Advies bij
medeparaaf S&C: 467599 Samenwerkingsovereenkomst Poptahof
Risico-inventarisatie en
risico-monitoring
Een noodzakelijke herstructurering zoals die in Poptahof
plaatsvindt brengt vanzelfsprekend risico’s met zich mee. Een van de
belangrijkste knelpunten om de herstructurering tot een succes te maken kan het
relatief geringe bedrag worden dat momenteel beschikbaar is vanuit de gemeente
als financiële bijdrage: € 6 miljoen. Dit strakke financiële kader heeft al
gezorgd voor vertraging in het project.
De risico-inventarisatie zal onder meer de volgende risico’s gaan
bevatten:
·
Renterisico’s: het tekort beloopt zo’n € 35 miljoen. Doordat
de meeste bedragen in de toekomst uitgegeven worden is de huidige waarde
daarvan lager, namelijk ruim € 20 miljoen, die verdeeld is over € 6 miljoen
Gemeente Delft en € 15 miljoen Delftwonen. Voor de discontering is een
rentevoet van 6,5% gebruikt. Probleem is alleen dat de € 20 miljoen berekend is
naar 1 januari 2004, hetgeen inhoudt dat de Gemeente Delft op 1 januari 2004 €
6 miljoen had moeten storten in de GEM. Dat bedrag zou vervolgens moeten
renderen tegen 6,5% (de huidige 15-jaars rente is overigens 4%). Doordat die
storting niet op 1 januari 2004 heeft plaatsgevonden is het eerste tekort –die
niet in de financiële bijlage bij de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen–
daarmee een feit. Dat tekort bedraagt circa € 0,6 miljoen. Voor dit tekort zal
aanvullende dekking benodigd zijn;
·
Ten behoeve van de voortgang van het project, een essentiële
doelstelling, is het schot tussen de grond- en de vastgoedexploitatie niet
waterdicht. Vanuit financieel perspectief is dat lastig, omdat wij als gemeente
weinig ervaring hebben met grootschalige vastgoedexploitaties. Wij zijn dus
niet goed in staat om operationele risico’s in de vastgoedexploitatie te
beheersen, maar dragen mogelijk wel financiële gevolgen van nadelige
ontwikkelingen in de vastgoedexploitatie;
·
Voor het project is een Europese subsidie (Interreg)
verkregen. De Europese regelgeving is zeer strikt i.v.m. rechtmatigheidseisen.
De laatste betaling (kasbasis) voor subsidiedragende investeringen in Poptahof
moet verricht zijn in december 2007. Maximale consequentie als we die fatale
termijn niet halen is dat de GEM mogelijk geen recht meer heeft op € 1 miljoen
subsidie. Voortgang van het project is dus cruciaal;
·
De gevoeligheidsanalyse gaat ten onrechte niet uit van
gewogen risico’s;
·
De VON-prijzen van woningen lijkt hoog (€ 2,5 miljoen). Dit
risico kan effect hebben op de grondexploitatie;
·
De plankosten zijn taakstellend verlaagd met 50%.
·
Voor aanbestedingen in dit 15-jaar durende project is
uitgegaan van de huidige gunstige aanbestedingsresultaten;
·
De in de grondexploitatie opgenomen risico-voorziening van €
4,8 miljoen lijkt door het bovenstaande aan de krappe kant.
Advies
1.
bovenstaande risico’s ter kennisgeving aannemen en de
concept risico-inventarisatie op korte termijn vollediger en definitief maken;
2.
vooralsnog geen hogere financiële bijdrage dan het
taakstellende bedrag van € 6 miljoen ter beschikking stellen;
3.
Sterk benadrukken
dat bij signalering van mogelijke overschrijdingen partijen eerst en vooral
zoeken naar planaanpassingen ten einde binnen de gestelde financiele kaders te
blijven (conform art 5 van de overeenkomst).
4.
In het licht van het bovenstaande periodiek (bijvoorbeeld
halfjaarlijks) de GEM laten rapporteren over de risico’s zodat telkens in een
zo vroeg mogelijk stadium tijdens de herontwikkeling zicht is op het zich
mogelijk voordoen van een hogere bijdrage van Partijen, waarbij artikel 5.3 van
de Samenwerkingsovereenkomst van toepassing wordt;
5.
ten behoeve van het behalen van rentevoordelen een treasurer
betrekken in het project die zich –taakstellend– ruim moet terugverdienen door
optimaal te profiteren van ontwikkelingen op de rentemarkt;
6.
ten behoeve van de projectvoortgang instemmen met de
samenwerkingsovereenkomst en het stedenbouwkundig plan.
S&C, Johan de Ruijter, 22 november 2004.