Voorstel voor principeovereenkomst voor projectontwikkeling Stationslocatie
Delft  Zuid

 

1.       Inleiding

 

Voorliggend voorstel omvat een te sluiten principeovereenkomst tussen gemeente Delft met BAM Utiliteitsbouw BV (voorheen Nelis Bouw & Ontwikkeling BV) voor de projectontwikkeling van stationslocatie Delft Zuid (zie de voor u ter inzage gelegde bijlage 1).

Het betreft hier een overeenkomst waarin op hoofdlijnen de aard van de samenwerking en de kaders waarbinnen gewerkt zal worden, zijn vastgelegd.

Onder andere wordt daarbij voorgesteld samen met BAM Utiliteitsbouw BV een rechtspersoon (een grondexploitatiemaatschappij (GEM) op te richten. Indien de Raad hiermee akkoord gaat zal B&W de principeovereenkomst nader uitwerken in het kader van de oprichting van deze GEM. Voor deelname aan een dergelijke rechtspersoon heeft de gemeente toestemming nodig van Gedeputeerde Staten, waartoe het college om goedkeuring moet verzoeken.

De voorliggende overeenkomst omvat tevens een grondexploitatie op basis waarvan de inbrengwaarde van de gronden van de gemeente Delft zijn bepaald, en tevens het financieel kader geeft voor de op te richten GEM.

 

2.    Voorgeschiedenis

 

2.1.  Bestuurlijk kader en selectieprocedure

 

Op 6-11-2002 heeft de commissie Duurzaamheid kennisgenomen van de resultaten van een selectieprocedure voor een projectontwikkelingsmaatschappij voor de ontwikkeling van de stationslocatie Delft Zuid (zie de voor u ter inzage gelegde bijlage 2: ‘plangebied’). Daarbij gaat het om de ontwikkeling van een plan dat voorziet in een kantoorontwikkeling met voorzieningen van minimaal 30.000m2 en maximaal 37.500m2 BVO, aan de westzijde van het station, welke past binnen de door de raadscommissie bepaalde ruimtelijke ontwikkelingsvisie voor de zone tussen TU en het station Delft Zuid. Deze visie is inmiddels opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan Station Delft Zuid en tevens passend binnen het in 2002 vastgestelde regionaal structuurplan Haaglanden (RSP). Bij de recente herijking van het regionale grondaanbod voor kantoorbouw (in verband met het regionale overaanbod), is deze taakstelling voor deze locatie  herbevestigd.

Met de voorliggende ontwikkeling wordt een eerste belangrijke stap gezet naar de gewenste opwaardering van dit gebied als stations- en werklocatie. Bovendien levert hij ook een bijdrage aan de opwaardering van de kwaliteit van het woonmilieu in de directe omgeving .

 

2.2.  Economisch belang

 

Deze ontwikkeling voorziet in het enige aanbod voor nieuwbouw kantoorruimte voor de komende 5 jaren in Delft. Ondanks de problemen op de kantorenmarkt is het beschikbaar hebben van een aanbod in Delft van belang voor het economisch functioneren van de stad.

Daarbij is het profiel onderscheidend van locaties als Delftech Park, TNO, Technopolis en Spoorzone.

 

2.3. Verbetering woonmilieu

 

Dit plan voor de realisering van een kantorenlocatie maakt deel uit van een omvattender gemeentelijk plan dat tevens voorziet in een verbetering van woon- en leefmilieu in het gebied, met name in relatie tot de woonbebouwing van het belendende Voorhof. Het gaat daarbij om verbetering van de afwikkeling van het zware bevoorradingsverkeer, een aankoop van een milieuhinderlijk bedrijf, een inperking van de toegestane milieubelasting binnen de bedrijvenstrook langs de Vulcanusweg en een verplaatsing van een school en culturele voorziening naar een betere locatie.

Overigens is om reden van milieubelasting door het spoor en de Kruithuisweg geen woonbestemming op de nieuwe bouwlocaties mogelijk.

 

2.4.  Afronding selectieprocedure: een samenwerkingsovereenkomst

 

In het kader van de voornoemde selectieprocedure is Nelis Bouw & Ontwikkeling bv (nu BAM Utiliteitsbouw BV) als winnaar uit de bus gekomen (zie de voor u ter inzage gelegde bijlage 3: ‘plan Nelis’) en is daar de laatste fase van de selectie, de contractbespreking, mee aangegaan. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het voorliggende resultaat waar instemming van het college en de gemeenteraad op wordt gevraagd.

Het door Nelis ingediende plan is daarbij toegesneden op de actuele situatie. Daarbij speelt vooral de onzekerheid over de wijze waarop en het tijdstip wanneer de verdubbeling van het spoor zal plaatsvinden. Nog voor de zomer 2004 zal een definitief stedenbouwkundig plan kunnen worden vastgesteld.

 

Inmiddels heeft de vastgoedcommissie van de BAM ingestemd met de voorliggende  overeenkomst (zie de voor u ter inzage gelegde bijlage 4).

 

2.5.  Bestemmingsplanprocedure en inspraak

 

Inmiddels is er ook een bestemmingsplan voor dit gebied in procedure gebracht en zijn er diverse inspraakbijeenkomsten geweest. In het kader van de bestemmingsplanprocedure heeft inmiddels een ‘artikel 10-overleg’ plaatsgevonden waarbij diverse overheidsinstanties commentaar hebben kunnen geven op het plan. Op grond hiervan is het bestemmingsplan op een aantal punten aangepast, waarbij de belangrijkste zijn: de toevoeging van een mobiliteitsparagraaf en herziening van de waterparagraaf.

Dit alles overziend kan gesteld worden dat het plan haalbaar is en voldoende draagvlak heeft.

 

2.6.  Afstemming overige plannen

 

Spoorzone

De relatie met de plannen voor de spoorwegverdubbeling, het spoorzone project en de integratie met het station Delft Zuid in het onderhavige plan, zijn in overleg met alle betrokkenen afgestemd.  Programmatisch is er sprake van een toevoeging van de stationslocatie Delft Zuid op de spoorzone locatie zowel in zowel het soort kantorensegment als in de tijd gezien (vooruitlopend op de Spoorzone locatie).

Inmiddels heeft een definitieve afstemming plaatsgevonden met Pro Rail ten aanzien van de spoorverdubbeling en de bebouwing in het plangebied.

 

Technopolis

De eerste resultaten in het kader van een MER (milieu effect rapportage) voor de ontwikkeling van Technopolis bieden een perspectief waarbij een verbreding van de Kruithuisweg op termijn aan de orde zou kunnen zijn. De voorliggende ontwikkeling laat een dergelijke optie onverlet. Ook hier geldt dat pas op langere termijn definitieve besluiten en de uitwerking daarvan aan de orde zal zijn.

 

3.    Contractvorming projectontwikkeling

 

3.1  Aard van de te sluiten overeenkomst; risico’s

 

Voorgesteld wordt om met BAM Utiliteitsbouw BV een publiek private samenwerking aan te gaan in de vorm van een gezamenlijk rechtspersoon – een grondexploitatie maatschappij (GEM). Daarbij delen de gemeente en BAM Utiliteitsbouw BV een gelijk risico voor het te behalen exploitatieresultaat. De gemeente ontvangt een gegarandeerde inbrengwaarde voor haar grond op vastgestelde betalingstermijnen, gerelateerd aan het voorziene programma van 30.000 m2 bvo commercieel vastgoed. Bij een positief exploitatieresultaat, onder andere door realisering van een groter volume (tot maximaal 37.500 m2 bvo)  delen beide partijen voor 50% in de meeropbrengst.

 

Deze wijze van samenwerking is gekozen omdat de intensiteit en kwaliteit van het programma een integratie nodig maakt van gemeentelijke gronduitgifte met de feitelijke vastgoedontwikkeling en exploitatie. Anders gezegd: bij een traditionele rol van de gemeente zou zij per kavel de grond uitgeven met als risico dat de drie bouwkavels niet een totaal van 30.000 m2 zouden opleveren, noch dat er de gewenste stedenbouwkundige kwaliteit wordt gerealiseerd.

 

3.2  Kernpunten van de overeenkomst

 

De overeenkomst kent de volgende kernpunten:

a.             BAM Utiliteitsbouw BV en de gemeente Delft richten een gezamenlijke Grondexploitatie Maatschappij (GEM) op.

b.             Deze GEM garandeert de gemeente een minimum opbrengst voor de inbreng van benodigde grond bij een programma van minimaal 30.000 m2 commercieel vastgoed. Bij een beter resultaat delen beide partijen daar evenredig in. De overeenkomst voorziet daarbij in een inspanningsverplichting tot intensivering van het plan tot 36.500 m2 waarmee het plan binnen de kaders van het RSP en het bestemmingsplan blijft.

c.             De overeenkomst omvat een model grondexploitatie op grond waarvan de minimum opbrengst voor de gemeente voor de inbreng van grond is bepaald. Deze geldt tevens als financiële uitgangssituatie voor de GEM

d.             Deze grondexploitatie te voeren voor rekening en risico van de GEM staat naast een gemeentelijke grondexploitatie. In de gemeentelijke exploitatie zijn ook historische kosten van voor 1 januari 2003 en gemeentelijke kosten die toegerekend dienen te worden aan het inbrengen van ‘geschikte’ grond meegenomen.

e.             Het plan waarmee Nelis de selectie heeft gewonnen zal worden uitgewerkt in een stedenbouwkundig ontwikkelingsplan waarmee er een kader wordt vastgesteld voor de toetsing van de in te dienen bouwplannen

f.               De BAM-bedrijven (moederbedrijf van Nelis) krijgen het recht op eerste inschrijving voor de uitvoering van het plan onder voorwaarde van marktconforme aanbieding. Het gemeentelijk Ingenieursbureau werkt samen met BAM ten behoeve van de ‘engineering’ en krijgt de rol van toetsing op marktconformiteit van ramingen en biedingen en de rol van kwaliteitsbewaker van plannen en uitvoering.

 

3.3  De gemeentelijke uitvoering en financiële dekking

 

Het gebied waarin de gemeente met de projectontwikkelaar samenwerkt in de GEM – het stationsgebied - maakt deel uit van een omvattender plangebied waar ook de aanpassing van de Vulcanusweg en de verwerving van het bedrijf ‘De Boer’ in zijn begrepen. Daarbij zijn drie noties van belang:

 

a.       Naast de grondexploitatie die het financiële kader vormt voor de GEM  en waar de gemeente voor 50% in participeert (onderdeel van dit voorstel),  is er tevens een 100% - gemeentelijke grondexploitatie waarin het gemeentelijk aandeel in de grondexploitatie van de GEM is verwerkt: de historische kosten, de inbrengwaarde van de grond in de GEM en het – toekomstige - voortschrijdend resultaat van de GEM.

b.       De kosten die voortkomen uit de verwerving van het pand ‘De Boer’ en wegaanpassing Vulcanusweg ten laste worden gebracht van de 100% gemeentelijke grondexploitatie.

c.       De 100% gemeentelijke grondexploitatie die geen deel uitmaakt van de besluitvorming in deze nota zal in het komende MPG worden verantwoord als grondexploitatie in voorbereiding en in het eerste halfjaar 2004 aan college en Raad worden aangeboden ter goedkeuring.

 

3.4  Risico’s

 

Bij het project en de daarbij voorgestelde samenwerking met BAM Utiliteitsbouw BV is sprake van de volgende risico’s, resp. de beperking daarvan:

-        Grondexploitatie risico

Een gegarandeerde opbrengst voor de grond bij een programma van minimaal 30.000 m2 bvo commercieel vastgoed, die wordt uitbetaald door het samenwerkingsverband waarin de gemeente voor 50% participeert.

Hiervoor draagt de gemeente 50% van een mogelijk niet haalbare prognose van 3,5 mln. (netto contante waarde). Daarmee heeft zij BAM Utiliteitsbouw BV voor 50% deelgenoot gemaakt van hetgeen bij een traditionele aanpak een risico is dat voor 100% bij de gemeente ligt. Het risico wordt bepaald door de marktpositie van de

locatie. De verwachting is dat dit, gegeven het beperkte aanbod in Delft en de gunstige ligging t.o.v. rijkswegen (o.a. door te trekken A4, het spoor en de stad en regio), beperkt is

-        Bodemkwaliteit

Hiervoor is vastgelegd dat het risico bij de gemeente ligt, maar ingeperkt tot een omvang waarbij een verantwoorde exploitatie nog mogelijk is.

 

Inmiddels heeft een verkennend bodem- en waterbodemonderzoek plaatsgevonden waaruit blijkt dat er sprake is van zeer beperkte verontreiniging welke geen substantiële financiële consequenties zal hebben voor exploitatieresultaat.

 

4.  Hoe verder

 

Indien de raad voorliggend besluit neemt zal de overeenkomst voor de totstandkoming van een grondexploitatiemaatschappij verder worden uitgewerkt. Deze uitwerking zal voorgelegd worden aan GS teneinde toestemming te verkrijgen voor deelname aan deze GEM. Vervolgens vindt daadwerkelijke oprichting van deze GEM plaats. Vanaf dat moment zal de GEM de uitvoering ter hand nemen.


De gemeente zal daar enerzijds vanuit haar privaatrechtelijke betrokkenheid voor 50% bepalend in zijn. Daarnaast zal zij vanuit haar publiekrechtelijke positie een toetsende rol hebben (kwaliteit infrastructuur, buitenruimte, bouwplantoetsing, toezien op milieu- en parkeernormen, enzovoort.

Vooruitlopend op de daadwerkelijke oprichting van de GEM is met BAM Utiliteitsbouw BV afgesproken (zie ook exploitatieopzet) dat met terugwerkende kracht tot 1 januari 2003 de kosten aan het project voor gezamenlijke rekening zijn.