In
1998 heeft een aantal afdelingen Bouw- en Woningtoezicht van grote gemeenten
het initiatief genomen voor het laten uitvoeren van een benchmark. Aanleiding
was aanhoudende kritiek op de bedrijfsvoering van deze afdelingen door de
VROM-inspectie, vanuit de eigen organisatie en de burger. Deze benchmark heeft
in 1998 geleid tot een Platform Bouw- en Woningtoezicht van grote gemeenten
deel uitmaakten. Delft heeft zich in 2002 aangesloten bij het Platform. Doel
van dit informele Platform was het slagvaardiger kunnen opereren door op
diverse gebieden te gaan samenwerken, het onderhouden van directe contacten met
het ministerie van VROM en het opzetten van een netwerk.
Eind
2002 bleek dat het informele Platform niet meer paste bij het grote aantal
leden en de vaak veelomvattende en complexe projecten die vanuit het Platvorm
werden opgezet. Er ontstond een behoefte om het Platvorm meer te
institutionaliseren. Voor één van de projecten van het Platform, het project
Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen (CKB), is op 23 mei 2003 een
rechtspersoon opgericht in de vorm van een vereniging.
Het
hoofd van de sector Bouw- en Milieutoezicht, onderdeel van cluster
Publiekszaken Delft, is onlangs toegetreden tot het bestuur van de Vereniging
i.o. Hij is speciaal belast met de zorgvoor kwaliteitsprojecten, in de eerste
plaats CKB.
De
reden dat juist bij dit project de vraag van institutionalisering van het
Platform ging spelen, was dat het risico bestond dat marktpartijen "aan de
haal" zouden gaan met datasystemen die met behulp van gelden van ruim 25
gemeenten, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu,
het ministerie van Binnenlandse Zaken het ministerie van Justitie zijn
ontwikkeld. Het is de bedoeling deze rechtspersoon, die in eerste instantie tot
doel heeft het vertegenwoordigen van de belangen van de gebruikers van het
CKB-systeem, uit te bouwen tot een volwaardige beroepsvereniging met duidelijke
overeenkomsten met de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB), waarvan
Delft lid is.
Doel van de vereniging
Het
doel van de vereniging is het bevorderen van de kwaliteit van het Bouw- en
Woningtoezicht door Nederlandse gemeenten in de meest brede zin van het woord.
Hieraan
zal nader invulling worden gegeven door:
Kortom:
het verdere professionaliseren van het Bouw- en Woningtoezicht in Nederland,
waardoor controle en handhaving op het gebied van veiligheid, gezondheid,
energiezuinigheid en bruikbaarheid van de gebouwde omgeving zoveel mogelijk
gewaarborgd blijft.
Organisatie van de vereniging
Eens
per jaar vindt er een algemene ledenvergadering (ALV) plaats. Alleen de
vertegenwoordigers van de gemeentelijke leden hebben één stem per gemeente.
Geassocieerde leden, individuele leden en overige leden hebben geen stemrecht.
De ledenvergadering beslist over de jaarrekening, de vaststelling van
contributies, benoeming van bestuurders en alle andere zaken welke niet aan het
dagelijks bestuur worden gedelegeerd. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk
voor de dagelijkse leiding van de vereniging en vertegenwoordigt in ieder geval
de relaties met het rijk. Het algemeen bestuur. Is verantwoordelijk voor het
benoemen van een directeur (extern bureau), het instellen van vakcommissies en
het starten van grote projecten. De vakcommissies houden zich bezig met
inhoudelijke onderwerpen met een structureel karakter zoals de constructieve-
en brandveiligheid, ICT, handhaving en uitvoering en beheer van grote
projecten, zoals het systeem Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen.
Partijen als de Vereniging Nederlandse Gemeenten en Stadswerk zijn
vertegenwoordigd in diverse projecten en onderschrijven het nut van deze
vereniging.
Kosten
Doordat
de vereniging er niet voor kiest een eigen secretariaatsbureau op te richten,
zijn de kosten per lid relatief laag. Individuele leden betalen € 35,=
contributie per jaar aan de vereniging. Deze kosten kunnen worden gedekt uit de
bureaukosten van het vakteam BWT.
Procedure
De
procedure bij het deelnemen aan een privaatrechtelijke rechtspersoon door een
gemeente, in casu een vereniging, is als volgt. Krachtens artikel 160 lid 2
Gemeentewet komt de bevoegdheid tot deelname bij het college te liggen. Gezien
het feit dat de wetgever, gelet op de mogelijke effecten daarvan op de
gemeente, het gewenst acht dat voorafgaand aan het bestuursrechtelijke besluit
van het college eerst de raad moet worden geconsulteerd, is het besluit om deel
te nemen in een stichting of vereniging onderworpen aan een politieke plicht
voor het college om eerst de raad de mogelijkheid te geven haar wensen of
bedenkingen te uiten. Bij de behandeling van de Aanpassingswet bij de
Gemeentewet heeft de minister uitdrukkelijk aangegeven dat het een zuiver
politieke plicht betreft zonder rechtsgevolgen.
Samenvattend
neemt het college uiteindelijke besluit, maar wordt het voorstel tot deelneming
eerst aan de raad voorgelegd. De wensen en bedenkingen meenemend, besluit het
college uiteindelijk om wel of niet deel te nemen. Overigens is het besluiten
krachtens artikel 160 Gemeentewet tevens onderworpen aan preventief toezicht
door het college van GS van de provincie (Bron: mr. C.L. de Vlieger, Vereniging
van Nederlandse Gemeenten, sector Bestuurlijke en Juridische Zaken).
Voorstel
1) In te stemmen met het lidmaatschap van de gemeente Delft als
gemeentelid van de vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland.