering en de afgesproken EPC verlaging (zie artikel 2). De ontwikkelaar is verantwoordelijk voor de consequenties ten aanzien van het Groenverklaring richting bewoners alsmede de financiële consequenties zoals opgenomen in deze overeenkomst.

 

Artikel 2.           

In het gebouw wordt door toepassing van een geïntegreerd pakket van bouwkundige, installatietechnische maatregelen en efficiënte energie-opwekking een maximale EPC bereikt per bouwblok volgens:

Gebouwdeel

EPC woongebouw

EPC combinatie gebouw

Blok 1 en 2

0,60

0,676

Blok 3 en 4

0,59

0,676

Blok 5

0,59

0,656

 

Het streven is daarbij er op gericht dat de bouwkundige, installatietechnische maatregelen en efficiënte energie-opwekking elk er een deel van de EPC-verlaging bewerkstelligen. De ontwikkelaar geeft deze verdeling globaal aan. Een eventuele lagere prestatie in één functie of gebouwdeel kan gecompenseerd worden binnen een andere functie of gebouwdeel. Hiervoor dient de rekenmethodiek EPC Utiliteitsbouw (NEN 1068 of haar opvolger) als toetsingskader.

 

Artikel 3.           

De ontwikkelaar zal ten behoeve van de EPC-verlaging en daarmee de energiebesparing uitgaan van de volgende uitgangpunten:

 

a.       Isolatiewaarden:

Bouwdeel

Isolatiewaarde

Dak

minimaal Rc = 4

Begane grond vloer (boven parkeren)

minimaal Rc = 3,5

Dichte buitengevel

minimaal Rc = 3,5

Gevel

minimaal Rc = 3,5

Raam woongebouw

maximaal Uraam = 1,6

Raam utiliteit

maximaal Uraam = 1,5

Beglazing

HR++. maximaal U = 1,1

Deuren

maximaal U = 2,0

 

b.       Een installatieconcept toepassen dat in combinatie met genoemde isolatiewaarden de in artikel 2 genoemde EPC verlaging tot stand brengt. Er wordt voor de woningen uitgegaan van individuele combiwarmtepompen. Ventilatie vindt plaats door middel van natuurlijke toevoer middels roosters en mechanische afvoer. Warmte uit de ventilatielucht wordt gebruikt om de bronnen van de combiwarmtepompen op te laden. Voor de bedrijfsfuncties wordt uitgegaan van een VRV-systeem. Door het toepassen van warmteterugwinning uit de ventilatielucht van de woningen krijgt het gebouw als geheel een lage EPC.

 

c.       Energiezuinige verlichting in gemeenschappelijke (verkeers)ruimtes, parkeergarage, bergingen, en utiliteitsfuncties indien terugverdientijd maximaal 15 jaar bedraagt.

 

Artikel 4.           

De bedrijfsruimtes voldoen aan de principes van een flexibel gebouw. Hiervoor zijn de volgende maatregelen conform het nationaal pakket duurzaam bouwen genomen; gericht op indelingsflexibiliteit, overdimensionering, compartimentering en functionele flexibiliteit: U024; U118; U146; U353; U378; U419; U616; U618 en U637 en U672.

 

Artikel 5.           

Bij het ontwerp en de inrichting van de binnenhoven en de zuidoever van de Zuidergracht geldt:

a.       Toepassing van de maatregelen benoemd met P in de maatregelenlijst van bijlage II.

b.       Toepassen van groenbeplanting die allergische reacties tot een minimum beperkt.

c.       Afvoer van regenwater vanaf het plangebied plaatsvindt naar het oppervlaktewater van de Zuidergracht.

d.       Piekbelasting van regenwater wordt beperkt door toepassen van sedum of andere begroeiing op het dak (van de patio’s). Als alternatief kan waterberging worden gerealiseerd in of bij het gebouw.

e.       Ten behoeve van de waterkwaliteit zullen geen uitlogende materialen aan de buitenzijde van het gebouw worden toegepast.

 

Artikel 6.           

De gemeente en de opdrachtgever zullen elk een deel van de meerinvestering voor zijn/haar rekening nemen. In bijlage I staan de diverse onderdelen van de meerinvestering op basis van de bouwopgave en de huidige inzichten. Voor alle maatregelen geldt dat de referentiesituatie (EPC conform Bouwbesluit) wordt vergeleken met de verbeterde situatie en dat meerinvesteringen vastgesteld worden op basis de kostenraming in bijlage I.

a.       De voordelen Groenfinanciering worden niet contant gemaakt.

b.       De meerwaarde van de vloerverwarming minimaal de meerkosten ten opzichte van radiatoren dekt. Deze meerwaarde (€1.743 ex. BTW per woning) wordt ingezet ter financiering van de meerkosten. Bij 67 koopwoningen is dit € 116.765 (excl. BTW).

c.       De meerwaarde van de vloerkoeling ad €1.000 (incl. BTW) per woning worden ingezet ter financiering van de meerkosten. Bij 67 koopwoningen is dit € 56.300 (excl BTW).

d.       De gemeente Delft een bijdrage ter beschikking stelt van 50% van de resterende meerkosten inclusief BTW tot een maximum van € 500.000.

e.       De gemeente Delft deze bijdrage voor 30% ter beschikking stelt als korting op de grondprijs.

f.         De gemeente Delft deze bijdrage voor 70% ter beschikking vanuit de Reserve Energiebesparende Maatregelen. Afrekening hiervan vindt plaats enkel op basis van de huidige financiële afspraken en gebleken prestaties.

g.       De opdrachtgever en ontwikkelaar nemen alle resterende meerkosten voor energiebesparing en andere duurzaam bouwen maatregelen op zich.

h.       Opdrachtgever en ontwikkelaar zorgdragen voor het verwerven van externe subsidies en fiscale voordelen betreffende de onderdelen die voortkomen uit deze overeenkomst. Alle partijen verplichten zich te houden aan verplichtingen die voortkomen uit subsidievoorwaarden. De opdrachtgever heeft hiervoor een aanvraag ingediend binnen het Duurzame Energie programma van Novem (DEN 2004).

i.         Afrekening vindt plaats tussen gemeente en opdrachtgever binnen 6 maanden na en bij voorkeur in hetzelfde kalenderjaar van oplevering of een nader over een te komen termijnschema. Indien dit fiscaal gunstiger is kan de afrekening ook rechtstreeks plaatsvinden tussen gemeente Delft en de ontwikkelaar. Het initiatief hiervoor ligt bij opdrachtgever en ontwikkelaar.

j.         Bij afrekening voor de bijdrage uit de Reserve Energiebesparende Maatregelen voldaan wordt aan de Subsidieverordening van de gemeente Delft die per juni 2004 van kracht gaat. Zie bijlage V.

 

Artikel 7.           

Toetsing plaatsvindt op de volgende momenten en wijzen:

a.       Bouwaanvraag: conform ingevulde lijst Bijlage II en EPC berekening conform NEN 1068. Toetsing vindt plaats door het Vakteam Milieu.

b.       Bestek: Groenverklaring aan te vragen bij Novem. Novem toetst conform bestek en EPC berekening. Voor de utiliteit toetst gemeente Delft daarna op basis van lijst uit bijlage II, bestek, en EPC berekening.

c.       Ontwerp binnentuinen: het vakteam Milieu toetst op basis van ontwerp waarbij piekwaterberging en plantenkeuze staan aangegeven.

d.       Uitvoering: toetsing van lijst bijlage II vindt plaats middels reguliere bouwplaatstoezicht door Bouwtoezicht.

e.       Oplevering: conform ingevulde lijst Bijlage II en EPC berekening conform NEN 1068, gerealiseerde bouw, foto’s binnentuinen, facturen en financiële afrekening inclusief volledig overzicht subsidies en fiscale maatregelen. Toetsing vindt plaats door het Vakteam Milieu.

 

Artikel 8.           

Alle partijen zullen hun naam verbinden aan het project en bij publicitaire activiteiten het gezamenlijk karakter van het project zullen uitdragen. Initiatieven voor publicitaire activiteiten zullen in onderling overleg worden vastgesteld.

 

Artikel 9.           

Deze overeenkomst is geldig tot een periode van een half jaar na oplevering van het gebouw.

 

Artikel 10.        

De partijen stellen al het mogelijke in het werk stellen om te kunnen voldoen aan de afspraken zoals deze in deze overeenkomst zijn vastgesteld.

 

Artikel 11.        

Verschillen van mening die, ter uitvoering van deze overeenkomst of hieruit voortvloeiende nadere overeenkomsten, tussen partijen mochten ontstaan, zullen zoveel mogelijk langs minnelijke weg worden opgelost. Er is sprake van een geschil wanneer één der partijen de wederpartij(en) per aangetekend schrijven meedeelt dat een verschil van mening niet langs minnelijke weg kan worden opgelost. Partijen verklaren zich bereid om in het geval van geschil, arbitrage of bindend advies overeen te komen, ter beslechting van het geschil. Onverlet latend het recht van partijen te kiezen voor rechterlijke geschiloplossing.

 

Artikel 12.        

Wijzigingen op de overeenkomst zijn alleen mogelijk zijn na schriftelijke overeenstemming met alle partijen.

 

Artikel 13.        

Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.

 

 

Delft, oktober 2004

 

 

Gemeente Delft             Vidomes                       Ballast Nedam Bouw West

namens deze                namens deze                namens deze

 

 

H.J. Grashoff                            N.J. Stuut                     P. van Dijk