In verband met de beëindiging van de samenwerking
met de ontwikkelaar Moes/Woningbeheer, inzake de realisatie van de nieuwe
brandweerkazerne en bovenliggend kantoor, is een groot aantal wijzigingen
opgetreden in de initiële plan- en besluitvorming.
Met deze rapportage wordt inzicht gegeven in de achtergrond, het proces en de
huidige stand van zaken rondom dit project.
Uit deze gewijzigde situatie komt een aantal nieuwe aspecten naar voren welke
nader worden toegelicht en indien noodzakelijk worden voorgelegd voor
besluitvorming. Met deze aanpassingen en besluiten zal een herstart van dit
project mogelijk worden en zal alsnog op korte termijn een nieuwe
brandweerkazerne kunnen worden gerealiseerd.
Eveneens zal inzicht worden gegeven in de gevolgen van realisering zonder
bovenbouw òf invulling van de bovenbouw met woningen òf de meest gewenste
invulling van de bovenbouw met kantoren met mogelijk een hoofdkantoor van de
GGD Zuid-Holland West en andere maatschappelijk zorginstellingen en/of
commerciële gebruikers.
Uitgangspunten
(initiële bouwplan/besluitvorming)
Op 22 juni 1999 is door het college besloten dat
nieuwbouw voor de 34 jaar oude brandweerkazerne noodzakelijk was en dat de
ontwikkeling door een projectontwikkelaar zou worden gedaan. In de aansluitende
periode is een Programma van Eisen en een ontwikkelingsplan opgesteld waarmee
een prijsvraag is uitgeschreven om het bouwplan en de ontwikkelaar te kunnen
selecteren.
Naar aanleiding van een drietal inschrijvingen heeft het college (d.d. 12
september 2000) en de raad (d.d. 28 september 2000) besloten met de
ontwikkelaar Moes verder te gaan en dit bouwplan nader uit te werken. Hierbij
is ook besloten het surplus uit de desbetreffende grondexploitatie aan te
wenden voor de bouwexploitatie en daarnaast een investeringskrediet van €
5,85 mln. (incl. BTW) (€ 5,1
mln. excl. BTW) beschikbaar te stellen.
Na de selectie is in 2001 en 1e helft
2002 is door de ontwikkelaar en het gemeentelijke team gezamenlijk een
uitwerking gegeven aan het bouwplan en zijn de Ruimtelijke Ordening - en
Bouwvergunningprocedures doorlopen.
Gezien de aanzienlijke bouwkostenstijgingen eind
2000 en 2001 én de autonome groei van het brandweerapparaat heeft bij de
besluitvorming van de zomernota 2001-2005 een verhoging van het investeringskrediet
met € 1,0 mln. (excl. BTW)
plaatsgevonden (noodzakelijk was € 1,6 mln.). De opvolgende periode is gebleken
dat bezuinigingen niet verder mogelijk waren en is bij de besluitvorming van de
zomernota 2002-2006 een extra uitbreiding van het investeringskrediet met € 0,5
mln. (excl. BTW) toegekend. Per saldo resteert op dit moment een totaal
investeringskrediet van € 6,6 mln. (excl. BTW).
Recentelijk (30 september 2003) heeft in het
college besluitvorming plaatsgevonden over het uitbrengen van een gemeentelijke
bieding naar de GGD Zuid-Holland West voor de (ver)huur in het toekomstige
kantoor boven de nieuwe brandweerkazerne. Hierbij is gelijkertijd, ter
kennisname, een tussenrapportage (momentopname) aan de raadcommissie
beschikbaar gesteld. In oktober 2003 heeft in het college vervolgens
besluitvorming plaatsgevonden over het definitief doorzetten van een
ontwikkeling in eigen beheer. Tenslotte heeft op 4 november 2003 het college
een definitief besluit genomen over het voor te leggen huurniveau naar de GGD
Zuid-Holland West.
In het eerder vastgestelde ontwikkelingsplan is
aangegeven dat om stedenbouwkundige en financiële redenen is gekozen een
commercieel kantoor te realiseren boven de nieuwe brandweerkazerne. Door
namelijk grondopbrengsten met het
kantoor te genereren werd een aanvullende dekking voor de brandweerkazerne
gerealiseerd.
Voor dit bijzondere project is middels een prijsvraag een aantal
projectontwikkelaars gevraagd dit project (turn-key) te realiseren.
In de aanbiedingsvoorwaarden van de ontwikkelaar (trouwens bij alle
marktpartijen) was opgenomen dat bij onvoorziene marktomstandigheden de
ontwikkelaar in overleg zou treden met de gemeente over de alsdan ontstane
situatie, waarbij voor de ontwikkelaar geen verplichting aanwezig was om de
kantoorbouw te starten c.q. voor de leegstand te bouwen. Een dergelijke
voorwaarde is niet ongewoon, doch betekent een zeker risico.
Ten tijde van de prijsvraag (in 2000) en de aansluitende periode van
onderhandelingen was geen enkele reden om één en ander als een verhoogd risico
te zien.
Gedurende 2000 en 2001 is de voorbereiding bij
beide partijen zonder aarzeling voortgezet. Gezien de toentertijd tussen
partijen overeengekomen datum van start bouw (2 september 2002), zijn eind 2001
de voorbereidende werkzaamheden voor de tijdelijke huisvesting gestart. De
tijdelijke huisvesting aan de Mercuriusweg is verbouwd en vervolgens in het 1e
kwartaal 2002 opgeleverd. De brandweer was op dat moment reeds volop in
voorbereiding voor de verhuizing (van maart/april 2002). Gezien de
overeengekomen datum start bouw is direct na de verhuizing in mei 2002 begonnen
met sloop en bouwrijp maken van het terrein.
Begin 2002 nam de druk op de kantorenmarkt af. Als
gevolg hiervan is bij de ontwikkelaar enige zorg ontstaan over de afzetmogelijkheden
van de commerciële kantoren. Aan het eind van het 1e kwartaal 2002,
gelijktijdig met de periode van verhuizing brandweer, heeft de ontwikkelaar aan
de gemeente te kennen gegeven te willen bekijken hoe de veranderende situatie
op de kantorenmarkt het hoofd geboden kan worden. In mei 2002 (na verhuizing en
sloop brandweer) heeft de ontwikkelaar te kennen gegeven nog niet met de bouw
te willen/kunnen starten. Gedurende de periode van mei tot november 2002 is
veelvuldig en intensief overleg geweest tussen partijen om dit probleem
gezamenlijk op te lossen. Eind 2002 is geconcludeerd dat de ontwikkelaar niet
bereid was enig risico te lopen en een gezamenlijke oplossing niet langer
mogelijk bleek. Vanaf december 2002 tot maart 2003 is gepoogd met direct
bestuurlijk overleg alsnog een oplossing te forceren. Ondertussen was de
bedrijfseconomische situatie bij de ontwikkelaar Moes zodanig, dat een
financiële oplossing vanuit Moes niet meer voorhanden was. (N.B. Moes heeft zich thans teruggetrokken uit deze regio en heeft
projectontwikkeling grotendeels beëindigd.) Eind maart 2003 is ook
bestuurlijk geconcludeerd dat op geen enkele wijze vooruitgang te realiseren
was en is voorgesteld de samenwerking met de ontwikkelaar te beëindigen. Bij
deze beëindiging heeft voorop gestaan om minnelijk tot een oplossing te komen
en niet een lange juridische strijd te gaan voeren. Dit mede gezien het belang
voor een snelle oplossing voor de brandweer.
Over de beëindigingsvoorwaarden heeft afgelopen periode overleg plaatsgevonden,
waarbij op 8 september 2003 tussen partijen overeenstemming is bereikt. Hierbij
zal, zoals reeds eerder gemeld, de gemeente de planvorming overnemen tegen een
vergoeding van een deel van de gemaakte plankosten. Hierover heeft op 16
december 2003 besluitvorming in het college plaatsgevonden.
Alternatieven
voor ontwikkeling
Het beëindigen van de samenwerking met de ontwikkelaar impliceert dat de
gemeente Delft zelf moet zorgen voor het realiseren van een nieuwe kazerne. In
deze situatie is het wenselijk zicht te verkrijgen op mogelijk alternatieve
ontwikkelingen. Aangezien deze problematiek grotendeels financieel van aard is,
is ook bij de alternatieven de nadruk op de financiële kant van zaak gelegd.
Indien beperkingen vanuit bedrijfsvoering Brandweer of bouwregelgeving bekend
zijn, worden deze summier belicht.
De
financiële onderbouwing is weergegeven in de (geheime) bijlage.
Ter herinnering; de initiële planvorming met het
realiseren van een kantoor boven de kazerne was (naast stedenbouwkundige
redenen) bedoeld om aanvullende opbrengsten (orde grootte; € 3,75 mln.) te
genereren als aanvullende dekking op de brandweerkazerne.
· Variant 1
Brandweerkazerne + bovenliggend kantoor
(mogelijk ingevuld met GG-GD en/of andere maatschappelijke instellingen)
Dit betreft de basisvariant waarop de planvorming is opgebouwd. Alleen is geen
sprake meer van (onhaalbare) commerciële verhuur, doch van (haalbare)
maatschappelijke verhuur (Hierover volgt later meer!).
Met deze variant zal het project zonder vertraging en verdere procedures verder
kunnen. Hierbij zal aldus het gehele kantoor in het maatschappelijke
huursegment (onder kostprijs) wordt gerealiseerd.
Financieel betekent e.e.a. dat het saldo van de brandweerkazerne vrijwel ‘0’ zal zijn. Door het grotendeels wegvallen
van de opbrengsten vanuit het kantoor zal het totale saldo negatief zijn.
· Variant 2
Alleen Brandweerkazerne (zonder
bovenliggend kantoor)
Hiermee zal zonder tijdverlies een nieuwe brandweerkazerne kunnen worden
gerealiseerd op de beoogde locatie. Lopende het bouwtraject zal wel een RO
procedure gevolgd moeten worden voor een gewijzigd bouwplan. Hierbij zal
vanzelfsprekend geen kantoor worden gerealiseerd.
Financieel betekent e.e.a. dat voor de brandweerkazerne weinig veranderd.
Doordat geen kantoor wordt gerealiseerd zal deze opbrengst wegvallen en
ontstaat voor het totaal een negatief saldo.
· Variant 3
Brandweerkazerne + bovenliggende
(starters koop-) appartementen
Hiermee zal op de beoogde locatie een nieuwe brandweerkazerne kunnen worden
gerealiseerd. De bovenliggende kantoren zullen daarbij een gewijzigde invulling
verkrijgen met woningbouw. Woningbouw boven de kazerne heeft niet de voorkeur
vanuit de brandweer, aangezien overlast van uitruk en oefeningen niet reëel te
beperken valt en alsdan tot discussie en overlast zal leiden.
Voor woningbouw zullen vanuit bouw- en milieuregelgeving stringente eisen van
toepassing zijn, waardoor deze invulling niet eenvoudig mogelijk is.
Woningbouw kan met verschillende woningtypes. Vanuit een woningcorporatie is
reeds in het verleden een aanzet gegeven voor realisering met starters
koopappartementen. Dit betekent een mogelijke realisering met 75 app. a €
150.000 VON.
Hiermee zal min. ¾ jaar extra planvorming ontstaan en aldus tijdverlies
optreden. Deze vertraging heeft consequenties voor de bedrijfsvoering van de
brandweer. Met betrekking tot de thans afgegeven vergunningen (art. 17 WRO
vergunning is tot eind 2006 geldig en kan niet verlengd worden) ontstaat een
strijdigheid met de vergunning aangezien oplevering gebouw alsdan pas medio
2007 mogelijk is.
Financieel betekent e.e.a. voor de brandweerkazerne weinig veranderd. Doordat
geen kantoor wordt gerealiseerd zal deze opbrengst geheel wegvallen. Door de
lagere opbrengsten vanuit de woningen, kosten van nieuwe planvorming en kosten
voor een langere tijdelijke huisvesting zal uiteindelijk het totale saldo
negatief zijn.
Varianten kort samengevat:
Financiën Brandweer GGD RO Tijd
Variant 1 - + + + +
Variant 2 - - + - - +/-
Variant 3 - +/- -
+ -*
(*
Oplevering gebouw later dan geldigheid WRO vergunning)
Zoals aangegeven is het van belang dat de
tijdelijke huisvesting van de brandweer aan de Mercuriusweg (a.g.v. de
vergunning in het kader van art. 17 WRO) voor eind 2006 zal moeten worden
beëindigd. Omdat de bouwtijd voor een nieuwe kazerne ca. 2 jaar zal vergen, is
start van de bouw uiterlijk medio 2004 noodzakelijk.
Eveneens is de planvorming voor de nieuwe kazerne reeds volledig (en naar
tevredenheid van de gebruiker/brandweer) uitgewerkt tot een bestekgereed plan
met een verleende bouwvergunning.
Daarnaast is van belang dat indien voor een ander bouwplan zou worden gekozen
de reeds gemaakte (gemeentelijke) kosten grotendeels onverrekenbaar zijn.
Bovendien kost een ander bouwplan de nodige voorbereidingstijd (+ 1 jaar) en
zullen extra kosten gemaakt moeten worden voor aanvullende voorzieningen aan,
en het langer in stand houden van, de tijdelijke huisvesting.
Vanuit deze punten en de eerder aangegeven
financiële conclusie inzake de varianten, ligt het zeer voor de hand de
ontwikkeling van het huidige bouwplan voort te zetten en aldus variant 1
(brandweer + bovenliggend kantoor) als uitgangspunt voor het vervolg te nemen.
Bewust is ook bij de beëindiging van de samenwerking toegewerkt naar het
overnemen van de rechten en plichten van het bouwplan om voortzetting van het
project mogelijk te maken.
De gemeente zal aldus voor eigen rekening en risico
de brandweerkazerne met bovenliggend kantoor realiseren, inclusief de verhuur
van het kantoor en opdrachtverstrekking aan een aannemer.
De hiervoor omschreven situatie is rond de zomer van 2003 in ieder geval
aanleiding geweest om deze richting verder in te zetten en heeft inmiddels
geresulteerd in een aantal mogelijk interessante huurders. Daarbij is vooral
geopteerd voor huurders uit maatschappelijke instellingen. Voor Delft is het
van belang dit type huurder in de gemeente te kunnen huisvesten ook al is
hiervoor een lager huurprijsniveau noodzakelijk.
Verhuur kantoor
Zoals reeds aangegeven zal het kantoor boven de
brandweer door de gemeente verhuurd moeten gaan worden. Hierbij is een
kostprijsdekkende huur het uitgangspunt. Vooralsnog zal dit betekenen dat bij
gemeentelijke verhuur het huurniveau ca. € 145,-/m² VVO (vrij van BTW*) dient
te bedragen. Dit is lager dan de economische huurwaarde van dit kantoor in de
markt, welke ca. € 155,-/m² VVO (vrij van BTW) bedraagt.
Deze lage kostprijsdekkende huur is mogelijk, aangezien de gemeente o.a. lagere
financieringslasten heeft. Deze lagere huurprijs tezamen met de unieke locatie
moet een snelle verhuur van de beschikbare 6.350 m² VVO kantoor waarborgen.
Gezien de directe omgeving met
het politiekantoor Haaglanden/Delft, het hoofdkantoor van de stichting Maatzorg
en de toekomstige Brandweer leent deze locatie zich uitermate voor een
concentratie van (sociaal) maatschappelijke instellingen. Deze concentratie
geeft een synergie voor dergelijke instellingen en vormt gelijkertijd een
versterking van de aantrekkingskracht van deze locatie. Noodzaak voor de
beoogde doelgroep is een locatie met een goede bereikbaarheid met OV/auto en
een huurniveau welke scherper is dan het gangbare commercieel huurniveau.
Hieraan voldoet deze locatie in ruime mate.
Aangezien binnen Delft een aantal van deze instellingen voornemens is nieuwe
huisvesting te betrekken, is dit een specifieke doelgroep waarop de verhuur
zich richt. Vanzelfsprekend is een commerciële huurder welkom, doch deze markt
is op dit moment volledig verzadigd.
Naast de beoogde doelgroepen is op dit moment in ieder geval reeds een
reservering opgenomen voor aanvullende kantoorruimte voor de brandweer (ca. 400 m² VVO) als gevolg van de aanstaande
fusie met de brandweer Rijswijk. Hierdoor zal het eveneens mogelijk zijn om de
huidige ambulancepost nabij de Irenetunnel te verplaatsen naar deze locatie.
Betreffende instantie heeft hier zeker interesse in.
Naast de brandweer reservering
is de GGD Zuid-Holland West voornemens een nieuw regionaal hoofdkantoor te
betrekken (ca. 4.100 m² VVO). Hiervoor is een aantal locaties in meerdere
gemeenten in beeld. Definitieve besluitvorming is mede afhankelijk van de
Delftse aanbieding en zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2004 aan
bod komen.
De huisvesting van de GGD in Delft impliceert een goede impuls voor de
werkgelegenheid en geeft Delft een centrale rol in dit zorgveld. Uitgangspunt
voor de GGD Zuid-Holland West is dat de huidige (gemiddelde) huisvestingslasten
niet toenemen.
Aangezien het kostprijsdekkende huurniveau voor het kantoor boven de brandweer
meer is dan de huidige (gemiddelde) huisvestingslasten van de GGD ontstaat een
onrendabel deel tussen beide uitgangspunten.
Het college acht deze huurder van dermate groot belang voor Delft en voor het
project Brandweerkazerne dat besloten is ca. 4.100 m² VVO aan de GGD aan te
bieden onder kostprijsniveau. Hetgeen een onrendabele top op verhuur
impliceert.
Naast voornoemde concrete
huurder zijn ook andere (sociaal) maatschappelijke instellingen in beeld.
Hierbij valt te denken aan de centralisatie van Maatzorg de Werven en het regio
kantoor van de Sociaal Pedagogische Dienst (MEE). Inmiddels worden met deze
instellingen serieuze gesprekken gevoerd.
Ook bij deze maatschappelijke instellingen is het huurniveau sterk van belang.
Concreet is (nog) niet in beeld welke huisvestingslasten voor voornoemde
partijen haalbaar zijn. Uitgangspunt hierbij is een kostprijsdekkende huur.
Indien hierop afgeweken moet worden zal voor de resterende (niet GGD) te
verhuren 2.250 m² VVO eveneens rekening gehouden moeten worden met een
onrendabele top op verhuur.
Indien een hogere huursom wordt
aangehouden daalt het tekort, maar neemt het verhuurrisico toe. Start bouw in
2004 is essentieel en derhalve wordt gekozen voor zekere huurders met als
gevolg een financieel tekort in plaats van een onzekere huurder en mogelijk
meer opbrengst.
De vastgoedexploitatie is hierop gebaseerd.
Kortom, bij een maatschappelijke
huurniveau en met genoemde potentiële huurders zal het verhuurrisico
geminimaliseerd worden. E.e.a. is weergegeven in onderstaande tabel.
Oppervlakte kantoor |
Beschikbare m² VVO |
Gereserveerd (m² VVO) |
Entrée |
50 |
Algemeen
50 |
1e kantoorlaag |
1.461 |
Brandweer
400 |
2e kantoorlaag |
1.461 |
GGD 1.461 |
3e kantoorlaag |
1.461 |
GGD 1.461 |
4e kantoorlaag |
1.349 |
GGD 1.178 |
5e kantoorlaag |
568 |
|
Totaal |
6.350 |
4.550 |
Financiën/Risico’s
Met betrekking tot financiële gevolgen en de nog
aanwezige risico’s wordt verwezen naar (geheime) bijlagen.
In ieder geval zal door het wegvallen van de
opbrengsten uit de commerciële verhuur van het kantoor het totale resultaat,
t.o.v. de initiële planvorming, met ca. € 3 tot € 4 mln. afnemen.
Uit de bouwkosten en de omvang van het project
brandweerkazerne met parkeerdek en kantoren blijkt dat de gemeente voorliggende
bouwplan volgens het Uniform Aanbestedingsreglement-EG 1991 dient te gunnen.
Bovendien blijkt, zoals eerder aangegeven, dat in de huidige bouwmarkt de
aanneemsom gunstiger uit kan vallen dan de in het verleden bepaald.
Voor dit tamelijk complexe werk wordt gekozen voor een aanbesteding met
voorafgaande selectie. Voor de tijdsduur van de aanbestedingsprocedure geldt
een minimum van 37 dagen. Deze vorm van aanbesteden met voorafgaande selectie
wordt algemeen bekend gemaakt, waarbij een ieder zich schriftelijk als
gegadigde kan aanmelden. Op basis van in de aankondiging vermelde eisen en
gunningcriteria vindt een selectie plaats van het aantal gegadigden die
vervolgens een uitnodiging krijgen tot inschrijving op het werk. (NB. Hiermee worden niet terzake kundige
bedrijven van deelname (en dus rekenvergoeding) uitgesloten)
Voor de eisen en gunningcriteria, die na het
vaststellen van het bestek worden bepaald, zijn vooral van belang de technische
specificaties (bestek en tekeningen), financiële en economische draagkracht,
technische bekwaamheid, bouwtijd en start bouw. Naast het gunningcriterium van
de financieel meest voordelige aanbieding zullen ook de bouwtijd en start bouw
van doorslaggevend belang kunnen zijn.
Indien de GGD positief besluit voor deze locatie en
een positieve beoordeling door de raadscommissie – beide begin 2004 – is
onderstaande planning het uitgangspunt.
Eind februari 2004: Aanmeldingsadvertentie
ivm voorselectie.
Half maart 2004: Selectie
aannemer.
Eind april 2004: Gunning.
September 2004: Start
bouw
1e/2e
kwartaal 2006: Oplevering
kantoor/kazerne
Voorgesteld wordt;
· In te stemmen met de nota.
· Geheel ter bespreking voor te leggen aan cie.
Duurzaamheid.
· De ruimte voor de GGD Zuid-Holland West (ca.
4.100 m² VVO) aan te bieden op een maatschappelijk huurniveau en hiermee een
onrendabele top op verhuur te accepteren .
· Bij de resterende ruimte (ca. 2.250 m² VVO)
te streven naar een kostprijsdekkende verhuur i.p.v. een maatschappelijk
huurniveau.
· Na aanbesteding van de bouw alsdan het
(definitieve) tekort op de exploitaties voor te leggen, voorzien van een
dekkingsvoorstel.
· Het thans bekende mindere resultaat van de
grondexploitatie mee te nemen in de jaarlijkse herziening grondexploitaties.
· Te kiezen voor een aanbestedingsprocedure met
voorafgaande selectie.
· De navolgende uitgangspunten in de financiële
opstelling te accepteren
o Om een lagere kostprijsdekkende
huur te realiseren een financieringsrente te hanteren van 5%.
o Om indexering van de bouwkosten
te ondervangen een indexering met minimaal de inflatie op alle kredieten van de
brandweerkazerne toe te passen.
o De toekomstige groot
onderhoudskosten voor de kazerne én het kantoor vooralsnog niet mee te nemen in
de berekening.